Boerin maakt
veel overuren
Overal in de EG werken boerinnen mee op het be
drijf. Haar taak varieert van gebied tot gebied en van
bedrijf tot bedrijf. De afdeling Huïshoudwetenschap-
pen van de Landbouwhogeschool in Wageningen
heeft enige tijd geleden een onderzoek ingesteld naar
de arbeid van de boerin en haar situatie op het land
bouwbedrijf in de EG.
Het bleek dat de boerinnen overal overuren maken.
Gemiddeld werkt zij 60 tot 80 uren in de week. Deze
tijd is nodig voor haar huishouding en haar werk op
het bedrijf. Meestal wordt in de EG onder meewerken
alleen lichamelijke arbeid verstaan met als toevoe
ging het voeren van de boekhouding. Uit het onder
zoek kwam naar voren dat de boerin in België gemid
deld 25 a 30 uren per week meewerkt op het bedrijf, in
Duitsland 20 a 50 uren en in Denemarken 20 a 30
uren. Vanuit Frankrijk werd bericht dat 80 tot 90%
van de vrouwen meewerkt, maar dat de tijden afhan
gen van de seizoenen. In Groot-Brittannië blijkt de
boerin gemiddeld 17 uren per week mee te werken,
een tijd overigens die afneemt naarmate het bedrijf
groter is. Uit Nederlands onderzoek kwam naar voren
dat de meeste boerinnen 3 tot 5 uren per dag meehel
pen op het bedrijf.
Uit andere bron putten wij het gegeven dat in alle lan
den meisjes en vrouwen toegang tot de landbouw
scholen hebben. Duitsland is een van de weinige lan
den dat een speciaal „boerinnen-diploma" kent.
Overigens is de taak en verantwoordelijkheid van de
boerin veel meer omvattend en zwaarder vaak dan uit
een paar gegevens over het aantal gewerkte uren naar
voren komt. Nog maar al te vaak vormen de gezins
uitgaven de sluitpost op de meestal niet aanwezige
begroting. In tijden dat het bedrijf moeilijk zit, zal
er vaker een beroep op de boerin worden gedaan als
goedkope arbeidskracht, terwijl zij dan juist ook alle
aandacht nodig heeft voor het huishoudelijk werk om
de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.
De positie van de boerin is ruim een jaar geleden be
sproken in een speciale commissie van het Europees
Parlement. Dat heeft ertoe geleid dat het parlement
de Europese Commissie heeft verzocht een statuut te
ontwerpen dat berust op o.a. de volgende principes:
Het recht op erkenning van een beroepsstatus en het
recht op gelijke behandeling t.o.v. de echtgenoot wat
betreft de juridische en financiële deelneming in het
bedrijf waarin de vrouw werkzaam is; het recht op op
leiding en onderwijs op de specifieke terreinen van
het betreffende bedrijf, zodat de noodzakelijke kennis
wordt opgedaan om tot volledige activiteit in de be
treffende beroepsorganisatie te komen en het recht op
aangepaste sociale uitkeringen.
Het is evenwel nog een lange weg die gegaan zal moe
ten worden.
Boerin in Zuid-Europa
42