Alternatieve kassen blijken nog geen echt alternatief Merendeel glasgroentetelers verwacht voor 1982 lagere inkomsten TUINBOUW NIET KUNSTMATIG IN STAND HOUDEN Eerste onderzoeksresultaat DEN AR: Substraatteelt Kunststof Lichtverlies J. Luiten Meningenonder zoek Amro Bank: Dr. Vos op: Internationaal Tuinbouwcongres Komputerbedrijfsregie in de tuinbouw Technisch is het mogelijk ongeveer 40% van het energieverbruik van een glastuinbouwbedrijf te besparen. Het produktje- en kwaliteitsver lies in deze alternatieve kassen en de bijbehorende zeer hoge investe ringen hebben echter tot gevolg, dat ook bij een gasprijs van 40 ct/m3 een energie-arme kas nog niet rendabel is. Dit blijkt uit de eerste konklusies, die zijn getrokken uit het Demonstratieprojekt ENer- gieARme Kas (DENAR) in Rijswijk (ZH), dat nu twee jaar loopt. Energiebesparing in de glastuin bouw blijkt bij het gebruik van een dubbelwandige dakbedekking van de kassen meer problemen op te le veren dan aanvankelijk werd ge dacht. De teelttechnische problemen spitsen zich vooral door de geringere lichtinval en de hogere luchtvochtig heid in de kas toe op de veranderen de groei van gewas en produkt en het veelvuldiger voorkomen van schim melziekten. Met name een goede kwaliteit van het eindprodukt staat hierbij centraal. De geldelijke be sparing door het lagere energiever bruik is hierdoor voor de tuinder zo onaantrekkelijk, dat kassen met bij voorbeeld een dubbelwandige kunststofbedekking de komende ja ren in geen geval op grote schaal in gebruik genomen zullen worden. Een eerste balans van DENAR leert overigens ook, dat de substraatteelt (waarbij de plant in steenwol staat) wel goede vooruitzichten biedt in kombinatie met een zeer zuinige kas. De reeds bekende voordelen van de substraatteelt zijn een produktiever- hoging en de niet meer nodig zijnde grondontsmetting. Bovendien kan een kleine hoeveelheid energie extra worden bespaard en is het teeltsys teem flexibeler en gemakkelijker te beïnvloeden. Teelttechnische pro blemen, zoals die zich voordoen bij het teeltproces in de grond m een energfe-arme kas, zijn bij de toepas sing van dit systeem sneller en beter op te lossen. Het DENAR-projekt (totaal opper vlakte ongeveer 10.000 m2) bestaat uit drie verschillende kassen. De eerste is een glazen standaardkas, zoals die op veel bedrijven is ge bouwd. Voorts staan er een alterna tieve kas, waarvan de bedekking volledig uit dubbelwandige kunststof platen (acryl) bestaat en een zoge naamde futuristische kas, waarbij een reeks vondsten en proeven op het terrein van energiebesparing met elkaar zijn gekombineerd. De resul taten van alle kassen worden tijdens en na de teelt met elkaar vergeleken. Inmiddels zijn in alle kassen vier teelten achter de rug: tweemaal komkommers en tweemaal tomaten. Een keuze die is gemaakt, opdat on derzoekresultaten op zo breed mo gelijke schaal toepasbaar kunnen zijn. In vergelijking met de stan daardkas werd in de alternatieve kas een energiebesparing bereikt van 40% en in de futuristische kas met De resultaten van de alternatieve kassen vallen tegen... 35%. De kwaliteit in beide laatstge noemde kassen was in vergelijking met de standaardkas matig en ook de produktiecijfers blijven iets achter. Hierbij moet worden ingekalkuleerd, dat zowel de alternatieve als de fu turistische kas ongeveer twee keer zo duur zijn dan de huidige standaard kas zonder energiescherm. De alternatieve kassen die voor het DENAR-projekt zijn gebouwd, zijn verhoudingsgewijs niet alleen erg duur maar betekenen tevens een fors lichtverlies. Enerzijds wordt dit ver oorzaakt door het materiaal (dubbe le kunststofplaat) en anderzijds door de kondensvorming op en in de pla ten. Dit lichtverlies is een faktor, die bij het totale skala van energiebe- sparingsaktiviteiten wel eens is on derschat. De eerste teelten hebben geleerd dat minder licht, gepaard met een hogere luchtvochtigheid en een gebrek aan C02, een minder aktief gewas tot gevolg heeft. Dit leidde tot een niet te aksepteren kwaliteitsverlies en dit zou voor een sektor in moeilijkheden de nekslag kunnen betekenen. Bij de laatste