Nieuw beheerplan voor
"De Rietmusschen" in
werking
vervolg vergadering hoofdbestuur
KNLC kommentaar
Keerpunt
Europese Commissie
wijst mengpremie af
Hage verlaat
Hoofdbestuur ZLM
EG-steun
marktstructuurprojecten
1982
akkerbouw
Wat betreft de Brusselse prijsvoor
stellen 1983/1984 toonde het hoofd
bestuur van de Z.L.M. zich erg te
leurgesteld over het feit dat er nu
toch een strafheffïng (van 1 procent)
voor granen wordt voorgesteld. Dit is
het gevolg van het feit dat de import
van tapioca bij de graanproduktie is
opgeteld en dat is volslagen onte
recht.
Omdat de konsequenties daarvan op
dit moment niet zijn te overzien rea
geerde het hoofdbestuur vooralsnog
terughoudend op het feit dat nu ook
Nederland in principe heeft inge
stemd met een E.G.-marktordening
voor aardappelen.
Het hoofdbestuur werd voorts geïn
formeerd over de stand van zaken
met betrekking tot de onderhande
lingen over de nieuwe konserven
peulvruchten-kontrakten. Het blijkt
dat de besprekingen zich afspelen
rond het niveau van de nullijn.
Om een goed resultaat te bereiken is
het van groot belang dat de telers één
lijn trekken.
Tenslotte nam het hoofdbestuur
kennis van de voortgang van de in
ventarisatie van de akkerbouwpro-
blematiek in K.N.L.C.-verband.
veehouderij
De heer W. van Veldhuizen ging in
zijn gebruikelijk overzicht van de si
tuatie in de veehouderijsektor in op
de pas gepubliceerde prijsvoorstellen
van de Europese Kommissie.
Daarbij kwam hij na enig rekenwerk
tot de konklusie dat de voorgestelde
verhogingen voor de zuivel voor het
prijsjaar 1983-1984 neerkomen op
ongeveer nul procent. "Gezien de
jaarlijks stijgende kosten, zo zei hij,
zal er voor de producent in de zui-
velsektor rekening gehouden moeten
worden met stabilisatie of zelfs ver
laging van de te realiseren prijzen".
Wat de veredelingssektor betreft
heeft de varkenshouderij het in 1982
goed gedaan maar de pluimveehou
derij heeft in het voorbije jaar zeer
slechte resultaten te zien gegeven.
Naar de mening van de voorzitter
van de veehouderijkommissie mag
de veredelingssektor het komend
jaar beslist niet belast worden met
kostenverhogingen die veroorzaakt
worden door maatregelen ten be
hoeve van andere sektoren als ak
kerbouw of zuivel.
van Veldhuizen
De heer van Veldhuizen wees ook
weer eens op de noodzaak tot reor
ganisatie in de diverse verwerkende
industriën. Vooral in de vleesver
werking is naar zijn mening een ver
laging van de slachtkosten dringend
noodzakelijk, maar ook in de zuivel
industrie in het zuiden is een reor
ganisatie gewenst om ook in de toe
komst een redelijke prijs te kunnen
verwezenlijken voor de melkvee
houders. De heer Van Veldhuizen
wees tenslotte op de Bijdrage Kleine
Melkveehouders waarvoor de aan
vragen voor 11 maart bij de STULM
binnen moeten zijn. (zie ook elders in
dit nummer).
tuinbouw
De heer M.J. Goud ging in zijn toe
lichting op de situatie in de tuinbouw
eerst in op de bedrijfsuitkomsten. Uit
ramingen van het L.E.I. blijkt, aldus
Goud, dat de bedrijfsresultaten van
glasgroentebedrijven in sterke mate
en van de bloemisterijbedrijven in
geringere mate ten opzichte van
voorgaande jaren zijn teruggelopen.
Enerzijds is er sprake van een sterke
26
stijging aan de kostenkant. - On
danks daling van het energiever
bruik met 9% beliep de stijging van
brandstofkosten toch per saldo ge
middeld zo'n 20% per bedrijf - maar
aan de opbrengstkant werd dit door
het lagere prijsniveau van de meeste
produkten lang niet goed gemaakt.
Een terugblik op 1982 laat ook voor
de overige takken van tuinbouw een
weinig rooskleurig beeld zien, het
geen wellicht z'n oorzaak vindt in het
ruime aanbod en een minder snel
groeiende en soms stagnerende
vraag.
