-Buitenstaander-
Duurdere voerprijzen bedreiging
Nederlandse pluimveehouderij
HETZELFDE
Landbouw bitter nodig in
strijd tegen honger
GEEN UITKERING
INEENS AAN KLEINE
MELKVEEHOUDERS"
Ing. J. Mellema:
Zienswijze Wereld Ontwikkeling
Rapport '82:
Groene Revolutie
In België "Week van
de Landbouw"
Minister de Koning:
Rijk neemt deel aan
gemeenschappelijke
regeling voor
De Grevelingen
wereldgraanexport
Latijnhouwers: 20
miljoen voor
investeringen
Niet uit
medeverantwoorde
lijkheidsheffing!
De pluimveehouderij en de daarmee verwante bedrijven zijn in moei
lijkheden geraakt doordat het aanbod sneller is gestegen dan de koop
krachtige vraag. Wanneer gesproken wordt over koopkrachtige vraag
eiwitrijk voedsel oneindig veel groter is dan het overschot dat thans de
markt verstoort, aldus Mellema, voorzitter van het Produktschap voor
Pluimvee en Eieren tijdens de openbare bestuursvergadering op 25
augustus in Zeist.
Het probleem is internationaal om
dat de opvoering van de produktie
zich de laatste jaren niet tot Neder
land heeft beperkt.
De uitvoer uit Nederland naar derde
land is eerst in 1981 goed begonnen,
met als belangrijkste afnemers de
Sovjet-Unie en Iran. Beide landen
kampen evenwel thans met devie-
zentekorten, mede waardoor de im
port van pluimveevlees sterk is ver
minderd.
Dat wordt niet alleen in Nederland
ondervonden, maar ook elders in de
exporterende landen, waardoor er
gedrang is ontstaan op de overige
markten met voortdurend afbrokke
lende prijzen.
Om internationaal tot een beperking
van het aanbod te komen ontbreekt
een platform, alsmede de bereidheid
van de belangrijkste aanbieders. Ook
binnen de gemeenschap lukt het niet
op vrijwillige basis tot een beperking
te komen.
Diepvries-vers
Bij het voortduren van de problemen
bij de afzet van diepvries gevogelte
op de wereldmarkt noemde Mellepia
het niet denkbeeldig dat de moderne
slachterijen in Frankrijk met name
die in Bretagne, een deel van hun
produktie gaan afstemmen op het
handelsverkeer binnen de Gemeen
schap. De eerste symptomen daar
van zijn reeds merkbaar. Een rapport
van de z.g. Nehem inzake de struc
tuur is door de meerderheid van de
Nederlandse slachterijen glimla
chend terzijde gelegd. Daarbij dient
te worden opgemerkt dat de Neder
landse slachterijen nu eenmaal geen
homogene groep vormen.
Legsektor
Ook de legsektor kampt met gevol
gen van een te snelle uitbreiding,
waarbij de legpluimveehouderij in
Nederland voorop is gegaan.
Tot nu toe hebben de Nederlandse
exporteurs voldoende orders bin
nengehaald. Door de hoge tempera
turen en de transportproblemen
evenwel moesten leveranties naar
een later tijdstip worden verschoven
waardoor een overvoerde markt voor
ernstig prijsbederf zorgde. In de
laatste weken zijn pluimveehouders
die voor eigen risico produceren met
prijzen geconfronteerd Die 1,00
beneden de kostprijs en 0,40 bene
den de voerkosten van 1 kg eieren
lagen.
Maar ook de legpluimveehouders
met kontrakten zien het moment na-
derbijkomen waarop de limiet wordt
bereikt waarna alleen de marktprijs
wordt uitgeleerd. Bij verlenging van
kontrakten worden ook de garantie
prijzen verlaagd.
Een vermindering van het aanbod
kan bereikt worden door eerder af
slachten. Dat gebeurde ook en wel in
olie mate dat op bepaalde momenten
het aanbod aan oude kippen zo groot
was, dat het nauwelijks verwerkt kon
worden.
In Frankrijk heeft men een fonds
gevormd, waar een minimumprijs
voor slachtkippen kan worden be
taald.
Na augustus wanneer het afzetpa-
troon binnen de Gemeenschap weer
normaal is en de afleveringen naar
derde landen met minder moeilijk
heden te kampen zullen hebben, be
hoort een langzaam herstel van de
eiermarkt tot de mogelijkheden.
