Melkproduktie per koe: Hoe bestaat het, zulke grote verschillen? Grote melkstal voor driemansbedrijven zojuist verschenen Per bedrijf duizenden, per dorp honderdduizenden guldens meer inkomen Het jaarverslag over 1982 van Proefstation Rundveehouderij verschenen. Hoe ontstaan verschillen in bedrijfsresultaat op melkveebedrijven? Exportwaarde vee- en vleessector in '82 opnieuw rond 7 miljard. Zeeuws-Vlaanderen koploper met varkens Overcapaciteit bij runderslachterijen Ing. C. Peters-Rit Bedrijfstakdeskundige C.R.A, Tilburg Enige tijd geleden zijn de gegevens.van de melkkontrole over 1981/82 weer beschikbaar gekomen. Voor de deelnemers is het eigen bedrijfso- verzicht het belangrijkste. Voor ons als voorlichters, is het daarbij interessant om een overzicht te hebben over meerdere bedrijven en meerdere verenigingen. Sekuur werken bij het melken verhoogt de produktie De verschillen in "rijkdom" tussen de dorpen, worden voor een groot deel bepaald door het verschil in produktie per koe. Traditiegetrouw verscheen in de eerste week van januari het jaarver slag van het Proefstation voor de Rundveehouderij in Lelystad. Het is weer een echt PR-jaarverslag: veel nieuws, veel foto's en een grote verscheidenheid aan onderwerpen. Een greep uit de 140 pagina's: Er is een nieuwe afdeling Paar- denhouderij aan het PR toege voegd. De arbeidsopbrengst op het melkveebedrijf hangt (ook) sa men de gehanteerde gras- landgebruikssystemen. Bijvoeding met krachtvoer geeft een lagere grasopname. Een artikel over het inkuilen van vers maisglutenvoer. De schade van leverbotinfecties bij jongvee en melkvee kan aan zienlijk zijn. Er zijn goede resultaten verkre gen met de Holstein-Friesian- kruising op de Waiboerhoeve. Het gebruik van warmtepomp systemen bij de koeling van melk. Eigen mechanisatie op melkvee bedrijven is niet altijd voordeli ger. Net als bij melkstallen voor één en tweemansbedrijven (PR-rapport nr. 74, december 1980) spelen ook bij de keuze van een grotere melkstal voor een driemansbedrijf kosten en capaciteit een grote rol. Voor een goed inzicht moet men de rentabiliteit in bedrijfsverband bekijken. Men kan dan ook nagaan of eventuele bespaarde uren ook werkelijk nuttig in het bedrijf kunnen worden besteed. Op deze manier heeft het Proef station voor de Rundveehouderij berekend welke gevolgen de keuze van een melkstal heeft voor het inkomen. Wat steeds weer opvalt, is het gewel dige verschil in melkproduktie per koe. Op bedrijven van ongeveer ge lijke grootte en met ongeveer gelijke omstandigheden, komt een verschil in produktie voor van 2000 kg per koe, met uitschieters naar boven en beneden. Ook bij vet- en eiwitgehalte zijn de verschillen groot. Rijke - arme boeren Een verschil in produktie van 2000 kg per koe, met een melkprijs van 0.70/kg, geeft een opbrengstver- schil van 1.400.— per koe. Een meer-produktie van 2000 kg melk vraagt aan extra kosten 700,— Het netto verschil is dan ƒ700,— per koe. Het verschil in to taal inkomen per bedrijf kan daar door tienduizenden gulden bedra gen. Voor deze studie is een aantal een mans- en tweemansmelksystemen met elkaar vergeleken in berekenin gen voor nelkveebedrijven waar naast de ondernemer en zijn gezin nog twee vaste medewerkers aanwe zig zijn. Deze bedrijven hebben steeds een arbeidsaanbod van 3,3 arbeidskracht en een oppervlakte van 80 tot 115 ha. Het aantal melk koeien hangt onder meer af van ar beid. grond en melkstalkeuze. