"Dierlijke trekkracht de eerstvolgende stap voor miljoenen boeren in de derde wereld" Boekje met Noord-Bevelandse veldnamen verschenen "Kruiningen, heerlijkheid en gemeente" Samenwerking Juiste moment Interesse Vóór het indijken van de Onrustpolder (1846) gaf het voor de reizigers wel eens problemen om met droge voeten het Kamperlandse veer te bereiken. (C. Zwigtman Wissenkerke. Atlas v. Stolk R'dam nr 3981) Woensdagmiddag 14 december j.l. zijn aan de burgemeesters van Noord-Beveland de eerste exemplaren van het boekwerkje "Noord- Bevelandse Veldnamen" overhandigd. Het boekje, zo relativeren de auteurs, moet worden gezien als een min of meer luchtige aanvulling op het boek "Noord-Beveland" van De Bruin en Wilderom. Naast de reeds bekende gegevens van "De Bruin en Wilderom" heb ben ze zoveel mogelijk namen en bijzonderheden verzameld van per celen bouw- en weiland, dijken, wegen, waterlopen, kreken, boerde rijen, molens, meestoven, huizen enz. Ze hebben dat kadastraal vast gelegd, geprobeerd een verklaring voor de namen te vinden en, zo mogelijk, nog interessante aanvullingen gegeven. Daartoe zijn de ar chieven van de gemeenten Kortgene en Wissenkerke, het archief van het waterschap Noord-Beveland (eigenlijk de archieven van de ver schillende polders) en het Rijksarchief in Middelburg meermalen ge raadpleegd. Maar vooral hebben ze hun materiaal verzameld bij een aantal oudere mensen die goed in hun streek bekend zijn en die geïnteresseerd waren in dit werk. Het kaartenmateriaal heeft nogal wat problemen opgeleverd. Uit eindelijk is gekozen voor de schaal 1 10.000 en dan in zoveel delen A-4 formaat geknipt, dat er voor elke polder zo weinig mogelijk kaarten nodig waren. De betreffende 18 kaarten zijn genummerd bijgevoegd. Adressen waar het boek tegen de prijs van 19,zijn te verkrijgen: Ten eerste bij de samenstellers: J.M. Füius, Molenweg 48, Kamperland, tel. 01107 - 1740; N. de Kater, Campvlietweg 6, Geersdijk, tel. 01107 - 1402; D.G. de Kater, Camp- vlietweg 4, Wissenkerke, tel. 01107 - 1218; J.J. de Looff, Hoofdstraat 108, Kortgene, tel. 01108 - 1324; P. van der Maas, Leendert Abra- hamweg 3, Kats, tel. 01109 - 238. Voorts bij: Pitmandrukwerkwinkel, Oostwal 21, Goes, tel. 01100- 13210. Bij dit laatste adres wordt, indien gewenst, ook gezorgd voor franko toezending per post. De prijs bedraagt dan ƒ25,— Postgironummer Pitman 2974536. "Wij geloven in dierlijke trekkracht als de eerstvolgende stap voor miljoenen boeren in de derde wereld", zo besluit prof. ir. A. Moens een gesprek dat wij met hem hadden over technische ontwikkelingen in de landbouw van Afrika en Azië. "In Afrika zien we de jaarlijkse produktie van voedsel achteruit- in plaats van vooruitgaan, althans per hoofd van de bevolking. Als je dan weet dat vooral in Afrika nog verreweg de meeste boeren uitsluitend handwerktuigen gebruiken, dan is die stap naar dierlijke traktie zeker daar geboden". nieuw historisch boek te koop Een mens kan met een handwerk tuig, bijvoorbeeld een hak, soms maar eentiende bewerken van de oppervlakte die een span ossen met een ploeg aankan. Een tijdig en goed geploegd stuk land zal veel meer voedsel opleveren dan een met de hand slecht en te laat bewerkte ak ker, vooral wanneer daardoor per jaar méér gewassen kunnen worden verbouwd. De cijfers zijn indrukwekkend en de oplossing lijkt eenvoudig: alleen maar de overstap van hak naar osse- ploeg. Maar de werkelijkheid is an ders: waar men het vee als trekdier niet kent, kost het grote moeite de boeren zo ver te krijgen. Ze moeten niet alleen leren de werktuigen goed te gebruiken, maar ook de trekossen te besturen. De juiste aanspanning, de verzorging en de voeding van het vee zijn eveneens zaken, waarmee ze vertrouwd moeten raken. Ploegen is al