Abortus Bang in Noord-Brabant;
het vlees wordt duur betaald!
Buitenlands vee
Ontwricht
Entingen
Besmettelijk
Ringonderzoek
Ringonderzoekingen (bloed)
Ringonderzoekingen (melk)
Import
Hele koppel
Stichting Gezondheidsdienst
voordieren in Noord-Brabant
Dr. D.H.J. Brus, direkteur
Abortus Bang (besmettelijk verwerpen) wordt - evenals de rundertu-
berkulose - beschouwd als een ziekte die in Nederland reeds jaren is
uitgeroeid. Toch hebben wij de laatste jaren nog uitbraakjes gehad in
Zeeland - Zuid-Holland - Utrecht - Limburg en Noord-Brabant. De
smetstof moet ergens vandaan komen!
Dat er in Nederland zelf blijvende haarden zijn moet uitgesloten wor
den geacht.
In veel gevallen is een direkt of indirekt kontakt met - uit Frankrijk of
België ingevoerd - vleesvee aan te tonen.
We kennen in Nederland uitbraken
op rundveebedrijven, die
a) geweid hebben naast percelen
met geïmporteerd vleesvee,
b) bemest hebben met pensinhoud
etc. van slachthuizen waar on
dermeer buitenjands vee is ge
slacht,
c) nabij de grens weiden op plaatsen
waar buitenlands vee passeert,
en/of tijdelijk verblijft,
d) kalveren of jongvee hebben aan
gekocht die oorspronkelijk uit
België of Frankrijk afkomstig
zijn.
De melkveehouderij die miljoenen
besteed heeft om ziekten als runder-
tuberkulose. Abortus Bang, mond
en klauwzeer en dekinfekties uit te
roeien blijft risiko lopen.
Men mag rustig aannemen dat de
moderne melkveehouderij, gekon-
>entreerd in bepaalde gebieden met
grote aantallen dieren in ligboxen-
stallen, ekonomisch niet mogelijk
zou zijn als bovengenoemde ziekten
in ons land nog volop aanwezig
waren.
Wij hebben in Noord-Brabant nu
weer een Abortus Bang "bui" achter
de rug. Het betrof een viertal bedrij
ven ten zuiden van Roosendaal, één
in Rijswijk (Heusden en Altena) één
in Leur. één in Prinsenbeek en één in
Drimmelen.
Ook hier spelen kontakten met bui
tenlands vee waarschijnlijk een rol,
waarbij in één geval bemesting met
slachthuismateriaal van betekenis
kan zijn. In twee gevallen kunnen we
tot nu toe geen enkele verklaring van
de besmetting geven. Indien deze
ziekte op een bedrijf gekonstateerd
wordt, gaan wij over tot totale slach
ting van de rundveestapel. Het lukt
ons veelal dit binnen enkele dagen
na de konstatering van de ziekte te
voltooien. Dit vraagt veel medewer
king van de veehouder zelf, de prak
tiserende dierenarts en veehandel.
Wij kunnen niet anders zeggen dan
dat wij betreffende deze medewer
king zeer tevreden kunnen zijn.
De runderen worden door enkele
praktische veehouders op gebruiks
waarde en slachtwaarde getaxeerd.
De veehouder krijgt in principe het
verschil tussen deze beide waarden
uitgekeerd.
Na een tweevoudige ontsmetting van
de stallen, kan de veehouder een
nieuwe veestapel aankopen. Men
moet - ondanks de slachtvergoedin-
gen - niet van de veronderstelling
uitgaan dat er voor de veehouder
geen schade overblijft. Het bedrijf
wordt ontwricht en de bedrijfsin-
komsten zijn zeker enkele weken
belangrijk minder.
Alles met elkaar gaat het bij de hui
dige vorm van rundveehouderij over
grote bedragen, wat uit onderstaande
tabel moge blijken.
nieuwe besmette bedrijven te vin
den, voordat het bulkmelkmonster
van deze bedrijven positief werd.