Prijsdalingen en ineenstorting van de
markt is dan het gevolg. Ook voor de
fruitteler" is het aldus de voorzitter
van de tuinbouwkommissie moeilijk
om momenteel z'n produkt tot
waarde te brengen. Met name het
forse aanbod van de nog in ruime
mate beschikbare bewaarappels is
moeilijk te plaatsen tegen veel te lage
prijzen! Dit geldt zowel voor de ou
dere traditionele als voor de nieuwe
rassen.
genaamd tijdelijk is. Het is daarom
zaak dat de betrokken partijen zelf
de opbouw van de uiteindelijke
pachtsom zorgvuldig doornemen.
Inmiddels is er ook nadere informa
tie beschikbaar over de verhouding
pachtnormen t.o.v. waterschaps- en
zuiveringslasten. De kommissie
Grondgebruik van de Z.L.M. zal een
en ander opnieuw bekijken en ver
volgens nader advies uitbrengen aan
het hoofdbestuur.
Door de herziening van de Wet Uit
kering Wegen stagneert nu ook de
verbetering van de wegen in ruilver
kavelingen. Nagegaan zal worden in
hoeverre hiervoor een (overgangs
regeling is te treffen.
Presentatielijst hoofdbestuur d.d. 3
januari 1983
A.J.G. Doeleman, voorzitter; Mr. J. Og-
gel, algemeen-sekretaris; R. Hoiting, se-
kretaris; L.J. v. Gastel (kring Schouwen-
Duiveland); M.C.J. Kosten (Kring Tho-
len-St.Philipsland); C.M. v.d. Weele plv.
(Kring Noord-Beveland); K. Dees (kring
O. Zuid-Beveland); L. Mesu, plv. (kring
W. Zuid-Bevelünd); C.J. Bierens (kring
Walcheren); P. Risseeuw (kring W.
Zeeuws-Vlaanderen); N. Boogerd (kring
Axel); J. Scheele (kring Hulst); H.J. Juin
(kring O. en M. Brabant); G.A. Knaap
(kring Langstraat); G.J. de Jager (kring
Altena-Biesbosch); D. Hage (tuinbouw);
M.J. Goud (tuinbouw); W. v. Veldhuizen
(veehouderij); D. Hannewijk (veehoude
rij); G. v. Dis (plattelandsjongeren); ad
viserende leden: ir. L. Eelkema; mw. J.
Donken; mw. C.L. Kloet; W. Koster;
Z.L.M.-instellingen: B. Veerbeek: J.
Markusse; mw. J. Priem; J. Wierenga.
Bij de start van het nieuwe jaar regent
het prognoses over de ontwikkelingen
die ons op sociaal-ekonomisch gebied
te wachten staan. Centrale vraag
daarbij is of de neerwaardse spiraal
zich nog zal voortzetten of dat er van
een keerpunt in de ontwikkeling spra
ke zal zijn. Een keerpunt dat wel hard
nodig is omdat alle gegevens er op
wijzen, dat we als land achterop raken
ten opzichte van belangrijke geïndu-
straliseerde landen als West-Duits-
land, de Verenigde Staten en Japan.
Dat geldt voor de groei van ons bruto -
nationaal produkt, voor de investerin
gen, voor het niveau der partikuliere
konsumptie en vooral voor de werk
loosheid, waarvan de ontwikkeling
ronduit onrustbarend is. Waren we
tussen I960 en 1965 nog het land met
de laagste werkloosheid.in de westerse
wereld, nu staan we met ons werk
loosheidspercentage bovenaan.
Vrij algemeen worden drie hoofdoor
zaken voor onze relatieve achteruit
gang aangegeven. Ten eerste het uit
blijven van een omschakeling binnen
de Nederlandse industrie en diensten
verlening naar produkten met nog
groeiende vraag. Wij hebben te weinig
industriën in groeisektoren. Ten
tweede het toenemend gebrek aan af-
MJ. Goud
Ook de bewaarbaarheid blijkt na de
zonrijke zomer een zwak puht te zijn.
Veel bedrijven, zeker in ons werkge
bied, drijven nog enigszins op de pe
reteelt.
Het aanbod van dit produkt is bin
nen de E.E.G. van dien aard, dat de
totaal beschikbare hoeveelheid niet
marktverstorend werkt. De heer
Goud gaf mede gelet op het grote
belang van de pereteelt in het alge
meen uiting aan zijn ongerustheid
over de terughoudende opstelling
van de overheid inzake een meer
doelmatige bestrijding van het bak-
terievuur. zulks op termijn en in het
komende seizoen. "Wij vragen ons
dan ook in alle ernst af, of en in
hoeverre, bij het uitblijven van een
duidelijke beleidslijn, er juridische
stappen mogelijk zijn, wanneer er
sprake is van grove nalatigheid, in
zake onderhoud van aangrenzende
percelen. Er staan voor ons zaken op
het spel welke direkt van invloed zijn
op bestaansmogelijkheden en gezin
sinkomen.
