Bedrijfsverzorging in
Zeeuws-Vlaanderen
KIMLC kommentaar
over geld
en goed
Ouderlijke boedelverdeling.
Vraagtekens
«te
Hoe gaan we de zaken regelen met de
bedrijfsopvolger (VI) De maatschap
Landbouwschap bezorgd over
dreigend handelsconflict met VS
Produktschap voor
Pluimvee en Eieren
verontrust over
keuringskosten
Prijsverhoging
Indien de zoon die door het overne-
mingsbeding of verblijvensbeding ei
genaar wordt van de onroerende goe
deren voor stel de agrarische waarde,
dan wordt vaak een zogenaamde ver-
vreemdingsbeding of meerwaarde
clausule opgenomen in het maat-
schapskontrakt. Hierin wordt be
paald, dat de meerwaarde, dus het
verschil tussen verkrijgings- en ver
koopwaarde, die wordt verkregen in
dien de onroerende goederen zouden
worden verkocht, gedeeld moet wor
den met de broers en zusters na aftrek
van de bepaalde overnamekosten, de
kosten van aangebrachte verbeterin
gen en de eventueel op de meerwaar
de drukkende belasting. Dit ver-
vreemdingsbeding is meestal voor een
periode van 10 jaar van kracht. Dit
beding treedt niet in werking indien
de opbrengst bij verkoop wordt aan
gewend voor de aankoop en/of ver
krijging van een ander agrarisch be
drijf.
De fiskus en de maatschap
Een maatschap of firma heeft geen
rechtspersoonlijkheid, zij vallen niet
omder de vennootschapsbelasting.
Een maatschap of firma verkeert fis-
kaal gezien in dezelfde positie als die
van een eenmanszaak.
Bij de oprichting van een maatschap
of firma kunnen zich bijzondere fis-
kale problemen voordoen met be
trekking tot de inbreng. Goed over
leg daarover met uw boekhouder is
onontbeerlijk.
Bij het uittreden van een of meerdere
firmanten bij overlijden of liquidatie
is overdrachtswinst, overlijdenswinst
c.q. liquidatiewinst verschuldigd
over de meerwaarde van hun firma
kapitaal. Hierbij speelt het voorbe
houd van stille reserves een belang
rijke rol.
Of de zoon W.I.R. krijgt bij de op
name in het bedrijf, zal van het vol
gende afhangen: er moet sprake zijn
van een zakelijke transaktie, van het
aangaan van een verplichting en be
taling dan wel schuldige erkenning.
Indien vader uittreedt uit de maat
schap kan dit leiden tot desinveste-
ringsbetaling.
Konklusie
De maatschap is als vorm van gelei
delijke bedrijfsoverdracht een aanbe
velenswaardige methode. Men kan
middels de maatschap rechtszeker
heid verkrijgen wat betreft de opvol
ging als het bedrijf gezond is, is er een
goede mogelijkheid van vermogens
vorming in het bedrijf.
Wellicht heeft dit onderdeel van deze
artikelenserie er toe bijgedragen om
voor uw situatie eens een nader ges
prek over de maatschap te vragen. De
S.E.V.-ers van uw organisaties zijn
hiertoe altijd bereid.
J. Markusse
Ook afgelopen jaar is weer veel geschreven en gesproken over de
Bedrijfsverzorgingsdienst. Omdat toetreding in de novembermaand in
Zeeuws-Vlaanderen kan gebeuren zonder het extra-entreegeld te
moeten betalen, leggen we nog eens even uit hoe de Bedrijfsverzor
gingsdienst in Zeeuws-Vlaanderen werkt.
Hulpverlening
a. Als u in november lid wordt, komt
u direkt in aanmerking voor hulp
bij ziekte en ongeval tegen het
normale tarief van 165,— per
dag van 8 uur. Na 1 januari
daaropvolgend kunt u dan ge
bruik maken van de zogenaamde
reduktieregeling. Dat betekent
dat u bij ziekte of ongeval, na 3
werkdagen (of 24 werkuren) be-
drijfshulp tegen normaal tarief,
korting krijgt van 12,— per uur
voor de eerstvolgende 496 uur
hulp en 15.— per uur voor de
volgende 1560 uur dat u een be-
drijfsverzorger nodig heeft.
b. Als u tussentijds (dus niet in no
vember) toetreedt, heeft u ook di
rekt recht op hulp tegen normaal
tarief. Voor de reduktieregeling
geldt dan echter een wachttijd
van 3 maanden. Tevens bent u
dan het eenmalige entreegeld
verschuldigd.