duizenden jaren bekend, maar de landbouwtechnicus Moens konsta- teert dat de traditionele ploegen in Afrika en Azië vaak niet meer doen dan de grond oppervlakkig losma ken. "Er is geen kerende werking en die is juist nodig voor de onkruidbe- strijding; ook een behoorlijke werk- diepte kan niet gemist worden, maar met de eenvoudige haakploeg bereik je die niet". De vakgroep Landbouwtechniek van de Landbouwhogeschool is on der leiding van prof. Moens samen werkingsverbanden aangegaan met universiteiten in Afrika (Zambia en Kenia) en Azië (Indonesië en India). "Onze taak daar is landbouwtechnici te helpen opleiden die in staat zijn de lokale werktuigen voor dierlijke traktie te verbeteren. De tweede taak die wij ons daar stellen is uit ver schillende delen van de wereld af komstige werktuigen te plaatsen naast de werktuigen die men zelf heeft. Daar komen vaak heel inte ressante vernieuwingen uit voort". In Indonesië, op Sumatra, hebben Wageningers op transmigratiebe- drijven een vergelijkend onderzoek uitgevoerd tussen de grondbewer king met de hak (patjol) en het ploe gen met osseploegen dié in West-Af- rika (met Franse hulp) waren ont wikkeld. Met hun handwerktuigen kunnen de boeren per seizoen niet meer dan 1 hektare bewerken; met de ploegen komen ze tot 4 a 5 hekta re. Het doel van dit onderzoek is de hier en daar aanwezige smeden en konstruktiebedrijljes aan te geven op welke wijze zij de door hen vervaar digde werktuigen kunnen verbete ren. In Zambia wordt als onderdeel van een proefbedrijf van de universiteit van Lusaka een aparte modelboer derij opgezet van 5 hektare, die met ossetrekkracht zal worden bewerkt. Het bedrijf zal door twee man ge rund worden, die één span ossen krijgen, een plpeg, een eg, een kulti- vator en een zaaimachine. Er zullen vergelijkingen gemaakt worden tus sen werktuigen, die behalve uit Frankrijk en Nederland uit Zambia, Zimbabwe en Malawi afkomstig zijn. Zambia telt naast een klein aantal grote boeren ongeveer een half mil joen boeren die uitsluitend voor ei gen gebruik produceren. Het land moet dan ook massaal voedsel im porteren, hoewel het over rijke gronden en voldoende water be schikt. "Deze kleine boertjes doen alles nog met de hand. Om Zambia De stap gezet... te helpen, proberen wij de osseploe gen te introduceren", stelt prof. Moens. Dat is een duidelijke keuze van de vakgroep Landbouwtechniek. Moens legt uit dat dit een simpele weg lijkt, omdat de stap van hak naar osseploeg in wezen niet zo groot is, maar dat de feiten anders liggen. Er is een geweldige inspanning voor nodig om de miljoenen kleine boe ren voor te lichten en méé te krijgen en er zijn kapitalen nodig voor trek dieren, ploegen en andere werktui gen. "Eén boer zover krijgen is geen kunst, maar miljoenen, dat is een zeer komplex probleem". De landbouwtechnici en bestuurders die deze "kleine" stap niet zien zitten willen liever in één keer een heel grote stap voorwaarts doen. "Ik steun hen hierin dus niet", aldus Moens. Hij geeft het voorbeeld van Zambia, waar het plan bestaat om 18 grote landbouwbedrijven op te zetten van elk 20-duizend hektare. Op die be drijven zal met de modernste, groot ste landbouwmachnines worden ge werkt. "Op die manier denkt men snel, van boven af geregeld, grote oppervlakten land in kuituur te kun nen brengen en de voedselproduktie op het hoge peil te brengen dat men zo nodig heeft". Zeker kunnen westerse ingenieurs zulke bedrijven uit de grond stampen en op een hoog peil brengen, maar het ontbreekt een land als Zambia aan mensen die deze bedrijven ver volgens kunnen overnemen. Het management ervan is zo komplex dat het binnen een redelijke termijn niet kan worden overgedragen aan de ei gen mensen van het land. Wanneer is het juiste moment om met gemotoriseerde