Bedrijfshygiëne sleutel tot
ziektenbeheer in aardappelteelt
Groeiende vraag naar
vaktechnisch onderwijs
champignon-teelt
Plaatsing wintergerst op
rassenlijst landbouwgewassen
Aardappelmarkt in
Frankrijk
Potato Marketing
Board stelde
streefareaal 1983 vast
De zo succesvolle aardappelteelt en afzet in Nederland wordt bij
voortduring belaagd door ziekten en plagen. Het beheren en beheersen
daarvan is bij de intensieve teeltwijze een uiterst moeilijke opgave.
Steeds duidelijker wordt het dat bedrijfshygiëne in de breedste zin de
belangrijkste, maar ook moeilijkste faktor geworden is.
Intensieve teelt
We stellen steeds dat in Nederland
ongeveer 25% van het
bouwland bezet is met aardappelen.
Maar als we in de echte aardappel-
gebieden kijken, dan is er veelal
sprake van Vi van de oppervlakte of
zelfs met name in de Veenkoloniën
een 1 op 2 teelt, dus 50% van de op
pervlakte. En dan vraagt dat extra
grote inspanningen om de diverse
ziekten op de juiste wijze de baas te
blijven. Op een groot aantal plaatsen
wordt erover gestudeerd, gedisku-
sieerd, maar ook gekoördineerd.
Steeds meer maatregelen komen er
op ons af; steeds zwaarder worden de
sankties daaraan verbonden. En zo
blijft het een steeds klemmende
vraag of we de 1 op 2 en de 1 op 3
teelt met de huidige hulpmiddelen,
zoals het gebruik van AM-rassen en
het toepassen van grondontsmettin-
gen, wel kunnen handhaven. Vooral
de beperkte bedrijfsomvang in Ne
derland en de krachtige Nederlandse
politiek voor aardappelen doen ons
vast bijten in die intensieve teeltwij-
Aanvullende maatregelen
Vast staat dat de meeste aanvullende
maatregelen die genomen moeten
worden geld kosten, veel geld, waar
door de kostprijs van de aardappel
teelt in z'n algemeenheid steeds ver
der wordt opgevoerd. Als vandaag
nog een 1 op 4 teelt zonder extra be
perkingen kan worden doorgevoerd,
maar in de nabije toekomst daar ook
een grondontsmetting bij zou moe
ten, dan is dat een dure maatregel.
En als bij het phoma-beheer een
kwikontsmetting noodzakelijk is on
der de huidige omstandigheden, dan
vraagt deze milieu-kritische handel
wijze veel geld. En als de steeds ver
der opdringende rhizoctonia aan
passing van de NAK-normen vereist,
dwingt dat de pootgoedteler tot
massaal looftrekken, hetgeen hoge
investeringen vraagt in snel verou
derde machines. En als het beheren
van het bakteriën-komplex vraagt
om verdere doorvoering van de
"reageerbuis aardappel", gesteund
door de Elisa-toets, dan zijn daarop
tal van plaatsen grote hoeveelheden
Met een goede bedrijfshygiëne zullen veel ziekten onder kontröle gehouden
kunnen worden.
geld mee gemoeid. En als.... al die
maatregelen in de marktprijs worden
terug verdiend, dan mopperen we
nog niet zo hard.
Maar onze kostprijs is langzamer
hand zo hoog opgelopen dat de
meerprijs die de extra kwaliteit moet
opbrengen aan z'n limiet raakt. Voor
elke kwaal is wel een kruid gewas
sen; daar zijn we in de aardappel-
sektor erg knap in. Maar eens zal de
wal het schip keren.
Bedrijfshygiëne
Een jaar geleden is
de Kommissie Bedrijfshygiëne naar
buiten getreden met een aantal aan
wijzingen voor de praktijk. In de af
gelopen winter is heel wat gepraat
over de bedrijfshygiëne in de breed
ste zin. Aardappelopslagproblema-
tiek, grondverplaatsing via machines
van het ene perceel naar het andere,
het binnenhalen van allerlei pro-
dukten op het bedrijf, zoals nieuw
pootgoed, mest of allerlei afval.
