Preikommissie N.T.S. Bestuur NTS besprak rapport managementnivo in tuinbouw Afscheid ir. C. Dorsman van het IVT Jaarverslag proefstation voor de fruitteelt over 1981 verschenen Afzet vollegrondsgroenten vindt konkurrentie in volkstuinen Preikrat Bedrijfsregistratie Onderzoek opkweek Terugtreding J.Liefferink Enkele weken geleden is een studie gereed gekomen van de Werkgroep Management Ontwikkeling (WMO). Daarin is onderzocht hoe het staat met het ondernemerschap op de tuinbouwbedrijven. Er worden een aantal aanbevelingen gedaan om het ondernemerschap te verbete ren. In de werkgroep zaten vertegenwoordigers van overheid, onder zoek, onderwijs, voorlichting en tuinbouw zelf. In het rapport wordt o.m. aangege ven: dat op termijn denken (jaren vooruitkijken) te weinig wordt gedaan. Teeltplanbeslissingen worden merendeels jaarlijks ge nomen; dat vastlegging van bedrijfsgege vens (arbeid, energie, gewasbe scherming) te weinig gedaan wordt, ontwikkelingen in deze richting gaan snel; dat eksterne hulpverleners (ak- kountant, voorlichter, bank, va demecum) te weinig ingescha- keld worden of vaak niet in de goede volgorde; dat het opleidingsnivo van de tuinder betrekkelijk laag is; dat naargelang het opleidingsni vo hoger is ook het opbrengstnivo beter is. Aanbevelingen worden gedaan om het optimale nivo te bereiken. Diskussie In de diskussie, die volgde op de uiteenzetting, kwam naar voren dat de tuinder wel degelijk vooruit kijkt, denk b.v. aan aanschaf kleursorteer- der bij tomaten, overgaan van groenten naar bloementeelt etc. Natuurlijk zal verbetering van on derwijs mogelijk betere ondernemers leveren, maar het is geen automa tisch gevolg. Men moet de nodige feeling hebben om de goede beslis singen te nemen, van jongsaf in het bedrijf meewerken, bevordert dit. De tuinder zal zich moeten blijven ont wikkelen. Het volgen van vervolg- kursussen, goed lezen van vakbla den, het bezoeken van studiekluba- vonden en ekskursies vormen stuk voor stuk methodes om het onder nemerschap te verbeteren. Een on dernemerschap, waar het vooral de komende jaren op aan zal komen. De praktische tuinders hebben wat moeite met het feit dat gezegd wordt dat de gemiddelde tuinder een te laag opleidingsnivo heeft. De grote veranderingen van de laatste jaren hebben aangetoond dat de tuinder hier wel degelijk op inhaakt. T.a.v. investeringen moet de tuinder ook op langere termijn denken, maar in zijn bedrijf zullen vele beslissingen anders genomen moeten worden dan aanvankelijk verwacht werd door de grote wisseling van omstandigheden, waarmee het tuinbouwbedrijf te maken heeft. Vrijdag 8 oktober is in de Schouwburg 'Junushoffte Wageningen afscheid genomen van de Direkteur van het Instituut voor de Veredeling van Tiiinbouwgewassen (IVT) de heer C. Dorsman. Tijdens deze bijeenkomst werd door dr.ir. L.D. Sparnaad, namens het personeel van het IVT een lelie aangeboden die de naam Lilium Dorsman zal dragen. Op bijgaande foto ziet U de heer Dorsman met een foto in zijn hand van deze lelie. Een lid van het personeel houdt het bord vast waarop de naam Dorsman is vermeld met daaromheen enkele lelies. In zijn linkerhand houdt de heer Dorsman een cadeau dat hij eerder had ontvangen van de heer mr. R. Troost, voorzitter van de Ned. Tuinbouwraad. Pre-interventie appelen verhoogd tot 50.400 ton Nadat de Europese Commissie op 14 september jl. het kwantum appelen dat dit seizoen preventief uit de markt kan worden genomen had vastgesteld hebben diverse lidstaten hun oogstraming herzien. Ging de Commissie op 14 september nog uit van een (geoogste) produktie in de EEG van 7,12 min ton nu, d.w.z. 4 oktober, gaat ze uit van 7,36 min ton. Aan de hand van dit cijfer is het pre-interventie kwantum voor de hele EEG vastgesteld op 580.000 ton. Dat is 58% meer dan op 14 september jl. werd toegestaan. Voor de afzon derlijke lidstaten zijn de oorspron kelijk vastgestelde kwanta ook onge veer met ditzelfde