Om een indruk te geven om welke
aantallen het hier gaat. de volgende
tabellen.
Wij kunnen ons afvragen waarom de
import van vlees- en vleesvee de
laatste jaren zo is toegenomen.
Wij hebben een tijd gekend dat Ne
derland vooral de uitstoot van het
dr D.H.J. Brus
wel via heffingen op de melk en via
rechtstreekse heffingen per rund.
Een deel V3) wordt uit landelijk
verzamelde gelden gefinancierd en
de rest wordt door de Noord-Bra
bantse veehouders opgebracht.
Er zijn landelijke geluiden die stellen
dat de gelden in het vervolg maar
totaal in de betrokken provincie
moeten worden verzameld. Er zijn er
zelfs die aangeven dat de streken,
waar de meeste gevallen optreden,
dan maar ekstra moeten betalen.
Meer eigen financiële verantwoorde
lijkheid kan de onderlinge kontrole
verbeteren. Het laatste woord is hier
zeker nog niet over gesproken.
Indien deze gedachten nu reeds zou
den worden uitgevoerd dan zouden de
Brabantse veehouders ruim 1,— per
rund ekstra moeten opbrengen of b.v.
de veehouders in de grensstrook
4,— per rund ekstra.
Dit zijn nogal konsekwenties!
Abortus Bang is een besmettelijke
ziekte; dat wil zeggen dat als we een
geïnfekteerd bedrijf vinden, reeds
nieuwe bedrijven in de omgeving
met de ziekte besmet kunnen zijn.
Nu kan men wachten tot dit blijkt uit
de algemene screeningsonderzoe-
ken. Er wordt n.l. elke veertien dagen
van elk melkleverend bedrijf een
melkmorister genomen voor bepa
ling van de kwaliteit. Uit dit kwali
teitsmonster wordt een sub-monster
genomen voor onderzoek op Abor
tus Bang. Dit is echter een meng-
monster uit de tank. dus van alle
koeien samen. Er vindt dus een ster
ke verdunning plaats; indien nog
slechts één of enkele dieren in de
melk reageren. Vooral op grote be
drijven kan het enkele weken tot
maanden duren voor dit tankmon-
steronderzoek de besmetting aan
toont.
Hoe langer het duurt, hoe groter de
kans dat weer nieuwe bedrijven be
smet raken.
Om dit risiko te verkleinen, worden
binnen enkele dagen alle rundvee
bedrijven - die liggen binnen een
cirkel van twee kilometer t.o.v. het
besmette bedrijf- aan een bloedon
derzoek onderworpen. Van elk dier
wordt een bloedmonster genomen en
onderzocht.
aantal bedrijven
geruimde
dieren
694
getaxeerde
gebruikswaarde
1.703.801-
getaxeerde
slachtwaarde
820.264.-
slachtver
goedingen
ƒ873.886,-
Wij konstateren dat de bestrijdings
maatregelen veel geld kosten. Wij
mogen stellen dat de huidige
Noord-Brabantse "bui" totaal reeds,
meer dan een miljoen gulden heeft
gekost.
Deze gelden worden grotendeels
door de boeren zelf opgebracht en
14
Het bloedonderzoek is gevoeliger
dan het melkonderzoek. Buiten deze
ring van twee kilometer wordt nog
een ring gelegd, waarbij van elke
melkgevende koe, een melkmonster
worden genomen en onderzocht.
Door deze ringonderzoekingen lukte
het in het gebied Schijf zeer snel twee
Roosendaal e.o.
Rijswijk e.o.
Etten Leur Prinsenbeek
Made en Drimmelen
94 bedrijven - 4910 runderen
8 bedrijven - 821 runderen
35 bedrijven - 1691 runderen
16 bedrijven - 799 runderen
Totaal 71 bedrijven - 2921 runderen
Deze ringonderzoekingen werden verricht binnen enkele dagen na de kon
statering van de besmette bedrijven. Praktiserende dierenartsen en onze be-
drijfsvoorlichters hebben daarvoor veel werk verzet en niet naar uur en tijd
gekeken.
