Ontsluiting van vlas met
enzymen biedt goed
perspektief voor vlasteelt
De bewaring van zaaiuien
vraagt nu extra aandacht
Probleem dubbele steun
voedererwten opgelost
Uit onderzoek van Wageningse ingenieurs blijkt:
Produktie gedaald
Biotechnologisch
Droog maken
Niveau zaaizaadsteun op voedererwten
en veldbonen niet reeël
Om uit vlas linnen te maken moet
de houtpij p van de stengel los
-gemaakt worden van de vezel en
de schors. Dat gebeurde tot nu
toe door de vlasstengels na het
oogsten op het veld te laten liggen
("dauwroten") of door ze in bak
ken met warm water te laten
broeien ("waterroten"). Ontslui
ting van vlasvezels door middel
van een mengsel van enzymen
blijkt nu goede mogelijkheden te
bieden. Enzymatische behande
ling van vlas kan een flinke be
sparing van arbeidstijd en/of
energie opleveren.
Deze konklusies trekken ir. D.M.
van der Sar en ir. M. van Hoorn
uit een voorstudie waarvoor zij
tijdelijk gastvrijheid genoten bij
de vakgroep levensmiddelen
technologie van de Landbouw
hogeschool. Daar heeft men
reeds aanzienlijke ervaring met
polysaccharidensplitsende enzy
men. De Wageningse ingenieurs
hebben hoge verwachtingen van
hun enzymatisch procédé, dat
volgens hen in geoptimaliseerde
vorm een nieuwe impuls zou
kunnen geven aan de in ons land
vrijwel uitgestorven vlasverwer-
kende industrie. Het enzymati
sche proces kan in kontinu-vorm
uitgevoerd worden en de beheer
sing van de produkt-kwaliteit
lijkt goed mogelijk. Het afvalwa
ter dat overblijft stinkt niet en is
door zijn hoog suikergehalte ge
schikt voor vergisting tot biogas.
In het licht van dit perspektief
zou de verbouw van vlas voor de
Nederlandse boer veel aantrek
kelijker kunnen worden; vlas is
zeer geschikt als "vierde" gewas
in de reeks aardappelen, bieten,
granen. Momenteel wordt de
Nederlandse vlasteelt (o.a. in
Zeeland en de IJsselmeerpolders)
kunstmatig op de been gehouden
met zware EEG-subsidies, al
thans voorzover er in ons land nog
van vlasteelt sprake is: is het to
tale vlasareaal op de wereld sinds
het begin van de jaren-70 onge
veer gelijk gebleven (ca. 1,5 mil
joen ha), in Nederland liep het
oppervlak voor vlasbouw tussen
1963 en 1981 terug van 27 dui
zend ha tot minder dan 3 duizend
ha. Ook de verwerking tot linnen
is praktisch uit ons land verdwe
nen. Naast België en Frankrijk is
vooral de Sovjet-Unie een be
langrijke vlas- en linnenprodu
cent.
Van der Sar en Van Hoorn, die
voor de uitwerking van hun bio-
technologische methode subsidie
bij de overheid hebben aange
vraagd, onderstrepen het innova
tieve karakter van hun plan en
wijzen erop dat de belangstelling
bij de konsument voor (modieu
ze) linnen kleding en andere lin-
nenprodukten (behang, vloerbe
dekking, tassen) sterk aan het
groeien is. Net als katoen lijkt
vlas als natuurlijke grondstof een
rol te kunnen spelen als alterna
tief voor de kunstvezel uit de
chemische industrie. Linnen
neemt vocht op en is tegelijk
luchtig: warm in de winter en
koel in de zomer. Volgens Van
der Sar en Van Hoorn hoeft de
invoering van hun enzymatisch
rootproces geen problemen op te
leveren omdat het aansluit bij de
bestaande struktuur van de vlas-
verbouw en -verwerking en de
daarbij gebruikte machines.
Het benodigde mengsel van zo
genaamde pectolytische enzymen
wordt samengesteld uit bestaan
de preparaten die door de indus
trie uit bakteriën en schimmel-
kultures gewonnen worden. Bij
een optimale beheersing van de
(condities van het ontsluitings
proces blijven de enzymen over
lange tijd werkzaam. In tegen
stelling tot de konventionele
rootmethodes is de enzymatische
werkwijze veel gerichter: de en
zymen werken alleen in op de
"lijmstoffen" (pectines) zodat het
houtgedeelte los komt van de
linnengrondstof zonder verdere
kwalitatieve of kwantitatieve
verliezen.
Bij de vlasbewerking worden tot nu toe 2 methoden toegepast nl. dauwroten
algemeen toegepast in Frankrijk) en waterroten (wordt toegepast in Nederland
en België). Naast dauwroten (onderste foto) en warmwaterroten (bovenste foto)
is er nu dus een derde methode gevonden. De vlaswereld wacht gespannen af hoe
deze nieuwe methode in de praktijk uit gaat pakken!
