"Brabantse veehouderij kan
trots zijn op bedrijf De Rooi
Selektie van melkkoeien die veel krachtvoer krijgen
leidt niet tot een ras van slechte ruwvoervreters
Amerikaanse droom
Ir. S. Korver in proefschrift:
Landbouw/consulent v.d. Locht:
Specifieke manier
"Niet-Brabants"
Balans
Ir. S. Korver
In een vergelijkend onderzoek met twee groepen koeien, Nederlandse zwartbonten en kruisingen tussen
Amerikaanse Holstein-Friesians en Nederlandse zwartbonten, is gebleken dat een selektie op een hoge
melkproduktie van koeien die veel krachtvoer krijgen, niet tot gevolg heeft dat er andere melkkoeien gefokt
worden dan wanneer de selektie plaatsvindt bij koeien die veel ruwvoer krijgen. Deze wetenschap is van groot
belang voor de toekomst, omdat lang niet zeker is of er dan nog altijd voldoende krachtvoer zal zijn.
Dit is een van de konklusies uit het onderzoek van ir. S. Korver. Hij legde zijn bevindingen vast in een
proefschrift getiteld "Voeropname en produktie van melkveerassen afhankelijk van het rantsoen", waarop
hij vrijdag 1 oktober om 16.00 uur in de Aula van de Landbouwhogeschool is gepromoveerd.
De Holstein-Friesians en onze zwartbonten worden wanneer ze veel krachtvoer
krijgen toch geen slechte ruwvoervreters
Melkproduktie gestegen
De melkproduktie per koe per jaar is
in Nederland gedurende de periode
1970 tot 1979 met ruim 1000 kg ge
stegen. Om dat te bereiken werd in
dezelfde periode de hoeveelheid
krachtvoer per koe verdubbeld. Be
drijven waar meer dan 2000 kg per
koe per jaar wordt gegeven zijn geen
uitzondering meer. Hoewel het
energierijke krachtvoer weinig voor
menselijke konsumptie geschikte
granen bevat, is het toch de vraag of
in de toekomst ongelimiteerd
krachtvoer ter beschikking blijft. Een
ekonomische verandering of een
grotere voedselschaarste zal tot ge
volg kunnen hebben dat veel meer
ruwvoer dan nu zal moeten worden
gevoerd. Daarom is het van belang
nu te bestuderen of de huidige fok- en
selektiemethoden een garantie geven
dat onze koeien ook naar verhouding
nog goed blijven produceren als ze
veel minder krachtvoer krijgen. Die
kennis heeft meer dan nationale be
tekenis. want tweederde van het
wereldlandbouwareaal is bedekt met
gras, dat alleen via vooral het rund in
voedsel voor de mens omgezet kan
worden.
Niet alleen door krachtvoer
De sterk gestegen melkproduktie in
de afgelopen twaalf jaar is niet alleen
verkregen door hogere krachtvoer-
giften, maar ook door toepassing van
efficiënte selektiemethoden waar
door de erfelijke aanleg voor melk
produktie verbeterd werd. De toene
mende invloed van Holstein-Frie
sians uit Amerika in de Nederlandse
zwartbont populatie zal de melkpro
duktie nog verder doen toenemen.
Daarom heeft Korver verschillen
tussen en binnen de Nederlandse en
Amerikaanse zwartbontpopulaties
voor wat betreft voeropname en
melkproduktie bestudeerd. Met an
dere woorden: moet er onderscheid
gemaakt worden tussen krachtvoer
en ruwvoervreters? In Amerika zijn
de melkkoeien sinds lange tijd gefokt
op een hoge melkproduktie bij een
hoog krachtvoerniveau. Door de
grote import van sperma van Ame
rikaanse Holstein-Friesian stieren
worden nieuwe eigenschappen in
onze veestapel ingebracht, waarvan
een grote krachtvoerbehoefte er één
zou kunnen zijn.
Korver deed zijn onderzoek gedu
rende twee opeenvolgende jaren met
twee groepen van het Amerikaanse
ras en twee van het Nederlandse. Per
ras was er een groep met ruwvoerrijk
rantsoen en een met een krachtvoer-
rijk rantsoen. Dat werd bereikt door
beide groepen onbeperkt ruwvoer te
geven, maar de ene groep 570 kg
krachtvoer en de andere 2310 kg per
dier per jaar. Het experiment is uit
gevoerd op het proefbedrijf van de
Landbouwhogeschool, de Ir. A.P.
