Ruwvoerpositie op meeste
bedrijven krap voldoende
Ontwerp-besluit
gewasbescherming uit de
lucht om advies.
Rundveehouderij
Door een vrij natte periode in de maand oktober is het rundvee nog
vroegtijdig opgestald. Veel percelen grasland kwamen hierdoor met te
lang gras voor de winter. Als noodmaatregel is er eind oktober nog gras
met zouttoevoeging ingekuild.
De ruwvoerpositie is op de meeste bedrijven krap voldoende. Dit zal
aanleiding voor alle melkveehouders moeten zijn om na te gaan hoe zij
het aanwezige ruwvoer over de winter moeten verdelen. De kwaliteit
van de voordroogkuil is over het algemeen zeer goed te noemen. Ten
opzichte van 1981 ligt het VEM-gehalte in de droge stof 90 hoger
dan vorig seizoen.
De mollen zijn weer aktief. Vang ze voordat ze uw grasland vernielen.
Staatssecretaris A. Ploeg (landbouw en visserij) wil het toepassen vaa
bestrijdingsmiddelen vanuit de lucht aan banden leggen. Het ontweip-
besluit hiertoe heeft hij, mede namens de betrokken bewindslieden, ee»
dezer dagen om advies gezonden aan de Bstrijdingsmiddelencommissie.
Geef de jonge kalveren vanaf de 3e levensweek goed hooi en krachtvoer.
Winterrantsoen
Willen we ons rundvee een goed
rantsoen ruwvoer verstrekken dan
zullen we onderscheid moeten ma
ken tussen melkgevende en droge
koeien met jongvee.
Om tussen de verschillende
kategoriën rundvee het aanwezige
ruwvoer te verdelen moeten we de
hoeveelheid en de kwaliteit van elke
partij ruwvoer weten. De kwalitatief
beste partijen (dus de meeste VEM
en vre in de droge stof) zullen aan de
melkgevende koeien en vaarzen
moeten worden verstrekt. Van sma
kelijk ruwvoer zullen de dieren meer
droge stof opnemen. Dit kan 1 a 2 kg
krachtvoer per dier per dag uitspa
ren. Hoogproduktieve dieren die da
gelijks een vrij grote hoeveelheid
krachtvoer moeten opnemen zullen
daarbij ook voldoende ruwvoer
moeten opvreten om geen maag- en
darmstoornissen te krijgen. Van de
totale hoeveelheid droge stof die een
koe dagelijks opneemt, moet ten
minste bestaan uit struktuurhou-
dende droge stof. In hooi- en voor
droogkuil is de droge stof voor 100%
struktuurhoudend en bij snijmais
voor 50%. Krachtvoer, perspulp,
droge pulp en aardappelen en voe
derbieten hebben geen struktuur-
waarde.
Ga deze winter eens na of Uw laag-
produktieve koeien niet teveel
krachtvoer krijgen. Bij een voldoen
de hoeveelheid voordrooggras en
snijmais zal men deze winter onge
veer 10 liter melk uit het grondrant-
soen kunnen halen. Een krachtvoer-
gift begint dus pas voor de melkgift
boven 10 kg melk.
Het voeren van droogstaande koeien
Droge koeien kunnen meer droge
stof uit ruwvoer opvreten dan melk
gevende. Bij deze dieren vindt na
melijk geen verdringing plaats door
krachtvoer. Bij voldoende goede
voordroogkuil en snijmais zullen de
droogstaande dieren reeds te ruim
worden gevoerd. Dit zal aan het eind
van de 2 maanden droogstand een
vervetting geven die kan leiden tot
moeilijker afkalven en slepende
melkziekte.
