Verschuiving in landbouwbeleid
Toen u voorzitter werd hebt u ver
klaard dat er voor de landbouwpoli
tiek minderen voorde werkgelegen
heid, sociale zaken, regionale ont
wikkeling, méér gedaan moet wor
den. Hoe moet dat? Door de land
bouwuitgaven te drukken? Of door
de nationale bevolking meer btw te
laten afdragen aan Brussel?
Dankert: „Laat ik beginnen met
het Britse probleem. Dus de klacht
van de Engelsen dat zij te weinig
voordeel hebben van hun lidmaat
schap van de EG. Ik denk dat die
klacht gegrond is. Alleen, zolang
landbouw zó'n groot deel van de
begroting opslorpt is een klacht als
de Engelse niet op te lossen. In we
zen willen de Britten niet langer de
lasten dragen van een landbouw
beleid waarvan zij naar verhou
ding weinig profijt hebben. En
straks wanneer de Spanjaarden en
de Portugezen er bijkomen, dan
wordt het met die financiën nog
weer moeilijker. De oplossing is
volgens mij enkel en alleen te vin
den in een verhoging van de finan
ciën."
Momenteel gaat maximaal 1 btw-
punt, ofwel circa 5% van alle btw
die de Europese consumenten be
talen, naar Brussel. Dat moet méér
worden, zo bedoelt Dankert te zeg
gen. „Maar tegelijk denk ik datje
er bij de regeringen geen hogere
afdrachten van btw doorkrijgt, als
je niet tegelijk bij de noordelijke
EG-landen de voordelen vermin
dert die zij bij het huidige land
bouwbeleid hebben. De regering
van West-Duitsland is daarover
heel duidelijk geweest en in Groot-
Brittannië ligt dat niet anders."
Volgens Dankert is die verschui
ving in het toekomstige Europese
landbouwbeleid al begonnen. Bij
de laatste besprekingen over de
nieuwe landbouwprijzen besloot
men immers om méér aandacht en
geld over te hebben voor de agra
riërs in de zuidelijke landen. Zodat
Nederland daarom voortaan 250
miljoen gulden per jaar meer moet
gaan afdragen aan Brussel. Daar
komt dan nog eens minstens 200
miljoen gulden per jaar bij als Ne
derlandse bijdrage aan de com
pensatieregeling ten gunste van
Groot-Brittannië. Zo zie je nu al
dat men bezig is accenten te ver
leggen, door bijvoorbeeld voorde
len die ons land uit het gezamenlij
ke landbouwbeleid heeft, via de
minister van Financiën in Den
Haag gedeeltelijk terug te halen.
Landbouw-invloed
In hoeverre kan het parlement hier
de komende jaren invloed uitoefe
nen? Valt er vanuit die hoek nog
wat te verwachten nu de plannen tot
hervorming van de EG zijn gesneu
veld, terwijl aan de andere kant de
publieke opinie op sleutelterreinen
als economie, werkgelegenheid en
regionale ontwikkeling wel wat van
de Europese samenwerking ver
wacht? En in hoeverre houdt het
parlement bij toekomstige initiatie
ven ook rekening met de positie van
boer en tuinder?
Dankert: „Globaal kun je zeggen
dat de landbouwlobby in het par
lement geconcentreerd zit in de
commissie voor de Landbouw, al
vind je daar ook wel „andersden
kenden". Die landbouwgroep
krijgt in het voltallige parlement
veel steun van de Fransen van alle
politieke kleuren en verder uit de
andere landen dan vooral van de
christen-democraten. Oorspronke
lijk was dat geen meerderheid. Nu
hebben onlangs de Grieken, die er
immers tussentijds bijkwamen,
zich in grote meerderheid ook bij
die landbouwlobby gevoegd, zo is
m'n indruk. Daarom kon er on
langs een meerderheid gevonden
worden om de landbouwprijzen te
verhogen naar 14% en om de me
deverantwoordelijkheid van de
producenten voor de afzet van hun
produkten af te wijzen."
Het valt mij als journalist vaak op
dat zulke besluiten van uw parle
ment in Straatsburg later in Brus
sel, waar de ministers uiteindelijk
besluiten, geen rol spelen. Ik heb in
zes jaar tenminste nog nooit een mi
nister horen verwijzen naar een be
sluit of een advies van het parle
ment. Hoe serieus zijn trouwens jul
lie adviezen als je ziet dat ze van
daag 14% aanprijzen en kort tevo
ren in meerderheid luidop klaagden
over de uitgaven voor de landbouw?
Dankert: „Toch is dit verschijnsel
wel te verklaren. Het wordt lang
zamerhand duidelijk dat de grote
politieke stromingen die in het
parlement zitten naar verhouding
minder invloed hebben. Hun ge
wicht is ten dele verschoven naar
de afzonderlijke commissies. En
daarin hebben zich de lobby's
(landbouw, consument, milieu,
belastingbetalers) genesteld.
Op sleutelniveaus zie je nu dat er
in de grote politieke fracties onvol
doende belangenafweging plaats
vindt. Gevolg is dat de ene keer de
ene belangengroep erin slaagt van
uit een commissie een voorstel
door de voltallige vergadering te
halen en dan vervolgens een ande
re lobby. Met als gevolg een ge
brek aan continuïteit in de besluit
vorming zoals u dat schetste. Het
heeft ook te maken met de be
voegdheden van het parlement.
Zolang die onvoldoende zijn is er
ook een geringere verant
woordelijkheid voor de gevolgen
van de besluiten."
Als een mogelijke remedie presen
teert Dankert een toekomstig ini
tiatief van het parlement op het
terrein van de monetaire samen
werking. De economieën van de
Tien ontwikkelen zich nog steeds
in uiteenlopende richtingen. Met
als gevolg 6% inflatie bij ons en
25% in Griekenland. West-Duits
land wil hier graag wat meer orde
scheppen. Tegelijk zien we hoe de
coalitie van socialisten en commu
nisten in Frankrijk onder leiding
van Mitterrand probeert om de
EG een sociale dimensie te geven.
Zodat werkgelegenheid, industri
ële vernieuwing en zulk beleid ook
een kans krijgt op Europees vlak.
Die twee bewegingen moeten nu
gekoppeld worden en het parle
ment zal daarbij stimulerend gaan
optreden, zo voorspelt de voorzit
ter.
20