N.T.S. beraadt zich over nitraat in groente Leningen met soepele aflossingen, eventueel inkomensaanvulling Witlofkommissie N.T.S. SECTORREKENING NEDERLANDSE GLASTUINBOUW VAN 1973 T/M 1980 Financiering glastuinbouw Oorsprong Besluit Faktoren Taak Teelt Frankrijk wil heropleving van sierteelt Droogte teistert Australische graanoogst Onlangs (2 september) hebben de sekties Glasgroente en Vollegronds- groente N.T.S. een bijeenkomst belegd om geïnformeerd te worden over de ontwikkelingen op het gebied van nitraat in bladgroentege wassen. Hiervoor waren, naast de sektiebesturen en de betrokken ge waskommissies N.T.S., uitgenodigd het Produktschap voor Groente en Fruit, het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen in Nederland, het Landbouwschap alsmede onderzoekers van de Proefstations Naaldwijk en Lelystad. De overheid is bereid medewerking te verlenen aan de financiering van energiebesparende investeringen in glastuinbouwbedrijven met vol doende overlevingskansen. Naast de bijdragen, die daartoe worden verleend op grond van het zgn. sektorbeleid, kan men ook een beroep doen op garantie- en bijstandsverlening. In eerste instantie is nog eens nage gaan waar de diskussie omtrent ni traat vandaan is gekomen. In 1977 heeft de Minister van Volks gezondheid, naar aanleiding van Kamervragen, toegezegd op rede lijke termijn maatregelen te nemen tegen een eventuele te hoog nitraat gehalte in babyvoeding. Nitraat zou namelijk omgezet kunnen worden in nitriet, hetgeen bij zuigelingen tot 3 maanden de zuurstofopname in het bloed zou kunnen verstoren. Recen telijk is het vermoeden ontstaan dat nitraat in het menselijk lichaam ge deeltelijk kan worden omgezet in ni triet. Dit nitriet zou met bepaalde afbraakprodukten van dierlijke ei witten verbindingen kunnen aan gaan (nitrosaminen). De nitrosaminen - er zijn er enkele honderden bekend - worden vrijwel alle van carcinogeniteit verdacht kankerverwekkend zijn), maar er zijn er slechts enkele die in dit op zicht van betekenis zijn. De carcino geniteit werd aan de hand van dier proeven geopperd. De vorming van nitrosaminen is een zeer komplex proces, ook buiten het lichaam worden nitrosaminen ge vormd, waarvan nog weinig bekend is. Hetgeen wel bekend is, is dat verse bladgroente een belangrijke leve rancier is van vitamine C en dat werkt remmend op de vorming van nitrosaminen. Er zijn produkten die een relatief hoog nitraatgehalte hebben, zoals: postelein, raapstelen, spinazie, sla, Tijdens de in juli 1982 gehouden ex- kursie naar België kwam de goede verdeling van de wortels erg positief over. Dit wordt bereikt door dik zaaien. Hierdoor staan er voldoende wortels voor goed dun-werk. Een goede stand van de witlofwortels geeft een uniforme partij. Hoe uni former de witlofwortels, hoe hoger het rendement. Volgens kommissie adviseur en bedrijfsvoorlichter J. Wals moeten er ook in Nederland mogelijkheden zijn. Door kontrak ten waar wortels per stuk worden verkocht, moet de witlofwortelteler tot goed dun-werk worden aangezet. Rijpheidsbepalingen bij witlofwortels Steeds groter wordt de belangstelling om vroeg witlof te telen. Dit betekent dat dan goede en rijpe witlofwortels voorhanden moeten zijn. Nu zijn er een aantal faktoren en middelen die invloed op de rijpheid hebben en bestaan er methoden om te bepalen of witlofwortels rijp zijn. Momenteel is het zo dat men aan de stand van het gewas bepaalt of de witlofwortels goed zijn om te worden gerooid en opgezet. Er zijn echter ook andere methoden om de rijpheid te bepalen. Mede op verzoek van de Witlof kommissie heeft kommissie-adviseur en P.A.G.V.