Goede verzorging van het vee
brengt geld op
Integrale
kwaliteitsbeheersing bij hele
produktieketen melk van
belang
Nederland produceert 12
miljard kg. melk per jaar.
Aantal melkkontrölestations en
Organen wordt verminderd tot vier
Serie "Niet meer, maar beter", nr. 7
Minister De Koning op jubileum Centraal
Orgaan voor Melkhygiëne
Voorzitter A. v. Leeuwen van het C.O.M.:
Jaarlijks 2 miljard
eieren meer
in de EG
Het afkalven moet plaatsvinden in een schone omgeving. Vaak is een aparte
afkalfbox of stal noodzakelijk. Het pasgeboren kalf even schoonmaken en op
een lekker warm en zacht plekje neer leggen. Weldra zal het pogingen in het
werk stellen om op eigen poten te gaan staan
Jaarlijks wordt een gedeelte van de melkveestapel uitgestoten en door
vaarzen vervangen. Als we de oorzaak van deze uitstoten nagaan zien
we vaak dat als reden opgegeven wordt: "niet drachtig". Er zijn dan
meestal enkele inseminaties verricht en vaak heeft de dierenarts een
onderzoek verricht met eventuele spoelingen. Gelukkig is er een groot
aantal dieren dat na meerdere inseminaties en/of behandelingen wel
drachtig wordt. Er zijn dan intussen wel dierenartskosten gemaakt en
elke gemiste tochtigheidsperiode heeft een verlies van 50,— op
geleverd.
Financieel gezien is het uitstoten van
een "niet drachtig" dier nog ongun
stiger. Ten eerste zijn er (vergeefs)
kosten gemaakt om het dier drachtig
te krijgen. Ten tweede zijn voor ver
vangende vaars opfokkosten ge
maakt. Deze zijn hoger dan de ver
koopprijs van de vare koe.
Ten derde vervangt men een pro-
duktie koe door een minder produk-
tieve vaars. Hier zal dus een op
brengstverlaging aan melk mee ge
paard gaan. Bovengenoemde drie
kostenposten belopen al snel
1000-
Een gedeelte van de onvruchtbaar
heid van goede melkkoeien kan niet
door de melkveehouder worden
voorkomen. Er zijn echter ook oor
zaken waar men wel degelijk invloed
op kan hebben. Door meer oplet
tendheid, kennis en hygiëne rond de
verlossing van de koe kan een melk
veehouder nog veel verdienen.
Omstandigheden bij het
afkalven
Het afkalven moet gebeuren in een
schone omgeving. Bij een ligboxen-
stal is een aparte afkalfbox of stal
noodzakelijk. Het achterstel van de
toekomstige moeder moet gewassen
worden en ontsmet.
Laat het dier rustig persen op het
uitdrijven van het kalf. Laat de na
tuur zoveel mogelijk haar gang gaan.
Bij te vroege hulp en teveel trek
kracht kan het geboortekanaal wor
den beschadigd. Als er hulp geboden
moet worden bij de geboorte werk
dan met schone en ontsmette handen
en hulpmiddelen.
Na 8-12 uur moet de nageboorte af
gekomen zijn. Na 2 a 3 dagen kan de
koe weer terug bij de andere dieren.
Met de nageboorte blijven
staan
Komt binnen 12 uur na het afkalven
de nageboorte niet af, dan zal hier
voor de hulp van de dierenarts inge
roepen moeten worden. Het blijven
staan met de nageboorte kan gevol
gen hebben voor het tot stand komen
van een volgende dracht. Daar be
paalde infekties de oorzaak kunnen
zijn van het met de nageboorte blij
ven staan dient ook hiervoor de
uiterste hygiëne tijdens het afkalven
in acht genomen te worden. Houd
Konsulentschap voor de Akkerbouw
en de Rundveehouderij te Goes
koeien die met de nageboorte staan
uit de koppel. De infektie kan dan
niet zo gemakkelijk op de andere
dieren overgaan.
Witvuilen
Een ziekte die vrij veel vooraf gaat
aan het niet drachtig krijgen van
melkkoeien is het witvuilen. Dit is
een ontsteking van het baarmoeder
slijmvlies. Bij het met de nageboorte
blijven staan of na een abnormale
geboorte is de kans op een ontsteking
van het baarmoederslijmvlies vrij
groot. In een ligboxenstal kan het
witvuilen gemakkelijk op andere pas
gekalfde dieren overgaan. Bij een
ernstige infektie zien we verminder
de eetlust en lagere melkproduktie
en treedt vaak onvruchtbaarheid op.
Laat de dieren die witvuilen door de
dierenarts behandelen om de
vruchtbaarheid te behouden en be
smetting van andere dieren te voor
komen. Door het optreden van wit
vuilen gaat er jaarlijks veel geld ver
loren in de melkveehouderij.
ing. R. van der Meer
"Integrale kwaliteitsbeheersing tijdens de gehele produktieketen is in
het belang van melkveehouderij, zuivelindustrie en consument. Een
alert kwaliteitsbeleid, waarbij het begrip kwaliteit breed moet worden
opgevat, is nodig om zo goed mogelijk aan de verlangens van de eind
verbruikers tegemoet te komen".
Aldus minister drs. J. de Koning (landbouw en visserij) tijdens de
viering van het 25-jarige bestaan van het Centraal Orgaan voor Melk
hygiëne (COM) op 5 oktober j.l. in het congrescentrum "De Reehorst"
te Ede.
