Samenwonen - samen
afspraken maken
Begroten en ombuigen
Moet u erven?
KNLC kommentaar
Aantal langdurig
werkloze
"Wageningers'
verdubbeld
Landbouwbegroting
In de huidige maatschappij komt het samenwonen veelvuldig voor. Men
wil samen leven; getrouwd of niet getrouwd. Dat velen hiervan niet
ALLE konsekwenties overzien blijkt te vaak in de praktijk. Als je
trouwt, zijn er gelijk een aantal zakelijke kanten van de relatie gere
geld. Als je gaat samenwonen, moet je dat zelf doen. Maak je geen
afspraken met elkaar, dan kun je later voor veel onverwachte en onbe
doelde problemen komen te staan, bijv. als de relatie eindigt door
overlijden of uit elkaar gaan.
Wat moetje regelen?
Kosten van de gemeenschappe
lijke huishouding
Elk de helft of in verhouding tot
ieders inkomen?
Soms is er één inkomen of één
samen verdiend inkomen, zoals
op een z.g. gezinsbedrijf. In een
kontrakt kun je je, t.o.v. elkaar,
verplichten een bijdrage te leve
ren aan het levensonderhoud van
de ander. Daarbij kun je laten
vastleggen dat deze morele ver
plichting ophoudt te bestaan als
de relatie eindigt. Een gemeen
schappelijke bankrekening voor
alle huishoudelijke uitgaven kan
veel duidelijkheid geven.
Vermogen
Het is belangrijk dat allebei we
ten wat van wie is (privé-bezit) en
watje samen bezit. De kosten van
het gezamenlijke bezit zoals rente
en aflossing zullen onderling ver
deeld moeten worden. Probeer
samen een verdeling af te spre
ken, waarbij je rekening kunt
houden met belastingaftrek.
Einde van de samenwoning
a. door overlijden.
Voor de gezamenlijke bezit
tingen kun je een verblijvings-
beding in het kontrakt opne
men. Dat betekent dat de
langstlevende partner de ge
zamenlijke bezittingen om
niet krijgt toebedeeld. Als al
lebei gelijke levenskansen
hebben, is er geen sprake van
bevoordeling. Voor de privé-
bezittingen zal een overne-
mingsbeding nodig zijn. De
gene die achterblijft, kan de
privé-bezittingen van de an
der tegen een vastgestelde
prijs overnemen. Om dit in de
toekomst eventueel te kunnen
betalen, is het mogelijk een
risikoverzekering op het leven
van je partner af te sluiten.
Als je samenwoont, is het heel
belangrijk om een testament
op te maken. Gebeurt dit niet
dan erven ouders en
broers/zusters van de overle
dene en krijgt de partner niets
(er is immers geen "wette
lijke" relatie). Als je niet wilt
dat je partner onverzorgd
achterblijft, kun je dit in een
testament regelen.
Toch blijven ouders recht
houden op hun legitieme por
tie (d.w.z. ze kunnen niet he
lemaal onterfd worden).
b. door uit elkaar te gaan.
Voor de gezamenlijke bezit
tingen kan een overnemings-
beding worden opgenomen.
Dus tegen inbreng van de
waarde kan een van beiden de
goederen overnemen bijv.
huis, auto. Ieder houdt na
tuurlijk de eigen privé-bezit
tingen. De morele verplich
ting om elkaar te verzorgen
vervalt.
Verschil van mening
Als je het niet met elkaar eens
kunt worden over de uitleg van de
bepalingen in het kontrakt kun je
dit voorleggen aan bijv. de nota
ris.
Andere zaken die voor samenwoners
belangrijk zijn:
Kinderen
Kinderen, die buiten een wette
lijk huwelijk zijn geboren, krijgen
meestal de naam van de moeder.
De vader kan het erkennen. Dat
betekent dat het kind dan de
achternaam en nationaliteit van
de vader krijgt. Ook heeft het
kind dan recht op een bijdrage in
het levensonderhoud en op een
deel van de nalatenschap van de
vader. De moeder moet schrifte
lijke toestemming voor de erken
ning geven. Erkenning kan niet
meer ongedaan worden gemaakt.
Tijdens de zwangerschap kan de
vader het kind al erkennen.
