Rundveeverbetering krijgt extra aandacht in West-Brabant 23e Nederlands Nationaal Kaaskeurconcours De uniformiteit van de vleeskwaliteit zal minder worden Invloed H. F. -stieren: Nieuw kwarkprodukt Europese Commissie contra Milk Board Structuur Duitse mengvoederindustrie Effekt merkbaar Voorkoming achteruitgang De rundveeverbetering staat de laatste jaren in grote belangstelling bij de veehouders. Dit uit zich in de massale bezoeken aan belangrijke fokveedagen of demonstraties van dochtergroepen van stieren. Met als absoluut hoogtepunt de ruim 30 duizend bezoekers aan "Landbouw '82" op de Flevohof. Maar ook de bezoekdagen van K.I.-verenigingen en vergaderingen van fokkers— clubs, studieverenigingen etc. genieten op dit moment veel belangstelling. C.A.R. Zevenbergen, Spec. Rundveeverbetering, Ing. H. Wismans Steeds meer dringt het HF-bloed door in de aderen van onze melkveestapel. De reden: een grotere melkproduktie. Het is duidelijk dat veeverbetering niet meer alleen weggelegd is voor een selekte groep "fokkers", Nee, el ke veehouder die bewust op zijn be drijf bezig is, doet aan fokkerij. Naast deze grote belangstelling voor de veeverbetering zien we echter ook dat de veehouder min of meer over spoeld wordt door informatie vanuit rundveehouderij- en veeverbete- ringsorganisaties. De ontwikkeling en introducering van kengetallen heeft de laatste jaren aan de lopende band plaatsgevonden. Denk hierbij maar aan Bedrijfs Standaard Koe (B.S.K.), laktatiewaarde (l.w.), koe index, stierindex, netto melkgeld etc. Wil men van deze kengetallen ten volle profijt trekken, dan is het be langrijk, dat deze worden begrepen, maar vooral ook goed worden ge bruikt. Omdat ook de voorlichtingsdienst overtuigd is van de vele voordelen die deze kengetallen de veehouders kunnen geven, wordt dit wintersei zoen door het C.A.R. Zevenbergen hieraan extra aandacht besteed; met veel sukses heeft C.A.R. Tilburg dit reeds afgelopen winterseizoen ge daan. Door C.A.R. Zevenbergen zul- met medewerking van studieklubs en fok- en kontroleverenigingen in het werkgebied van elke bedrijfsvoor- lichter rundveehouderij twee bijeen komsten georganiseerd worden. Op de eerste bijeenkomst zullen vooral de kengetallen van de melkkontrole zoals B.S.K., l.w. en koe-index be handeld worden. De tweede bijeen komst zal geheel gewijd worden aan de stierkeuze. Melkproduktie in Noord-Brabant In tabel 1 zien we het produktiever- loop van de zwartbonte koeien in Ne derland en Noord-Brabant. De pro- duktiestijging in grammen vet en ei wit per dag was in de jaren zestig maar gering. De grote uitwendige veranderingen op de bedrijven in de jaren zeventig heeft de produktie per koe snel doen stijgen. Deze vooruit gang is vooral gekomen door de lig- boxenstallen, het voeren van meer krachtvoer, betere graslandverzor ging enz. Nu deze ontwikkelingen enigszins stilstaan, zal de produktie- vooruitgang in de jaren tachtig vooral gehaald moeten worden uit een betere erfelijke aanleg van de koeien. Tabel 1 Gemiddelde produktie van de zwart bont koeien in Nederland en Noord- Brabant in grammen vet en eiwit per dag. Jaar Nederland Noord- Brabant 1960 1.025 989(10) 1970 1.086 1.070 8) 1975 1.197 1.188 6) 1980 1.325 1.304 9) 1982 1.349 1.349 6) Provincie-rangorde Zien we in tabel 1 de grote vooruit gang in produktie bij de zwartbon ten, dan dient hierbij meteen ver meld te worden dat de produktiestij- ging van de roodbonten hier bij niet achterbleef. Naast deze stijging in produktie is er ook een enorme toename van het aantal koeien dat gekontroleerd wordt door de melkkontrole. In 1970 werd nog maar 50% van de koeien in Noord-Brabant op produktie gekon troleerd. Dit percentage liep in ruim 10 jaar tijd op met 20 procent en ligt nu al op bijna 71 procent. De stier is de halve veestapel! De deelname aan K.I. is in Noord- Brabant al altijd vrij hoog geweest. Maar vooral de laatste jaren zien we het aantal bedrijven dat met een ei gen stier werkt steeds geringer wor den. De produktie- en exterieurverer- vingsgegevens van de K.I.