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in Rapport nr. 80. van het Proefstation voor de Rundvee houderij. Het onderzoek is uitge voerd in samenwerking met het IMAG, het Consulentschap voor Boerderijbouw en het consulent schap voor Melkwinning. De be langrijkste conclusies zijn als volgt:. - Wanneer de arbeid in een be drijfsplan geen beperkende factor is. geeft de melkstal met de laag ste jaarkosten het beste bedrijfs resultaat. De exportwaarde van de Nederlandse vee- en vleessector is, blijkens voor lopige schattingen van het produkt- schap voor vee en vlees (pvv), in 1982 opnieuw op rond zeven miljard gulden gekomen. In 1982 - een recordjaar - bleef die 46 miljoen beneden de 7 miljard; de voorlopige cijfers komen er nu 165 miljoen bovenuit. Hef omvangrijke exportresultaat van de vee- en vleessector schrijft het pvv toe aan de betere prijzen die in '82 geboekt zijn. Want naar hoeveelheid gemeten, namelijk 1,2 miljoen ton vlees (inclusief ca. 20% been), is er in '82 4% minder uitgevoerd. Daar staat tegenover dat de invoer - in totaal 200.000 ton - in 1982 naar hoeveel- De een zegt dan: "Het is nog niet zo slecht voor de boer", de ander klaagt steen en been. Rijke - arme dorpen Per kontrolevereniging en per dorp zien we hetzelfde beeld, ook erg gro te verschillen. De hoogste en laagste vereniging in het Konsulentschap Tilburg, met overwegend M.R.IJ- koeien, hebben gemiddeld een ver schil van 628 kg melk per koe. Beide verenigingen hebben ongeveer 1800 koeien. 1800 koeien x 628 kg 1.130.000 kg verschil in melkpro duktie. Bij een opbrengstprijs van 0.70 is dat een bedrag van ƒ791.000. Na aftrek van de extra kosten blijft er ruim 500.000,— netto verschil in inkomen over één jaar. - De grootste melkcapaciteit bij de gehanteerde taaktijden is 170 koeien in 2 manuren. Er wordt dan gemolken in een 16-stands draaimelkstal of in een 20-stands draaimelkstal met radiale, ge zwaaide standen. - Tweemans visgraatmelkstallen hebben een negatieve invloed op de bedrijfsresultaten. Dit komt door de lage capaciteit bij onge veer dezelfde jaarkosten. - Aanschaf van een grotere melk stal is bedrijfseconomisch niet aantrekkelijk wanneer een daar mee samenhangende uitbreiding van de veestapel wordt gehouden op aangekocht voer. - Een mans-draai melkstallen zijn op deze grotere bedrijven het beste inpasbaar. Rapport nr. 80 Eén- en tweemans melksystemen op driemansbedrijven is te bestellen door ƒ7,50 over te maken op gironummer 2307421 van het Proefstation voor de Rundvee houderij te Lelystad met vermelding: stuur mij rapport nr. 80). heid gemeten, met rond een kwart terugliep. Varkenssector Binnen de Nederlandse vee- en vleessector bezet de varkenssector, zowel naar omvang als naar export waarde, veruit de eerse plaats. Ook naar waarde gemeten komt de run- der- en kalversector op een goede tweede plaats bij onze export; na melijk ruim twee miljard gulden. Daarvan is de kalversector met een geschatte exportwaarde van 1.3 miljard in 1982, waarvan de helft naar Italië, veruit de grootste. De Nederlandse schapensector heeft den uiterst teleurstellend jaar achter de rug. De voorlopige pw-cijfers melden een produktiedaling van 24%, terwijl de exporthoeveelheid terugliep met 20%. De slachtpaar- densector, eveneens met een export waarde van ruim 100 miljoen, ver toont nauwelijks veranderingen ten opzichte van vorige jaren. Bij de landboujvmeitelling in 1982 telde de provincie Zeeland 599 be drijven met varkens. Oost-Zeeuws- Vlaanderen neemt daarvan het me rendeel voor zijn rekening nl. 203 bedrijven. West Zeeuws-VLaande- ren is goede tweede met 144 bedrij ven. De verdeling over de andere re gio's was als volgt: Zuid-Beveland, 105, Walcheren 68, Noord-Beveland 6, Tholen 30, St. Philipsland 3 en Schouwen-Duiveland telde 40 be drijven met varkens. In het kader van het pvv-informatie- net is in 1982 een omvangrijk onder zoek in de nederlandse runderslach terijen uitgevoerd. Uit het pvv-onder- zoek is een aanzienlijke overcapaci teit bij de bedrijven naar voren geko men. Bij alle categorieën slachthui zen gezamenlijk zou de bezettingsg raad nog geen veertig procent van de normale capaciteit bedragen. Howel het begrip 'overcapaciteit' voorzichtig gehanteerd dient te wor den delen de slachterijen de visie van de begleidingscommissie van het pvv-informatienet, dat afbouw onontkoombaar is. Om tot de ge wenste afbouw van de overcapaciteit te komen dienen, aldus het pvv, allereerst de subsidieregelingen, ge richt op capaciteitsuitbreiding te worden omgebogen. Bij het