De Kommissie Bedrijfshygiëne heeft
zeer onlangs besloten om zichzelf
niet op te heffen, wat oorspronkelijk
de bedoeling was, maar door te gaan
op de ingeslagen weg. Werkende weg
is gekonstateerd dat bedrijfshygiëne
steeds meer en steeds belangrijker de
sleutel aan het worden is tot het
ziektenbeheer.
Als we reeds zovele aanvullende
maatregelen nemen, kostbare maat
regelen, dan is het water naar de zee
dragen als daar geen bedrijfshygiëni-
sche inspanningen naast worden ver
richt. Degenen die de bedrijfshygiëne
het best toepassen, dat zijn de aard
appeltelers van de toekomst.
A. Vermeer
Alleen door een krachtige export-
kampagne is het eindresultaat van de
aardappelkampagne 1980/81 nog
vrij redelijk goed geweest. Tot deze
konklusie komt de interprofessionele
organisatie voor de aardappelsektor
in Frankrijk, de CNIPT.
In 1980/81 bedroeg de produktievan
bewaaraardappelen in Frankrijk
rond 5,263 miljoen ton.
Duitsland was de grootste afnemer
met 216.790 ton, ruim 150.000 ton
meer dan voorgaand jaar. Op de
tweede plaats kwam Italië met
188.049 ton (155.829).
vervolg pag. 6)
de doorgeblazen lucht meestal een
r.v. heeft die onder de 90% ligt. De
ventilatielucht wordt op weg door de
aardappelhoop iets opgewarmd en
kan dan weer vocht opnemen. Hoe
hoger in de aardappelhoop hoe meer
de lucht verzadigd raakt. Bij het ver
laten van de hoop zal de lucht een
r.v. hebben die ongeveer gelijk is aan
die van de bovenste laag aardappe
len.
Gewichtsverliezen kunnen worden
beperkt door luchtbevochtiging. Ook
drukplekken worden er door be
perkt. Aan elke m3 ventilatielucht
moet dan 1-2 gram water in de vorm
van fijne druppels worden toege
voegd. Maar meestal wegen de kos
ten niet op tegen de beperking van
het gewichtsverlies. Ook worden
door de bevochtiging uitbreiding van
zilverschurft en rhizoctonia en het
optreden van condensatie in de cel
len in de hand gewerkt.
Samenvattend.
- Aardappelen drogen gebeurt bij
voorkeur met droge lucht, die enkele
graden kouder is dan de temperatuur
van de aardappelen.
- Aardappelen bewaren gebeurt bij
voorkeur met vochtige lucht, die en
kele graden kouder is dan de tempe
ratuur van de aardappelen.
Het gebruik van
kiemremmingsmiddelen
a) Poedervormige middelen
Poeder wordt alleen toegepast bij
gezonde en droge partijen. Ontvelde
partijen niet behandelen met poeder
omdat dan een grote kans pp huidir
ritatie ontstaat. De geadviseerde do
sering is 1 kg per ton aardappelen.
Het poeder moet goed over de aard
appelen worden verdeeld. 'N
goede verdeling wordt verkregen
door een vibrator, een trillend appa
raat, dat boven de transportband
wordt gemonteerd. Het poederen
gebeurt in één keer. In het algemeen
is het een goede kiemremming. Maar
poeder heeft ook nadelen, namelijk:
- bij natte of onvoldoende verkurkte
knollen treedt vaak huidirritatie op.
Het is een schoonheidsgebrek maar
de schilverliezen zijn groter, wat
vooral door de verwerkende indus
trie als een ernstig gebrek wordt er
varen;
- het poeder blijft op de knollen
zichtbaar. Daardoor verdwijnt de
natuurlijke kleur van de knol;
- het poeder stuift erg bij het ledigen
van de cellen.
Aardappelen die vóór januari wor
den afgeleverd hebben geen kiem
remming nodig,
b) vloeibare middelen.
Vloeibare middelen worden met be
hulp van speciale apparaten (bij
voorbeeld het swingfogapparaat) in
het produkt gebracht. Deze appara
ten vernevelen het middel dat zich
met de ventilator door intern venti
leren goed door het produkt laat
verdelen (vergassen). Na het inbren
gen van het middel moet men onge
veer een kwartier doorgaan met in
tern ventileren totdat de nevel is
verdwenen.