Broedeieren
De reproduktiesektor heeft een te
snelle uitbreiding van het moeder-
dierenbestand ondergaan, waardoor
Ing. J. Mellema
een te groot aanbod van broedeieren
van slachtrassen is ontstaan. Ook
daardoor werden moederdieren
sneller geruimd, omdat broedeieren
ver beneden de kostprijs verkocht
moesten worden.
Voerprijzen
Sinds begin 1982 zijn de prijzen van
pluimveevoeders opgelopen. Een
nieuwe impuls ontstaat door de ver
hoging van het garantieniveau van
de graanprijzen, wat in de nazomer
te merken zal zijn.
Een slechte zaak noemde Mellema
de bevriezing van de tapioka-import
alsmede de voorbereidingen van
soortgelijke maatregelen uit te voe
ren voor andere z.g. graanvervan-
gende produkten.
De prijzen van tapioka en andere
graanvervangende grondstoffen zul
len daardoor de graanprijzen meer en
meer benaderen. Dat betekent b.v.
dat tapioka niet meer 20,— tot
30,- per 100 kg zal kosten maar
40,— tot 50,— per 100 kg.
Voor de intensieve veehouderij in
Nederland een ernstige bedreiging",
aldus Mellema.
vdw
Ondanks het voortduren van de internationale ekonomische stagnatie
is voor de ontwikkelingslanden reden tot optimisme. Voorwaarde
voor meer ekonomische vooruitgang is wel dat er met man en macht
wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van de landbouw van voorat de
kleine boeren in de Derde-Wereldlanden. Dit schrijft de president van
de Wereldbank. Tom Clausen, als voorwoord in het Wereld Ontwik-
kelings Rapport 1982.
De Wereldbank rekent in het rap
port af met de gedachte dat alleen
industriële ontwikkeling de motor
voor ekonomische groei in de ont
wikkelingslanden kan zijn. Denk
beelden die - ook door de Wereld
bank - in de laatste vijftien jaar sterk
zijn gepropageerd. Het rapport
breekt nu een lans voor het idee dat
vooral moderne landbouw de
grondslag is voor verdere ekonomi
sche "take off. Geleerd hebbend
van de fouten van de "Groene Re
volutie" die vooral voor de grote
boeren een succes is geworden, wil
de Wereldbank nu die lijn doortrek
ken naar de kleinere boeren.
Volgens het rapport is de beste strijd
tegen de armoede en de honger het
opvoeren van de voedselproduktie.
Speciale programma's die in de jaren
zeventig voor kleine boeren en land
arbeiders zijn opgezet, hebben in
middels hun vruchten afgeworpen.
"Tweederde van de Derde-Wereld
bevolking werkt op het platteland.
Daar is de armoede gekoncentreerd.
Speciale initiatieven kunnen zowel
die armoede bestrijden als groei sti
muleren". aldus het ontwikkelings
rapport van de Wereldbank.
(Uit Volkskrant)
Om de publieke opinie te informeren
over de betekenis van de landbouw
in België, organiseert de Landelijk
Beweging van de Belgische Boeren
bond een "Week van de Landbouw"
van 18 tot 26 september 1982.
Allerhande manifestaties, aktivitei-
ten, informatiekampagnes zullen in
die week in honderden gemeenten
opgezet worden. Drie elementen
zullen daarbij vooral aan bod ko
men:
landbouw betekent voordeel; land
bouw betekent tewerkstelling en
landbouw betekent platteland.
Minister drs. J.de Koning heeft onoverkomelijke bezwa
ren tegen een uitkering ineens aan een bepaalde groep
melkveehouders van het aandeel van 20 min dat voor
ons land voortvloeit uit de EG-prijsbesluiten voor
1982/1983. Eerst nadat hij begin september advies hier
over heeft ontvangen van het Landbouwschap zal hij een
definitief standpunt bepalen over de besteding van het
bedrag.
Dit o.m. blijkt uit zijn antwoord op schriftelijke vragen
van het Tweede Kamerlid Ter Veer.
Met een uitkering aan bepaalde melkveehouders zou via
een achterdeur een gedifferentieerd prijsbeleid worden
binnengehaald en de basis worden ontnomen aan elk
verzet van ons land tegen toekomstige voorstellen tot zo'n
beleid.
