land- en
tuinbouwblad
Gewassen- en/of rassenkeuze 1983
Gewassen-
en rasse «bij lage 1983
Gewassenkeuze
Andere gewassen
Rassenkeuze
z.l.m
zuidelijke landbouw maatschappij
Een gezin op Walcheren dat bonen leest. Zo ging dat vroeger, gezellig in de
huiskamer. Ook tegenwoordig leest men nog bonen, aardappelen en erwten maar
met behulp van efficiëntere en moderne technieken. Lezen in de betekenis van de
slechte exemplaren er uit halen zodat een goede partij overblijft. Van wezenlijke
betekenis. Vroeger en nu. U kunt ook deze Rassen en Gewassen-bijlage lezen.
Een andere betekenis van lezen: u haalt er datgene uit wat u in de dagelijkse
praktijk ten goede kan komen. Wij wensen u veel en nuttig leesplezier.
V- ;r„
Bij het begin van een nieuw jaar staat de akkerbouwer
weer voor de taak zijn bouwplan voor het komende groei
seizoen nader in te vullen voor zover hij dat nog niet heeft
vastgelegd met wintertarwe, wintergerst, graszaad,
koolzaad of karwij, luzerne of nog een ander gewas.
Heeft hij na overweging welke gewassen hij dit jaar zal
gaan verbouwen zijn bouwplan bepaald, dan rest hem nog
het vaststellen van het ras dat voor zijn omstandigheden
het meest belovende is om te bestellen en t.z.t. te zaaien
en/of te poten.
Om de akkerbouwer bij deze gewassen-en/of rassenkeu
ze behulpzaam te zijn, is het goed dat dit extra nummer
van het Z. L. M. Land- en Tuinbouwblad daar in dit stadium
uitvoerig aandacht aan besteedt.
Het Zeeuwse akkerbouwareaal wordt voor 63% ingeno
men door de "Grote Drie". Dit zijn wintertarwe, aardap
pelen en suikerbieten.
Met dit cijfer is echter ook aangegeven dat nog steeds op
meer dan Vb van de Zeeuwse akkers andere gewassen
dan de "Grote Drie" geteeld worden.
Vele akkerbouwers hebben deze keuze gemaakt en men
kan zich afvragen waarom men toch nog - in tegenstelling
tot andere delen in ons land - deze meerdere gewassen in
het bouwplan heeft.
Is het enkel een financiële kwestie of spelen ook andere
motieven een belangrijke rol zoals spreiding in de ge
wasrisico's en in de arbeidsverdeling.
We moeten t.a.v. dit laatste wel constateren dat de oogst
van de "Grote Drie" zeer kort op elkaar volgt. De winter
tarwe is later rijp terwijl de oogst van de aardappelen en
suikerbieten bijna gelijktijdig valt; te beginnen in sep
tember. Op de eenmansbedrijven wordt het steeds
moeilijker om de eigen arbeid ook in de andere perioden
produktief te maken. Bij een aantal gewassen ligt het
oogsttijdstip nogal wat vroeger en geeft daardoor gele
genheid de eigen arbeid meer rendabel te maken. Groene
erwten, graszaad en vlas zijn wellicht daarom nog steeds
in trek op een aantal bedrijven.
Doordat veel gewassen in het najaar geoogst moeten
worden, lukt het een aantal akkerbouwers niet om de
grond onder ideale omstandigheden zaaiklaar te maken
voor wintertarwe. Zij beslissen om liever het uitgangs
punt: "goed zaaibed" dan maar uit te stellen tot het
voorjaar voor een ander gewas, dan al gelijk bij het zaaien
opbrengst in te leveren.
In "Kwantitatieve Informatie 1 982/1 983", een uitgave
van het P.A.G.V. te Lelystad, wordt voor wintertarwe een
saldo berekend bij eigen mechanisatie van 2.946,—
Om dit te bereiken moet men 6.900 kg oogsten en ver
kopen voor 53,—100 kg.
Om dit zelfde saldo te halen kan men ook groene erwten
telen met een opbrengst van 4.900 kg van 0,78 of vlas
verbouwen en daarvan 8.100 kg oogsten voor de prijs
van 0,42.
De ontwikkelingen in teelt- en oogstmethoden zijn ge
lukkig ook voor andere gewassen dan de "Grote Drie"
voortgezet. Dit maakt het mogelijk om toch ook weer eens
aan andere gewassen te gaan denken.
Het onderzoek zal ook in deze "alternatieve" gewassen
blijven zoeken naar verbeteringen zowel in opbrengstmo
gelijkheid als vermindering van teeltkosten en risico's.
Is de gewaskeuze eenmaal een feit dan nog heeft de
akkerbouwer een mogelijkheid tot enige risicospreiding
binnen het gewas door dat ras of die rassen te kiezen die
voor zijn omstandigheden het best passend zijn.
Zo is er binnen het gewas suikerbieten de mogelijkheid
om tot een spreiding te komen omdat er verschillen tus
sen de rassen zijn in het tijdstip van het bereiken van een
voldoend suikergehalte. Ook voor de aardappelen geldt
dat men enige spreiding kan toepassen, al moet men zich
wel eerst goed oriënteren op de afzetkansen van een
ander ras dan Bintje.
Heeft men een grond die bijvoorbeeld besmet is met
vlasbrand of fusarium dan dient men er terdege rekening
mee te houden dat men vlasrassen kiest die voor die
ziekten een sterke resistentie hebben. Zo is resistentie of
vatbaarheid voor bepaalde ziekten voor elk ras bijna ver
schillend, zodat het zeker een goede zaak is om ook
daar bij de keuze van het ras op te letten.
Niet enkel de opbrengstresultaten van de proefvelden
kunnen bepalend zijn voor de keuze van het ras. De beide
proefboerderijen in Zuidwest Nederland, "Rusthoeve"
en "Westmaas", verzorgen het rassenonderzoek in dit
gebied en leveren dus voor het vergelijkend onderzoek
voor de regio een zeer belangrijke bijdrage. In verschil
lende artikelen van dit Gewassen- en Rassennummer
wordt daarop nog nader ingegaan.
Met een heldere kijk op de rassenkeuze, maar ook op een
gezonde vruchtwisseling, goede perceelskeuze, goed af
gestemde bemesting en een evenwichtige gewasbe
scherming, gebaseerd op betrouwbare waarnemingen,
heeft de akkerbouwer de basis voor de oogst 1983 ge
legd.
ir. L.ThJ.M. de Wit, Consulent voor de Akkerbouw en de
Rundveehouderij te Goes.