-onderzoeker ir. G. van Kruistum een diskussienota opges teld met de titel "Rijpheidsbepaling bij witlofwortels". Deze diskussieno ta is tijdens de laatste vergadering uitvoering behandeld. Het doel van andijvie, Chinese kool en radijs. Bij een aantal van de produkten kunnen moeilijkheden optreden nu het be sluit zoals de Minister van Volksge zondheid en Milieuhygiëne zich had voorgenomen, van kracht is gewor den. Dit besluit dat per 1 oktober ingaat, luidt als volgt: Het gehalte aan ni traat-ion van de hieronder genoem de groenten mag niet hoger zijn dan: a. 4.000 mg per kg; voor andijvie, spinazie en vollegrondssla; b. 5.000 mg per kg; voor glassla (in gaand per 1 juli 1983). De kontrole op deze gehalten ge schiedt op dezelfde wijze als de be monstering van residuen van bestrij dingsmiddelen in en op groente en fruit. Hierbij dient aangetekend te worden dat deze bemonsteringsmethode uit de ervaringen tot op heden voor ni traat niet optimaal lijkt te zijn. Overwogen wordt ook om genoemde gehalten jaarlijks te verlagen totdat het niveau van 2.500 mg per kg is bereikt. Eveneens wordt ook over wogen om voor andere groenten een maximaal nitraatgehalte in te stellen. Op de bijeenkomst zijn ook de fak toren die van invloed zijn op het ni traatgehalte naar voren gehaald en besproken. Allereerst is er de licht intensiteit die een rol speelt. Vooral in de winter bij weinig licht heeft deze faktor een grote invloed. De grondsoort en de bemesting spelen ook een rol. Een ruime bemesting geeft een hoog gehalte aan stikstof in deze nota is een overzicht te geven van de huidige stand van zaken met betrekking tot rijpheidsbepalingen. Tevens dient de nota om aan te ge ven langs welke weg eventueel nader onderzoek naar de rijpheid en de beïnvloeding daarvan, het best kan gebeuren. De nota geeft een drietal mogelijkheden voor nader onder zoek: - Invloed klimaatsfaktoren aan de hand van gegevens als tempera tuur, zonuren, straling, neerslag, enz. bepalen hoe lang het duurt voor de wortels voldoende rijp zijn. Als men dit een aantal jaren goed registreert. zou wellicht kunnen worden aangegeven wanneer de wortels voor het eerst met redelijk sukses getrokken kunnen worden. Deze methode is erg moeilijk gezien het zeer grote aantal faktoren die invloed heb ben op de rijpheid. - Biochemische bepaling: Aan de hand van de suikerstofwisseling wordt bepaald of de wortels goed zijn om te komen tot een opti maal trekresultaat. Een methode waaraan nogal wat moet worden gedaan voordat de witloftrekker op een snelle en goedkope manier weet of zijn wortels goed zijn. - Rijpheidsbevorderende maatre gelen. Bij deze methode wordt gedacht aan faktoren die de rijp heid bij witlof beïnvloeden zoals groeiregulatoren, bemesting, ras, voorkoeltemperatuur, enz. Ook aan deze methode zitten de nodi ge nadelen. de grond. Een derde faktor is de temperatuur die invloed heeft op de aktiviteit van het gewas. De rassen- keuze is ook bepalend voor het ni traatgehalte. Om te komen tot een oplossing van de nitraatproblematiek zijn verschil lende punten besproken waarin ook een taak ligt voor de NTS. Er zal druk uitgeoefend moeten worden om meer onderzoek betreffende nitraat te krijgen. Vooral op het gebied van veredeling en bemesting, voor de produkten waar deze problematiek speelt is het van belang. De verede ling van rassen met een lager ni traatgehalte lijkt nog de beste per- spektieven te bieden, maar is een lange weg. De selektiebedrijven zul len dan ook gestimuleerd moeten worden tot het veredelen van rassen met een laag nitraatgehalte bij alle daarvoor in aanmerking komende gewassen. Tevens zal er aangedrongen moeten worden