Successierecht
Dat is de belasting die je moet
betalen als je een erfenis ont
vangt. Sinds 1981 is dit voor sa
menwoners gunstiger geworden,
maar niet gelijkgesteld aan ge
huwden. Als je minstens 5 jaar
samenwoont en je erft van je
partner, dan is de vrijstelling
105.300,- De vrijstelling voor
gehuwden is 368.550,— Als je
nog niet zo lang samenwoont, is
de vrijstelling kleiner. Bij een
grotere erfenis moet dus succes
sierecht worden betaald; hoeveel
hangt af van de erfenis. Voor de
wet maakt het dan verschil of de
samenwoners familie van elkaar
zijn of niet.
Belastingen
Voor de belastingdienst maakt
het niet uit of je als ongehuwde
wel of niet samenwoont. Dat be
tekent dat voor het bepalen van
de belastingvrije som, de vermo
gensvrijstelling, de aftrek van
giften en buitengewone lasten, de
huurwaarde eigen woning enz.
enz. samenwoners altijd onge-
huwden zijn. Verlieskompensatie
verrekening van positieve en
negatieve inkomsten) zoals dat
tussen gehuwden mogelijk is, kan
door samenwoners dan ook niet
worden toegepast.
Sociale verzekeringen
Ook voor de sociale verzekering
zijn samenwoners ongehuwden.
Dit geldt voor het betalen van
premie maar ook voor de rechten
op uitkering. Voor de Bijstands
wet zijn samenwoners op veel
punten wel gelijkgesteld met ge
huwden; men spreekt dan van
ekonomische eenheid. Het bete
kent dat met het verlenen van
bijstand rekening wordt gehou
den met het inkomen van je
partner.
In de wet is veel geregeld o.a. rond
het huwelijk. Samenwonen is (oog)
niet in de wet opgenomen. Het is
daarom belangrijk dat zij, die willen
samenleven zonder te trouwen, zelf
afspraken maken en deze op papier
zetten. Het beste is om samen, in
overleg met een notaris, een kontrakt
op te stellen. Een samenlevingskon-
trakt is een wederkerig kontrakt. Een
kontrakt dat door de notaris is op
gesteld, is in principe rechtsgeldig en
naleving kan door de rechter even
tueel worden afgedwongen.
Door kontakt met de notaris op te
nemen, is meer persoonlijke infor
matie en overleg mogelijk. Ook hij
kan natuurlijk helpen bij het opstel
len van je eigen kontrakt.
Truke Zeinstra
Na alles wat reeds was uitgelekt, kon
de Rijksbegroting 1983 eigenlijk nog
maar weinig verrassingen te zien ge
ven. De grote lijn is duidelijk. Forse
ombuigingen moeten er komen wil het
financierings-tekort van de overheid
in combinatie met de zware druk der
collectieve lasten niet elk herstel van
het bedrijfsleven in de kiem blijven
smoren. Uiteraard moet het bezuini
gen daarbij met overleg gebeuren.
Geen afbraak van overheidsbeleid ge
richt op versterking van de positie der
verdienende sectoren: industrie en
landbouw dus. Om op langere termijn
zoveel mogelijk arbeidsplaatsen be
schikbaar te hebben, zal soms extra
werkloosheid op korte termijn voor
lief genomen moeten woren. Met na
me als het gaat om met veel over
heidsgeld ins tand gehouden kunstma
tige arbeidsplaatsen, gecreëerd in de
periode van sterke groeiende welvaart.
Tegen deze achtergrond ervaar ik het
pakket voorstellen van het interimka
binet van Van Agt als een eerste stap
in de goede richting. Zeer zorgelijk
vind ik overigens de toename van de
collectieve lastendruk, die nu de zestig
procent voor het eerst passeert. Met
name dan door verhoging van de druk
der sociale premies. Wanneer we
daarnaast toch nog een verdere forse
toename van de nationale schuld en
het financieringstekort zien, is het
duidelijk dat gedurende een aantal ja
ren met ouderwets Hollandse zuinig
heid een aantal scheef gegroeide fi
nanciële verhoudingen rechtgetrok
ken zullen moeten worden. Of dat via
een geslaagde kabinetsformatie van
Van Kemenade mogelijk is, moet ik
gezien de ervaringen van het laatste
jaar, zeer betwijfelen.