De belangstelling voor het volgen van de Champignonteeltvakschool is
onverminderd groot; het aantal deelnemers aan de korte introduktie-
kursus lag hoger dan in 1980, en ook de applikatie- en bijscholingsda-
gen werden nog weer beter bezocht dan in voorgaande jaren. Kortom,
de vraag naar vaktechnisch onderwijs is nog steeds groeiende.
Hierbij bestaat overigens wel de indruk, dat juist de toch al levens
krachtige bedrijven vaker een beroep doen op onderwijs en voorlich
ting, waardoor de verschillen in bedrijfsresultaten binnen de branche
alleen nog maar groter worden. In de komende jaren zal daarom ge
tracht moeten worden ook de achtergebleven groep telers met het
onderwijsprogramma te bereiken, aldus het CCO in het zojuist uitge
brachte jaaroverzicht 1981. Naast de groeiende vraag naar vaktech
nisch onderwijs is het afgelopen jaar ook weer het aantal leerlingen dat,
in het kader van hun opleiding aan een Middelbare of Hogere Agrari
sche School een studieweek op het CCO volgt, verder toegenomen.
Andere eetbare paddestoelen
Opnieuw is gebleken dat de belang
stelling om in breder verband infor
matie en praktijkervaringen uit te
wisselen omtrent het uitzweten en de
myceliumgroei in tunnels groot is.
Sinds vele jaren wordt er op het CCO
aandacht besteed aan de teelt van
andere eetbare paddestoelen. Met
name voor leerlingen van Agrarische
Scholen die op exkursie of voor een
studieweek naar het CCO komen,
geven deze teelten, naast de cham
pignonteelt, een goed algemeen
overzicht van de mogelijkheden en
essentie van de teelt van paddestoe
len. Met name voor de teelt van
Oesterzwammen (Pleurotus soorten)
is langzamerhand een teeltwijze ont
wikkeld die voor een champignonte
ler (op nog kleine schaal) goed reali
seerbaar is.
Instruktiekwekerij
Bij een totale produktie van 197.478
kg over in totaal 64 teelten is de ge
middelde produktie gestegen van
20,1 kg per m2 per teelt in 1980 tot
20,6 kg per m2 per teelt in 1981. Dat
de produktiestijging maar zeer ge
ring is geweest wordt hoofdzakelijk
toegeschreven aan onvoldoende mo
gelijkheden om het klimaat (R.V.,
temperatuur, C02-koncentratie) in
de cellen goed te beheersen en bin
nen nauwe grenzen te houden.
Duidelijk is geworden dat de massa
behandeling van kompost in tunnels
een kwetsbare teeltmethode is, aldus
wordt in het jaaroverzicht van het
CCO gesteld. Het zijn vooral techni
sche mankementen, in dit geval de
tussenwanden van de tunnels die ge
ringe hoeveelheden ammoniak lucht
doorlaten, die vaak sterke negatieve
invloed uitoefenen op het eindresul
taat.
Ook in 1981 werden regelmatig de
monstratieteelten met verschillende
andere paddestoelen dan de Agrari-
cus bisporus en A. bitorquis opgezet.
Het ging daarbij vooral om de vol
gende soorten: (winter)oesterzwam
(pleurotus ostreatus), (zomer)oester-
zwam (Pleurotus florida), geschudbe
inktzwam (Coprinus comatus) en
Vloksteelpaddestoel (Stropharia ru-
gosa-annulata).
Leek de teelt van Shii-take (Lentinus
edodes) op hout tot voor kort nog
alleen maar een buitenlandse (vooral
Japanse) aangelegenheid te zijn; de
tijd wordt nu langzamerhand rijp om
op basis van de opgedane ervaringen
met Pleurotus en Stropharia ook de
ze door velen zo hoog gewaardeerde
paddestoel op bijvoorbeeld stro in
kuituur te brengen. Het CCO zal
ontwikkelingen in deze in binnen- en
buitenland zeker op de voet volgen
en trachten een brug te slaan tussen
onderzoek en praktijk.
P. Rongen
Na de behandeling de eerste twee da
gen niet ventileren met buitenlucht.
Het middel moet zich aan de knollen
kunnen hechten. De maximaal toe
laatbare dosering is 20 p.p.m. (parts
pro million).