Kontributies 1982
Een bed rij fslid maatschap kost
200,— per jaar. De reduktierege
ling kost 35,— per jaar per deelne
mend persoon. Een maatschap be
taalt voor de extra administratiekos
ten 30,— per jaar meer. Voor een
meewerkende echtgenote wordt
75,— normale kontributie in reke
ning gebracht.
Het eenmalige entreegeld bij tussen
tijdse toetreding kost 300,— per
bedrijf voor de normale kontributie
en 175,— per persoon bij deelname
aan de reduktieregeling.
Overige mogelijkheden
Verder bestaan er nog mogelijkhe
den om bedrijfshulp tegen geredu
ceerd tarief 10 tot 15 korting per
uur) te krijgen bij deelname aan
dagkursussen of bij vakantie. Voor
de mensen die mee willen doen aan
meerdaagse kursussen en die ver
vangen moeten worden is dit een
goede mogelijkheid om dat toch te
kunnen. Bijvoorbeeld: Topkader- en
E.V.T.O.-kursus. Denk er wel om dat
u dit zeker 1 maand van te voren
aanmeldt.
Maak gebruik-van deze regelingen
en meldt u nog in november aan en
bespaar 475,— entreegeld.
Dek het risiko in dat uw bedrijf niet
kan doordraaien als u zelf door
ziekte of een ongeval niet kunt wer
ken en er geen vakkundige vervan
ging te krijgen is.
Opgave voor Zeeuws-Vlaanderen bij
de sekretaris: C.R.E. Cornelissens,
Cambronstraat 7, 4581 RT Vogel
waarde. Telefoon: 01140-12108.
Bij de kabinetsformatie-besprekin
gen zou overwogen zijn de rijksbij
drage in de keuringskosten van
pluimvee te beëindigen. Deze bijdra
ge bedroeg 50% van de kosten.
In een telegram aan de minister heeft
het Produktschap daarover, bij mon
de van zijn voorzitter, daarover zijn
verontrusting uitgesproken.
Hij wijst erop dat in de pluimvee-
sektor de eerste twee faillissementen
reeds zijn uitgesproken.
Een verzwaring van de lasten kan
voor de bedrijfstak desastreuze ge
volgen hebben.
Met de koudere periode in aantocht
zijn de basis-kontraktprijzen voor de
kuikenmesters reeds verlaagd en of
men de huidige prijs zal kunnen
handhaven is een open vraag.
Daarbij is het aksepteren van de
kontingentering van de invoer van
tapioka een extra bedreiging, omdat
deze zal leiden tot hogere voerkosten
en daarmee hogere kostprijzen van
de produkten, ook van de pluimvee
houderij.
Illustratief is dat in september de
prijs van panklare braadkuikens
voor levering naar Duitsland 50 cent
per kg lager waren dan vorig jaar.
Voor de z.g. grillklare kuikens be
droeg het prijsverschil 15 cent per kg.
In veel testamenten treft men de zogenaamde ouderlijke boedelverde
ling aan. Dit betekent dat alle tot de nalatenschap behorende zaken,
onder de verplichting alle schulden te betalen worden toebedeeld aan de
langstlevende ouder. Deze krijgt alsdan slechts een schuld in geld aan
de kinderen voor het hun toekomende erfdeel.
Dit systeem van testamentaire ver
deling heeft het voordeel dat bezit
tingen in één hand komen (blijven)
en niet onverdeeld eigendom worden
van alle erfgenamen. Wat tot gevolg
zou hebben dat meerdere erfgena
men aanspraken kunnen maken op
afzonderlijke bezittingen. Met name
bij ondernemingen die "tot de nala
tenschap behoren kan dit tot moei
lijkheden aanleiding geven bij ver
schil van inzicht bij de erfgenamen
omtrent de voortzetting. Het in één
hand komen van de eigendom van
de onderneming verdient daarbij de
voorkeur omdat eenheid in leiding
het meeste kans op ongestoorde
voortgang zal bieden. Daarenboven
geeft deze testamentaire bepaling
ook aan de langstlevende ouder nog
de beste mogelijkheid om voldoende
inkomen te behalen om in eigen le
vensonderhoud te voorzien. Daar
mee wordt dan voldaan aan de ver
zorgingsplicht welke tussen echtge
noten van kracht is.