Het valt wellicht voor ieder welden
kend mens te begrijpen, dat een pas
sieve houding onaanvaardbaar is",
aldus de heer Goud.
Zoet water
Met betrekking tot het beschikbaar
zijn van zoet water voor de tuinbouw
zei de heer Goud het van groot be
lang te achten .aandacht te schenken
aan direkt realiseerbare mogelijkhe
den bijvoorbeeld benutting van aan
wezige voorraden in de bodem en
opvang van oppervlaktewater.
grondgebruik
Het hoofdbestuur wijdde een 2e be
spreking aan de voorstellen met be
trekking tot de verhoging van de
pachtprijzen. Reeds eerder had het
hoofdbestuur zich in deze zeer te
rughoudend opgesteld. Inmiddels is
er een notitie beschikbaar waaruit
blijkt dat onder omstandigheden
dubbel-tellingen niet uitgesloten
zijn, zoals bijvoorbeeld bij de toesla
gen voor verbeteringen van de ex
terne produktieomstandigheden in
ruilverkavelingsverband. Door het
hoofdbestuur werd besloten deze
notitie opgesteld door de heren R.
Hoiting, J. Markusse en Ir. W A. van
Meegen) onder de aandacht te bren
gen van het K.N.L.C. Gekonstateerd
werd verder dat de pachtnormen
steeds ondoorzichtiger worden. Ook
de Grondkamer kan in de meeste
gevallen de zaken niet goed glad
strijken omdat de Grondkamer zo
Het bestuur van de Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL) heeft
een beheerplan vastgesteld voor het gebied "De Rietmusschen" in
(Noord Brabant) Vanaf 1 januari 1983 kunnen de betrokken agrarische
ondernemers op basis van het vastgestelde plan beheerovereenkomsten
afsluiten. Zij ontvangen dan een vergoeding voor het beheer van na
tuur- en landschapswaarden binnen het kader van de agrarische be
drijfsvoering. Het afsluiten van beheerovereenkomsten door boeren is
vrijwillig. Het beheerplan voor "De Rietmusschen" heeft betrekking op
80 ha cultuurgrond, gelegen in het dal van de rivier de Dommel. Van de
oppervlakte is 30 ha ingedeeld als beheergebied en 50 ha als reservaat-
gebied. Het reservaatgebied betreft de lagere delen in het Dommeldal
met een extensief landbouwkundig gebruik.
Het beheer in het reservaatgebied is
gericht op het bevorderen van het
extensieve gebruik van de grond. Dit
komt o.a. tot uitdrukking in de be
palingen voor beheer die toepassing
van meststoffen in de winter en in het
begin van het groeiseizoen tegen
gaan. De eerste kunstmestgift wordt
naar een later tijdstip verschoven en
de hoeveelheid drijfmest is aan een
maximum van 15 ton/ha gebonden.
Toediening mag alleen plaatsvinden
in het groeiseizoen. De percelen in de
beheergebieden liggen over het al
gemeen hoger dan in de reservaat-
gebieden. Het huidige bemestings
niveau in het beheergebied kan door
afstroming een negatieve invloed
hebben op de natuurwaarden in het
reservaatgebied. De boeren worden
een aantal mogelijkheden van be
heer geboden. Eén mogelijkheid is
Naar verluidt heeft de Europese
Commissie de invoering van een
mengpremie als zijnde onpraktisch
van de hand gewezen. Het doel van
de mengpremie zou moeten zijn in
het huidige seizoen zoveel mogelijk
tarwe in veevoeder te verwerken.
Ondanks de rekordoogst en de be
hoefte om zich van de overschotten
te ontdoen, zou het moeilijk zijn de
premie alleen toe te kennen voor een
beperkte hoeveelheid tarwe en een
dergelijke mengpremie voor alle tar
we toe te kennen zou te duur worden.
gebruik als grasland, waarbij be
perkte toediening van drijfmest (de
huidige toediening van ongeveer
37,5 ton wordt teruggebracht tot
maximaal 20 ton) is toegestaan zon
der deze aan een bepaalde periode te
binden. De tweede mogelijkheid stelt
graslandgebruik niet verplicht, maar
bindt de toediening van drijfmest
(eveneens maximaal 20 ton/ha) aan
de periode van april tot september.