tomatenteelt van DE NAR Kas is getracht dit kwaliteits verlies zoveel mogeüjk te beperken en dat is voor een deel gelukt. Daar bij werd enerzijds gewerkt met een intensievere voeding (1.4 maal ho ger) en een aanzienlijk scherpere klimaatsbewaking in de zogenaamde grondteelt en anderzijds met sub straatteelt, waarbij het teelt- en groeiproces sneller en beter "be stuurbaar" is. Er zijn ook andere maatregelen toepasbaar, die het door de onder meer hogere luchtvochtig heid veroorzaakte kwaliteitsverlies aanzienlijk kunnen terugdringen zoals bijvoorbeeld het werken met betere verwarmingsbuizen, warmte wisselaars of luchtontvochtigers. Voor de praktijk zijn deze oplossin gen veel te duur. Volgens DENAR-projektleider L. Koop is het voor de sektor glastuin bouw nog steeds van het allergroot ste belang, dat een energiebesparend kasdek of een energiescherm in een kas de beste resultaten oplevert, wanneer een kaskonstruktie gebruik kan worden met een maximale licht- ontvangst. Juist het type kas, dat aanzienlijk meer licht inlaat dan de wat oudere soorten kassen, krijgt terecht de laatste tijd meer aandacht van de onderzoekers, kassenbouwers èn de tuinders. Projektleider Koop zegt tenslotte: "in feite is het iets tegenstrijdigs, waar we mee bezig zijn. Het staat namelijk vast, dat hoe meer energie je verbruikt, hoe beter de kwaliteit van gewas en eindprodukt is en hoe gemakkelijker ook de teelt "bestuur baar" is. Onze voorlopige konklusie nu is, dat de besparing van energie meevalt, maar de uiteindelijke be sparing in guldens flink tegenvalt." Maar meer dan een voorlopige kon klusie wil hij dat niet noemen. 62% van de Nederlandse glasgroentetelers verwacht dit jaar lagere inkomsten dan in 1981. Bij de glastuinders in de bloem- en potplantteelt zijn de verwachtingen iets minder somber: 29% rekent dit jaar op minder inkomsten dan vorig jaar. Voor 1983 is de inkomstenverwachting erg onzeker: in de glasbloem- en potplantteelt kan 1 op de 7 ondernemers geen prognose geven, bij de glasgroente geldt dit voor 3 op de 10 ondernemers. Nu we in zo'n moeilijke economische situatie zitten, met afnemende koopkracht en druk op de afzetmogelijkheden, terwijl de kosten steeds verder stijgen, wil niemand de tuinbouw kunstmatig overeind houden. Ook niet met lage gasprijzen. De oplossing ligt eerder in een sterker accent op onderwijs, onderzoek en voorlichting, zaken die zich in het verleden al bewezen hebben. Dit komt naar voren uit een menin- genonderzoek dat de Amro Bank deze maand door het NIPO heeft la ten verrichten onder de Nederlandse ondernemers in de glastuinbouw. Uit het onderzoek blijkt ondermeer dat 18% van de glastuinders (1800 bedrijven) onder de huidige ekono- mische omstandigheden het liefst vandaag nog het bedrijf zou willen beëindigen. 76% deelt die mening echter niet. Meer dan de helft van de glastuinders (56%) acht dan ook nog ruime toekomstmogelijkheden aan wezig in de Nederlandse glastuin bouw. Zo verwachten 3500 ondernemers de komende jaren zonder meer een verbetering van de bedrijfsresulta ten. De gas-perikelen, zo zegt 62% van de glastuinders, zijn niet hoofdzakelijk debet aan de huidige impasse in de glastuinbouw. Het grootste pro bleem wordt weliswaar gevormd door de energiekosten, op de tweede plaats komen de aflossings- en ren teverplichtingen. Veertig procent van de onderge- vraagde ondernemers is van mening dat het in de tuinbouw momenteel in geen enkele sektor goed gaat. Van de overige ondernemers meent 31 dat het goed gaat in de glasgroenteteelt, meent 30% dat het de glasbloem- en potplanttelers voor de wind gaat en is 12% van mening dat de champig nonteelt een lonende zaak is. Gevraagd naar de gang van zaken in de eigen sektor (de glasbloem- en potplantteelt en de glasgroenteteelt), 16 geven de ondernemers in de glas bloem- en potplantteelt een iets po sitiever antwoord dan hun kollegae in de glasgroenteteelt. Dit ligt o.a. aan de slechte prijsvorming voor be paalde glasgroenteprodukten op de veiling. Het onderzoek vond plaats in het kader van de tegelijkertijd gepresen teerde AMRO branchestudie over de glastuinbouw, uitgegeven