Opstallen kalveren nu de V' in de maand zit! Bestrijding wortelonkruiden Knolselderij Bouwplanbemesting met kali Diversen Rundveehouderij Bijvoeding melkvee Inkuilen bietenkoppen en -blad Inkuilen snijmais Inkuilen Italiaans raaigras of nagras Nagaan hoeveelheid voer voor de stalperiode Voor het verkrijgen van een goede prijs is de kwaliteit van de uien de belangrijkste faktor. Het gaat daarbij vooral om kleur en beschadigingen. op het bietecysteaaltje als deze mon sters genomen zijn op percelen waar dit jaar bieten groeiden. In die geval len dat een grondontsmetting werd uitgevoerd geeft de analyse evenmin een juist beeld van de situatie. De grens waarbij de grondontsmet ting, gezien de kosten rendabel geacht mag worden, ligt bij 600 a 700 larven eieren per 100 ml grond. Houd er rekening mee dat als een analyse al één of twee jaar oud is en er geen bieten, kool of koolzaad ge teeld werden, er ook door natuurlijke afsterving een verlaging van het aantal cysten plaatsvindt. Misschien is het goed om in zo'n geval, in sa menhang met de situatie op de rest van het bedrijf, de noodzaak van een grondontsmetting nog eens door te nemen met Uw bedrijfsvoorlichter. Wat de methode van bestrijding be treft geven wij de voorkeur aan een grondontsmetting in het najaar boven het gebruik van granulaten in het voorjaar. Wel kan men in die ge vallen dat, zoals in 1981 hier en daar voorkwam, men pas heel laat aan een grondontsmetting toekomt en het in feite te nat en te koud wordt, een granulaatbehandeling in het voorjaar als een uitwijkmogelijkheid beschouwen. Ten aanzien van de uitvoering van de grondontsmetting willen wij verwijzen naar het artikel van de heren Verhage en Mulders (specialisten gewasbescherming) van enkele weken geleden. Wel kan hier nog opgemerkt worden dat de maand september als regel de meest geschikte periode is voor een grond ontsmetting. Benut het juiste mo ment, dat wil zeggen als de grond niet te droog en te hard is maar zeker ook niet te nat. Stel een behandèling niet onnodig uit, na half oktober is de situatie zelden gunstiger dan in sep tember. Benut ook hier het juiste moment. Zowel voor Roundup als voor groei stoffen geldt dat voldoende bladmassa en groeizaam weer (tot enkele weken na het spuiten) de meeste kans van slagen heeft. Bij te weinig blad, droge omstandigheden en te weinig groei valt het resultaat bijna altijd tegen. Dit gewas vraagt ook nu nog voort durend aandacht wat betreft de aan wezigheid van wantsen. Bestrijding vindt plaats met Undeen, parathion of dimethoaat (veel water met grove druppel). Bladvlekkenziekte kan men voorkomen door het gewas te behandelen met maneb-tin. Kombi- natie van de genoemde middelen is mogelijk. Bij vochtig weer tegen bladvlekkenziekte om de 10-14 da gen spuiten, in een droge periode om de 3 weken. Bij ernstige aantasting verdient een systemisch fungicide de voorkeur. Een derde N-gift van on geveer 70 N kan begin september gegeven worden. De totale N- behoefte is ongeveer 220 250 N per ha. Dit is vooral van belang voor de percelen waar in 1983 aardappelen komen. Dit systeem waarvoor U wel een vast omlijnd bouwplan moet hebben, bevalt goed in de praktijk. U geeft dan eens per vier jaar alle kali aan de aardappelen. Deze hebben daar het meeste profijt van, met minder kans op blauwgevoelige aardappelen: Voor andere gewassen die dan geen kali krijgen heeft dit geen nadelige gevolgen, behoudens uien, grove tuinbouwgewassen en bieten op zeer lichte gronden die wel apart nog met kali worden bemest. In het voorjaar kan dan meestal met één soort N P meststof voor vrij wel alle gewassen worden volstaan. De najaarsgift aan kali kan heel goed over de groenbemesting worden ge strooid en bedraagt ongeveer 300-500 kg K20 per ha in de vorm van ka- li-60, afhankelijk van de bemes tingstoestand. Bij een lage kalitoe stand zal een nog iets hogere gift no dig zijn. Verder zijn er in september nog een aantal zaken die op een ak kerbouwbedrijf de nodige aan dacht vragen: Engels en Italiaans raaigras voor zaadteelt kunnen in open land tot 1 oktober gezaaid worden. - Wintertarwe zaaien in sep tember geeft in het Zuidwes ten geen betere resultaten dan half oktoberzaai. Wel kans op meer ziekten en soms meer schade van uitwinteren. - Aandacht