Minderhoudhoeve te Swifterbant.
Meer melk
Het onderzoek van Korver toonde
aan dat dieren met Amerikaans
bloed per dag gemiddeld 12,1 kg
drogestof uit ruwvoer opnamen en
dat was gemiddeld 0,6 kg meer dan
de Nederlandse zwartbonten. Ze
produceren gemiddeld per dag 2,1 kg
melk meer (met 0,21% minder vet en
0,08% lager eiwitgehalte). De grotere
voeropname wordt meer dan ge-
kompenseerd door de hogere pro
duktie.
De verschillen tussen de twee rassen
zijn nog groter als men elke koe
krachtvoer geeft afgemeten aan haar
melkproduktie, wat in de praktijk
meestal gebruikelijk is. Als men zo
voert dan wordt een melkproduktie-
verschil van gemiddeld 3,2 kg per
dag (974 kg per jaar) bereikt.
Ruim 1200 kg verschil
De dieren op een rantsoen met
slechts 570 kg krachtvoer per jaar
waren toch nog in staat om gemid
deld 4967 kg melk te produceren.
Een krachtvoergift van 2310 kg re
sulteerde in gemiddeld 6225 kg melk
of wel gemiddeld 1259 kg meer. De
verschillen in de melksamenstelling
waren gering.
Het ekonomisch belang van de hoge
^krachtvoergift is afhankelijk van de
prijsverhouding tussen ruwvoer en
krachtvoer per eenheid energie. Is
die verhouding 11 (de huidige prijs
verhouding) dan is het hoge kracht-
voerrantsoen gerechtvaardigd en le
vert gemiddeld 131,— per koe
meer op. Kost het ruwvoer per een
heid energie de helft van de huidige
krachtvoerprijs dan geeft het lage
krachtvoerniveau een voordeel van
gemiddeld 72,— per koe per jaar
op. Een hoge krachtvoergift is dus
lang niet in alle omstandigheden
wenselijk.
Het onderzoek van Korver maakte
duidelijk dat Holstein-Friesians geen
pure krachtvoervreters zijn gewor
den; hun ruwvoeropnamemogelijk-
heden zijn door het Amerikaanse se-
lektmilieu niet beperkt geworden, en
dat gevaar zal onze zwartbonten dus
evenmin bedreigen.
Wel heeft het onderzoek duidelijk
aangetoond dat er tussen de dieren
binnen een ras duidelijke verschillen
in ruwvoeropname bestaan. De
vraag is nu in hoeverre dit feit mo
gelijkheden tot selektie biedt. Die
vraag zal in een nieuw onderzoek op
de Minderhoudhoeve misschien in
de naaste toekomst beantwoord
worden.
55
"Een geweldige prestatie die tot
voor enige jaren voor onmogelijk
werd gehouden. Een resultaat
waar de Brabantse veehouderij
met recht trots op kan zijn", aldus
komplimenteerde de landbouw-
consulent in Waalre ir. H.J. van
der Locht de familie T. de Rooi
vrijdagmiddag 8 oktober j-.l. in
het dorpshuis van Elsendorp
waar de Brabantse veehouder het
middelpunt was van een vrolijke
en feestelijke bijeenkomst ter ge
legenheid van het feit dat de heer
de Rooi met zijn veestapel de
hoogste melk produktie over
het afgelopen melkjaar heeft be
haald. (in het vorige nummer van
het landbouwblad maakten we
daarvan reeds melding).
Dé heer van der Locht wees er in
zijn toespraak op dat de veehou
derij in Noord-Brabant een zeer
goede ontwikkeling heeft door
gemaakt. Eerst lag daarbij het
accent op het opvoeren van de
produktie per koe per ha "maar
daar zijn we wel ongeveer aan het
eind van de mogelijkheden. U
wilde toch vooruit en hebt kans
gezien via een eigen specifieke
manier aan de top te komen door
een spectaculaire opvoering van
de produktie per koe. U kunt in
dit opzicht voor het Brabantse als
een voorloper worden be
schouwd", zo zei hij tegen de heer
de Rooi die samen met zijn vrouw
en kinderen tientallen felicitatie's
en kado's in ontëangst mocht ne
men.
