Hoe de Oldambtster boer Noor hef blok zit... De jaren zestig: er komt stukje bij beetje een gemeenschappelijk landbouw beleid in de EG tot stand. De Groninger boeren, tot dan min of meer de be heerders van de graanschuur van Nederland, moeten nu onder meer in de slag met de Fransen. Graantelers bij uitstek die telen onder gunstiger om standigheden. Groningen is niet langer de graanschuur van Nederland, want Frankrijk wordt geleidelijk graanschuur van Europa. En de Groninger boer gaat op in de grote boerenmasa, van Jutland tot Sicilië. Stukje bij beetje komen de Gro ninger boeren, sterk aangewezen op de graanteelt, vervolgens voor het blok te zitten. De kosten ne men toe en deze worden naar hun mening onvoldoende in de prijzen doorberekend. Zo kan het gebeu ren, dat ondanks de toegenomen produktiviteit de inkomens toch steeds verder onder druk komen te staan. Met name in het Oldambt, een gebied met zware klei en vaak meer dan 50% granen in het bouw plan, ontstaat onrust. Onrust niet alleen over de graanprijzen, maar ook over het EG-landbouwbeleid in het algemeen. Die onrust spitst zich in de loop van 1974 toe en brengt de van huis uit nuchtere Groninger boeren tenslotte de straat op. Het is de tijd van demon straties en wegblokkades, die ten slotte uitmonden in de grote lan delijke manifestatie in het Utrechtse Galgenwaard. Afdeling Meeden in de bus Een van de plaatselijke organisa ties die vroeg aan de bel trekt is de afdeling Meeden van de Gronin ger Maatschappij van Landbouw. Meestal het eerst op weg en in de bus, als er gedemonstreerd moet worden, en het laatst op weg naar huis. Ze laten zich zien in Aurich, Winschoten, Bedum, Groningen. Zuidlaren, Zwolle en zelfs in het verre Straatsburg en Brussel om de onvolkomenheden van het Brus selse markt- en prijsbeleid duide lijk te maken en aandacht te vra gen voor in hun ogen rechtvaardi ge eisen. Actievoerders van het eerste uur binnen de standsorgani saties zijn o.a. de heren B. M. Ta- kens en A. J. Kamphuis van de af deling Meeden van de Groninger Mij. Beide exploiteren een relatief groot akkerbouwbedrijf in het Oldambt op de grens met de Veen koloniën. Ze telen niet alleen veel granen, maar ook fabrieksaardap pelen. Een teelt die de laatste jaren als gevolg van de Avebe-proble- matiek ook volop in de branding staat en die het boer zijn in dit ge bied er zeker niet eenvoudiger op maakt. Takens en Kamphuis: „Wij zagen de ontwikkelingen al jaren op ons afkomen en wilden zeker niet wachten tot ons bedrijf ook op de onderste tree van de ladder terechtkomt. Hier op de klei zijn de bewerkingskosten hoog. Elk jaar opnieuw worden de sterk stij gende kosten onvoldoende in de nieuwe prijzen vertaald en zo boe ren we steeds verder achteruit. Het aantal arbeidskrachten op de be drijven neemt af en de boeren schenken bijvoorbeeld steeds min der aandacht aan zaken als het groot onderhoud van de gebou wen. Ook de investeringen lopen terug. Op den duur verpaupert het hele gebied steeds meer. En wat werkgelegenheid betreft ligt het toch al achter bij de rest van Ne derland. Als dat steeds doorgaat krijgt ieder vroeg of laat zijn beurt en blijven ten slotte alleen de aller- besten, die kunnen telen onder de meest gunstige omstandigheden, over. Daar willen wij niet op wach ten en dat is de reden dat wij als de nood aan de man komt niet aarze len de straat op te gaan." Niet alleen, maar samen De Europese boer bestaat niet, volgens Takens en Kamphuis. Niet alleen de omstandigheden waaronder geproduceerd moet worden zijn ongelijk, maar ook le ven we in ons land bijvoorbeeld onder een totaal ander fiscaal stel sel dan bijvoorbeeld de Fransen en Duitsers. En dat betekent dat wij als Neder Afdeling Meeden op de voorste rij Straatsburg 1980. in landse boeren in feite alleen maar een Europees inkomen ontvangen en voor de rest ons in Nederland onder soms moeilijker omstandig heden en strengere regels maar moeten zien te redden. Takens en Kamphuis vinden het van belang om als Nederlanders in Straatsburg en Brussel zo sterk mogelijk uit de hoek te komen. Verdeeldheid tussen de organisa ties wijzen zij af. Alleen samen kunnen wij onze positie in Europa veilig stellen en het huidige consu mentenbeleid ombuigen in een rechtvaardiger producentenbe- leid, zo menen zij. Takens en Kamphuis zijn bij dit alles bereid tot het uiterste te gaan om de be langen van de Groninger boeren in het Europa van de tien veilig te stellen. Dat is ons in het gesprek dat wij met beide heren in de voor kamer van een statige boerderij in het Oldambt hadden, goed duide lijk geworden. Takens en Kamphuis haalden met hun activiteiten in de loop der ja ren ettelijke keren de krant. Op dit moment liggen hun demonstra tieattributen spandoeken, pam fletten en een grote strop van touw - echter in de kast. Ze worden daar als trofeeën gekoesterd en kunnen, als het nodig is, zo weer worden gebruikt. J. BEERMAN 32

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 74