voor de groenbe- mesters. - Aanwending van organische mest en schuimaarde. - Stoppelbewerkingen. Bodemverbetering en ontwa tering. Woelen of breken van storende lagen onder de bouwvoor. Zie hiervoor een pas verschenen artikel in de serie "Zuidwest bodem best". Aanleg van drainage. - Grondonderzoek naar de be mestingstoestand van fosfaat en kali. De bedrijfsvoorlichter, Ing. A. Bakker Sis de "r" in de maand komt, is het mooiste weer voorbij. Dat is een gezegde dat we zo nu en dan horen. En inderdaad, als het september is geworden, is het grootste deel van de zomer achter de rug. Dat betekent ook, dat de dagen korter worden en de nachten langer. Bij mooi weer kan in deze periode het gras tot 's middags nat blijven. Voor kalveren is dit gevaarlijk in verband met een grotere kans op wormen e.d. Ook de voederwaarde van het gras wordt minder, waardoor er toch steeds meer moet worden bijgevoerd. Daarom is het verstandig om nu reeds de kalveren op te stallen. Ze lopen daardoor geen kans meer besmet te worden met wormen en zijn ook minder afhankelijk van de weersomstandigheden. Natuurlijk moet de kalverstal wel goed geventileerd zijn, zodat er voldoende frisse lucht beschikbaar is. Goed werk kan alleen geleverd worden met scherpe messen en een juiste afstelling van de maishakselaar. De gewenste haksellengte is 6-10 mm. In deze tijd van het jaar wordt de voorraad weidegras meestal snel kleiner. Ook de kwaliteit ten opzich te van zomergras wordt minder. Op percelen die al enkele keren achter elkaar zijn geweid, gaat bovendien ook de smakelijkheid achteruit. Ook bij regenachtig weer wordt het gras sneller bevuild met modder en mest. Alles bij elkaar betekent dit, dat er minder gras met een lagere voeder- waarde wordt opgenomen. Vandaar ook, dat de standaardkoe in het na jaar op veel bedrijven lager is dan in andere perioden. Om de konditie en de produktie van de koeien toch op peil te houden is het nodig om in het najaar flink bij te voeren, zowel met ruwvoer als met krachtvoer. Bietenkoppen- en blad is een goed produkt maar mag niet in grote hoe veelheden worden gegeven. Langzaam mee beginnen en niet meer dan 40 kg bietenkoppen- en blad per koe per dag. En 40 kg is echt niet zo veel. Weeg het daarom eens een keer. In deze tijd van het jaar zijn graan- of graszaadstro ook goede produkten om bij te voeren. Wel moeten we er aan denken dat de voederwaarde niet zo hoog is. Daarom dient er dan ook ekstra krachtvoer te worden ge geven. Krachtvoer moeten we in deze pe riode toch flink voeren. We hebben de indruk, dat in de zomer dikwijls teveel en in het najaar nogal eens te weinig krachtvoer wordt gegeven. Afhankelijk van de weersomstan digheden, de hoeveelheid en kwali teit vaó het gras, welk ruwvoer e.d. mogen we toch niet meer dan 10-15 kg melk uit zo'n rantsoen verwach ten. Dat houdt dan in dat er vanaf 12 kg melk krachtvoer moet worden gege ven. Probeer hier de hand aan te houden om zodoende de melkproduktie op peil te houden. Voor veehouders, die niet te ver van de akkerbouwgebieden afwonen, kan suikerbietenkoppen en -blad een geschikt produkt zijn om in te kuilen. Het maakt wel verschil in voeder waarde of het loof is van bieten ge rooid met een één of twee-rijer of gerooid met b.v. een zesrijer. Bieten blad met koppen eraan geeft uiter aard meer voederwaarde dan blad zonder koppen. Inkuilen is echter bij beide produk ten goed mogelijk. Wel moeten we ervoor zorgen dat het produkt zon der grond bij elkaar komt. Dat is niet altijd even gemakkelijk, maar wel belangrijk. Zeker wanneer het loof min of meer wordt gehakseld. Als hier grond tussen zit wordt het als het ware gemengd met sap door het voer, waardoor het een vies en modderig produkt wordt. En dit komt natuur lijk ook de kwaliteit niet ten goede. Het inkuilen van suikerbietenkop pen en -blad moet in korte tijd ge beuren. In enkele dagen moet een kuil afgewerkt worden. Wel tussen door goed vastrijden. Dan afdekken met plastik en grond. Wanneer we aldus een zuiver produkt kunnen in kuilen in een korte tijd, hebben we goed voer voor de winter. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan zal de voederwaarde en de smake lijkheid tegenvallen. Door de gunstige groeiomstandighe- den van deze zomer is de snijmais op de meeste percelen bijzonder voor spoedig en goed gegroeid. We zien dan ook prachtige percelen snijmais staan. Alleen op de lichte gronden heeft de mais geleden van de droogte. Het ziet er naar uit, dat door het mooie weer de snijmais op tijd rijp zal zijn. Het zou dan ook bijzonder jammer zijn, dat sommige boeren dit gewas dan toch nog te vroeg gaan oogsten. Want ieder jaar weer worden een aantal* maispercelen als het ware vermoord door te vroeg hakselen. Het is natuurlijk wel te begrijpen, dat de loonwerker aan de gang wil, maar het gaat wel ten koste van de voe derwaarde, wanneer de mais nog niet rijp is. Bovendien zijn de inkuilverliezen bij onrijpe mais hoger dan bij voldoen de rijpe mais. In de praktijk horen we nogal eens de klacht, dat bij het voe deren van rijpe mais er meer korrels in de mest te vinden zijn, dan bij minder rijpe mais. We moeten hier bij dan wel bedenken dat.het verlies aan voederwaarde door wat meer korrels in de mest véél kleiner is dan het verlies aan voederwaarde door te vroeg oogsten. Ook is het zonde om lange stoppels te laten staan. Bij een stoppellengte van 15 cm betekent elke cm langer al gauw een 10,- minder voederwaar de per ha. Is er nachtvorst geweest, dan moeten we kijken in hoeverre het gewas hiervan heeft geleden. Omdat de buitenste rijen meestal het eerste be vriezen, moeten we een eindje het perceel inlopen. Als slechts een deel van het blad bevroren is, zal de rij ping, zij het vertraagd, nog wel doorgaan. Is het gewas volledig be vroren dan komt er geen voeder waarde meer bij en kunnen we het gewas beter maar gaan oogsten, te meer daar bevroren mais meer vat baar is voor fusariumaantasting. Bij het oogsten van de snijmais moe ten we de kuil goed vastrijden en zo snel mogelijk afwerken. Afdekken met plastik en een laagje grond is nog steeds de veiligste methode. Plastik en daarover een beschermzeil kan ook goed, vooral daar waar de grond moeilijker is te verwerken. We weten allemaal, dat de kwaliteit van najaarsgras minder is dan van b.v. meigras. Dat wil echter niet zeg gen dat het geen waardevol voer is. Wel is het in het najaar meestal moeilijker om het gras voldoende droog te krijgen. We moeten er daarom naar streven om het gras in een droge periode te maaien. Door elke dag te schudden proberen we voor te drogen. Of dit goed lukt, hangt af van de weersomstandighe den. We moeten het gras niet langer dan een week op het veld laten lig gen. Is het dan nog niet voldoende droog, dan toch inkuilen en zal er een toevoegmiddel moeten worden gebruikt b.v. landbouwzout. Het beste kan dit landbouwzout met de kunstmeststrooier over het zwad worden gestrooid. Een gedeelte zal dan naast het gras vallen, maar dat is geen verlies. Vooral op zandgrond is zout gunstig in verband met de natriumvoorzie- ning. Het is wel verstandig om de najaars- kuilen op te voeren in een periode waarin de produktie van de koeien op zijn laagst is. Want door de meestal mindere smakelijkheid en de lagere voederwaarde is de opgenomen voe derwaarde niet zo hoog. Het meeste voer van het grasland is nu wel gewonnen. Ook de snijmais kunnen we al goed beoordelen op zijn uiteindelijke opbrengst. Die be drijven, die al enkele jaren dezelfde grootte van veestapel hebben, weten zo al wel of er voldoende voer is of niet. Voor die bedrijven, die de laat ste jaren zijn uitgebreid met hun veestapel, is dit echter wat moei lijker. Op een eenvoudige, globale manier is wel na te gaan in hoeverre de voerbehoefte verschilt met de aanwezige voorraad. We zullen dit met een eenvoudig voorbeeld toelichten. C.A.R. Zevenbergen De bedrijfsvoorlichter rundveehou derij, A. Biemans Veestapel in komende winter: 50 melkkoeien x 1 g.v.e. 50 g.v.e. (grootvee-eeenheid) AO jongvee x 0,4 g.v.e. 16 g.v.e. 66 g.v.e. 66 g.v.e. x 180 dagen x 9 kg d.s./dag 106.920 kg d.s. totaal nodig voor de stalperiode (afgerond) 107.000 kg d.s. Aanwezige voorraad: 18 ha voordrooggras x 3.500 kg d.s. 63.000 kg d.s. 2 ha snijmais X12.000 kg d.s. 24.000 kg d.s. 10 ton graszaadstro 8.000 kg d.s. 95.000 kg d.s. 95.000 kg d.s. nog te kort 12.000 kg d.s. Dit tekort komt ongeveer overeen met 1 ha snijmais. Uiteraard kunnen ook andere produkten in aanmerking komen. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 13