Ook zullen vette dieren na het afkal
ven hun rantsoen krachtvoer niet
graag opnemen. Houd de droog
staande dieren wel in konditie maar
dit kan ook met een gedeelte voer
van minder hoge voederwaarde dan
voordroogkuil en snijmais. Vooral
het voeren van grote hoeveelheden
snijmais aan jongvee en droge koeien
levert nogal vette dieren op. Globaal
wordt voor de droogstandsperiode
het volgende voeradvies gegeven:
tijdens de eerste maand: onderhoud
5 kg melk en tijdens de tweede
maand: onderhoud 10 kg melk.
waarbij in de laatste week nog een kg
krachtvoer mag worden gegeven. Als
in de ligboxenstal de droge koeien in
één groep zitten, kan men het beste
voeren naar onderhoud 7 kg melk.
Na het afkalven wordt de kracht-
voergift geleidelijk opgevoerd. We
houden hiermee aan tot er een even
wicht is ontstaan tussen produktie en
voederverstrekking. Bij pas gekalfde
vaarzen zal men wat langzamer de
krachtvoergift moeten opvoeren.
Denk hierbij ook aan de jeugdtoe-
slag voor de groei. Let erop dat er
naast het krachtvoer genoeg ruwvoer
met voldoende struktuurwaarde
wordt opgenomen.
Grasland
Het grasland gaat nu in de winter-
rust. Willen we echter in 1983 weer
volop gras hebben dan zullen we
toch aandacht moeten blijven beste
den aan het grasland.
Elk jaar zien we weer opstaand water
in de winter. Waarom op deze per
celen geen drainage aanleggen? Ook
bij grasland betaalt de drainage zich
terug door vroeger en meer gras.
Bovendien zal bij goed ontwaterd
grasland het grasbestand met goede
grassen beter in stand blijven.
Rond deze tijd beginnen ook de
mollen weer aktief te worden aan de
oppervlakte van het grasland. Hun
voedsel (wormen) komen bij verho
ging van de grondwaterstand naar
boven, waardoor ook de mollen hun
gangen gaan graven in de graszode.
Ook verschijnen er dan weer mols
hopen in het grasland. De beste me
thode om mollen te bestrijden is het
wegvangen met klemmen. Dit is een
vrij arbeidsintensieve doch radikale
manier om een mollenplaag te voor
komen.
We kunnen mollen vangen met
klemmen ook als sport zien welke
indirekt geld opbrengt. De beste
plaats om klemmen neer te zetten is
in een rechte hoofdgang. Deze loopt
van de rand naar het midden van het
perceel grasland. Van één loopgang
kunnen meerdere mollen gebruik
maken. Bij het vangen van een mol
kan de klem dus weer op dezelfde
plaats worden teruggezet. Om de
klemmen weer terug te vinden kan
men bij elke klem een stokje zetten.
Emelten en rouwvliegen in grasland
In het voorjaar van 1982 hebben
emelten en/of larven van de rouw-
vlieg op enkele percelen grasland
veel schade aangericht. Deze schade
kwam tot uitdrukking in dode plek
ken in het grasland en slechte groei
van de eerste snede. Zowel de emel
ten als de larven van de rouwvlieg
voeden zich met de wortels van gras.
Daardoor komt de zode los te liggen
en sterft het gras af. Om de aanwe
zigheid van emelten en larven van
de rouwvlieg te onderzoeken kan
men nu stukjes zode in een pekelbad
1 kg zout op 5 liter water) leggen. De
larven komen dan bovendrijven.
Door deze larven te tellen kan men
vaststellen hoe de bezetting is. Ko
men er per m2 meer dan 150 emelten
voor, dan is een bespuiting met 2 liter
pa'rathion per ha in het najaar aan te
bevelen. Had u dit voorjaar schade
(die op aanwezigheid van emelten
wijst) neem dan nu kontakt op met
de bedrijfsvoorlichter.
Dunne mest en gier
Op de meeste rundveehouderij be
drijven met dunne mest is de opslag
niet toereikend voor de gehele win-
terproduktie. Benut daarom decem
ber als de omstandigheden dit toela
ten, om de put of kelder leeg te rij
den. Om een gelijkmatig produkt te
verkrijgen moet men vóór het uitrij
den de mest goed mixen. Per ha
grasland niet meer dan 15 ton
drijfmest uitrijden. Als het mogelijk
is kan men de drijfmest het beste
over bouwland uitrijden. De waarde
van de drijfmest komt dan beter tot
zijn recht dan op grasland.