Landbouw-Economisch Insti tuut is een publikatie 1) verschenen over de achtergronden van verschil len in bedrijfsvoering en -resultaat op 115 melkveebedrijven gedurende het tijdvak 1969/70 t/m 1978/79. In deze periode is op de onderzochte bedrijven de melkproduktie per koe met 1100 kg. toegenomen en de vee bezetting per ha met 0,56 grootvee- eenheden. In verband hiermede is de voederbehoefte aanmerkelijk geste gen, waarin voornamelijk voorzien is door meer krachtvoer aan te kopen. De bijdrage van het grasland in de totale voederbehoefte van het bedrijf is daardoor gedaald van 75% tot 60%, ondanks de stijging van de netto graslandproduktie met 1000 kVEM per ha in deze periode. Uit het onderzoek blijkt voorts dat met name op bedrijven met een lage veebezetting per ha relatief teveel krachtvoer wordt verstrekt. In de loop der jaren is hierin echter verbe tering opgetreden. In jaren met be trekkelijk lage krachtvoerprijzen wordt er gemiddeld overigens op alle bedrijven meer krachtvoer boven de norm gevoerd dan bij hogere krachtvoerprijzen. Ter verklaring van de vaak grote verschillen in bedrijfsuitkomsten tussen de bedrijven kwamen onder meer de volgende faktoren naar vo ren: - zowel op bedrijven met een ho- Verschil in ondernemers Niet iedere boer is in staat om top- produkties te halen. De omstandig heden zijn daarvoor te verschillend. Als ondernemer moet een boer ech ter blijven streven naar verbetering. Maar ook zonder topproduktie of topinkomen kunt u veel voldoening hebben van uw werk in de melkvee houderij. Als U "ieder het zijne" kunt geven, kunt u tevreden zijn. U werkt toch ook om te leven, dat is beter dan leven om te werken! Aandachtspunten produktie goede graslandexploitatie goede kwaliteit ruwvoer, wat vol op gevoerd kan worden. goede melkinstallatie, waarmee op de juiste manier gemolken wordt sekuur werken, de dieren kennen, waarnemen het werk aankunnen, liever 10 koeien minder en de overigen prima verzorgen strenge selektie, juiste stieren keuze, vooral letten op gehalte vererving kalveren en jongvee goed opfok ken dieren die het verdienen de juiste krachtvoeraanvulling geven Veel sukses met uw ondernemers schap! - Resultaten met Piemontese- vaarskalveren in de kalfsvlees- produktie. - Deeladministratie op melkvee bedrijven is een goede zaak. - De samenwerking tussen PR en ROC is erg intensief. - Het PR verzet ook veel werk in het kader van de ontwikkelings samenwerking. - Zoals gebruikelijk heeft het ver slag ook beknopte overzichten van bestuur, interne organisatie, onderzoekprojecten, commissies, werkgroepen, artikelen, publika- ties en voordrachten. (Bent u geïnteresseerd in het PR- jaarverslag? Het is verkrijgbaar door storting van 15,— op giro 2307421 van het Proefstation PR, Lelystad, met vermelding van: zend mij PR 1982.) gere veebezetting per ha als op bedrijven met een grotere opper vlakte worden meer koeien per man gehouden, waardoor de be- werkingskosten per dier aanmer kelijk lager zijn; - een hogere melkgift per koe op basis van een hoger afkalfper- centage in herfst en winter (voor al op bedrijven met een ligbox- enstal) en op basis van een goede afstemming van de voedering op de produktieaanleg van het melkvee, heeft aanzienlijk betere bedrijfsuitkomsten tot gevolg; - een geringer percentage ziekte en sterfte van vee leidt tot een hoge re omzet en aanwas; - het boven de norm voeren bij een gelijke melkgift per koe geeft een flinke daling van de bedrijfsuit komsten te zien; - een hogere grasopbrengst leidt via een hogere veedichtheid en een gelijk saldo per koe tot betere bedrijfsuitkomsten. Tenslotte is nog aandacht besteed aan de samenhang tussen de bedrijfs uitkomsten en de gebieds- resp. grondsoortverschillen. Landbouw-Economisch Instituut (Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 23,75 op giro no. 41.22.35 t.ri.v. Landbouw-Economisch Instituut, Den Haag. Vermeld dient te worden "Zend publikatie no. 3.122".) 18

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 18