De landbouwconsulent stelde
ook nog dat de Rooi's prestatie
eigenlilk tót stand is gekomen op
een "niet-Brabantse" bedrijf:
zwartbonte koeien, lage veebe
zetting, uitsluitend grasland, ei
gen stier) "Zoiets is alleen moge
lijk met vakmanschap en door er
met hart en ziel mee bezig te zijn.
Een goed voorbeeld dat goed
doet volgen maar niét voor
iedereen", aldus van der Locht.
want niet op ieder gezinsbedrijf is
drie keer daags melken toepas
baar, laat staan als je arbeids
krachten van buiten moet inzet
ten". Hij stelde vast dat veel be
drijven gelet op de resultaten van
de Rooi nog ver vooruit kunnen
want de gemiddelde melkgift bij
de Rooi was 8316 kg. terwijl het
Brabantse gemiddelde ligt op ca.
5600 kg melk.
Howel er problemen zijn met het
zuivelbeleid als gevolg van over
schotten kwam de heer van der
Locht toch tot de konklusie dat
een veehouder altijd zoveel moge
lijk moet streven naar een zo
groot mogelijke produktie per koe
omdat dat de beste economische
resultaten geeft.
Voorzitter van Luijnhoven van de
Bond van Fokverenigingen van
het Land van Cuijck sprak ook
van een geweldige prestatie die,
zo zei hij berekend te
hebben, op de Rooi's bedrijf een
meerder rendement per koeopg
moet hebben ebracht van ca.
f2000,- boven het gemiddelde in
Noord-Brabant. "Een econo
misch rendement dat van dien
aard is dat menig melkveehouder
jaloers op u zal zijn", aldus v.
Luijnhoven.
Namens de ZLM, van welke
standsorganisatie de heer de Rooi
lid is, wees de voorzitter van de
veehouderijcommissie de heer
W. van Veldhuizen erop dat maar
weer es bewezen is dat op, zand
best wel goede mogelijkheden
zijn om te boeren. Ook hij wees
op de noodzaak om je bedrijf
ongeacht overschotten of melk
plassen zo rendabel mogelijk te
maken.
In dat opzicht, stelde van Veld
huizen, is de Rooi een voorbeeld
voor ons allemaal. Wel, zo waar
schuwde hij, zal het een hele toer
worden om het volgend jaar weer
bovenaan te komen..'.."
J. WIERENGA
Landbouwconsulent ir. v.d. Locht (r.) feliciteert de familie de Rooi met de
uitmuntende bedrijfsresultaten die geresulteerd hebben in het Nederlands kam
pioenschap
Indien wij de bedrijfsgemiddel-
den van de laatste jaren bij T. de
Rooy op het bedrijf bekijken dan
vallen een aantal zaken op:
Het vrij konstante aantal afgeslo
ten lijsten. Alleen '78 - '79 vormt
hierop eigenlijk een uitzondering,
met zijn dieptepunt op 72 lijsten.
Een eerste in het oog springende
zaak is de stijging in de gemid
delde bedrijfsstandaardkoepro-
duktie. Sinds het ontstaan van de
nieuwe B.S.K. in 1976 is het jaar
gemiddelde hiervan opgetrokken
van 30 naar 44,4.
Hiermee parallel zien wij een
toename in de laktatieproduktie.
Sinds het seizoen 1976-1977 steeg
deze van 5.479 kg. tot 8.316 kg in
'81-= '82. Een slordige 3.000 kg.
in een tijdsbestek van 5 jaar
Voorwaar geen sinecure. On
danks dit melkgeweld zijn de ge
haltes gehandhaafd. Met name
vallen hierin de zeer hoge eiwit
gehaltes op, hetgeen duidt op een
excellente voedingstoestand van
de dieren.
Het aantal laktatiedagen is de
laatste 5 jaar aanmerkelijk afge
nomen nl. van 346 tot 301. Door
voornoemde oorzaken liep in de
laatste 5 jaar de dagproduktie op
met ruim 10 kg melk en een klei
ne 800 vet en eiwitgrammen tot
respektievelijk 27,63 kg
melk/dag en 2.042 veten eiwit
grammen. Een en ander had ook
gevolgen met betrekking tot de
ranglijst in Nederland.
In 1976 nam bedrijf de Rooy nl.
binnen de kontrole vereniging
"De Eendracht" een 19e plaats in
van de 46 leden; in 1982 groeide
dit uit tot een le plaats binnen de
C.M.D. met 33.000 leden. Een
Amerikaanse droom die door
zeer goed management in zeer
korte tijd werkelijkheid is gewor
den!
12