HOOFDPRIJZEN PRIJSVRAAG: "WIE WORDT KAMPIOEN? "Taxateur" Van Noord wil het voortouw nemen Ekonomische betekenis zelfvoedering melkveebedrijven met snijmaïs in bedrijfsplan Chemicaliën- vuller voor veldspuiten Jaarvergadering Ned. Organisatie van Pluimveehouder (N.O.P.) Slachtpluimveesektor in moeilijke situatie Schapenhouderij in Hongarije Verenigd Koninkrijk verwacht rekordoogst binnen te halen De Grote Nationale Tentoonstelling van de Koninklijke Vereniging "Het Nederlandsche Trekpaard" is weer in zicht! Over een week immers is het weer zover, want vrijdag 3 en zaterdag 4 september a.s. zijn de dagen waarop dit grootse gebeuren in en om de "Brabanthallen" in 's-Hertogenbosch zal plaatsvinden; het grote na tionaal en internationaal gerenommeerde paardenfeest. Aan deze "Nationale" zal een heel bijzonder cachet worden verleend, omdat verschillende speciale attracties voor bijzondere feestelijkheid en extra luister zorgdragen. Eén van de hoogtepunten is daarbij ook onze prijsvraag "Wie wordt Kampioen?" die -getuige het enorm aantal ingezonden oplossingen- we derom in het brandpunt van de be langstelling staat. Een belangstelling die zich nu ook gaat richten op de winnaars van de hoofdprijzen, die echter tot het moment van het uit roepen der kampioenen nog onbe kend zijn. Wat al wél bekend is, dat zijn de hoofdprijzen waarvan wij u onderstaand eefi omschrijving ge ven. De speciale AUTOMOBIELPR1JS 1982 is een nieuw FORD FIESTA BRAVO, aangeboden door Ford Dealers OBAM Tilburg B.V. te Til burg en OBAM B.V. te Eindhoven. Vervolgens zes stamboekveulens in één foto verenigd, waarvan onder staand een korte omschrijving volgt. 1. Zsa Zsa van de Noordkant 245314 is een prima stamboekmerrie- veulen geboren op 14 maart 1982 op het bedrijf van de fokker J.D. Wagenaar te Kloetinge. De vader van Zsa Zsa is de bekende reser- ve-kampioenhengst van het zui den: Bamboula de la Jumelle K 2756 en haar moeder is de nog van Stal Serrarens afkomstige le premiemerrie Sarina van 't Hoogland K 64605. 2. Moniek Hf. 6718 is een chique en charmant Haflinger-merrieveu- len, geboren op 3 mei 1982 bij de fokker J.A. Slenders te Budel. De vader van Moniek is de vaak hoog bekroonde -en in 1980 en 1981 kampioen van het zuiden- status Hf.K. 69 en de moeder is Anja Hf. 5356 dochter van de Nationale Kampioen Amor van Schafferden Hf.K. 45. 3. Rasputin Vb. 772 is een uitste kend Connamarahengstveulen, geboren op 7 maart 1982 op het bedrijf van A.P.B. Bogaerds te Numansdorp. De vader is de meervoudige premiehengst Bra- vy S. 8 en de moeder een thans 16-jarige uit Ierland geïmpor teerde en daarna hier in Neder land hoog geprimeerde Conna- mara merrie Crusheen Lady Imp. no. 35. Crusheen Lady heeft met deze Rasputin haar 1 le veulen in Nederland voortgebracht. 4. Sico van de Zonhoeve. Hf. 6863 is een best Haflinger-hengstveulen, geboren op 16 april 1982 op het bedrijf van de fokker E. van Driel te Asch (Gld.) Als vader heeft Si- co, de hiervoor bij 2 reeds ver melde, Status Hf.K. 69 en zijn moeder is de bekende le premie merrie Rosita van de Zonhoeve Hf.K. 2037. 5. Sammy van Merm tot Ressen Vb. 911 is een heel mooi en best ge bouwd Dartmoorhengstveulen, geboren op 14 april 1982 op het bedrijf van de bekende fokker J.J.W. Nas te Eist. Sammy is ver wekt door de bekende fokhengst Alexander S. 2 en zijn moeder is de vaak hoogbekroonde eerste p'-emiemerrie Isabella van Merm tot Ressen S. 177. 6. Thomas van de Ponyhoeve Vb. 83010 is een edel en fraai vos- kleurig Shetland hengstveulen, geboren op 7 mei 1982 bij de fokker J. Dinnits te Horssen. De vader is de alom bekende Welsh Fireman S. 294 en zijn moeder is de heel beste merrie Isabella van de Meidijk S. 20845. Op de foto ziet U de veulens alleen nog maar in beeld. Straks op zaterdag 4 september a.s. zult U ze zien in Den Bosch. Op de tweede dag van de "Nationale" en voor de grote tribune op het demonstratieterrein, als het lang verwachte ogenblik daar is, dat zij aan de gelukkige winnaars zullen worden overgedragen. Ook de overige hoofdprijzen worden, voorzover mogelijk, op zaterdag 