Het ontwerp omvat o.m. een verbod
op het toepassen van bestrijdings
middelen met behulp van vliegtui
gen onder de volgende omstandig
heden:
- als de windsnelheid hoger is dan 5
(in sommige gevallen 4) meter
per seconde;
- als de luchttemperatuur vanaf 2
meter boven het betreffende per
ceel hoger is dan 25 graden Cel
sius.
- als de relatieve luchtvochtigheid
minder is dan 50%;
- als het betreffende perceel klei
ner is dan 2 ha of minder breed
dan 3 spuitbanen;
- als het boomgaarden, bossen of
laanbomen betreft;
- als het betreffende perceel op
minder dan 100 meter (gemeten
in bovenwindse richting) of 150
meter (gemeten in benedenwind
se richting) ligt van de bebouwde
kom, scholen, ziekenhuizen, be-
Akkerbouwrayon West Zuid-Be
veland
In verband met het vertrek van de
heer ing. J.C. van Bergeijk, wor
den akkerbouwers, die voorlich
ting wensen in dit rayon, ge
vraagd het Consulentschap te
Goes te bellen tussen 08.00 en
10.00 uur, telefoon 01100-16440,
toestel 212. Van daaruit wordt
dan geregeld welke bedrijfsvoor
lichter de advisering op zich zal
nemen.
R undveehouderijrayon Schou-
wen-Duiveland, Oost Zuid-Beve
land en Tholen/St.Philipsland
In verband met het vertrek van de
Algemeen
Het C.A.R. te Goes en te Zevenber
gen zullen komende winter speciaal
aandacht besteden aan de rundvee
verbetering. Dit onderdeel zal door
kursussen, lezingen en artikelen
nader worden belicht. Via de Vereni
ging voor Bedrijfsvoorlichting or
Studieklub zult U op de hoogte wor
den gebracht van verschillende akti-
viteiten. Probeer de ontwikkeling ia
de rundveehouderij te volgen.
Door studie, onderling kontakt em
uitwisselen van ervaringen knat U het
rendement van Uw bedrijf ansschiea
opschroeven door niet meer maar be
ter en goedkoper te prodaceraa.
De bedrijfsvoorlichter.
ing. J.C. vu Bergefk.
inf. R. vaa der Meer
jaardentehuizen, tuincomplexen,
recreatieterreinen. campings,
zwembaden en beschermde na
tuurgebieden.
Verder dient de toepassing in elk ge
val zodanig plaats te vinden dat de
bestrijdingsmiddelen niet buiten het
betreffende perceel terecht kunnen
komen. Het ontwerp biedt de moge
lijkheid op dit gebied nadere regels
te stellen.
De toegangen tot het betreffende
perceel dienen minstens 24 uur van
tevoren te worden voorzien van spe
ciale waarschuwingsborden. Tijdens
de bespuiting mogen zich geen der
den op het terrein bevinden. Gege
vens over perceel en gebruikte be
strijdingsmiddelen dienen via een
register te worden opgeslagen. In
bepaalde gevallen kan de staatsse
cretaris van landbouw en visserij, in
overeenstemming met de betrokken
bewindslieden, ontheffing op het
bovenstaande verlenen.
heer ing G. Slob worden de vee
houders op Schouwen-Duiveland
en Oost Zuid-Beveland verzocht,
in dringende gevallen kontakt op
te nemen met de heer ing. R. van
der Meer (01186-1512) en de
veehouders op Tholen/St.Phi
lipsland met de heer J.M.J. van
Aerts (01155-1980).
Aan de opvolging van beide
voorlichters wordt thans gewerkt,
zodat de hoop gerechtvaardigd is
dat het werk in voornoemde
rayons spoedig door een eigen
bedrijfsvoorlichter uitgevoerd
kan worden.
CAR Goes, de consulent,,
ir. L.Th J.M. de Wit
Geef het beste ruwvoer aan de hoog produktieve dieren.
11