op een goede en betrouwba re bemonsteringsmethode. Aan de uitvoerende instanties zal gevraagd worden om een "inspeelperiode", voordat de overheid overgaat tot sancties, om problemen te voorko men. Hier volgen enkele punten die we als teler zelf al aan kunnen pakken. Een grondmonster onderzoek voor elke teelt van de gewassen genoemd in het besluit, is erg belangrijk. Voor spe ciaal spinazie in de winter geldt min der stikstof toedienen dan nodig is voor de hoogste produktie. De stu- dieklubs kunnen juist voor de spina- zietelers proeven aanleggen met stik- stofhoeveelheden met de meststof Dit is gemengd met zwavelzure am moniak. De voorlichters en proefsta tions zullen hier gaarne in begelei den. Sektie Groente N.T.S. De kommissie is er nog niet uit aan welke van deze drie methoden zij de voorkeur geeft voor eventueel nader onderzoek. In de volgende vergade ring wil de kommissie een aanbeve ling doen. Een recent, uit onderzoek van PAGV en Sprenger Instituut, naar voren gekomen ontwikkeling is de moge lijkheid om voor de extra-vroege trek gebruik te maken van afgerijpte wortels uit het voorgaande jaar. Deze wortels kunnen met goed resultaat tot in september bij - 1 graden C. worden bewaard. Het ziet ernaar uit, dat de lofproduktie van deze wortels tot ca. half september kan konkurre- ren, ook in bedrijfsekonomisch op zicht, met die van "verse" wortels. Op deze wijze wordt dan een be langrijk deel van de periode waarin de rijpheidsproblematiek het sterkst speelt, omzeilt. De leden van de FNPHP (Fédéra- tion Nationale producteurs de l'hor- ticulture et des pépinières) hebben tijdens hun bijeenkomst van 20 tot 23 juni te Lyon een programma goed gekeurd, dat volgens hen de sier- teeltsektor over de krisis die hen se dert enkele jaren teistert, heen moet helpen. Volgens de FNPHP impliceert deze heropbloei een organisatie van de markt, de afschaffing van ongelijke konkurrentlemogelijkheden ten op zichte van andere landen zoals Ne derland en een aangepaste fiskale reglementering. De Federatie wenst een inventaris van de bestaande of potentiële sier- teeltgebieden teneinde de handikap van geografische verspreiding tegen Borgstellingsfonds voor de landbouw Daar waar nodig en verantwoord kunnen garanties worden afgegeven voor het opnemen van leningen bij banken. Het perspektief van de be drijven zal worden beoordeeld aan de hand van de resultaten in de jaren 1979 t/m 1981. Gemiddeld dient er een zodanig inkomen te zijn verkre gen dat er een redelijke verhouding bestaat tussen dit inkomen en de prlvé-uitgaven. Op deze gegaran deerde leningen dient uiteraard wel rente te worden betaald maar be hoeft in 1983 niet te worden afgelost, terwijl in 1984 slechts een halve jaaraflossing zal worden gevraagd. Vanaf 1985 zal men de normale af lossing in acht jaar dienen te vol doen. Rijksgroepsregeling Zelfstandigen Dreigt als gevolg van de verplichtin gen op de nieuwe financiering het inkomen van de tuinder tijdelijk zo danig te dalen, dat financiële bij stand noodzakelijk en verantwoord is, dan zal inkomensaanvulling krachtens de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen mogelijk zijn. Deze De toename van de non-factorkosten in de totale kosten hangt nauw sa men met de stijging van het aandeel van de energiekosten in de totale kosten met 6% over de jaren 1973- 1980. In 1980 betaalde de sector ±800 miljoen gulden aan energie kosten (1973: 240 miljoen). De gemiddelde prijsstijging van de kosten is in de onderzochte periode te gaan, alsook een nieuwe financiële bijstand ten gunste van deze sektor en inspanningen op gebied van on derzoek en vorming. Wat Europa betreft, is