Minister De Koning wijst een gedifferentieerd prijsbeleid
af. Het markt- en prijsbeleid in de EG is een globaal
instrument dat niet werd ontworpen om inkomensher
verdelend te functioneren. Bovendien bestrijdt de be
windsman de achterliggende gedachte dat de melkvee
houder met maximaal 10-15 melkkoeien onder alle
omstandigheden extra ondersteuning zou behoeven. In
het kader van de onderhandelingen over de prijsver
schillen voor 1982/1983 had hij zich om dezelfde reden al
met kracht verzet tegen de voorgestelde differentiëring
van de medeverantwoordelijkheidsheffing.
"Men moet niet de illusie koesteren dat een dergelijke
differentiatie ten gunste van de kleinere Nederlandse
melkveehouder zou werken", aldus de bewindsman, "naar
EEG-maatstaven behoort ook de kleinere melkveehouder
in ons land nu eenmaal tot de grotere melkveehouders".
Deze koeien vinden het allemaal wel best. Voor hen is
belangrijk dat ze goed verzorgd en op tijd gemolken wor
den.
Het Rijk gaat deelnemen aan een
gemeenschappelijke regeling met
twee provincies en tien gemeenten,
waarbij een rechtspersoonlijkheid
bezittend lichaam. Natuur- en Re-
kreatiegebied De Grevelingen wordt
opgericht. Dit lichaam krijgt tot taak
de behartiging in onderlinge samen
hang van de belangen van natuur,
landschap en openluchtrekreatie in
De Grevelingen.
Aan de regeling zullen naast het Rijk
deelnemen de provincies Zuid-Hol
land en Zeeland en de gemeenten
Brouwershaven. Bruinisse, Dirks-
land, Duiveland, Goedereede, Mid-
delharnis. Middenschouwen, Oost-
Flakkee, Westerschouwen en Zierik-
zee.
Het wetsontwerp heeft tot doel de
verantwoordelijkheid van het Rijk
voor de inrichting en het beheer van
het buitendijkse gebied in het Gre-
velingenbekken te doen delen met de
betrokken provincies en gemeenten.
Van de wereldgraanexport van 199
miljoen ton ging in 1981/82 onge
veer 42 miljoen ton naar de Sovjet-
Unie wat overeenkomt met ongeveer
21%.
Verwacht wordt dat de graanimport
van de Sovjet-Unie in 1982/83 on
geveer van gelijke omvang zal zijn
als die in het jaar daarvoor.
Ir. A.J. Latijnhouwers - voorzitter
van de NCB en tevens lid van het
bestuur van het Landbouwschap -
vindt dat er snel een voorstel moet
komen om de 20 miljoen gulden van
de Europese Kommissie te verdelen
over de melkveehouders in Neder
land. Hij is daarbij van mening dat
het beschikbare geld ten goede moet
komen aan melkveehouders met een
produktie van minder dan 200.000
kilogram melk. Het te ontvangen
bedrag zou door de melkveehouder
moeten worden gebruikt om te in
vesteren en dus niet moeten dienen
als een (tijdelijke) inkomensverbete
ring.
In het blad van de vorige week
(20/8/'82) stond in het artikel
over de voor- en nadelen van de
marktordening voor de zuivel
abusievelijk vermeld dat de 20
miljoen voor de kleine melkvee
houders zou komen uit het fonds
van de medeverantwoordelijk
heidsheffing. Dit is niet juist: De
betreffende 20 miljoen komt uit
het Europees Landbouwfonds
(de E.O.G.F.L.).
Terug van vakantie heeft iemand
een attentie uit Zweden voor je
meegenomen. Een leuk dingetje
dat je toevallig zelf net had ge
kocht, maar dan in Zwitserland.
Een paar dagen later zie je in
Middelburg hetzelfde grappige
beeldje in een etalage staan
Moraal van dit verhaal?
Dat er eigenlijk geen buitenland
meer is. Overal in Europa zie je
dezelfde merken in de winkels, de
zelfde serie's op de televisie, de
zelfde koppen in de kranten.
Ik moest daaraan denken, toen ik
dezer dagen ergens in Zeeland een
gloednieuwe bungalow zag staan
voor een dito ligboxenstal met silo.
Waaraan kun je zien, dat dit geen
Friese, maar een Zeeuwse boerde
rij is? Sterker nog, hoe stel je vast
dat dit het Nederlandse platteland
is en niet het Duitse, Belgische of
zelfs Franse?
Gelukkig maar dat er openlucht
musea zijn.
Buitenstaander
4