Van erven is sprake zodra iemand is overleden met nalating van één of
meer erfgenamen. Erven kan prettig zijn omdat het betekent de over
gang van de bezittingen van de erflater (overledene) op zijn erfgena
men. Toch heeft dit ook zijn schaduwzijde omdat het tevens inhoudt de
overgang van de schulden van de erflater op zijn erfgenamen.
Erfgenamen zijn ingevolge de wet de
volgende vier onderling gelijkwaar
dige groepen:
1echtgenoot en de kinderen
2. ouders, broers en zusters en hun
kinderen
3. grootouders
4. andere verwanten in de zijlijn tot
en met de zesde graad.
Ontbreken deze groepen dan ont
vangt de Staat de nalatenschap.
De algemene regel is dat verwanten
uit een groep niet erven zolang er nog
verwanten uit een vorige groep aan
wezig zijn. B.v. grootouders erven
niet zolang nog één der ouders dan-
wel één of meer broers en zusters in
leven zijn.
Bent U op een bepaald moment erf
genaam geworden en U bent niet
zeker omtrent de nalatenschap (alles
wat wordt nagelaten) dan is het beter
om niet zondermeer de erfenis te
aanvaarden, danwel daden van be
heer betreffende de nalatenschap te
verrichten waaruit de conclusie kan
worden getrokken alsof U deze hebt
aanvaard. Deze voorzichtigheid is
geboden om te voorkomen dat U als
erfgenaam meer schulden dan bezit
tingen zou erven.
De volgende mogelijkheden worden
U geboden. Allereerst is er het recht
van beraad. Dit recht krijgt U door
bij de griffie van de rechtbank van de
laatste woonplaats van de erflater
een verklaring af te leggen, waarna U
te samen met de overige erfgenamen
vier maanden de tijd krijgt om te
besluiten wat U met de erfenis wilt
doen.
Het overleg tussen de erfgenamen
zal moeten leiden tot één van de
volgende mogelijkheden:
- de nalatenschap alsnog aanvaar
den
- de nalatenschap verwerpen
- de nalatenschap beneficiair aan
vaarden (of anders genoemd:
aanvaarden onder het voorrecht
van boedelbeschrijving)
De eerste twee mogelijkheden zullen
duidelijk zijn. Het verwerpen zal,
behoudens op principiële gronden,
in ieder geval gekozen worden indien
bekend is dat de nalatenschap meer
schulden dan bezittingen bevat.
Verwerpen doet U door een verkla
ring ter griffie van de rechtbank af te
leggen. Dat betekent dat U nimmer
erfgenaam bent geweest, waardoor
de andere erfgenamen Uw aandeel
erbij krijgen.
De derde mogelijkheid kiest U als de
samenstelling van de nalatenschap
onduidelijk is. Deze vorm van aan
vaarding betekent in ieder geval dat
U niet aansprakelijk wordt voor de
schulden. Uw keuze is uitsluitend
voor een per saldo batig saldo.
Voorzover achteraf zou blijken dat er
per saldo slechts schulden zijn, kunt
U als erfgenaam bij deze vorm van
aanvaarding niet aansprakelijk wor
den gesteld.
Deze wijze van acceptatie van een
erfenis is zondermeer verplicht voor
personen die niet voor zichzelf han
delen. Dit zijn:
- de voogd ten behoeve van zijn pu-
pil
- de beherende ouder t.a.v. een
minderjarig kind
- de curator voor een onder curate
le gestelde
- de curator voor een failliet gega-
ne.
Moet U erven? Het antwoord daarop
is zondermeer nee omdat een erfenis
te verwerpen is. Wilt U wel erven
maar bent U niet geheel zeker om
trent het saldo, accepteer dan de er
fenis onder het voorrecht van boedel
beschrijving. Er kan U dan geen on
heil overkomen.
Veerbeek.
Afgestudeerden in de richtingen bio
logie, milieuhygiëne en landbouw
plantenteelt hebben er met name voor
gezorgd dat het aantal werkzoeken
den Wageningse ingenieurs in de
eerste helft van 1982 met 67 (18,2
procent) is toegenomen. Landelijk
liep in diezelfde periode het aantal bij
arbeidsbureaus ingeschreven acade
mici op met 1491 (19,4 procent).