-stieren worden door de aanpassingen van de berekeningsmethoden steeds be trouwbaarder. Door het aanbod van zeer goed ve rervende K.I.-stieren is het bijna on verantwoord om hiervan geen ge bruik te maken. Het gericht gebrui ken van de stieren vindt in de prak tijk evenwel nog te weinig plaats. De meeste veehouders realiseren zich te weinig dat erfelijke vooruitgang in de veestapel alleen mogelijk is door intensief gebruik te maken van de stieren met een zeer hoog netto melkgeld. Al deze zaken die met fokkerij te maken hebben, zullen uitgebreid op de twee voorlichtingsbijeenkomsten behandeld worden. Het bijwonen van deze bijeenkomsten moet daarom ook door iedere veêhouder, die bij de tijd wil blijven, als een noodzaak ge zien worden. Het grootste gedeelte van de produktie van rundvlees in Nederland is afkomstig van vaarzen en melkkoeien, die uitgestoten worden door de melkveehouderij. De ekonomische verhouding tussen "melk en vlees" doet de melkvee houders steeds meer in een melktypische richting gaan, waarbij de laatste tijd in toenemende mate gebruik gemaakt wordt van HF oftewel Holstein-F riesian-stieren. In 1975 werd 1,2% van de eerste inseminaties bij melkkoeien uitgevoerd met sperma van HF-stieren. In 1980 was dat reeds 10,7% en in 1981 reeds 22,9%. (Joto: A b Westerbeek.) Vrijdag 15 oktober werd in Tilburg voor de 23e keer het Nederlands Nationaal Kaaskeurconcours gehouden. Minister van Landbouw en Visserij drs. J. de Koning, reikte samen met de heer G. Kaper de prijzen uit. Er waren dit jaar 10 winnaars voor de Bronzen Medaille die in punten totaal tussen de 227 tot 231 behaalden. Bijgaande foto geeft de winnaars tesamen met Minister de Koning en kaasmeisjes weer. De winnaar van de Zilveren Medaille is geworden de heerJ. Reeuwijk uit Zoetermeer. Hij behaalde 233 punten. En dan tenslotte de winnaar van de GOUDEN KAASBOOR 1982. Hij viel nog nooit eerder in de prijzen maar dit jaar behaalde hij 236 punten. Het is de heer W.S.M. de JONG uit Hank die de Gouden Kaasboor krijgt omgehangen. Sinds deze week wordt de Neder landse consument geconfronteerd met een nieuw zuivelprodukt. Hoewel verpakt in een kuipje staat het in de winkel niet bij de overige zuivelpro- dukten, maar bij de gele sauzen als mayonaise, slasaus of fritessaus. Mi- nonaise, een op kwarkbasis gemaakte gele saus, is dan ook bedoeld als een vervanger voor deze produkten. Het wordt op de markt gebracht door Co- berco Zuivel. Calorie - arm De nieuwste ontwikkeling in het "innoverend bezig zijn", zoals de Coberco-directie het uitdrukt, is de ontwikkeling van een gele saus op kwarkbasis. Twee jaar geleden is het centrale research-laboratorium in Deventer daarmee begonnen. De Minonaise bevat 49 procent zachte magere kwark. Het vetpercentage is slechts 20,7, zodat het nieuwe pro- dukt calorie— arm is. De smaak is zacht en zuiver dankzij de verwerkte kwark. Minonaise kan woden gebruikt bij sla, salades, snacks, of frites, maar ook als dipsaus of bij barbecue of fondue is het geschikt. Daar in de kwarkfabriek in Borne alleen wordt afgeuuld in kunststof kuipjes, wordt ook de Minonaise in deze verpak king geleverd. Mede hierdoor zal het produkt zich