Gundelach. De Britten en de Duit sers met hun bezwaren tegen het „dure" landbouwbeleid hadden gehoord dat nieuwkomer Andries- sen een uitermate zuinige be windsman van Financiën was ge weest. Zo iemand leek hen geknipt voor de landbouwpost waarop be zuinigd moest gaan worden. De zuidelijke landen, Italië voor op, roken een kans om hun land- bouwspecialist in de Commissie, Natali, op Gundelach's sleutelpo sitie te krijgen. Het gewenste „zui delijke" landbouwbeleid zou dan des te sneller tot stand komen. Dalsager had ook de wind tegen, omdat men hem te licht vond (en nog vindt) voor zo'n politieke sleu- telpost. Wellicht omdat de rege ring in Kopenhagen er op stond dat de landbouwportefeuille in Deense handen zou blijven en om ruzies hierover in de kersverse Eu ropese Commissie te vermijden, bedacht men het volgende com promis: Dalsager krijgt een afge slankte landbouwpost. Visserij gaat naar de Grieken, de Italiaan Natali wordt nadrukkelijk belast met de „Middellandse Zee-dimen sie" van de landbouwpolitiek. Hoogste tijd nu om de heer Dalsa ger zelf verder aan 't woord te la ten. Hij vertelt me oorspronkelijk op geleid te zijn in het bankvak, werk zaam bij een grote coöperatieve bank, maar al met z'n 35e lid ge worden van het parlement (Folke- ting) voor de sociaal-democraten. Daar was hij steeds actief op voor Denemarken belangrijke terreinen namelijk de landbouw en de visse rij. Meteen bij de aansluiting van Denemarken bij de EG in 1973 werd Dalsager lid en meteen ook vice-voorzitter van het Europese Parlement. Twee jaar later werd hij in Kopenhagen minister van Landbouw en Visserij. Dat is hij met een korte onderbreking geble ven tot z'n onverwachte komst naar Brussel als opvolger van de begin 1981 plotseling overleden Deense commissaris Finn Olav Gundelach. „Ik voel me politicus, ik heb ook geen agrarische achter grond, want ik ben geen farmer", zo besluit de landbouwcommissa ris z'n eerste antwoord. Landbouwbeleid verandert U bent nu bijna op de tweede helft van uw vierjarige termijn. Wat is BOOS OP AMERIKA Dalsager is flink boos op de Ameri kanen, die zware kritiek hebben op de EG-uitvoer van landbouwpro- dukten. Volgens de Euro-commis saris nemen de Amerikanen niet de moeite om zich te verdiepen in het EG-landbouwbeleid. Dat beleid is nota bene gebaseerd op vaste prin cipes, die indertijd in het kader van internationale onderhandelingen zijn erkend door Amerika. „In ze ven jaar tijd is het Amerikaanse handesloverschot in landbouwpro- dukten ten opzichte van de EG meer dan verdubeld tot 8,4 miljard dollar in 1980. Toch willen wij de invoer uit de VS niet beperken. No dig is dat beide wereldblokken gaan samenwerken door het sluiten van internationale produktenovereen- komsten." Aldus Dalsager. volgens u de belangrijkste land bouwpolitieke ontwikkeling van de voorbije jaren? Wat wilt u in de ko mende jaren hier met name doen? „Om te beginnen hebben wij, op wens van de regeringsleiders, de kosten van het landbouwbeleid verminderd. Via overleg met de grote leveranciers van buiten de Euromarkt zijn we erin geslaagd om voor een aantal landbouwpro- dukten, met name ook de zuivel, betere wereldmarktprijzen te reali seren." Hoewel wij de heer Dalsa ger nu toch een tikkeltje ongelovig beginnen aan te kijken en hem te genwerpen dat die wereldmarkt prijzen nauwelijks vanuit Brussel te bespelen zijn, houdt hij vol dat de huidige verbetering te danken is aan een meer gecoördineerd op treden van de grote mondiale leve ranciers, de EG voorop. Vervolgens schetst Dalsager het kostendrukkende effect ten gunste van de Euro-schatkist, dat hij ver wacht van zijn introductie van de zogenaamde produktiedrempels. Zodra voor granen, melk of een ander produkt met blijvende over schotten, de Europese aanvoer van de producenten een tevoren vast gestelde drempel gaat overschrij den moeten de aanbiedende agra riërs te zamen in veel sterkere mate dan voorheen opdraaien voor de afzet van het overschot. De tot nu toe ongelimiteerde garantie tegen vooraf bekende interventieprijzen als bodem in de markt, die geldt voorbij de drempelhoeveelheid niet meer. Meermalen tijdens ons gesprek zal de heer Dalsager erop wijzen dit te zien als een belang rijke nieuwe rem op de kosten van de landbouwpolitiek. Hij zet ook nog eens de Filosofie uiteen die hierachter zit. Toen we bijna 25 jaar geleden met de EG- landbouwpolitiek begonnen wa ren er nauwelijks overschotten en vertoonde de handelsbalans voor een aantal produkten (granen, rundvlees, vers fruit) tekorten. Terwijl bijna geen uitvoer nodig was van suiker, zuivelprodukten of varkensvlees. Dank zij een forse uitbreiding van de EG-produktie zijn we nü groot-exporteur van al die produkten. Met soms zelfs overschotten die alleen dank zij exportsubsidies afgezet kunnen worden. Exportkansen? Sedert 1973 is de uitvoer van allerlei landbouwprodukten uit de Europe se Gemeenschap qua waarde bijna twee keer verdubbeld. De invoer steeg in die tijd met 75%, dus stuk ken minder. Hoe ziet u onze ex portkansen in het algemeen voor de toekomst? Is er nog veel ruimte? Dalsager: „Dat hangt echt van de toekomstige ontwikkelingen op de wereldmarkten af. Die ken ik ook niet. Als de vraag tegenvalt kun nen we moeilijk volhouden dat het toch moet lukken onze produkten af te zetten. Er is, met name buiten de Europese Gemeenschap, een forse bevolkingstoename aan het optreden. Maar de vraag is of die landen in de toekomst ook in staat zijn het benodigde voedsel te beta len. We zijn dus lang niet zeker van onze toekomstige afzetgroei. En daarom hebben we nu die vei ligheidsklep van de produktie drempels dan ook al ingebouwd. Zonder medeverantwoordelijk heid van het gemeenschappelijk landbouwbeleid bij een voort gaande toename van de land- bouwproduktie en een stagneren de afzet, anders uit de hand kun nen gaan lopen." Maar hoe ver wilt u daarbij gaan met het aandraaien van de duim- 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 47