De kwaliteit en de kleur van de zaai-uien is dit jaar zeer goed, hetgeen
voor de afzet een gunstig perspektief biedt. Voorts de snelle en regel
matige afrijping van het gewas en het goede weer in september hebben
hiertoe in gunstige zin bijgedragen. Om die reden is dit jaar vrij alge
meen een snelle oogstmethode toegepast. Een produkt echter wat on
der dergelijke omstandigheden is geoogst vraagt desondanks veel zorg
bij de bewaring.
Vooral een snelle droging direkt na
het inbrengen was noodzakelijk om
bij verdere bewaring een goede
kwaliteit te behouden. Niet alleen
moet het produkt uitwendig droog
aanvoelen maar vooral van belang is
dat de hals inwendig ook droog is.
Wanneer aan de droging te weinig
aandacht is besteed zal tijdens de
bewaring gemakkelijk broei optre
den, hetgeen kwaliteits- en kleurver
liezen tot gevolg heeft.
Reeds nu blijkt dat in verschillende
partijen de kwaliteit van de uien snel
achteruitgaat. De oorzaak hiervan is
meestal een gevolg van onvoldoende
droging met opgewarmde lucht en te
weinig ventileren tijdens het begin
van de bewaring. Indien aan derge
lijke partijen nu niet de nodige aan
dacht wordt besteed zal de gunstige
kwaliteit van het geoogste produkt
tijdens de bewaring snel achteruit
gaan.
Partijen die niet voldoende droog
zijn, zijn te herkennen aan:
- het vochtig aanvoelen van de
uien in de bovenlaag
- het nog vochtig zijn van de hal
zen, hetgeen te konstateren valt
wanneer bij wrijving tussen duim
en wijsvinger de hals nog rolt
- de scherpe geur die waarneem
baar is wanneer de ventilator
aangezet wordt
De vraag is nu wat er op dit moment
met dergelijke partijen moet gebeu
ren. Een eerste vereiste is dat de uien
zo snel mogelijk droog worden ge
maakt. Aangezien de meeste uien al
langer dan een maand opgeslagen
zijn is droging met opgewarmde
lucht af te raden. De hierdoor ont
stane hoge temperatuur in de partij
kan een nadelige invloed hebben op
de kwaliteit. Daarom is het drogen
nu alleen mogelijk met buitenlucht.
Hierbij dient zolang kontinu geven
tileerd te worden tot de uien geheel
droog zijn. Vooral de halzen moeten
inwendig helemaal droog zijn zodat
ze niet meer tussen duim en wijsvin
ger rollen. Afhankelijk van de voch
tigheid van het produkt en de weers
omstandigheden zal 1 a 2 weken
kontinu ventileren noodzakelijk zijn.
Na de droogperiode moet de tempe
ratuur geleidelijk naar beneden tot
dat de gewenste bewaartemperatuur
is bereikt. Daarom moet steeds ge
ventileerd worden wanneer de bui
tentemperatuur 2 graden C lager is
dan de temperatuur in de partij.
De beste resultaten worden bereikt
wanneer zoveel mogelijk 's nachts of
in de vroege morgenuren wordt ge
ventileerd. Het aantal ventilatie-uren
tijdens het koelen wordt o.a. bepaald
door de hoedanigheid van het pro
dukt, de kapaciteit van de ventilato
ren en de weersomstandigheden. Als
vuistregel wordt aangehouden dat per
week gemiddeld 25 uur moet worden
geventileerd. Dit betekent per week
minstens drie nachten ventileren.
SNUiF,
Ing. D. Hooghiemstra
Voor de uien de bewaarplaats in gaan, moeten ze goed droog zijn..
Aan het probleem van dubbele steun op voedererwten en veldbonen lijkt
een eind gemaakt te zijn, door het opnemen van de bepaling in Veror
dening (EEG) 2036/82, dat een partij niet in aanmerking mag worden
gebracht voor de "eiwitsteun" op erwten, tuin- en veldbonen, indien deze
in aanmerking is gebracht voor de zaaizaadsteun. Of deze steun het
beoogde resultaat heeft, moet volgend jaar kunnen worden afgeleid uit
de totale gecertificeerde en voor de zaaizaadsteun in aanmerking ge
bracht hoeveelheden voedererwten en veldbonen in het Verenigd Ko
ninkrijk.
Een en ander blijkt uit mededelingen die aan de orde komen op de
openbare bestuursvergadering van het produktschap voor landbouw-
zaaizaden 1 november a.s.
Aangenomen, dat dit probleem van dubbele steun nu is opgelost, is het
thans opportuun, dat bekeken wordt, of het niveau van de zaaizaad
steun reëel is. Berekening hiervan door de Nederlandse Kwekersbond
heeft doen blijken, dat dit niet het geval is.
De Commissie Marktordening meent, dat het onder de huidige om
standigheden legitiem is deze constatering aan de orde te stellen. De
overheid wordt verzocht dit standpunt te willen verdedigen in het raam
van de prijzenronde 1983, waarbij de zaaizaadniveau's van 1984 en
1985 ter discussie staan. Zo mogelijk zou ook een tussentijdse aanpas
sing van het steunniveau in 1983 moeten worden overwogen.
5