Het te naam stellen van de bezittin
gen op de langstlevende ouder zal op
éénvoudige wijze kunnen plaatsvin
den. Alleen voor zover onroerend
goed tot de nalatenschap behoort zal
een notariële akte opgemaakt moe
ten worden. De overgang van de ei
gendom van het onroerend goed
heeft in dit geval geen heffing van
overdrachtsbelasting tot gevolg. Bij
een gewone eigendomsoverdracht
van onroerend goed is 6% over
drachtbelasting verschuldigd. Bij een
scheiding en deling van een nalaten
schap, waarin onroerend goed in
onverdeelde eigendom is begrepen,
is evenwel een vrijstelling van kracht
waardoor deze belasting niet kan
Nu de nieuwe regeerploeg geformeerd
is en op 22 november de regeringaver-
klaring aan het parlement zal worden
voorgelegd, kunnen we een eerste ba
lans van deze formatie opmaken. Het
is uiteindelijk een redelijk snelle for
matie geworden, 'die toch tegen het
eind nog al wat spanningen met zich
meebracht. Op een aantal punten is
daarbij het ontwerpregeeraccoord nog
enigszins bijgesteld, zodat er met na
me wat meer mogelijkheden zijn ge
creëerd om met bezuinigingen tussen
departementen te schuiven. Voor het
ministerie van Landbouw zijn de be
zuinigingen voor 1983 grotendeels te
ruggedraaid. Voor 1984 tot en met
1986 blijven er evenwel onaanvaard
bare voorstellen op tafel liggen, die
zelfs als ze op het minimum-niveau
van 60 procent worden uitgevoerd, tot
een onverantwoorde ondermijning van
de kern van het landbouwbeleid zullen
leiden. Het invullen van de namen bij
ministerposten en die van staatssecre
tarissen gaf het nodige geschuif en liet
somtijds verrassende uitkomsten zien.
Het resultaat is dat minister Braks
uiteindelijk weer, na een jaar afwe
zigheid, terugkeert. We zullen hem
zeker positief benaderen in de weten
schap dat wij gedurende zijn vorige
ministerschap een aantal belangrijke
zaken in goed overleg hebben kunnen
realiseren. Het zal er vooral op aan
komen dat hij binnen het kabinet vol
doende ruimte weet te creëren voor een
beleid gericht op het zelfstandig agra
risch bedrijf. Het zelfstandigenbeleid
zal daarbij duidelijker gestalte dienen
te krijgen dan onder het vorige kabinet
van CDA en VVD het geval was. Me
dunkt, dat minister Braks dan ook wat
sterker zijn aandacht op het nationale
beleid zal dienen te richten; al blijft
natuurlijk een zorgvuldig manouvre-
ren in Brussel van groot belang.
Als een volslagen verrassing kwam
vervolgens de bekendmaking van de
benoeming van de heer A. Ploeg tot
staatssecretaris van Landbouw. Dit
leek in eerste aanleg vooral verband te
houden met het onderbrengen van na
tuurbehoud en openluchtrecreatie bij
het ministerie van Landbouw. Het is
een besluit waar wij zeker positief
tegenover staan, omdat daarmee meer
evenwicht in de belangenafweging dan
tot nu toe vaak het geval was, tot de
mogelijkheden gaat behoren. Tak-
tisch leek het verstandig dit beleid on
der de hoede van een afzonderlijke,
neutrale staatssecretaris te brengen.
