De keuze van zomergerstrassen 1983
Onderzoek vlas naar geschiktheid
voor dauwroten
Rassenkeuze bij vroege
konsumptie-aardappelen 1983
Belangstelling voor kreuk-
zadige doperwten groeit
Rassenbericht 1983
In het zuidwesten van Nederland werd in 1982 op 8.600 ha zomergerst
verbouwd. Per jaar neemt de oppervlakte met dit gewas af. De reden
voor deze teruggang is het grote verschil in korrelopbrengst ten op
zichte van wintertarwe. Omdat zomergerst wordt beschouwd als een
"vulgewas" en daardoor vaak op de niet te beste percelen wordt ge
zaaid, zal het verschil met wintertarwe de neiging hebben groter te
worden. De trend van het kleiner wordende areaal kan daarom nog een
aantal jaren merkbaar zijn.
In 1982 was Trumpf het meest ver
bouwde ras, het nam ruim Va van de
oppervlakte zomergerst in Zuid-
Holland, Zeeland en het zeekleige
bied van Noord-Brabant in.
Het zaaien van de gerst in 1982 vond
plaats in twee perioden: eind fe
bruari en begin april. De groei was
aanvankelijk wat traag, maar later
vlot en regelmatig. Ziekten hebben
zich weinig voorgedaan. De korrel-
opbrengsten zijn zeer goed geweest.
Beschrijving van de rassen
Voor de brouwerij
Trumpf geeft vrij goedfe opbrengsten
en heeft een goede brouwkwaliteit.
Het heeft een trage beginontwikke-
ling en matige grondbedekking.
Rijpt laat. Is vrij weinig gevoelig voor
meeldauw en weinig voor gele roest
en doorwas. Verdraagt laat zaaien en
minder goede omstandigheden
slecht.
Menuet geeft vrij goede opbreng
sten. De korrel heeft een vrij goede
brouwkwaliteit. Heeft een wat trage
beginontwikkeling en vrij stevig stro.
Is nogal vatbaar voor gele roest en
meeldauw. Rijpt vrij laat.
Atem geeft vnj goede opbrengsten
met vrij goede brouwkwaliteit. Heeft
matig stevig, maar veerkrachtig stro.
Is weinig vatbaar voor gele roest en
meeldauw en weinig gevoelig voor
doorwas.
In beproeving voor de
brouwerij
Apex heeft goede tot zeer goede op
brengsten gegeven. Het stro is vrij
kort en vrij stevig tot stevig. Werd
weinig door meeldauw aangetast.
Rijpt vroeg.
Iban geeft goede opbrengsten. Heeft
kort, vrij stevig en matig veerkrachtig
stro. Werd weinig door meeldauw
aangetast. Rijpt vroeg.
Tabel 1 Opbrengst in verhoudingsgetallen
Voer gerstrassen
Havila geeft goede tot zeer goede
opbrengsten. Het stro is vrij kort en
vrij stevig. Is nogal vatbaar voor gele
roest en meeldauw en vrij weinig ge
voelig voor doorwas.
Bellona heeft hoge opbrengsten ge
geven. Heeft vrij kort en stevig stro.
Werd iets door meeldauw aangetast
en lijkt nogal vatbaar voor gele roest.
Is iets gevoelig voor doorwas.
Advies
Voor de teelt van brouwgerst wordt
vooral Trumpf aanbevolen op grond
van brouwkwaliteit en strostevigheid
en daarnaast Menuet. Van de nieuwe
rassen heeft voora Apex goede op
brengsten gegeven. Het nieuwe
voergerstras Bellona gaf hoge op
brengsten en komt qua ziekteresis
tentie ongeveer overeen met Havila.
Truapf
Menuet
Atem
Apex
Iban
Havila
Bellona
gem,
100 -
kg/are
Westmaaa
25 febr.
50N 70N
97
93
94
101
102
102
109
95
91»
95
103
103
104
108
66,8 69,5
Colijnaplaat
2 april
50N
104
95
95
102
100
96
103
.72,6
N. Voaaemeer
29 febr.
11 ON
101
97
94
103
97
102
106
64,8
gam. Z.W,
1982
99
95
94
102
100
101
107
68,5
97
98
97
104
100
102
109
58,0
Tabel 2 Waardering van enkele raseigenschappen volgens de 58e Rassenlijst
1983
ras
geschiktheid
v. dakvrucht
stavighaid
stro
veerkracht
stro
rasistantia tagan
doorwas
gale roest
meoldauw
Trumpf
8
9
8
7
7
Msnust
7
7,
6 5
7
5
Atsm
6
7
8
73
8
Apsx
6
7
6
7
8
Iban
7
7
6
7
7
8
Havila
7
7
7
7,
5
Ballona
7
8
i.
7
65
4?
6
In het Zuidwesten worden op ongeveer 1600 ha (dat is 5% van de
totale oppervlakte aardappelen) aardappelen voor de vroege oogst ge
teeld. Deze teelt is beperkt tot enkele gebieden. De vergelijking van de
rassen in 1982 vond plaats op het bedrijf van de heren C. van Rossum en
Zn. te Ooltgensplaat.
gem. Z.W.