Bij een 25% produkt betekent dit 80
cm3, bij een 30% produkt 66 cm3 per
ton aardappelen. Deze hoeveelheid
geeft men meestal in 3 4 keer. De
eerste behandeling moet tijdig
plaatsvinden, namelijk binnen 2-3
weken na de oogst. Het voordeel van
deze middelen is dat men de totale
dosis niet in één keer behoeft te ge
ven, maar over 2 of 3 behandelingen
kan verdelen. De vroeg afgeleverde
aardappelen kunnen met één be
handeling volstaan. De tweede en
ook de derde behandeling moeten
geschieden vóór de ogen gaan wer
ken.
Richtlijn:
Eerste behandeling: 2-3 weken na de
oogst
Tweede behandeling: december
Derde behandeling: februari/maart.
Bij het toedienen van kiemremmings
middelen moet per ventilator worden
gewerkt. Gebleken is dat wanneer
b.v. in een centraal luchtkanaal een
aantal ventilatoren tegelijk draait,
niet alle ventilatoren evenveel "gas"
verbruiken.
De specialisten boerderijbouw,
C. van Bragt,
J.H. van Nieuwenhuizen,
H.A. de Vries.
De Kommissie voor de Samen
stelling van de Rassenlijst voor
Landbouwgewassen deelt mede dat
bij wintergerst voor het eerst in de
N-rubriek, respektievelijk in de T-
rubri van de Beschrijvende Rassen
lijst zijn geplaatst:
N. Masto (MG 411.4)K: De kweek-
bedrijven M.G. t.w. Dr. R.J. Mans-
holt's Veredelingsbedrijf, Ulrum en
G. Geertsema-Groningen B.V.,
Groningen.
Is vrij goed wintervast. Heeft een vrij
trage voorjaarsontwikkeling. Het
stro is middenlang en vrij stevig tot
stevig. Werd vrij weinig door meel
dauw en iets door dwergroest aange
tast. Rijpt vrij laat. Heeft hoge op
brengsten gegeven.
N. Hasso (LP 2.2240) K: F. von Lo-
chow-Petkus GmbH, Bergen, Duitse
Bondsrepubliek. V: Cebeco-Handels
raad, Rotterdam.
Is middelmatig tot vrij goed winter
vast en heeft in het voorjaar een vrij
vlotte ontwikkeling. Het middenlan
ge stro is vrij stevig. Werd iets door
meeldauw en vrij weinig door dwer
groest aangetast. Rijpt middenlaat.
Heeft hoge opbrengsten gegeven.
T. Tapir K: De kweekbedrijven
M.G. t.w. Dr. R.J. Mansholt's Vere
delingsbedrijf B.V., Ulrum en G.
Geertsema-Groningen B.V., Gro
ningen.
Is vrij goed wintervast. Heeft in het
voorjaar een vrij trage ontwikkeling.
Heeft vrij lang, vrij stevig tot stevig
stro. Werd nogal door meeldauw en
iets door dwergroest aangetast. Rijpt
middenlaat. Heeft zeer goede op
brengsten gegeven.
T. Gerbel K: Maison Florimond
Desprez, Templeuve, Frankrijk. V:
Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel
D.J. van der Have B.V., Kapelle
(Zld.).
Is matig wintervast. Heeft een vlotte
voorjaarsontwikkeling. Het stro is
kort en vrij stevig. Werd iets door
meeldauw en dwergroest aangetast.
Rijpt middenvroeg. Heeft zeer goede
tot hoge opbrengsten gegeven.
De Potato Marketing Board heeft
voor 1983 een streefareaal aardappe
len vastgesteld van 161.000 ha. Dit
areaal, dat tot stand gekomen is na
overleg met de regering en de Natio
nals Farmers' Union, is het streef
areaal dat bij normale opbrengsten een
produktie oplevert die groot genoeg
is om in de behoeften te voorzien.
Aardappeltelers zullen een quota
krijgen toegewezen dat zal bestaan
uit een gemiddelde van hun geregis
treerde areaal in 1980, 1981 en 1982.
Hiervan krijgen de telers een quota
toegewezen van 94Zi%.
In de laatste twee seizoenen is het
werkelijke areaal bij het streefareaal
achtergebleven. In 1981 bedroeg het
Britse aardappelareaal 162.000 ha,
tegen een streefcijfer van 166.000 ha.
Voor het huidige seizoen zijn deze
cijfers resp. 181.500 ha en 163.000 ha.
(The Public Ledger)