De bewindsman wees op het feit dat ten van het produkt die voor hen
de kwaliteitseisen van de consument herkenbaar zijn, zoals uiterlijk,
zich niet langer beperken tot aspec- smaak, etc., maar ook zaken omvat-
Het aantal veehouders en dus het aantal te onderzoeken monsters is
drastisch verminderd en zal nog verder afnemen. De melkcontrolesta-
tions beschikken bovendien thans over moderne apparatuur, waarmede
in korte tijd grote aantallen monsters kunnen worden onderzocht. Daar
deze bovendien in diepgekoelde toestand over grotere afstanden zonder
kwaliteitsverlies kunnen worden vervoerd, maken het, zo meent een
werkgroep, die zich bezig houdt met de opzet van de kwaliteitscontrole,
wenselijk het huidige aantal melkcontrolestations te verminderen,
waarbj gedacht wordt aan één melkcontrolestation in het zuiden, oos
ten, noorden en westen van het land. Dit zei de voorzitter van het
Centraal Orgaan voor Melkhygiëne de heer A. v. Leeuwen 5 oktober jl.
in Ede tijdens een feestelijke bijeenkomst t.g.v. het 25-jarig bestaan van
het C.O.M.
De veehouderij heeft in Neder
land gedurende de afgelopen 25
jaar een grote ontwikkeling
doorgemaakt. Het aantal vee
houders is sinds 1957 van 190.000
tot ca. 60.000 gedaald. In dezelfde
tijd werd de hoeveelheid gepro
duceerde melk bijna verdubbeld
tot 12 miljard kg. per jaar. De ge
middelde melkproductie per koe
steeg van ca. 4.200 kg tot ruim
5.100 kg per jaar. In 1957 werd de
melk overwegend in bussen aan
de melkfabrieken afgeleverd,
terwijl in 1982 ruim 98% van de
melk in diepgekoelde toestand
met rijdende melkontvangsten
wordt opgehaald.
De kwaliteit van de melk steeg
aanzienlijk. In de beginjaren be
droeg het percentage eerste klas
melk circa 45%. Momenteel vol
doet ruim 85% van de melk aan
alle gestelde kwaliteitseisen, ter
wijl de resterende melk voorna
melijk kleine kwaliteitsafwijkin
gen vertoont. Door het nemen
van adequate maatregelen en
door een goede voorlichting aan
de veehouders wordt getracht de
kwaliteit van de melk verder te
verbeteren.
Dat deze goede prestaties gerea
liseerd konden worden is te dan
ken aan de samenwerking van
alle betrokken partijen en niet in
de laatste plaats aan de inspan
ningen van de veehouders zelf,
die de dagelijkse zorg voor een
hygiënische melkwinning en voor
een goede bewaring van de melk
hebben.
ten als bijv. voedingswaarde of zelfs
de produktiewijze.
Maar vóór alles eist de afnemer dat
zijn voedsel veilig is voor de gezond
heid. Deze veiligheid wordt niet al
leen bedreigd door verontreinigin
gen afkomstig uit het milieu, maar
ook door hulpstoffen tijdens de pro-
duktie die als residu kunnen achter
blijven in het eindprodukt (dierge
neesmiddelen, reinigingsmiddelen,
etc.).
Wat het tweede geval betreft: er is
een wijziging van de Landbouw-
kwaliteitswet in voorbereiding, die
het mogelijk moet maken bepaalde
grondstoffen en gronden uit te slui
ten van de agrarische produktie of ze
slechts onder strikte voorwaarden
toe te laten (bijv. het gebruik van
trekbollen als veevoeding of zuive
ringsslib als meststof).
De overheidsbijdrage in de keurings
kosten wil de bewindsman vooralsnog
handhaven, maar hij acht doelmatig
heid van de controle van groot be
lang. Zeker nu het aantal melkvee
houders terugloopt en tegelijkertijd
schaalvergroting en concentratie in
de zuivelindustrie optreedt.
Het Produktschap voor Pluimvee en
Eieren heeft aan de hand van de te
verwachten ontwikkeling van het
leghennenbestand in de Gemeen
schap becijferd dat in twee achter
eenvolgende jaren de eierproduktie
met 3,5% of rond 2 miljard stuks is
toegenomen.
Deze berekening is opgezet met alle
voorbehoud van inlegcijfers die in
derdaad juist zijn.
Ook al waren deze cijfers niet juist of
geheel juist, dan is toch duidelijk dat
de produktie belangrijk is toegeno
men. Bij een stagnerend verbruik
betekent het dat deze meerproduktie
afzet moet vinden in derde landen.
De internationale concurrentie in die
derde landen, vooral ook van de kant
van de Verenigde Staten en Brazilië
maakt het moeilijk op deze markten
prijzen te maken.
Voor het zuiden van ons land heeft
e.e.a. geen gevolgen omdat de ge
wenste situatie hier reeds gestalte
heeft gekregen.
In het kader van de controle blijven
de Regionale Organen ook in de
toekomst een onmisbare taak ver
vullen. In verband met het streven
naar doelmatigheid en efficiëntie ligt
het echter voor de hand dat gelijktij
dig met vermindering van het aantal
melkcontrolestations gestreefd wordt
naar een overeenkomstige aanpas
sing van het aantal Regionale Orga
nen.
Deze opzet past ook goed in de toer
komstige situatie, waarin de kwali
teitscontrole van boerderij melk zal
funktioneren onder de landbouw-
kwaliteitswet. Alvorens met defini
tieve voorstellen te komen zal het
COM-bestuur overleg plegen met de
Regionale Organen en de Overheid,
teneinde tot een gemeenschappelijk
standpunt te komen, aldus de heer
van Leeuwen.
Een lekker en gezond glas melk wordt minister De Koning en C. O.M. voorzitter
v. Leeuwen door twee charmante melkmeisjes aangeboden
15