1976/1982 I
Grondsoort: kalkrijke lichte zavel.
Pas op 7 april kon op deze grond
worden gepoot.
De opkomst was regelmatig en vlot.
Deze vroege aardappelen zijn wat te
ruim met stikstof bemest geweest,
waardoor de knolzetting en het begin
van loofafsterven verlaat werden
De oogst had pfltats op 25 juni resp. 7
juli.
Beschrijving van de rassen
Doré: Is een vroeg ras met matige
opbrengst, maar heeft al vfoeg een
zeer goede konsumptie-kwaliteit.
Heeft mooie vlakogige knollen.
Première: Is zeer vroeg en geeft een
hoge opbrengst met goede sortering.
Is resistent tegen aardappelmoeheid
biotype A. Konsumptiekwaliteit is
goed, is geschikt voor frites. Kiem
breekt makkelijk af. Ontvelt gemak
kelijk.
Amazone: Is resistent tegen aardap
pelmoeheid biotype A. Is een vroeg
ras met matige opbrengst en goede
konsumptie-kwaliteit. De sortering is
wat ongunstiger dan Doré. Is zeer
vatbaar voor phytophthora in 't loof
en lijkt tamelijk vatbaar in de knol.
Tabel 1 Gewasbeoordeling en knolopbrengst in verhoudingsgetallen
ras
loofont-
wikkeling
5 juni
afsterven
loof*
24 juni
1e rooiing 25 juni
2e rooiing 7 juli
totaal
afleverbaar
>40 mm
totaal
afleverbaar
40 mm
Dorê
Première am A
Amazone am A
5
6
6
85
7
7
92
109
9«
88
123
84
99
107
95
101
108
86
gen. 100 kg/a
287
192
3*3
300
Hoe lager het cijfer, des te meer afgestorven blad
Tabel 2 Enkele raseigenschappen volgens de 58e Rassenlijst 1983°
ras
vroegrijp
oonsumptie-
resistentie
rooibo-
heid
waarde
tegen
schadiging
Nederland
schurft
Doré
9c
85
k
h
Première am A
7
5
85
Amaeone am A
85
8
6
7
Hoe hoger het cijfer, hoe gunstiger
Van verschillende zijden worden minder arbeidsintensieve oogstme-
thoden beproefd en daarmee wordt een bijdrage geleverd aan het on
derzoek naar nieuwe perspektieven voor de vlasteelt. Getracht wordt
een hoogwaardige zaaizaadproduktie te kombineren met een geheel
gemechaniseerde vlasoogst c.q. verwerking. Op het veld wordt het vlas
gerepeld/gedorst, om daarna gedauwroot, in pakken geperst, getrans
porteerd te worden.
Naar het zich laat aanzien zijn de laatste jaren goede vorderingen
gemaakt in het onderzoek. Mogelijk zullen deze in de toekomst de
vlasteler de nodige impulsen kunnen geven om de verbouw te hervatten.
In 1983 start ook een onderzoek naar eventuele verschillen in ge
schiktheid van de rassen voor dauwroten.
De landelijke omvang van de teelt
was in 1982 3200 ha, waarvan 2300
ha in Zeeland. In 1981 waren deze
oppervlakten resp. 2900 en 2200 ha,
waaruit blijkt dat de omvang van de
teelt weliswaar gering is, doch niet
verder is teruggelopen.
Enige verschuiving in het rassenas-
sortiment vond plaats ten nadele van
Natasja en ten gunste van Belinka.
Ook het Franse ras Ariane had be-
In Zeeland werd in 1982 één rassen-
proef met vlas aangelegd, waarvan
de resultaten nog niet beschikbaar
zijn.
Wij geven daarom de landelijke op
brengstresultaten, zoals deze in de
Rassenlijst 1983 vermeld staan.
stro is vrij stevig, goed veerkrachtig
en van goede lengte. Geeft een mooi
egaal gewas. De stro-opbrengst is
zeer goed en de lintopbrengst hoog,
terwijl de zaadopbrengst goed is.
Natasja, een blauwbloeiend ras, is
gevoelig voor minder goede omstan
digheden. Natasja heeft stevig stro
en bezit een goede resistentie tegen
fusarium-verwelkingsziekte. Groeit
aanvankelijk wat traag, bloeit en
rijpt laat; kleurt dan in korte tijd
mooi bij. Natasja geeft goede tot zeer
goede stro- en lintopbrengsten. De
zaadopbrengst is zeer goed.
Hera heeft vrij stevig, goed veer
krachtig stro. Het gewas is mooi egaal
en heeft een hoge, korte vertakking.