Deze ringonderzoekingen worden na enkele maanden nog eens herhaald.
Zo trachten we de zaak binnen de perken te houden. Dit lukt ons tot nu toe
wel, maar het kost veel, zowel in geld als in energie!
Trachten de zaak binnen de perken te houden, hetgeen veel gelden energie kost!
Het risiko blijft groot en neemt toe
naarmate we meer vee importeren
uit landen die niet vrij zijn van deze
ziekte. Nu zijn er mensen die zeggen,
die import moet verboden worden,
of althans streng gereglementeerd. Ik
herinner me uit de begintijd van de
T.B.C.-bestrijding de wens van en
kele ziektenbestrijders om de vee
markten te sluiten en de handel in
gebruiksvee zoveel mogelijk in te
dammen. De verspreiding van de
ziekte zou dan afgeremd worden en
de uitroeiing zou sneller verlopen.
Dit bleek geen haalbare kaart.
Bovendien bleek later dat juist het
verschil in prijs tussen T.B.C.-vrije
en niet-vrije runderen voor verschei
dene veehouders een belangrijke sti
mulans was om tot sanering over te
gaan. De veehandel heeft toen een
belangrijke rol gespeeld bij de afvoer
van besmette dieren en de herbevol
king met vrije dieren.
Nederland is een handelsvoerende
natie en deze handel levert een be
langrijke bijdrage aan onze welvaart.
Prijsverschillen zullen altijd aanlei
ding geven tot beweging van goede
ren en diensten. Belemmeringen in
deze kunnen wel vertraging beteke
nen maar geen blijvende stop. In
E.E.G.-verband is het vrije handels
verkeer een groot goed. Er zijn echter
verschillende veterinaire gezond
heidstoestanden die vragen om tij
delijke regulatie.
De uiteindelijke oplossing zal zijn
een algemene gelijke hoge gezond
heidstoestand van de landbouwhuis
dieren in alle deelstaten. De uit
gangspunten en ook de belangen op
korte termijn, zijn in deze en de di
verse landen momenteel nog niet
gelijkwaardig.
melkvee konsumeerde en daarbij
dikwijls nog het betere vlees van de
achtervoeten ruilde voor Franse
voorvoeten. De prijs was belang
rijker dan de kwaliteit. De Neder
lander heeft kwaliteitsvlees meer le
ren waarderen en heeft er meer voor
over. Specifieke vleesrassen kende
ons land niet of nauwelijks. Impor
ten van geslachte vleesrunderen uit
Frankrijk of België namen toe.
Ook te slachten runderen werden uit
deze landen aangevoerd. De fokkerij
van vleesrunderen werd op beschei
den schaal gestart.
Nu moeten we uitgaan van het feit
dat Abortus Bang voor een bedrijf
met vleesvee minder schadelijk is
dan voor een melkveebedrijf.
In Walonië en bepaalde Franse stre
ken. waar veel vleesvee wordt ge
houden, volstaat men dikwijls met
voorbehoedende entingen. Met deze
entingen kan men de ziekte wel een
eind terugdringen maar niet uitroei
en.
Wij gaven reeds aan dat in Nederland
van elk melkleverend bedrijf, elke
veertien dagen een melkmonster op
Abortus Bang wordt onderzocht. Van
elk niet-leverend bedrijf, wordt van
elk rund jaarlijks een bloedmonster
onderzocht. Wij spreken in Neder
land nooit over een "vrij rund", doch
slechts over een rund van een vrij be
drijf. Eén besmet dier betekent in de
praktijk het doodvonnis voor alle
runderen van dat bedrijf. Dat is een
zware eis; niet het individu geldt,
doch steeds de hele koppel!
