Euro-Parlement staat weer aan de kant van landbouw Voorzitter Piet Dankert: Driejaar na de eerste verkiezingen voor een parlement op Europese schaal is het resultaat zonder meer teleurstellend. Wat een stimulans had moeten worden voor nauwere Europese samenwerking lijkt van daag meer een blok aan het been. Het Europese parlement is, zoals iedere krantelezer inmiddels heeft gemerkt, voornamelijk in het nieuws met berichten over eigen interne problemen; vergoedingen en declaraties, een haperende boekhouding en de vaak geringe opkomst van de parlementariërs bij vergaderingen waarvoor ze niettemin een royale vergoeding uitbetaald krijgen. Hoe ziet nu onze landgenoot Piet Dankert, voorzitter van de Euro pese volksvertegenwoordiging, de toekomst? Is de landbouwwereld, die zulke enorme belangen heeft bij een goed functionerende Euro pese samenwerking, in Straatsburg voldoende vertegenwoordigd? Wanneer het parlement zich de komende jaren niet herstelt van de moeizame start, hoe loopt dit avontuur dan af? Piet Dankert (48) noemt zichzelf „de zoon van een staatsboer die mocht doorleren voor onderwij zer." Vader had een klein eigen bedrijf in Friesland dat hij in de ja ren dertig inruilde voor een over- heidsboerderij in de nieuwe Wie- ringermeerpolder. In 1953 zette hij die ambtelijke status overigens toch weer om in een gewoon pachtcontract. Op dezelfde Wie- ringer boerderij waar Dankert op groeide beleefde later CDA-politi- cus Sietze Faber zijn jeugd. Toen Dankert, nu woonachtig in Edam, onlangs een lezing hield voor de agrarische organisaties uit de streek waar hij vandaan komt, kreeg hij na afloop een korf met vruchten uit die fraaie polder: au bergines, sla, asperges, kaas in al lerlei soorten. „Geen van die pro- dukten werd daar in mijn jeugdja ren geproduceerd," aldus Dan kert. Hij ziet hierin een bewijs van de vindingrijkheid van de agra riërs. Hoe staat het met de vindingrijk heid van de politici? Waar gaan we heen met het stagnerendevan crisis naar crisis strompelende Europa, dat zelfs met 11 miljoen werklozen werkeloos blijft toezien? Dankert: „Veel mensen, ook in het parlement, zijn er nog steeds niet aan gewend dat we nu in een Ge meenschap met tien, straks wel licht twaalf landen zitten. Er moet nu anders gewerkt wor den dan in de oorspronkelijke EG van de Zes. Daar kon je nog vol staan met nadruk te leggen op een goeie werking van de instellingen, Europese Commissie, minister raad, parlement. Hof. Het beleid, dat volgde dan vanzelf wel." „Nu zijn we weliswaar met tien partners die behoefte hebben aan gezamenlijk Europees optreden. Maar tegelijk zijn er nu vijf die er bijvoorbeeld tegen zijn dat bij de besluitvorming de overgrote meer derheid via een stemming op een gegeven moment knopen gaat doorhakken. Vroeger was alleen Frankrijk daar tegen. De impuls tot nauwere samenwerking zal de komende jaren volgens mij vooral moeten komen van concrete so ciaal-economische of monetaire projecten. Zoals het Europees Muntstelsel, EMS. Plannen tot verdergaande politieke samenwer king zoals dat van Genscher/ Colombo, die wekken in sommige andere landen alleen maar achter docht en verzet op." In het algemeen is Dankert het met ons eens dat de ambitieuze en te verdedigen voornemens van de commissie-Thorn om een „Europa van de tweede generatie" te schep pen, een mislukking geworden zijn. Zodat je van nieuwe voorstel len op dat terrein ook geen wonde ren meer mag verwachten. 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 61