De stro- en lintopbrengsten zijn
Gemiddelde opbrengsten in verhoudingsgetallen
Rassen
Qoede omstandigheden
Matige omstandigheden
Oemiddelde
naadopbrengat
ongerepeld
lint
ongerepeld
lint
Belinka
99
100
103
104
109
Regina
100
104
104
108
99
Natasja
96
93
95
90
96
Hera
95
93
98
97
99
Saskia
97
103
-
-
103
Berber
112
106
-
-
95
Korte rasbeschrijving
Belinka is een witbloeiend ras dat
een vrij vlotte beginontwikkeling
heeft. Het stro is stevig, goed veer
krachtig en heeft een goede lengte.
Vormt een mooi, egaal gewas. Belin
ka geeft zeer goede stro- en lintop
brengsten. De zaadopbrengst is zeer
hoog.
Reniga een witbloeiend ras, heeft een
vrij vlotte beginontwikkeling. Het
goed; de zaadopbrengst is zeer goed.
Hera bereikt ook op de wat mindere
vlasgronden een goede opbrengst.
Saskia is een blauwbloeiend ras.
Heeft een vrij trage beginontwikke
ling. Het stro is vrij stevig, goed
veerkrachtig en heeft een goede
lengte. Saskia geeft een goede stro
opbrengst en het lintgehalte is hoog.
De zaadopbrengst is zeer goed. Heeft
een goede resistentie tegen Fusa-
rium.
Berber is een witbloeiend ras, met
ook een vrij trage beginontwikkeling.
Het stro is lang en vrij stevig. Geeft
een zeer hoge opbrengst aan ongere
peld vlas. Het lintgehalte is matig, de
lintopbrengst is hoog.
Het rassenbericht 1983 is opge
steld in samenwerking en in
overleg met:
- Rijksinstituut voor Rassenon-
derzoek (RIVRO);
- Proefstation voor de Akker
bouw en de Groenteteelt in de
Vollegrond (PAGV);
Stichting Proefboerderij
Rusthoeve te Colijnsplaat;
Stichting Proefboerderij
Zuid-Holland te Westmaas;
C.A.R. Zevenbergen; C.A.R.
Goes en C.A. Barendrecht.
Ir. J.M.A.J. Heesterman
De oppervlakte doperwten is in 1982
uitgebreid en nam toe in Nederland
van 6.400 ha in 1981 naar 8.400 ha in
1982. Ook in het Z.W. zeekleigebied
was er enige uitbreiding.
In het overzicht zijn enkele nieuwe
rassen opgenomen waar nog weinig
ervaring mee is. In de praktijk komt
ook meer belangstelling voor kreuk-
zadige doperwten. Daarom zijn deze
ook in de tabel opgenomen.
Omdat behalve het ras, ook het tijd
stip van dorsen belangrijk is voor de
opbrengst, wordt vrij algemeen op
hardheid gekontrakteerd.
Daarbij wordt een prijsstaffel ge
hanteerd met de bedoeling dat bin
nen het hardheidstrajekt van Tm 90
tot ca. Tm 140 de geldelijke op
brengst per ha voor de teler gelijk
blijft.
Overzicht van de raseigenschappen bij doperwten
Ru
Aanbevolen
Gewenst
Vroeg
Stro-
Stevig
Bloei
Fijn
G eschatte
briek
rassen
aantal
heid
lengte
heid
duur
heid
relatieve
planten
v.d.
korrelop
per m2
erwt
brengst
Rondzadige:
8 Vi
85
N
Precocette
100
9Vx
2
4
7
A
Marzia
95
9
6
6
8
7
120
B
Odé (Danielle)
95
9
6
4
8
6Vi
105
0
Florix
95
8tt
6
5
8
7
95
N
Lisette
90
8 Vi
5
6
7
9Vi
100
B
Charmette
95
8
8
7
7
9
110
N
Amo
80
8
6
7
7
8
105
0
Kau (Primette)
85
IVx
6
6
7
6Vi
105
B
Cirano
80
IVx
5
6
6
8V4
85
A
Barette
75
6Vi
6
6
6
9
120
N
Halo
70
6
4
7
7
9Vi
75
B
fcvi (Bonette)
70
6
4
5
6
9
90
A
Desso
70
5 Vi
6
6
7
IVi
95
B
Olivin
70
4
4
7
4
9V4
75
B
Polarette
60
314
3
7
4
6 V4
80
N
Resco
60
3 K
3
4
7
8
100
B
Mercurio
60
3V4
3
6
5
7V4
85
B
Yiar (Perlette)
60
3
2
7
5
7
90
Kreukzadige:
B
Mini
70
4Vi
3
516
5
8 Vi
90
A
Cisca
70
4 Vi
4
7
6
IVi
110
A
Sol
80
4 Vt
5
4
7
6Vi
125
A
Starlette
70
4
3
7
5
8
120
0
Fek
60
3
2
6Vi
6
4
110
A
Otex
70
IVi
2
5Vi
5
7
115
B
Minarette
60
2 Vi
3
5Vi
6
7
110
Zeer vroeg, kort stro, zeer stevig, korte bloeiduur en een fijne erwt zijn door een hoog cijfer aangegeven.
Merknaam.
A - hoofdras, B - beperkt aanbevolen ras, N nieuw ras, O - van geringe betekenis.
6