Ik denk dat de Nederlandse land bouw er goed aan doet er zich op in te stellen, dat correcties op het prijsbeleid worden aangebracht om daarmee het marktbeleid intact te laten en om de afzet van produkten tegen een afgesproken prijsniveau te handhaven op de EG-markt." Uit het slop Hoe moet het nu verder? Vijfen twintig jaar geleden bracht de EG uitkomst voor de Nederlandse pro blemen. Wat moet er gebeuren om nu het EG-landbouwbeleid uit het slop te halen? „Toetreding van Spanje en Portu gal tot de EG zal niet de oplossing bieden. Wij zullen het de komende tientallen jaren moeten hebben van een organisatie van de wereld markt. Daarvoor zijn internationa le akkoorden nodig: graan, zuivel, vlees, suiker enz. Deze akkoorden moeten als het ware de functie ver vullen die de EG biedt: export vei lig stellen." Hij hoopt daarom dat de EG de internationale suiker overeenkomst zal ondertekenen, ondanks een aantal zeer zware ver plichtingen die er aan vastzitten. Niets gewend Bepalen wij ons weer tot de huidi ge situatie dan laat drs. De Koning er geen twijfel over bestaan dat de boeren op den duur meer betrok ken zullen raken bij het betalen van de kosten van het Europese markt- en prijsbeleid. Nu is die be trokkenheid nog maar betrekkelijk gering, gelet op de totale op- brengstprijs, is zijn mening. „Met name de Nederlandse veehouderij is op dit punt niets gewend. Vroe ger werd al gezegd: de veehouder leeft bij zijn melkbriefje; elke veer tien dagen wordt hij bevestigd in zijn bestaan." „Maar verder stel ik vast dat de hele grote agrarische middenmoot een sober inkomen heeft. Men kan er van leven, doch overhouden doet men niet. Daarom zullen in de toe komst de prijsverhogingen toch moeten doorgaan, ondanks alle kritiek die erop is," meent De Ko ning. Het zwakke punt van het gemeen schappelijk prijsbeleid is volgens hem, „dat wij daarmee ook altijd sociale factoren willen dienen, naast het op een redelijke manier beheren van Europese produktie en afzet. Wanneer het sociale ele ment zo gaat overheersen dat het haaks komt te staan op het beheer van produktie en afzet, dan krijg je merkwaardige onproduktieve ver wringingen in het markt- en prijs beleid," aldus De Koning. Als voorbeeld noemt hij dat in Zuid- Europa slecht verkoopbare tabak wordt verbouwd tegen een garan tieprijs die drie keer boven de we reldmarktprijs ligt. „Vanuit onze situatie moeten wij blijven aandringen op handhaving van een redelijke verhouding tus sen sociale en economische doel stelling. Noch het een, noch het ander mag overheersen, want dan gaat óf het prijsbeleid kapot óf de boerensamenleving in grote ge bieden van Europa gaat eraan." Geen anti-economisch beleid In deze belangenafweging wil De Koning niet zover gaan dat de pro duktie in Nederland waar onder gunstige omstandigheden wordt gewerkt aan banden gelegd wordt ten gunste van minder ont wikkelde streken. „Daarmee zou je een anti-economisch beleid gaan voeren dat op den duur tot schade zal zijn voor iedereen." Volgens De Koning zou dat trou wens ook strijdig zijn met het Ver drag van Rome. Hij is van mening dat op dit vlak de EG heel ver ge vorderd is met het uitbannen van allerlei nationale en regionale sub sidies. „Het probleem van concurrentie vervalsing en overheidssubsidies is onvergelijkelijk veel minder gewor den in de afgelopen vijfentwintig jaar. Dat is ook voor Nederland van groot belang. Het betekent wel dat wij zelf geen slecht voorbeeld moeten geven." De komende tijd zal er hard wor den geknokt om de verdeling van de knikkers in Europa. „In de uit bouw van een Europese politiek moet je je goed realiseren dat het ondenkbaar is dat de landbouw bijna 70% van het totale budget blijft opslurpen. Als landbouw hebben wij belang bij een verdere uitbouw. Op korte termijn zul je dan bereid moeten zijn je aandeel in de begroting te verminderen om de uitbouw mogelijk te maken. Je kunt niet blazen en het meel in je mond houden," zo filosofeert De Koning. Volgens hem kan het idealisme en optimisme blijven overheersen. „Kijk, het is 25 jaar lang door de bank genomen goed gegaan met de EG en met de Nederlandse land en tuinbouw, zelfs erg goed, verge leken met het alternatief zonder een EG. Gaat het dan eens een tijd je wat minder, dan moet je niet meteen in paniek raken. Ik denk trouwens dat het niet goed zou zijn wanneer de onstuimige groei van de afgelopen jaren zich nog eens vijfentwintig jaar zou voortzetten. Dan zouden de schaduwzijden van die groei steeds scherper aan het licht komen." BARTELE A. BOKMA

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 51