onderscheiden van de concurrenten, de andere gele sauzen, zo meent Coberco. De Europese Commissie zal tegen de Britse Milk Marketing Board een procedure aanspannen om een einde te maken aan het tweeprijzensysteem voor melk, zoals dat door de Board gehanteerd wordt. Dit tweeprijzen systeem bemoeilijkt de afzet van zuivel naar Groot-Brittannië door de andere partnerlanden. Met aantal mengvoederfabrikanten met een produktie van meer dan 250 ton per jaar is in de periode 1975/76 tot 1980/81 in Duitsland met 27 of 3% gedaald tot 881 bedrijven. De produktie van mengvoeders is in die periode gestegen met 4.273.000 ton tot 17.200.000 ton gestegen, een toename van rond één derde. De produktie in de kleinere bedrij ven daalde, terwijl in de grotere be drijven de produktie steeg, goeddeels naarmate de bedrijven reeds groot waren. In 1980/81 vond ruim 72% van de totale mengvoederproduktie in Duitsland plaats in 81 bedrijven of 8,2% van het totaal aantal bedrijven. Deze 81 bedrijven vielen in de kate- gorie van 50.000 ton en meer pro duktie per jaar. In 1975/76 was het aandeel van deze kategorie ongeveer 67,4%. Het gebruik van dit HF-sperma be treft voornamelijk de zwartbonten, doch ook bij MRY bestaat daarvoor thans belangstelling. In vergelijking met de stieren van Fries-Hollandse afstamming (FH) geven de dochters van HF-stieren gemiddeld aan aan zienlijk hogere melkproduktie. Daar staat echter tegenover dat de geschiktheid voor vleesproduktie veel slechter is. Op de melkveebedrijven is 70 tot 80% van de inkomsten afkomstig van de melk en 20 tot 30% van het vlees. Bij een gelijkblijvend zuivelbeleid zal een verdere verschuiving in de richting van melk plaatsvinden. De gevolgen van deze ontwikkeling zijn reeds nu merkbaar in de kalver- mesterij en het mag worden aange nomen dat op iets langere termijn ook merkbaar zal worden in de kwaliteit van de aangeboden slacht- runderen, met name van koeien, vaarzen en vleesstieren. Met betrekking tot de nuchtere kal veren kan worden opgemerkt dat deze gemiddeld voor de mesterij minder geschikt zijn. Vrouwelijke kalveren met HF-afstamming heb ben voor de melkveehouderij echter een grotere waarde. Tot nu toe waren de Nederlandse gemeste kalveren in vergelijking tot het buitenland vrij uniform van kwaliteit wat een pluspunt was. In de toekomst zal dit in mindere mate het geval zijn. Het Produktschap voor vee en vlees dat over deze kwestie een nota opstelde, heeft meegedeeld dat van uit de onderzoekgroep Vlees en Vleeswaren binnen kort een aan tal projekten met betrekking tot de kalvermesterij zullen worden voor gelegd aan het bestuur van dat schap. Dat betreft o.a. een wijziging in de klassifikatie van karkassen van ge meste kalveren. Als mogelijkheid om een achteruit gang in de geschiktheid voor vlees produktie te kompenseren noemt de nota van het Produktschap het krui sen van vleesrassen van dat gedeelte van de melkkoeien waarvan geen nakomelingen worden aangehouden voor het in stand houden van de veestapel. Het kruisen met vleesrassen heeft weinig opgang gemaakt in Neder land, mede door geboortemoeilijk heden. Overigens zijn gunstige ervaringen opgedaan met Piemontesestieren uit Italië. Door 14 K.I. verenigingen wordt gebruik gemaakt van dit ras. In de praktijk wordt voor Piemontese kruislingskalveren ca. 2 per kg le vend meer betaald dan voor zwart bonte en roodbonte kalveren. Ook voor de stierenmesterij biedt deze uitweg mogelijkheden, zij het dat het uitgangsmateriaal een grote re verscheidenheid in kwaliteit te zien zal geven dat tot nu toe. vdW.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 8