"Grond, de bestaansbron voor de boer". Nootdorp geeft windmolens plaats in bestemmingsplan N.C.B. wil definitie kleine bedrijven problematiek EEG gaat tarwe leveren aan China Kontrakten voor Pachtovereenkomsten betreffende los land en een hoeve De laatste tijd worden we geconfronteerd met verscheidene pachters zowel van boerderijen als van los land die hun boerderij c.q. grond moeten kopen. Het moet iedereen die iets met grond te maken heeft duidelijk zijn dat dit voor de economie van het bedrijf en voor het verteerbaar inkomen van het gezin grote consequenties met zich mee brengt en dat hierdoor bij de hoge rentestand de continuïteit van de onderneming ernstig in gevaar wordt gebracht. De positie van de eigenaar/verpachter In ons werk komen we in feite 2 ca- tegoriën verpachters tegen nl.: 1zij die de opbrengst van de grond, de pacht nodig hebben om van te leven. 2. zij. die de opbrengst niet zo zeer nodig hebben om van te leven, maar de grond als een waardevast bezit beschouwen. Het rende ment is niet hun grootste zorg. De opbrengst van de grond voor de eige naar/verpachter Stel een verpachter ontvangt voor de grond 550.— per ha. Hij betaalt aan ruilverkavelings- en polderlasten 170.— per ha. Hij ontvangt netto 380,— per ha. Bij een grondprijs van 14.000.— per ha heeft hij dan een bruto rendement van 2,7%. Hierbij wordt geen rekening gehou den met vermogens- en inkomsten belasting. We hoeven ons niet te verwonderen! De belegger die zijn pacht nodig heeft om van te leven kan indien hij de grond te gelde maakt een bruto rendement halen van stel 10% x ƒ14.000.- - ƒ1.400.- (Ook hier houden we geen rekening met ver mogens- en inkomstenbelasting). Het is dan ook niet verwonderlijk dat bij vele van hen het rendement boven het bezit gaat. Verschillende verpachters die wij spraken stelden: "Wij weten zeer goed dat grond een goede belgging is, maar het gaat ons om het rendement", met andere woorden, 'wij of onze kinderen heb ben het geld nodig om van te leven, of onze kinderen willen een eigen huis en betalen een rente van 11% terwijl mijn grond rendeert tegen 2,7%". Zulke geluiden horen we veel en soms lijken het verontschuldigin gen. Als wij dan zeggen: "Maar op de lange termijn....?, dan krijg je meer gehoor bij de oudere generatie dan de jongere. Veel jonge mensen zeggen: "Wij leven nu". De positie van de pachter De pachtwet geeft de pachter een voorkeursrecht van koop op een en kele uitzondering na die zijn be schreven in art. 56e van de pachtwet. De pachter die b.v. 550.— pacht per ha betaalt, zal bij koop een andere berekening moeten opzetten. Voorbeeld: Koopprijs van de grond ƒ14.000.— per ha rente 10% 1.400.- Vermeerderd met de lasten die voorheen door de eigenaar werden betaald - 170. totaal 1.570.— per ha Stel een aflossingstermijn van 50 jaar derhalve 2% van 14.000.— als aflossing 280.— De totale lasten per ha worden nu 1.850,- Duidelijk blijkt dat "koop" een forse lastenverzwaring voor de boer met zich meebrengt en dit voor zeer veel zelfstandige ondernemers in de landbouw, zeker voor diegene die met vreemd kapitaal moeten werken, ten koste van de boterham gaat. Hoe komt prijs verpachte grond tot stand? In de Pachtwet staat: "partijen treden met elkaar in on derhandeling over de prijs". Wordt een accoord bereikt dan is snel de weg naar de notaris gevonden en .de zaak zit rond. "Indien zij niet tot overeenstemming komen kan de verpachter zich tot de Grondkamer wenden met 't verzoek de verkeerswaarde van de verpachte grond vast te stellen". De Grondkamer stelt de prijs van de verkeerswaarde van verpachte grond vast aan de hand van de gemiddelde prijs die in de streek, c.q. het district Voor de pachter ontstaat hier een ri sico wanneer verkocht wordt aan ie mand die zelf in de