Over jagers en de j acht AKKERBOUWERS VAN NEDERLAND! NU IS ER EEN KOSTENBESPARENDE METHODE OM DEFINITIEF AF TE REKENEN MET EEN EN MEERJARIGE GRASSEN NA OPKOMST VAN HET GEWAS. (Bron: Maandblad van de AID (Algemene Inspektie Dienst) Ministerie van Landbouw en Visserij). Hoewel de A ID slechts te maken heeft met het intekenen van jachtvelden en voor wat betreft de inspekteurs, voor de ins t ruk tie van de jachtwet aan on- bezoldigden van het Staatsbosbeheer, is het misschien toch wel nuttig en hopelijk in elk geval amusant eens even stil te staan bij jagers en jacht. Het is zo dat er vóór- en tegenstanders van de jacht zijn. De jagers zijn er vóór, maar de hazen en de konijnen zijn er tegen. Uitgezonderd een paar beunhazen, die het niet kan schelen, omdat ze toch altijd buiten schot blij ven. Heel belangrijk bij de jacht zijn de drijversdat zijn namelijk de lui die door de jagers het bos ingestuurd worden, 's A vonds als de jacht is afge blazen, wordt eerst het geschoten wild geteld en dan de drijvers, want ieder schot is geen haas. A angeschoten wild komt gelukkig niet veel voor; aange schoten jagers wel, die leggen te vaak aan. Het geweer van een jager is enkelloops of dubbelloops. De jachthond is enkel loops als de tijd er rijp voor is. De jagers zijn onder te verdelen in vier groepen: a. Broodjagers, dat zijn warme bak kers. met een jachtakte. b. Rokkenjagers, dat zijn hete bak kers zonder jachtakte. c. Zondagsjagers, dat zijn bakkers die door de week geen tijd hebben. d. Straaljagers, dat zijn helemaal geen bakkers. Een heel voornaam ding is het veertje op de hoed van een jager. Daaraan kan hij zien uit welke hoek de wind waait, de zogenaamde windveer. Een jager met één slecht oog kan rustig schieten, want als hij richt, moet hij toch één oog dichtknijpen. Er zijn heel wat mensen die het ver schil niet weten tussen een kleiduif en een houtduif. De ene duif is van klei en de andere is niet van hout. Jagers die met een hond jagen lopen met een fluitje; jagers zonder hond ook. Andere muziekinstrumenten bij de jacht zijn de jachthoorn en van de kant van de hazen de fluitefluit en de trommel. Bij de eendejacht wordt vaak gebruik gemaakt van de lokeend; dat is een eend die zijn hele familie over laat komen om ze er bij te lappen. De jager kent verschillende soorten jachtpatronen, namelijk grove hagel, fijne hagel en St. Hubertus. Als een jager zichzelf eerder kan ruiken dan het wild dat kan, staat de wind hele maal verkeerd. Een kenmerk van een haas is dat hij springt, terwijl een konijn huppelt. Van hen die lopen in een bontjas van één van de twee, zijn er nogal wat die tippelen. Het zogenaamde donderja gen heeft met jagen geen donder te maken, wat natuurlijk niet wil zeggen, dat jagers niet kunnen donderjagen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 29