Oorzaak van de toename van het
aantal ingeschreven Wageningse in
genieurs is met name het feit dat in
de genoemde studierichtingen het
aantal plaatsingen gering was terwijl
bovendien in de richting milieuhy
giëne het aantal afgestudeerden re
latief hoog was. Dankzij positieve
ontwikkelingen voor afgestudeerden
uit de richtingen plantenveredeling,
Deze eerste, onder de verantwoorde
lijkheid van minister De Koning op
gestelde begroting maakt op mij een
tamelijk gedegen indruk. Het belang
van land- en tuinbouw (Agri-Holland)
voor onze maatschappij wordt nog
eens duidelijk onderbouwd. De minis
ter koppelt hier terecht aan vast dat
het van zeer groot belang is om het
beleid, gericht op versterking van de
positie en concurrentiekracht van de
agrarische sector ook in deze moei
lijke tijd overeind te houden. Dat lukt
hem, gezien de begrotingscijfers, ook
redelijk. De 'kernvan het landbouw
beleid wordt op het eerste gezicht
nauwelijks geraakt. Toch doemen er
wel een paar min of meer verborgen
bezuinigingen op. Ondermeer bij het
ruilverkavelingsbudget, wat eigenlijk
voor het in uitvoering blijven nemen
van veertigduizend ha. te krap is, en
ook bij het O S-fonds. Hier vooral
minder geld omdat er minder rente
subsidieaanvragen zijn. Logisch zou
het dan zijn dat er meer geld voor
nieuw ontwikkelingsbeleid vrij zou
komen. Dat is evenwel niet het geval.
Dat in de Memorie van Toelichting
heel wat aandacht besteed wordt aan
de wereldvoedselschaarste en de posi
tie van ontwikkelingslanden was van
deze oud-minister van ontwikkelings
samenwerking wel te verwachten. De
EG-paragraaf blijft daarentegen ma
ger en wat plichtmatig. We wachten
nu al jaren op een minister die het aan
durft om, los van de dagelijkse touw
trekken in Brussel, eens een wat meer
samenhangende visie omtrent de toe
komst van het Europees Landbouw
beleid op papier te zetten.
Het realisme wat de begroting toch
wel uitademt is ook in enige mate te
rug te vinden in de passages, gewijd
aan de relatie tussen landbouw en na-
tuur- en landschapsbescherming. Ook
hier wat minder hoogdravende theo-
riën en is wat meer financiële haal
baarheid ingebouwd
Hopelijk slaat realisme ook snel naar
CRM over. Oneens blijven wij het met
de minister waar hij zich zonder meer
blijft uitspreken voor afschaffing van
de gangbare legbatterijen en daarbij
het initiatief-wetsontwerp Tazelaar-
Van Noord positief benadert. Me
dunkt, dat dit van een interimminister
een voorbarige uitspraak is. A l met al
is de landbouwbegroting voor mij een
behoorlijk realistisch stuk, waarbij het
alleen jammer is dat ook deze minister
weer wat al te gemakkelijk heen praat
over de nog steeds te krappe inko
menssituatie op zeer veel bedrijven.
Het mag ook in een landbouwbegro
ting weieens duidelijk tot uiting ko
men dat de allerbelangrijkste reden
waarom de land- en tuinbouw zich zo
geweldig heeft kunnen ontwikkelen,
gelegen is in het feit dat de zelfstandi
ge boer en tuinder op moeilijke mo
menten veel meer bereid is geweest de
broekriem wat aan te halen, dan de
werkers, van hoog tot laag, in loon-
verband in de industrie en bij de over
heid. Gelukkig lijkt overigens dat
boerenvoorbeeld nu ook elders wat
meer te gaan doordringen.
Luteijn
tuin- en landschapsarchitectuur en
huishoudwetenschappen, waar het
aantal plaatsingen het aantal afstu-
derenden overtrof, kon het stijgings
percentage voor de Wageningse
werkzoekende academici onder het
landelijke niveau blijven.
Begin juli was een groep van 125
Wageningse ingenieurs langer dan
een jaar werkloos tegenover 68 een
jaar geleden. Oorzaak van die ver
dubbeling ligt in de scherpe daling
van het aantal plaatsingen en wordt
versterkt door de tendens dat naar
mate personen langer ingeschreven
staan als werkzoekend, zij moeilijker
werk kunnen vinden omdat het gat
dat in hun curriculum gevallen is
steeds groter wordt.
(Wagenings Hogeschoolblad)
3