landbouw zijn beroep uitoefent. Na afloop van de pachttermijn zou de nieuwe eigenaar eigen gebruik kunnen claimen. Hierbij kan dan bemiddeling van de Het zal sterk afhankelijk zijn van de situatie waarin de pachter verkeert, (o.a. de grootte van het te kopen object, leeftijd, opvolging, financiële positie etc.) om tot een oplossing te komen. Een veel voorkomende, door de Onze gedachten of discussiepunten) zijn: 1. Laat de eigenaar-verpachter zelf een belegger zoeken. Dit in over leg met de pachter. Men zal dan spoedig tot de conclusie komen wat de "veilige" belegger voor verpachte grond wil betalen. 2. Bij de vaststelling van de ver keerswaarde van verpachte grond niet alleen om te zien naar het verleden doch de blik op het he den en toekomst te richten, waar door de "beleggersprijs" meer de werkelijkheid zal benaderen. De Toekomst - Onze verwachting is dat steeds meer beleggers die de pacht no dig hebben om van te leven hun grond te koop aan zullen bieden aan de pachter. - Wij zijn er van overtuigd dat steeds meer pachters niet in staat zullen zijn de grond bij de huidige rentestand te kopen voor de nu gehanteerde grondprijzen. - Dit kan betekenen dat de ver keerswaarde van verpachte grond moet gaan dalen. De taxaties dienen zich meer te bewegen in die richting die de belegger voor grond wil betalen. - Voor het handhaven c.q. voort zetten van bestaande bedrijven is een oplossing gewenst. wordt betaald voor verpachte grond. Vanzelfsprekend wordt daarbij re kening gehouden met de kwaliteit en de externe produktie-omstandighe- den van de grond. Wanneer nu in een bepaald gebied in het onderling overleg tussen de ver pachter en de pachter een "hoge" zo niet een "te hoge" prijs wordt bedon gen, dan zal dit steeds van invloed zijn op de gemiddelde prijs. Maken pachters die moeten kopen zelf prijs? We kunnen niet duidelijk genoeg zijn. Een ieder die voor verpachte grond meer betaalt dan nodig is zorgt er in het huidige systeem van waardebepa ling voor dat zijn collega meer moet betalen. "LANDBOUWERS LET IN DEZE GOED OP UW EIGEN ZAAK!" Wat is in veel gevallen nu de prak tijk0 liet zal voor een pachter van groot belang zijn voor welke situatie hij als aspirant-koper wordt gesteld. De las tenverzwaring voor zijn bedrijf (in ons voorbeeld van 550.— naar 1.850.— per ha), zal bepalend zijn door de oppervlakte welke gekocht moet c.q. kan worden. Wanneer de aankoop een aantal hektares omvat dat gering is in verhouding tot het bestaande bedrijf zullen de financië le gevolgen minder ingrijpend zijn en zou bedrijfseconomisch een hogere prijs mogelijk zijn daar de rente- en eigenaarslasten over het gehele be drijf kunnen worden omgeslagen. Anders wordt het wanneer een groot gedeelte, zo niet het gehele bedrijf moet worden overgenomen. Hieruit zou men kunnen afleiden dat met verschillende grondprijzen, namelijk voor losse percelen en voor gehele bedrijven, zou moeten worden ge werkt. Dit lijkt ons evenwel onmogelijk en in de praktijk onuitvoerbaar. Welke wegen staan open voor pachter? Ten eerste zou hij de eigenaar de vrije hand kunnen geven om de grond aan derden te verkopen. Vol gens de regels van de Pachtwet krijgt de eigenaar een jaar de tijd om de grond aan derden te verkopen voor de vastgestelde prijs of hoger. Wan neer hij onder de zogenaamde "Grondkamerprijs" wil verkopen is hij verplicht weer met de pachter te overleggen. Pachtkamer worden gevraagd, maar het risico is groot dat de belangen van de nieuwe eigenaar boven die van de pachter worden gesteld. Om dit risico uit te schakelen kan de pachter zelf op pad gaan om een "veilige" belegger te zoeken. Wan neer deze "in de markt" is voor de vastgestelde verkeerswaarde is de si tuatie gered. Het probleem ontstaat als: 1. geen goede beleggers te vinden zijn en of 2. de vastgestelde verkeerswaarde door de beleggers te hoog wordt geacht. nood geboren, oplossing wordt ge vonden door zelf te kopen voor de vastgestelde verkeerswaarde b,v. 14.000,— per ha en direkt aan een moeizaam gevonden belegger door te verkopen voor een lagere prijs b.v. 11.000.