4 september a.s. uitgereikt. In de jaarvergadering van de N.O.P. was de inleiding van de ex-voor- zitter Jan van Noord, thans lid van de Tweede Kamer min of meer het klapstuk van de veiling. Als we spreken over de inleiding van Van Noord, dan bedoelen wij daar vooral mee zijn aktiviteiten ten aanzien van de legbatterijen. Tijdens de diskussies daarover werd er door de heer H.H. Knoop, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Eier- handelaren met nadruk op gewezen dat het voor Nederland als kwets bare eierexporteur bepaald niet gewenst is het voortouw te nemen, waar het de regelingen betreft m.b.t. de kooien van legbatterijen. Deze opmerking werd door de vergadering met applaus beloond. Van Noord daarentegen taxeerde de situatie zo in dat het Nederlandse initiatief een Europese regeling dichterbij brengt. Hij taxeerde voorts dat er mogelijk een regeling zou ko men die een ruimte van 600 cm2 per kip zou gaan voorschrijven, met na me omdat de Nederlandse minister van Landbouw en de Duitse minister het daarover eens zouden zijn. Het voorstel van Van Noord houdt 1. Per 1 juli 1983 wordt een mini mum bodemoppervlakte van 425 of 400 cm2 per legkip 'voorge schreven, afhankelijk van de lengte van de voerbak 2. Per 1 juli 1993 treedt een Alge mene Maatregel van Bestuur in werking, op te stellen in overleg met het bedrijfsleven, waarin na dere eisen kunnen worden om schreven. Deze eisen mogen niet verder gaan dan onderzoeksre sultaten op dat moment recht vaardigen 3. Een overgangsregeling vanaf 1 juli 1993, gedurende maximaal tien jaar waarin 1 kip minder per kooi mag worden gehouden. Dit om mogelijke verschillen in in vesteringen tussen oud en nieuw systeem te neutraliseren. Er was in de vergadering van de N.O.P. van de kant van de leden geen goed woord te horen over het voorstel van Van Noord. Hij meende dat zijn voorstel zou voorkomen dat Duitsland met een voorstel van 600 cm2 zou komen. Overigens stelde hij wel dat op het moment dat er een Europese rege ling komt, de nationale regeling zal Bij het Landbouw-Ekonomisch Instituut is een publikatie verschenen betreffende de resultaten van een onderzoek naar de ekonomische betekenis van zelfvoedering op melkveebedrijven met snijmais in het bedrijfsplan. Het onderzoek is gebaseerd op begrotingen en heeft be trekking op een-, twee- en driemansbedrijven met variërende opper vlakten grasland en voedergewassen. Zelfvoedering met een kombinatie van voordroogkuil, en snijmaiskuil levert in het gehele onderzochte oppervlaktetrajekt voordelen op ten opzichte van de bedrijfsplannen met rijkuilen of torensilo's. terugtreden. In de besloten vergade ring van de N.O.P. die vooraf ging aan de openbare vergadering werd een resolutie opgesteld, die aan dui delijkheid weinig te redden overlaat. In de resolutie wordt vastgesteld dat het voorstel de Nederlandse pluim veehouderij in een ongunstiger kon- kurrentiepositie brengt ten opzichte van hun kollega's die op dezelfde (EG)markt opereren. Het voorstel werkt niet doeltreffend, zodat het gewenst is af te wachten van wat er uit Brussel te dien aanzien komt. In het eerste halfjaar is de produktie van slachtkuikens in Nederland met 2,8% gestegen tot 235.600 ton levend gewicht. Door de grotere uitvoer van levend slachtpluimvee is de produktie aan hraadkuikens met slechts 1,7% ge stegen tot 165.000 ton panklaar ge wicht of 2700 ton meer dan in 1981. Vergeleken met het eerste halfjaar van 1981 is het exportsaldo met 10.000 ton gedaald tot 105.000 ton geslacht gewicht, aldus gegevens van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren. Het betekent overigens niet dat de voorraden in Nederland met 12.700 ton zijn gestegen. Volgens gegevens van het schap is het binnenlandse verbruik met 5300 ton gestegen, dat is tweemaal de toe name van de produktie. Hoe groot de voorraden zijn is niet relevant, aldus De uitkomsten van bedrijven met zelfvoedering en sleufsilo's zijn ter beoordeling van hun perspektieven vergeleken met die van bedrijven met rijkuilen en een centrale voer- gang in de stal, alsmede met