De hoeveelheid van 20 ton/ha komt
ongeveer met één normale gift over
een. Ook is er een beheervorm
waarbij de toediening van drijfmest
geheel is uitgesloten.
Het Hoofdbestuur van de ZLM
heeft in zijn vergadering maan
dag j.l. afscheid genomen van het
lid de heer D. Hage. De heer Ha
ge die vooral de tuinbouwbelan-
gen behartigde heeft 8 jaar deel
uitgemaakt van het Hoofdbe
stuur. Hij legt zijn funktie neer als
gevolg van zijn benoeming tot
wethouder van de gemeente
Steenbergen: "Wij zijn er toch
wel trots op dat iemand ons om
die reden verlaat, een positieve
zaak", zo zei voorzitter Doeleman
tot de heer Hage. Laatstgenoem
de werd als dank voor het vele
werk een herinneringsbord aan
geboden. De heer Hage wordt
opgevolgd door de heer M.J.
Goud.
stemming van de beloning op de pres
tatie. De op nivellering gerichte inko
menspolitiek van de laatste jaren gaat
steeds meer ten koste van het goed
funktioneren van de arbeidsmarkt.
De derde oorzaak is mogelijk de be
langrijkste, namelijk de veel te om
vangrijk geworden kollektieve sektor
en het uitblijven van noodzakelijke
aanpassing daarbinnen. t
Het is duidelijk dat alleen dan van een
werkelijk keerpunt sprake kan zijn,
als we erin slagen een sociaal-ekono
misch beleid van de grond te krijgen
dat het voor de industrie mogelijk
maakt zich sneller aan gewijzigde
omstandigheden aan te passen: dat
weer meer verband tussen prestatie en
beloning legt en dat de omvang van de
kollektieve sektor aan banden weet te
leggen.
Men moet dus ophouden met het zin
loze gezeur over het koopkrachtplaat
je met het alles tot in detail willen re
gelen vanuit de overheid, maar ook
met het steeds gemakkelijker afschui
ven van verantwoordelijkheden vanuit
het partikuliere bedrijfsleven naar
diezelfde overheid. De agrarische sek
tor is door velen de laatste tijd als een
lichtend voorbeeld gesteld van een po
sitieve ontwikkeling in ons land. Dat
is volkomen terecht als we de produk-
tie- en exportresultaten nog eens
overzien. Wij plukken nu de vruchten
van een beleid, dat wèl gericht was op
snelle strukturele aanpassingen aan
zich wijzigende omstandigheden. En
daarbij is er nog wél verband tussen
prestatie en beloning. In die zin heb
ben we voor onze sektor als geheel
geen behoefte aan een keerpunt in de
ontwikkelingen.
Helaas kan dat niet van iedere be
drijfstak gezegd worden: in de glas
tuinbouw en pluimveehouderij zijn
betere opbrengstprijzen dringend
noodzakelijk. Overigens zijn ook in de
dkkerbouw heei wat prijzen weer aan
stijging toe, wil het resultaat over dit
jaar voor sommige bedrijven niet als-
nog flink tegenvallen. En de goede
ontwikkeling in de veehouderij bete
kent zeker nog niet dat de uurprestatie
veelal een reële beloning krijgt.
Kortom, bij een consolideren van de
positie van onze agrarische sektor als
geheel, blijft er voor wat zeer veel
boeren- en tuinders-inkomens betreft
nog wel het een en ander te verbeteren
1981 Luteijn
De Europese Commissie heeft be
sloten voor 1982 aan een tweede, te
vens laatste serie, projecten op het
gebied van verwerking en afzet bij
stand te verlenen uit het Europese
Oriëntatie- en Garantiefonds voor
de Landbouw, afdeling Oriëntatie.
Tevens zal aan deze projecten een
nationale steun verleend worden ten
bedrage van 40% van de EG-bij-
stand.
De tweede serie heeft voor ons
werkgebied betrekking op de vol
gende projecten:
De uitbreiding van een groentenvei-
ling te Breda krijgt van de EG een
bedrag van 1.570.295. Nationale
steun omvat 628.118 hetgeen totaal
een steun betekent van 2.198.413.
Modernisering en rationalisering
van champignonverwerkingslijnen
te Horst en Heusden. EG steun
187.500,— Nationale steun
ƒ75.000,— hetgeen een totale Steun
betekend van 262.500,—
Met andere projekten in ons land
komt de totale EG steun neer op
10.700.000,— De nationale steun
ad 327.500,— daarbij gevoegd,
komt men op een totale steun voor
1982 van 11 projekten op
14.980.000,-