Kleine Europese woordenlijst
ACP-Ianden:
Groep van 61 landen uit Afrika, Caraïbisch gebied en Pacific
(Stille Oceaan), waarmee de EG overeenkomsten heeft ge
sloten. o.a. betreffende suiker.
Basisprijs:
Geldt voor varkensvlees, groenten en fruit en is als het ware
een alarmbel voor interventie-aankopen.
Concurrentie:
De economie in de EG berust op het beginsel van vrije con
currentie.
Drempelprijs:
Is de laagste prijs waartegen produkten uit andere landen in
de Gemeenschap kunnen worden ingevoerd. Op produkten
die tegen een lagere prijs worden aangeboden wordt een hef
fing toegepast.
EG:
Europese Gemeenschap, aanduiding voor het geheel van
Europese Economische Gemeenschap. Europese Gemeen
schap voor Kolen en Staal en Euratom samen.
Fraude:
Fraude met Europese gelden heeft zich vooral in de zuivel
sector voorgedaan. Verscherpte controle wordt nodig geacht
bij groenten en fruit, granen, rundvlees, olijfolie, wijn en zui
vel.
Garantieprijzen:
Dit zijn door de Gemeenschap gegarandeerde minimum
prijzen.
Heffingen:
Om een verschil in prijspeil tussen de EG en de wereldmarkt
te overbruggen, worden bedragen geheven of uitbetaald.
Interventieprijs:
Is de prijs waartegen de overheid verplicht is de produkten
aan te kopen, die geen koper hebben gevonden op de EG-
markt.
Japan:
Exporteert aanzienlijk meer naar de EG dan omgekeerd.
Het handelstekort van de EG bedroeg in 1980 elf miljard
dollar.
Kennedy-ronde:
Een wereldhandelsgesprek 1964-1967 dat geleid heeft tot
een vermindering van ue invoerrechten met 35 tot 40%.
Legbatterijen:
Zullen volgens een ontwerp-richtlijn van de Europese Com
missie iedere kip minimaal 500 cm2 leefruimte moeten bie
den.
Mandaat:
Daarmee wordt bedoeld een pakket voorstellen van de Eu
ropese Commissie voor o.a. nerziening van de EG-begro-
ting.
Noorwegen:
Bleef buiten de EG toen in 1972 een meerderheid van het
volk zich tegen het lidmaatschap uitsprak.
Oriëntatieprijs:
Geldt voor runderen, kalveren en wijn. Is mede bepalend
voor de hoogte van invoerheffingen, terwijl ook de interven
tieprijs hiervan wordt afgeleid.
Prefixatie:
In beperkte zin de toezegging die boterexporteurs krijgen
voor hun uitvoersubsidie.
Questoren:
Vormen een college aan wie de voorzitter van het Europees
Parlement bepaalde administratieve en financiële bevoegd
heden heeft gegeven.
Richtprijs:
Dit is ae groothandelsprijs die door de EG-marktverorde-
ning moet worden gewaarborgd en waar producenten en
handelaren zich op kunnen richten.
T opconferenties:
Bijeenkomsten van EG-staatshoofden en regeringsleiders.
Zijn in 1975 afgeschaft.
Uitvoerrestituties:
Toeslag op produkten zodat uitvoer uit de EG tegen wereld
marktprijzen kan plaatsvinden.
Veto:
In de raad van ministers kan een lid-staat een besluit tegen
houden door te wijzen op vitale belangen van zijn land. Het
effect is gelijk aan een veto.
Wiize mannen:
De Nederlander Biesheuvel, de Brit Del en de Fransman
Marjolin brachten in 1979 een rapport uit over het beter
functioneren van de EG-instellingen. Zijn zij de drie wijzen.
X: Het Romeinse cijfer „tien":
Staat voor het huidige aantal lidstaten van de EG.
IJsland:
Tot 1944 een unie met Denemarken. Hoort niet bij de EG.
Zes, de:
Benaming voor de zes oorspronkelijke lidstaten van de EG:
België, Duitsland. Frankrijk, Italië. Nederland en Luxem
burg.
II