Met alleen gewone akkerbouwgewassen
komen we er niet meer
Opening nieuw
bedrijfspand Douven
J. Schat te Espel:
Loonwerk
Schade
Pootaardappelen belangrijk
Goede opbrengsten
Andere mogelijkheden
Samenwerking
Zwaar bouwplan
De boerderij van Schat in Espel
verbouwen we hier al vanaf 1965.
Het is voor ons een goed gewas met
opbrengsten die vaak in de buurt van
de 60 ton liggen. Sinds een jaar of
vier hebben we ook waspeen op ons
bedrijf, altijd op kontrakt. We heb
ben altijd een vroege peen, die al di
rect aan het begin van de waspeen-
oogst gerooid wordt. Heel hoog is de
opbrengst dan nog niet, maar toch
zeker wel een 40 ton per ha en soms
ook wel 45 ton of nog iets meer".
Voor de tulpenteelt heeft Schat op
zijn bedrijf door deze wijze van wer
ken geen investeringen gedaan. Wel
is zijn bedrijfsuitrusting, zoals te be
grijpen valt, sterk gericht op de
pootaardappelteelt. Zelf heeft hij
daarvoor een (snarenbed)pootma-
chine en voor het aardappelrooien
beschikt hij samen met een buurman
over de nodige uitrusting. Verder is
de schuur helemaal vorstvrij ge-
"Op een bedrijf zoals wij het hier hebben, is nu nog wel een boterham te verdienen, maar de zaken komen wel
steeds scherper te liggen. En je moet er ook voortdurend goed bijzijn, want anders lukt het niet". Zo oordeelt
de heer J. Schat over zijn akkerbouwbedrijf aan het Ankerpad bij Espel in de Noordoostpolder. De grootte
van zijn bedrijf komt overeen met de gemiddelde bedrijfsgrootte in deze polder, n.l. omstreeks 25 ha. En het
bouwplan op dit bedrijf wijkt ook weinig af van dat op vele van deze bedrijven op de niet te zware gronden in
de N.O.P.
De heer Schat is inmiddels bijna 25
jaar boer op dit polderbedrijf. Van
oorsprong komt hij uit het Friese St.
Jacobi Parochie. Vanuit Usquert
(Gr.), waar hij een aantal jaren be
drijfsleider was op een groot akker
bouwbedrijf, kwam hij in het voor
jaar van 1958 met zijn gezin naar de
Nooruoostpolder. Zijn bedrijf hier
heeft een bouwvoor van lichte zavel
(code 5) met 12-14% afslibbaar. Deze
bouwvoor is echter maar omstreeks
20 cm dik. Daaronder zit fijn zand,
een z.g.n. 2d-laag, waarmee Schat
niet zo gelukkig is.
Deze fijnzandige 2d-laag is er n.l.
vooral de oorzaak van, zo is uit on
derzoek gebleken, dat op deze gron
den nogal wat schade in gewassen
ontstaat door het vrij levende wortel
aaltje Trichodorus. Daarvan onder
vindt ook Schat de nodige hinder.
Weliswaar wordt de aantasting in
belangrijke mate bestreden door de
grondontsmetting die in verband
met de aardappelteelt nodig is, maar
afdoende is dit niet. Voor een gewas
als tulpen is b.v. een extra zware
ontsmetting nodig met het oog op de
Trichodorus en in andere gewassen is
schade vaak ook duidelijk merkbaar.
"Dat kost ons alles bijelkaar nogal
wat„ meer dan men zich in het alge
meen realiseert", aldus Schat.
"Maar we hebben hier wel een mak
kelijk bewerkbare grond. Daar staat
weer tegenover dat die nogal slemp
en stuifgevoelig en ook droogtege-
voelig is. Dat laatste kunnen we aar
dig opvangen door bij droogte de
sloten vol te pompen, zodat er dan
infiltratie door de drains plaats
vindt".
De pootaardappelteelt is een heel
belangrijk onderdeel van het bedrijf
van Schat. Zoals op vele polderbe-
drijven is er ook in zijn bouwplan 16
deel, dat is hier ruim 8 ha, pootgoed
opgenomen. "We kunnen op onze
grond een redelijke goede oogst
pootgoed halen", zo vertelt Schat.