Daarom ook zet ik wat vraagtekens bij
de taakverdeling die uiteindelijk tus
sen de minister en staatssecretaris tot
stand is gekomen. Bij deze verdeling
houdt de minister natuurbeheer aan
zich, maar worden delen uit het land
bouwbeleid, zoals de landinrichting en
kwaliteitsbeheer naar de staatssecretaris
toegeschoven. Daardoor ontstaat
mijns inziens een nogal ingewikkelde
en maar weinig functionele taak. Juist
op het gebied van de landinrichting
ook wat het kwaliteitsbeheer betreft,
zouden we het volle gewicht van de
minister zelf wel eens hard nodig
kunnen hebben. Al met al zetten wij
dus toch nog wel wat vraagtekens bij
de personele invulling. Bovendien is er
de levensgrote vraag naar wat concrete
doorwerking van het regeeraccoord
naar de landbouwbegroting voor de
komende jaren.
Luteijn
Het bestuur van het Landbouwschap is ernstig bezorgd over de groei
ende kans op een agrarische handelsoorlog tussen de Europese Ge
meenschap en de Verenigde Staten. Verschillende leden spraken hun
overtuiging uit, dat een dergelijk handeiconflict alleen maar verliezers
zal opleveren.
De boeren in de Europese Gemeen
schap zullen voor het seizoen
1983/1984 een prijsverhoging moe
ten hebben van 6 a 7%. Dit is het
voorlopige resultaat van de zoge
naamde "objectieve methode", die
jaarlijks in Brussel wordt gehanteerd
om de verhoging te berekenen, die
voor de boeren noodzakelijk is. Vol
gens prof. dr. F.W.J. Kriellaars,
voorzitter van de commissie Buiten
land en Integratie van het land
bouwschap' is die prijsaanpassing
aan de betrekkelijk lage kant. Dit
komt volgens hem vooral door de
verminderde inflatie in de Europese
Gemeenschap en de vrij forse prijs
verhogingen. - gemiddeld rond 10% -
van de laatste twee jaar.
Tijdens de openbare bestuursverga
dering van het Landbouwschap op 3
november j.l. in Den Haag zei Kriel
laars, dat de financiering van het
EG-landbouwbeleid dit jaar geen
grote problemen geeft. Volgend jaar
ligt dat aanzienlijk moeilijker. Als
oorzaken daarvan wees hij op de
verslechterde marktsituatie van en
kele produkten (zuivel en granen),
de nog vast te steller* prijsaanpassirig
en een oplossing van de Engelse bij-
dragekwestie aan de EG.
worden geheven. Daarbij is het dan
wel noodzakelijk dat overeenkom
stig het testament wordt gehandeld,
omdat anders de vrijstellingsbepa
ling niet mag worden toegepast.
Dit ondervonden de erfgenamen van
een in 1979 overleden vrouw, die bij
testament alle bezittingen toedeelde
aan haar man onder de verplichting
aan de kinderen uit te keren de zui
vere waarde van hun erfdeel. De
erfgenamen hebben de nalatenschap
aanvaard. Bij de scheiding en deling
van de nalatenschap wordt echter, in
afwijking van het testament, het on
roerend goed in blote eigendom toe
bedeeld aan de kinderen onder le
venslang vruchtgebruik ten behoeve
van de vader.
De inspecteur was van mening dat
door deze afwijking van het testa
ment de vrijstellingsbepaling voor de
overdrachtsbelasting niet van toe
passing was. Hij vond daarbij de
Hoge Raad aan zijn zijde. Dit college
bepaalde dat in het kader van de
ouderlijke boedelverdeling zoals dit
door de erflater tot stand is gebracht,
de erfgenamen geen andere verde
ling kunnen bewerkstelligen. Dat dit
meebrengt dat de andere verdeling
zoals deze tot stand is gekomen in
feite een gewone overdracht tussen
de vader en de kinderen betekent. En
dus ook aanleiding geeft tot de hef
fing van de 6% overdrachtsbelasting.
Het is daarom in voorkomende ge
vallen beter de omschrijving van de
ouderlijke boedelverdeling in het
testament uit te breiden met de be
paling dat alleen die bezittingen naar
de achterblijvende echtgenoot zullen
gaan, die hij zal verkiezen. Op deze
wijze staat niet bij voorbaat vast
waar het onroerend goed naar toe zal
gaan en kan achteraf alsnog een
keuze worden gemaakt met behoud
van de vrijstelling. Ik raad U aan Uw
testament er nog eens op na te lezen
om te voorkomen dat Uw erfgena
men achteraf worden verrast met een
heffing van overdrachtsbelasting die
niet bedoeld was.
Veerbeek