Hoe anders is het nog in diverse lan
den, waar nog wel gesproken wordt
over een vrij dier en dat kan dan be
tekenen een negatief dier van een
besmet bedrijf.
Door schade en schande hebben we
geleerd dat een negatieve uitslag dan
weinig zegt.
Dikwijls is het zo dat - een dier dat in
de jeugd besmet wordt - pas gaat
reageren nadat het zelf voor het eerst
gekalfd heeft. Daar de regelmatige
basisbedrijfsonderzoekingen in
Frankrijk en Walonië dikwijls man
keren, wordt gekocht op basis van
individuele bloedonderzoeken. De
handel staat dus voor een zeer moei
lijke, soms onmogelijke, taak om
onder die omstandigheden verant
woord te werken.
De praktijk heeft geleerd dat men
dan zelfs met de beste bedoelingen
en voorzorgen, nog dikwijls tegen de
lamp loopt. De oplossing is niet een
voudig. Het geïmporteerd vleesvee
betekent op deze manier een gevaar
"voor de melkveehouderij. De melk
veestapel in België en Frankrijk is
ook reeds grotendeels vrij van deze
ziekte, maar bij het vleesvee zien we
dat nog zo maar niet gebeuren. Ook
in die landen zelf, betekent het
vleesvee in deze een gevaar voor de
melkveestapel, zeker in "gemengde
streken".
Als we een en ander op een rijtje
zetten, dan kunnen we stellen dat
1) import van geslachte dieren geen
gevaar vormt,
2) import van direkt te slachten die
ren nauwelijks gevaar vormt, be
halve via "ongeboren mest" die
via het slachthuis voor bemesting
gebruikt wordt. Hier ligt o.i. een
taak voor Vleeskeuring en
Staatstoezicht.
3) import van slachtdieren die niet
direkt geslacht worden en tijde
lijk in Nederland worden gehou
den, kunnen wel een gevaar be
tekenen. Dit is vooral het geval
als er drachtige dieren tussen zijn
die hier kalven. Immers, de
smetstofverspreiding vindt vooral
om en nabij het afkalven plaats.
De grote uitbraken in Utrecht en
Zuid-Holland enkele jaren gele
den, werden zo veroorzaakt.
4) het opbouwen van een eigen
vleesveestapel moet zeer zorg
vuldig gebeuren. Men .dient de
bedrijven van herkomst te ken
nen en scherp te selekteren op
ziektegebied. De Limousinfok-
kers hebben indeze met veel
moeite en kosten een goed resul
taat bereikt.
5) het gebruik van vleesstieren voor
melkkoeien, waarvan men geen
nakomelingen wil aanhouden,
kan een toevoer betekenen van te
mesten dieren. In verschillende
landen wordt dit reeds veelvuldig
gedaan.
6) het aankopen van jonge vrouwe
lijke buitenlandse kalveren (uit
niet-vrije landen) om deze, als in
Nederland gefokte dieren ter
schetsing aan te bieden, levert
belangrijké risiko's op. Pas ruim
een jaar na de aanschaf, als het
dier zelf kalft, komt de ziekte
kiem naar buiten; veelal gaat dan
het gehele bedrijf verloren On
derzoek van deze dieren in de
jeugd, heeft weinig nut. Immers,
de reakties komen dikwijls pas na
afkalven tot uiting.
De importen (legaal of illegaal) zijn
vooral weer toegenomen na de deva
luatie van de Franse, resp. Belgische
franc. Onder de huidige omstandig
heden is het voor Nederland gewenst
de behoefte aan vlees van vleesvee
vooral te zoeken onder het 1 - 2 - 4 en
5 vermelde.
Het onder 3 en 6 besprokene, bete
kent een aanmerkelijk gevaar voor de
melkveehouderij in ons land. Samen
werking tussen alle belanghebbenden
met inspelen op ekonomische prik
kels (prijsverschillen) zal o.i. van
meer nut zijn, dan uitgebreide kon-
trolevoorschriften.