"Klimatologisch zitten we aan de
westrand van de polder vrij gunstig
voor de pootgoedteelt en gelukkig
hebben we hier ook niet teveel last
van schurft". Hij teelt momenteel de
rassen Desiré en Jaerla, beide mo
nopolie-rassen. In verband met de
prijsontwikkeling van de laatste ja
ren is hij blij dat hij geen Bintje heeft.
De beide rassen die ik nu heb, geven
een opbrengst die zeker zo goed is als
van Bintje", meent Schat, "en de
prijzen zijn dooreengenomen nogal
wat beter. We moeten het hier vooral
van de pootaardappelen hebben", zo
zegt hij verder. "Het is daarom van
het grootste belang dat we aan de
kwaliteit daarvan alle aandacht be
steden. Dat is beslist noodzakelijk
om te zorgen dat we de nodig afzet
mogelijkheden houden".
Het bouwplan van Schat bestaat,
naast de aardappels, uit ongeveer 6
ha suikerbieten, 4 !6 ha wintertarwe,
2 ha uien, 2 ha waspeen en 2 ha tul
pen. Over de opbrengsten is hij re
delijk tevreden. Een bietenopbrengst
van ongeveer 60 ton is vrij normaal.
De tarweopbrengst is hier echter niet
zo hoog: 6 a 6,5 ton per ha is het
meest normaal, een enkele keer komt
hij daar wat bovenuit.
"Met alleen de traditionele akker
bouwgewassen komen we er niet
meer", is de mening van Schat. "We
hebben het hier dan ook in wat an
dere gewassen moeten zoeken. Uien
10
ders red je het niet", aldus Schat.
"Wat meer grond zou dan ook zeker
welkom zijn, maar die is er nu een
maal niet en dus moeten wij het wel
op deze manier doen. Dat betekent
wel dat wij heel veel zorg aan onze
grond moeten besteden om die in
goeie conditie te houden. Daarom
zoek ik het zoveel mogelijk in vroege
gewassen. Daarmee voorkom je al
teveel geknoei op het land onder
natte omstandigheden en kun je ook
voor de nodige groenbemesting zor-
gen".
Bijna het hele bedrijf van Schat krijgt
jaarlijks een groenbemesting; alleen
de 2 ha uienland niet. Na de bieten
wordt het bietenblad ondergeploegd
en na de andere gewassen (met ui-
zondering van de uien) volgt gras.
Hij heeft zo ieder jaar een 17 ha gras
na de hoofdgewassen. Daarop wordt
de laatste jaren nog wel een koppel
schapen van anderen geweid, iets
wat in de N.O.P. steeds meer voor
komt. "Dat past hier in deze omge
ving ook goed, omdat we hier pas in
januari-februari ploegen", aldus
Schat.
"Men zegt wel dat onze lichte zavel
grond zoveel meer mogelijkheden
geeft dan zwaardere gronden. Maar
daarbij wordt wel wat teveel verge
ten dat onze gronden ook hun be
perkingen en bezwaren hebben", zo
merkt hij verder op. "De wortelaal
tjes, de droogte, slemp- en stuifge-
voeligheid zijn b.v. zaken waar
steeds rekening mee moet worden
gehouden en die ook geld kosten".
"En gewassen als tarwe en con
sumptieaardappelen leveren hier
ook niet de opbrengsten die op de
zwaardere gronden mogelijk zijn.
Bovendien blijven de kwaliteit en de
houdbaarheid van de produkten op
onze grond wel eens wat achter bij
J. Schat: We moeten veel zorg aan
onze grond besteden.
die van de zware grond. Ik geloof
dan ook dat je niet moet zeggen dat
onze grond zoveel meer, maar wel
andere mogelijkheden heeft dan de
zwaardere grond".
"Door de beperkte grootte van een
bedrijf als dit moet je eigelijk steeds
bezig zijn om weer nieuwe en betere
mogelijkheden voor je bedrijf te vin
den. Je moet er steeds bovenop zitten
om tot een zo goed mogelijk resultaat
te komen. En dat wordt geleidelijk
aan wel steeds moeilijker," aldus de
heer Schat. u
d. H.