werktuigen te1 beginnen? Professor Moens formu leert zijn antwoord heel bedacht zaam: "Voor ontwikkelingslanden, waar de grond betrekkelijk schaars is en waar de bedrijven beneden de 5 hektare blijven verdient de dierlijke traktie de volle aandacht. Waar be trekkelijk ruim grond beschikbaar is, zoals in Zambia, kan daarnaast aan meer motorisatie worden gedacht, maar langzaam en voorzichtig, want anders wordt ook de landbouw in deze landen te afhankelijk van het buitenland. De grotere bedrijven, zeg boven 10 hektare, waar anders twee tot drie paar ossen nodig zou den zijn, komen eerder voor motori satie in aanmerking. In landen waar de lonen flink stijgen gaan de kosten van de ossendrijvers een duidelijke rol spelen. In andere landen stijgen door de toeneming van het vleesver bruik de prijzen van het trekvee. Pas wanneer de grond, het vee en de ar beid zo duur worden dat de kosten van motorisatie lager uitvallen dan de kosten bij trekdiergebruik wordt het voor de kleine boeren interessant om te motoriseren". prof. ir. A. Moens Zowel de Europese Gemeenschap als de Wereldbank hebben interesse getoond voor de aanpak van de Wa geningers in Lusaka. Prof. Moens is gevraagd om voor het Sahel-land Mali een studie te verrichten naar de behoefte aan mechanisatie en de mogelijkheden van dierlijke trek kracht zowel in de natte rijstteelt als in de zogenaamde droge kultures. Vanuit Mali werd vorig jaar een be roep gedaan op een Nederlandse ploegenfabrikant om voor de kleine rijstbedrijven een ploeg te maken, die de grond beter zou bewerken dan de aanwezige werktuigen. Dit heeft in 1982 geleid tot de levering van honderdzestig ploegen en thans wordt tussen Mali en Nederland on derhandeld om de lokale industrie in Mali hierbij te betrekken. Intussen loopt een eerder projekt van de Wageningse landbouwtechnici nu "gesmeerd". Het gaat om een een voudige rijstdorser, desgewenst in een draagbare uitvoering, met een grote kapaciteit en geringe dorsver- liezen. Met name onder vochtige omstandigheden levert deze machi ne opmerkelijke resultaten. Die dor- ser is in nauwe samenwerking tussen de industrie en de vakgroep ontwik keld. Inmiddels zijn er al 600 machi nes in gebruik. Piet Aben (Uit Nieuws uit Wageningen) Enige jaren geleden stelde de ge meenteraad geld beschikbaar voor het uitgeven van een boek over de voormalige gemeente Kruiningen. De heer dr. G.F. Sandberg, charter meester van het rijksarchief in Zee land werd verzocht het schrijven op zich te nemen. Binnenkort verschijnt dit boek over de geschiedenis van Kruiningen, Hansweert en Oostdijk, de kernen die tot 1970 de gemeente Kruiningen vormden. Na Yerseke en Rilland- Bath nu dus het derde boek over de geschiedenis van dorpen in Rei- merswaal. Het boek over de voor malige gemeente Kruiningen wil antwoord geven op de vragen: "Hoe leefden de Kruiningers ruim zeven en een halve eeuw". De vele gegevens werden gevonden in archieven in en buiten Zeeland. Helaas zijn er archiefstukken verlo ren gegaan in oorlogen, bij branden en bij de watersnoodramp van 1953. Verder zijn er belangrijke overeen komsten en afspraken nooit op schrift gesteld en nu alleen nog als overlevering bekend. Maar toch, het is mogelijk gebleken om over de ge schiedenis van Kruiningen een boek samen te stellen. Het boek is ingedeeld in 5 hoofd stukken: de Heerlijkheid Kruiningen de kerk de overheid het ekonomisch leven het verenigingsleven. Het boek bevat 240 pagina's. De kosten bedragen 47,50 per exem plaar. U kunt vanafheden een exemplaar bestellen. Als het boek dan uitkomt bent u er in ieder geval van verzekerd dat u een exemplaar in uw bezit zult krijgen. Besteladres: Gemeentehuis, buro Voorlichting, tel. 01130-1910.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 13