percentage ver hoogd. Voor Nederland komt dit neer op een verhoging van 32.000 ton naar 50.400 ton. Het nieuwe cijfer voor de andere landen is: Italië 226,5 min kg - Frankrijk 188,5 min kg West-Duitsland 39,0 - België 36,0 - Griekenland 32,0 - Engeland 4,0 - Denemarken 3,0 - Ierland 1,0 en Luxemburg 0,1 min kg. Overigens hebben enkele landen hun raming na het afkondigen van de jongste pre-interventie verorde- ning.al weer opnieuw herzien. Thans zou de EEG-oogst volgens Eurostat 7,60 min ton groot zijn. Door de drukte op de bedrijven vergadert de Preikommissie N.T.S. niet in de zomermaanden. Een paar weken geleden kwam de kommissie na het genoemde zomerreces weer bijeen. In zijn openingswoord uitte voorzitter Roks zijn tevredenheid over de goede kwaliteit van prei, welke de laatste tijd op de veiling wordt aangevoerd. Door de goede prijsvorming veilt men tijdig de prei, wat de kwaliteit ten goede komt. De Preikommissie geeft al geruime tijd aandacht aan het onderwerp verpakking. De kommissie is van mening dat alles moet worden ge daan om waar mogelijk de afzet te bevorderen. Het valt dan ook te be treuren dat de introduktie van de preikrat ondanks de garantieregeling is mislukt. Volgens informatie die een aantal kommissieleden naar vo ren brachten, kan de handel mo menteel niet aan de vraag voldoen om prei in kratten en netzakken af te leveren. Verder kwam naar voren dat als preitelers in netzakken of kratten verpakken, er een strenge keur is. De kommissie heeft zo zijn vraagtekens of dit ook het geval is als handelaren in netzakken en kratten verpakken. Dit voorjaar is de kommissie in sa menwerking met PAGV van start gegaan om per teeltmethode steeds twee bedrijven de bedrijfsekonomi- sche gegevens van de preiteelt te la ten registreren. Nauwkeurig hebben twee kommissieleden deze zomer de gegevens van zomerprei bijgehou den. Hieruit kwam naar voren dat belangrijke invloedsfaktoren op de bedrijfsekonomische resultaten zijn: - perspotplanten of losse planten - wel of niet werken met afdekma teriaal - aantal planten per m2 - zaai- en planttijdstip i.v.m. schietgevoeligheid - het aandeel van "goedkope" losse arbeid - Het is de bedoeling ook de resultaten van de herfst- en winterprei te be handelen, maar deze gegevens zijn er pas aan het eind van de teelt. Onlangs verscheen het jaarverslag over 1981 van het proefstation voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp (PFW). Dit geeft een gedetailleerd overzicht van het in het verslagjaar uitgevoerde onderzoek en de re sultaten daarvan. Hierbij moet worden opgemerkt, dat in de fruitteelt veel onderzoek pas na vele jaren resultaten oplevert. Gelukkig zijn de proeven op de proeftuin nauwelijks getroffen door de nachtvorst, die eind april 1981 elders in het land plaatselijk ernstige schade heeft toegebracht aan de fruitteelt. Enkele aandachtspunten In het jaarverslag 1981 wordt onder an dere aandacht geschonken aan: het rassenonderzoek bij groot- en kleinfruitgewassen - smaakonderzoek bij appel en peer klokhuisschimmel bij Gloster evaluatie van in onderzoek zijnde klonen en mutanten van appel en peer - beoordeling van verschillende her- komsten van de appelonderstam M.9 rangschikking en plantdichtheid van appelbomen. verschillende snoeisystemen (Noord- Hollands, binnenwaarts) voorkoming van vruchtverruwing met GA4 7 - -Voorkoming van bloei van eenjarige appelbomen op de kwekerij chemische dunning bij het pereras Conference ervaringen met de fruitgewassen ha zelaar, walnoot en vlier het gebruik van flodderplastic op vroege aardbeien. teeltonderzoek bij aardbei, framboos en braam de invloed van plantdichtheid bij ap pel op de bemestingsbehoefte de invloed van kalibemesting op de opbrengst. de effecten van druppelbevloeiing bij appel druppelbevloeiing met zout water bij pas geplante appelbomen de invloed van de gibberellinen op scheutgroei en bloemknopaanleg de bestrijding van vruchtboomkanker met