de FNPHP voor een versterkte kontrole op de invoer en een toezicht over de door voer door Nederland van goederen die uit derde landen afkomstig zijn. Tenslotte verzocht de FNPHP om een progressieve gemeenschappe lijke harmonisering van de prijzen van de konventionele brandstoffen. (Agra Magazine) Aanhoudende grote droogte zal in Australië ertoe leiden dat de tarwe oogst 1982/83 niet meer dan 10 mil joen ton zal opleveren. Aanvankelijk had men de oogst geraamd op 10 tot 11 miljoen ton. In 1980/81 werd 16.4 miljoen ton geoogst, op één na een rekord-oogst. aanvulling zal voorlopig geschieden in de vorm van een renteloze lening; de definitieve vorm van de bijstand zal in 1984 door de gemeente worden bepaald op basis van d in 1983 be haalde bedrijfsresultaten. Daarbij zal rekening worden gehouden met de inkomens- en vermogenspositie. Procedure Indien de bank van oordeel is, dat verdere financiering van een bedrijf verantwoord doch slechts mogelijk is met een aanvullende zekerheidsstel ling van het Borgstellingsfonds, kan een garantie-aanvraag bij dat fonds worden ingediend. Formulieren zijn bij de bank aanwezig. Teneinde de afwerking van de aan vragen te bespoedigen zalvia een gestroomlijnde rapportage gestreefd worden naar een snelle beslissing. Indien uit deze rapportage blijkt, dat tevens een beroep moet worden ge daan op de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen zal daartoe een aan vraag bij de betreffende gemeente moeten worden ingediend. Aan de gemeenten zal worden gevraagd medewerking te verlenen aan een behandelingsprocedure, die ook voor dit onderdeel snelle beslissin gen mogelijk maakt. hoger geweest dan de prijsstijging van de opbrengsten. De gemiddelde prijsstijging van de kosten met 8,5% wordt in belangrijke mate bepaald door de gestegen energieprijzen in de afgelopen acht jaren van gemiddeld 18,5% per jaar. De achterblijvende opbrengstprijzen worden echter voor een groot deel goedgemaakt door de verhoogde fy sieke opbrengsten. Gemiddeld per jaar werd voor de Nederlandse glastuin bouw over de gehele periode gerekend een positie ve producticiteitsontwikkeling 2%) waargenomen. Deze ontwikke ling wordt afgeleid uit de hoeveel- heidsmutaties van de opbrengsten 5,5% per jaar) en kosten 3,5% per jaar). De rentabiliteit van de sector is in de periode 1973 - 1980 met 1,5% per jaar verslechterd. Gemiddeld over de periode 1973- 1980 nam het kostenvolume per eenheid product met 2,2%af. Hierbij is de bijdrage van de arbeid de be langrijkste factor. LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT (Deze publicatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 8,25 op girorekening no. 41.22.35 ten name van het Land- bouw-Economisch Instituut te Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend Mededelingen No. 262".) Na een korte onderbreking is de Witlofkommissie N.T.S. begonnen aan een nieuw seizoen. Enkele weken geleden was de eerste bijeen komst van dit seizoen. Gesproken is over de verschillen tussen de teelt van witlofwortels in België en Nederland. In deze publicatie worden de landelijke gegevens met betrekking tot de ontwikkelingen van hoeveelheden en prijzen van de ingezette produc tiemiddelen en de verkregen opbrengsten, de toegevoegde waarde en de ontwikkelingen in de productiviteit geschetst, over de periode 1973 tot en met 1980. De opbrengsten van de glassector bedroegen in 1980 ruim 4 miljard gulden. Dit betekent meer dan een verdubbeling van de opbrengsten sinds 1973. De kosten stegen in deze periode en bereikten in 1980 een hoogte van 4,3 miljard gulden. 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 8