De oogst is bijna geborgen; de laatste bieten liggen klaar voor aflevering.
De tulpen teelt Schat in het samen
werkingsverband van de B.V. "De
Tulp". Deze B.V. wordt gevormd
door een 15-tal boeren rond Espel.
Voor gezamenlijke rekening telen zij
in het verband van de B.V. ruim 25
ha tulpen. Bij deze werkwijze stellen
de deelnemers het tulpenland op hun
bedrijven tegen een vergoeding be
schikbaar aan de B.V. "De Tulp".
Het werk verbonden aan de teelt van
de tulpen wordt ook in hoofdzaak
door de deelnemers zelf uitgevoerd,
waarvoor zij van de B.V. een ver
goeding krijgen. Voor het verwerken
en het opslaan van de bollen heeft de
B.V. een eigen gebouw met uitrus
ting. Deze outillage wordt ook ge
bruikt voor het sorteren <van aardap
pels en voor het wassen van wortelen
voor een conservenfabriek. Ook bij
deze werkzaamheden wordt door de
deelnemers - tegen betaling - veel
arbeid geleverd. "Door deze samen
werking heb ik hier nog steeds een
vaste medewerker kunnen houden",
vertelt Schat. "Naast het werk op ons
bedrijf doet deze man ook nogal wat
werk voor "De Tulp". En zelf doe ik
daar ook het een en ander".
maakt en ingericht voor ventilatie
om de gehele aardappeloogst goed te
kunnen bewaren. Het zaaien en
oogsten van de bieten, de uien en de
waspeen wordt bij Schat uitgevoerd
door de loonwerker. Wel verzorgt hij
zelf het opladen en het inschuren van
de uien. Het combinen van de tarwe
wordt ook door de loonwerker ge
daan. Bij dit laatste gewas gaat het
om zaaitarwe. Schat houdt zich n.l. al
•jaren lang bezig met de vermeerde
ring van zaaitarwe. Hele grote fi
nanciële voordelen zitten daar naar
zijn mening niet direct aan, maar het
komt hem wel goed uit dat de tarwe
daarom bij hem thuis wordt opge
haald.
Overigens speelt het graan op het
bedrijf van Schat maar een hele on
dergeschikte rol. "Graangeld is gauw
geteld", zegt hij zelf. Zijn bouwplan
bestaat dan ook voor meer dan 80%
uit rooivruchten. Zeker niet bepaald
een licht bouwplan, maar voor deze
streek toch ook niet overmatig zwaar.
"Op een bedrijf van deze grootte
wor.dt je ook wel gedwongen tot een
intensieve bedrijfsvoering, want an-
Op het als groenbemesting gezaaide gras worden schapen geweid.
Op 20 december a.s. zal Minister De Koning van Sociale Zaken
Werkgelegenheid het nieuwe bedrijfspand van de Machinefabriek
Gebr. Douven b.v. te Horst openen.
Deze opening vormt een nieuwe mijlpaal in de ontwikkeling van Dou
ven, een ontwikkeling die begonnen is in 1928 met loonspuiten.
Door de versnelde ontwikkeling van
de landbouw in de na-oorlogse jaren,
groeide ook Douven uit tot een
bloeiende onderneming.
Dankzij een intensieve produktont-
wikkeling, een automatisering van
de produktie en het openbreken van
nieuwe afzetgebieden blijft de vraag
naar Douven apparatuur toenemen.
Omdat de uitbreidingsmogelijkhe
den bij de bestaande gebouwen niet
meer aanwezig waren, begon men in
1981 met plannen voor een totale
fabrieksnieuwbouw op het plaatse
lijk industrieterrein. In het voorjaar
van 1982 werd met de nieuwbouw
begonnen en onlangs is het bedrijf in
gebruik genomen.
Het nieuwe bedrijfspand heeft een
bebouwde oppervlakte van 7000
m2, de totale perceelsoppervlakte
bedraagt ruim 2 ha. In het nieuwe
pand zijn uitgebreide mogelijkheden
voor voorlichting en instruktie aan
wezig, ook door middel van audio
visuele middelen, terwijl op het bui
tenterrein demonstraties met de ver
schillende machines plaats kunnen
vinden.