die van bedrijven met torensilo's en een voerband. In vergelijking met een bedrijf met rijkuilen en een centrale voergang kunnen op een bedrijf met zelfvoe dering en sleufsilo's meer melkkoei en worden gehouden, terwijl de ge bouwen- en werktuigkosten lager zijn. Deze voordelen van zelfvoede ring maken het nadeel van de duur dere sleufsilo's ruimschoots goed. Op een bedrijf met torensilo's kun nen weliswaar bij een gelijke ar- beidsbezetting meer koeien worden gehouden op een grotere oppervlak te dan op een bedrijf met zelfvoede ring, maar de opbrengsten van de meerdere koeien wegen niet op tegen de hogere kosten van de torensilo's. Hoewel het onderzoek aantoont dat zelfvoedering betere perspektieven biedt dan andere voeder- en opslag systemen, mag niet worden verwacht dat zelfvoedering een sterke uitbrei ding zal ondergaan. Remmende fak- toren hierbij zijn onder meer de noodzakelijke uitbreidingsinveste ringen, de afhankelijkheid van de snijmaismarkt bij een te kleine op pervlakte eigen grasland en voeder gewassen en de matige rentabiliteit van de melkveehouderij. Landbouw-Ekonomisch Instituut (Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van ƒ27,25 op giro no. 41.22.35 ten name van het Landbouw-Ekono misch Instituut, Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend Publikatie No. 3.119".) De schapestapel in Hongarije omvat rond 3,5 miljoen dieren. In het zesde Vijfjarenplan dat loopt van 1981 tot 1985 is een opvoering van de scha- peproduktie voorzien. Men wil aan het einde van die periode komen tot een produktie van 70.000 ton slacht- lammeren en 15.000 ton wol. De 15.000 ton wol dekt ongeveer 50% van de Hongaarse behoefte. Voorts streeft men naar een produktie van 5 miljoen 1 schapemelk. Jaarlijks wor den ongeveer één miljoen stuks' schapen/lammeren uitgevoerd, vooral naar Italië, Frankrijk, Zwit serland en Duitsland. J.T. Mellema. Van meer belang is dat bepaalde pluimveeslachterijen zo danig in liquiditeitsproblemen ko men, dat zij gedwongen zijn te ver kopen. Het daardoor ontstane ver val van de prijzen heeft tot gevolg dat men zoveel mogelijk tracht uit te wijken naar die deelsektoren - vers en kuikendelen - waar nog enigszins redelijke resultaten te behalen zijn. De kans dat na verloop van tijd de gehele slachtpluimveesektor zal af glijden, naar een verliessituatie is niet meer denkbeeldig, aldus ing. Melle ma. Hoegen Dijkhof biedt een apparaat voor veldspuiten waarmee erg ge makkelijk en zeer effektief chemica liën in de tank gebracht kunnen wor den. Dat apparaat past op alle veld spuiten. De spuitmiddelen, zowel poeders als vloeibare middelen kunnen op sta- hoogte in een jerrycan gegoten wor den. Door een ventury onderin het appa raat wordt met de waterstroom van de pomp een onderdruk opgewekt. Hierdoor worden de spuitmiddelen geleidelijk meegezogen en onderin de tank gevoerd. Er ontstaat daardoor een bijzonder homogeen mengsel zonder veel kans op klonteren of schuimvorming. De laatste restjes in de jerrycan kun nen via een bovenliggende ringlei ding schoongespoeld en weggezogen worden. Dit apparaat kan zowel tijdens het vullen van de tank als ook voor bij voegen via rondpompen worden ge bruikt. Volgens de Home-Grown Cereals Authority (HGCA) kan de Britse tarwe-oogst dit jaar een omvang be reiken die hoger ligt dan de 8,59 miljoen ton die verleden jaar werd binnengehaald. De totale graanoogst kan uitkomen op 20 miljoen ton, mits de opbrengsten op het niveau van de afgelopen twee jaar liggen. De omvang van de tarwe-oogst 1982 is de weergave van het groter gebruik dat de telers gemaakt hebben van tarwerassen die een hoge opbrengst geven en de kleinere arealen haver en gerst. Het tarwe-areaal ligt 10% hoger dan in 1981 en bedraagt naar schatting 1,64 miljoen ha, terwijl de arealen gerst en haver resp. 4 en 11% kleiner zijn. Bij een oogst van ruim 20 miljoen ton graan zou het Verenigd Koninkrijk het komende seizoen een aanzien lijke hoeveelheid tarwe en gerst voor export beschikbaar hebben. (Financial Times) 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 15