Waarom gaat het in de EG niet beter? Bedrijfskosten stijgen sneller dan het loon Franse boeren begrijpen het niet „Als de Franse franc in waarde daalt moeten wij nog weer harder werken." Dit bemoppert Jean Taupin, boer met een bedrijf van 152 ha in de buurt van Alen- <^on, de hoofdplaats van het departement Orne in Zuid- Normandië. Hij gelooft in het goede van de EG, maar begrijpt niet dat de boerenstand er niet meer op is vooruitgegaan. Jean Taupin zoekt de schuld daarvoor niet in Brussel, maar legt die op de schouders van de eigen nationale regering. Zijn onkosten stijgen jaar lijks met vijftien procent, zijn loon met acht procent. Om het hoofd boven water te houden betekent dat meer produceren, harder werken. „Wij worden ge dwongen om meer produkten op een al reeds vaak ver zadigde Europese markt te brengen. En dat betekent dat wij voor de „overschotten" op de wereldmarkt te rechtkomen, waarvan het prijspeil wordt bepaald door de Amerikaanse dumpvoorraden." De streek van Alen^on ligt aan de rand van de Beau- ce. Dat is het grote gebied rond Chartres, dat ook wel de graanschuur van Frankrijk heet. De graanvelden lijken daar oneindig, percelen van 70-80 ha zijn geen uitzondering, geen greppels en sloten. Het groen van de maïs zorgt de laastste jaar of tien voor een levendi ger mozaïek, maar de maisverbouw loopt al een paar jaar wat terug, omdat de opbrengsten toch teleurstel len ten opzichte van de tarwe. Een „Beauceron" haat het vee en melkkoeien zouden hem de dood injagen. In de overgangsgebieden met de gemengde bedrijfsvoering, is wel iets van dat bele ven van de graanboeren terug te vinden, maar vies van het mestvee zijn ze in elk geval niet. Het omzetten van graan in vlees is toch wel aantrekkelijk. Wat is er in 25 jaar veranderd, vragen wij aan Jean Taupin. Dat is de tijd dat de EG nu bestaat. Franse ministers namen daartoe mede de voorstap en waren optimistisch geïnspireerd. In 1957 had Taupin 10 ha bouwland en 141 ha grasland. Nu heeft hij 112 ha bouw en 40 ha gras. Hij houdt 75 Limousine- vlees(zoog)koeien voor de fok. De stierkalveren ver koopt hij aangemest 8 a 9 maanden oud. „Naar jullie land. Het Gooi (Hilversum en Bussum)," zegt Taupin met een grote armzwaai; „daar hebben ze geld voor lekker vlees. Maar volgend jaar zullen het wel 100 koeien-moeten worden," verzucht hij. Taupin zet op een rijtje wat er op zijn bedrijf verder veranderde sinds 1957: arbeidskrachten toen 6 (boer inbegrepen), nu 2 (boer plus zoon); mechanisatie toen 1 trekker 22 pk en 1 paard, nu 2 trekkers 100 pk en 1 trekker 65 pk. Over zijn tarwe-oogst is hij dit jaar tevreden. Gemid deld 6500 kg per ha van goede kwaliteit. Prijs nu 110 francs (44 gulden) per 100 kg. Ons gesprek afsluitend, zegt Jean Taupin: „We groeien steeds meer naar ka pitalistische ondernemingen en dat kan niet goed zijn." Jean Taupin op de coeur van zijn boederij van een paar hon derdjaar oud Weinig financieringsproblemen Gaat het de Franse boer dan zo slecht? Dat vroegen wij later op de dag aan de heer G. Jurrius. Hij behan delt de moeilijke gevallen van de boerenleenbank. Officieel heet die instelling Crédit Agricole. Het ge bouw waarin deze instelling te Alen9on is onderge bracht heeft een immens grote gevel, vergeleken met het daarnaast gelegen gebouw van de Chambre de l'Agriculture, te vergelijken met ons Landbouwschap, aangevuld met taken van de Kamer van Koophandel. Aan de andere zijde daarvan huizen de boerenverze- keringen en dat is ook een gevel om „monsieur" tegen te zeggen. Jurrius zijn vader is als boer vanuit ons land geëmi greerd naar Frankrijk. Zijn vijf broers zijn alle in dat land ook boer geworden. Onze gastheer is de enige die studeerde, te vergelijken met de studie voor de titel van landbouwkundig ingenieur aan de Landbouwho geschool in Wageningen. „Maar wat inkomen betreft kom ik het slechtst weg," zegt hij wat spijtig. Nu zegt dit weer niets over de Franse boer, want die bestaat al- 28

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 70