kopernaftenaat toetsing van nieuwe schimmel- en in- sektebestrijdingsmiddelen - bestrijding van ziekte bij aardbei - geleide bestrijding van insekten, mij ten en ook schimmels de invloed van wortelknobbel in de bopmgaard de invloed van appelrassen op het bedrijfsresultaat evaluatie van vermeerderingsmetho den voor grootfruit. Uit deze opsomming blijkt dat in het jaarverslag 1981 wordt bericht over veel interessant en voor de fruitteelt belangrijk onderzoek. Het 92 bladzijden tellende jaarver slag is te bestellen door 7,50 over te maken op postrekening 49.50.17 van het proefstation (N.B.: begunstigers van het PFW hebben dit verslag in middels ontvangen). In zijn openingswoord voor de vergadering van het Sektiebestuur Vol- legrondsgroente N.T.S. ging voorzitter G. Cunnen in op de afzet van vollegrondsgroente produkten. Deze komt de laatste tijd steeds meer onder druk te staan door de toenemende teelt door particulieren in volkstuinen. Momenteel wordt 20% van de vraag van vollegronds groente in de zomer op deze manier voorzien. Veredelingsonderzoek Niet alleen op het I.V.T. vindt vere delingsonderzoek plaats, maar ook de commerciële zaad- en selectiebe- drijven besteden hier zeer veel tijd aan. De N.T.S. zet een aantal vraag tekens bij het onderzoek van de zaad- en selectiebedrijven. Eerst verricht het I.V.T. onderzoek om te komen tot een half-fabrikaat. Op dit onderzoek kunnen zowel de zaad- en selectiebedrijven als de N.T.S. in vloed uitoefenen. Nadat een half- produkt echter naar de zaad- en se lectiebedrijven is gegaan voor ver dere veredeling is het afwachten wat deze doet. De N.T.S. zou graag naar de zaad- en selectiebedrijven toe zijn wensen voor het veredelingsonder zoek kenbaar maken. Hierover zijn kontakten geweest met de overkoepe lende vereniging voor zaad- en se lectiebedrijven geweest. Deze staat positief tegenover dit N.T.S.-verzoek en wil hier zijn medewerking aan verlenen. Nitraat Inmiddels is een ieder verplicht spi nazie, andijvie en vollegrondsla aan te voeren met een nitraat gehalte la ger dan 4.000 mg per kg vers gewicht. Voor de vollegrondsgroenteteelt vormt dit momenteel nog geen groot probleem. Het bestuur maakt zich echter zorgen wanneer deze normen verlaagd worden en het aantal ge wassen uitgebreid. Vooral proble men zijn te verwachten bij de blad gewassen met veel stengels, zoals paksoi en raapstelen. Waar mogelijk probeert de N.T.S. aan te dringen om onderzoek wat kan' leiden tot oplos singen voor de nitraatproblematiek. Op het PAGV is dit voorjaar een proef genomen om na te gaan welke invloed licht-reflekterende korrels tijdens de opkweek hebben op de kwaliteit van de planten en op de uit eindelijke opbrengst bij prei en sten- gelui. Tevens is op beperkte schaal gekeken naar invloeden van de ruimte-temperatuur. De verkregen resultaten geven dui delijke verschillen aan, maar het is nog maar een éénjarig onderzoek. De kommissie dringt erop aan dat men deze proeven voortzet. Ze verzoekt om dan ook bij prei de schietgevoe ligheid goed na te lopen. Tevens zou gekeken moeten worden naar de in vloed van bodemverwarming op de kwaliteit van de plant en de op brengst. In bijna alle gebieden heeft men veel last van Erwinia en/of Fusarium. Verder kwam naar voren dat door het warme en droge weer insekten als spint en trips in sommige gevallen voor grote problemen hebben ge zorgd. Tot slot werd nog gesproken over de stand van de herfst- en win terprei. Deze is goed doch is in som mige gevallen is de winterprei door het goede weer te zwaar. Het is af wachten wat hier de gevolgen van zijn. De heer J.Liefferink, directeur van de afdeling Land- en Tuinbouwme- chanisatie van Cebeco-Handels- raad, heeft om persoonlijke redenen de wens te kennen gegeven, zijn functie van directeur van genoemde afdeling neer te leggen. In goed overleg is aan zijn verzoek voldaan met ingang van 1 oktober jl. 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 17