in de serie "Kaleidoscoop van het Bedrijfs leven". Een en ander zei dhr. ir. M.F.M. Vos, plv. directeur-generaal voor Land bouw en Voedselvoorziening van het ministerie van landbouw en visserij, tijdens de opening van het 34e inter nationale tuinbouwcongres van de "Association Internationale des Pro- ducteurs de l'Horticulture" (AIPH) op 27 september j.l. te Amsterdam. Het landbouwonderwijs levert veel jongeren af die goed zijn voorbereid op het ondernemerschap. De voor lichting zorgt voor verdere vorming Op 2 september j.l. heeft overleg plaats gevonden tussen het dagelijks bestuur van de NTS met de direkteu- ren van de verschillende proefstations en de konsulenten in algemene dienst in de tuinbouw. Daarbij werd o.m. nader ingegaan op het feit dat de re sultaten tussen tuinbouwbedrijven, die hetzelfde produkt kweken, vaak erg veel verschillen. Waar komen de ze verschillen vandaan? Van groot belang is het regelmatig bezoeken van studieklubaktiviteiten (lezingen en rondgangen). Via deze ekskursies ziet men bij elkaar wat men aan teelt maatregelen neemt. Naast teeltmaatregelen is het ook van groot belang met kleine groepjes gelijkgerichte mensen een aantal ge gevens van het bedrijf te noteren en aan elkaar uit te wisselen. De voort gang van de techniek zal ook t.a.v. de bedrijfsregistratie de tuinbouw be reiken. Denk aan de introduktie van van de ondernemer, stimuleert nieu we ontwikkelingen en verleent hulp bij structurele bedrijfsaanpassingen. Het landbouwonderzoek geeft mo gelijkheden aan en zoekt oplossingen voor problemen.Drie niveaus zijn te onderscheiden: het wetenschappe lijk onderzoek op instituten en de landbouwhogeschool te Wagenin- gen, het toegepast onderzoek op de proefstations en het praktijkonder zoek in de regio. Praktijkgerichte onderzoekinstellin- Dr. ir. M.P M. Vos gen worden voor de helft gefinan cierd en vaak mede bestuurd door de tuinders zelf. "De weg van speciali satie in teelt, toelevering, afzet en handel heeft geleid tot grote en goe de produkties en heeft een duidelijk kostendrukkend effect, maar deze is alleen mogelijk bij een hoog kennis niveau en een goede samenwerking", aldus dr. Vos. de komputer een aantal jaren gele den en de huidige stand van zaken, waarbij veel bedrijven momenteel over een komputer beschikken. Er wordt over gedacht om centraal op één of meerdere punten b.v. een leslokaal in te richten, waar men geïnformeerd wordt over de moge lijkheden van goede apparatuur. De werkgroep managementontwikke ling is dit idee aan het uitwerken. Naast het informeren van de thans praktiserende tuinder zal het nood zakelijk zijn op de tuinbouwscholen de leerlingen met moderne informa tietechnieken bekend te maken. Ook werd uiteengezet hoe de waar neming en ziektebestrijding bij de tarwe (een akkerbouwprodukt) ge beurt, waarbij de komputer een grote rol speelt. Een en ander is op niet te lange termijn mogelijk toepasbaar in de glastuinbouw. Bestemmingsplannen Bergen op Zoom. Vanaf 24 septem ber ligt gedurende een maand ter in zage het ontwerp van het bestem mingsplan "Augustapolder". Be zwaren kunnen worden ingediend bij de gemeenteraad. Sprang-Capelle Vanaf 27 september ligt ter inzage de voorbereiding van de herziening van het bestemmings plan "Vrijhoeve 1971" alsmede van het bestemmingsplan "Agrarisch Gebied I". Breda Vanaf 27 september ligt ge durende 30 dagen ter inzage het ont- werp-raadsbesluit als bedoeld in ar tikel 3, eerste lid van de Wet Agrari sche Grondverkeer. Bezwaren kun nen tot uiterlijk 14 dagen na afloop van de termijn van terinzageligging worden ingediend bij de gemeente raad. Kapelle Vanaf 27 september ligt ge durende een maand ter inzage het ontwerp-bestemmingplan "Buiten gebied", 3e planverandering. Be zwaren kunnen worden ingediend bij de gemeente Terneuzen Vanaf 27 september ligt gedurende 30 dagen ter inzage het ontwerpraadsbesluit als bedoeld in art. 3 van de Wet Agrarisch Grond verkeer. Bezwaren kunnen uiterlijk de veertiende dag na afloop van de termijn van terinzageligging worden ingediend bij de gemeenteraad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 16