— per ha. Het tussenliggende bedrag zal hij dan zelf moeten bijpassen. Wij vin den dat een slechte zaak, tevens blijkt hieruit dat de waarde van de grond voor een belegger lager is dan de getaxeerde verkeerswaarde. Vandaar onze vraag: "ls dit de juiste weg of is er wat fout aan het huidige schattingssysteem?" Het instituut pacht is voor "de Land bouw" van grote betekenis. Er is een ontwikkeling aan de gang waarbij verschillende verpachters hun grond aanbieden aan de pachter. De prijs die dan moet worden betaald, voor hel produktiemiddel grond is van zeer grote betekenis voor het bedrijf en het gezin. De bedoeling van dit artikel en van ons is dat een discussie en een spoedige oplossing daarover tot stand komt. Goes en Klundert, augustus 1982 J. Markusse, J. Vroegop De gemeente Nootdorp gaat een de hele gemeente omvat tende kaart maken met zoneringsvlakken voor het plaatsen van windmolens. In bestemmingsplannen die vallen binnen het door zones aangegeven ge bied, zullen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot windmolens. Er wordt vooral gedacht aan de bui tengebieden. de randgebieden en bedrijfsterreinen. Windmolens in woonwijken worden vooralsnog af gewezen. Dit staat in de Windmolennota van de gemeente Nootdorp, die onlangs door de gemeenteraad is vastgesteld. Volgens de nota kunnen kleinere molens vooralsnog met de anticipa tieprocedure van artikel 19 WRO mogelijk gemaakt worden, doch een vrijstellingsbevoegdheid van b en w verdient de voorkeur. Er moet wel verband bestaan tussen de op te wekken en de benodigde energie- hoeveelheid en de molén mag in principe niet op het dak worden ge plaatst. Molens tot 15 meter hoog dienen zeker via de vrijstellingsbe voegdheid van b en w geplaatst te worden. Molens tot 25 meter hoogte dienen met behulp van de wijzi gingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO geregeld te worden. Bij grote molens blijft het volgens de nota op passen geblazen door gebrek aan er varing en feitenkennis op dit punt. Mogelijk kunnen zulke molens in de toekomst opgesteld worden via her ziening van het bestemmingsplan. Nootdorp stelt voorts de eis van een veiligheidscertifikaat. af te geven door een door b en w aan te wijzen deskundige ofwel een fabriekscerti- fikaat. Ook wordt vooraf een offi cieus onderzoek ingesteld naar mo gelijke klachten die op grond van de Hinderwet of de Wet Geluidhinder kunnen worden verwacht. (Binnenlands Bestuur) Om het beleid aktueel en verant woord t« voeren heeft het hoofdbe stuur van de NCB besloten een werkgroep in te stellen die als op dracht heeft een inventarisatie te maken van de situatie bij de kleine agrarische bedrijven. De werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van NCB. KVO en AJW. Deze werkgroep zal gaan bekijken waar in het NCB-gebied de problemen liggen. Te laag inkomen vanwege de bedrijfsvoering of te laag inkomen door de te beperkte be- drijfsgrootte c.q. bedrijfsontwikke ling. Op basis van de bevindingen zal de werkgroep advies uitbrengen aan het hoofdbestuur van de NCB met als doel uiteraard om door beleids maatregelen verbeteringen in de po sitie van de kleine bedrijven te be vorderen. De EEG levert China tot komend najaar ongeveer 800.000 ton tarwe. Europese exporteurs hebben bij de wekelijkse exportinschrijving deze hoeveelheid voor hun rekening ge nomen. Het was de laatste inschrij ving voor het tarweseizoen 1981-82.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 5