De zuivelmarktordening heeft naast nadelen nodige voordelen -Buitenstaander^ DE KRANT Voor veehouders: Andere E.G. landen kiezen voor direkte toeslag Drs. Schelhaas, Wereldrecessie beïnvloedt zuivelafzet; maar geen zuivelbergen Sinds 16 september 1977 wordt binnen de Europese Gemeenschap ten laste van de melkveehouders een medeverantwoordelijkheidsheffing (m.v.h.) gegeven op alle aan zuivelfabrieken afgeleverde melk. Het doel ervan is tweeledig: enerzijds het bevorderen van het markte venwicht door het afremmen van de groei der melkproduktie en ander zijds het bijeenbrengen van financiële middelen teneinde de lasten van het hoge zuivelbudget der E.E.G. te verlichten. De nederlandse melkplas wordt in onze zuivelindustrie tot talrijke hoogwaardige produkten gebracht. steding van de gelden en geeft aan óp welke wijze zij in het komende melkprijsjaar de middelen van de medeverantwoordelijkheidsheffing wil aanwenden. Minister J. de Koning heeft op 12 augustus een notitie doen toekomen aan de Vaste Kommissie voor Landbouw van de Tweede Kamer over de Europese Medeverantwoordelijksheffing in de zuivelsektor. Aan leiding tot deze notitie zijn vragen geweest die de Vaste Commissie eerder had gesteld over besteding van de gelden uit de medeverant- woordelijkheidsheffing in de zuivelsektor en de invloed van het be drijfsleven daarop. De inkomsten uit de heffing worden beheerd door de Europese Kommissie. Aangezien de Europese Kommissie in de loop van een aantal jaren minder uit het fonds van dë' medeverantwoordelijkheidsheffing voor de financiering van een aantal maatregelen heeft gehaald dan er in vloeide. is er een aanzienlijke reserve ontstaan. De Kommissie heeft onlangs besloten een deel van deze reserve terug te sluizen naar de diverse landen om dit ten goede te doen kêmen van de kleine melk veehouders. Ons land heeft de beschikking gekregen over f 20 miljoen. Over de konkrete aanwending ervan bestaat bij het Landbouwschap nog geen overeemstemming. Deze materie staat volop in de aktualiteit en het leek ons ook daarom nuttig bijgaande informatie te geven over het ontstaan en de doelstelling van de medeverantwoordelijkheids heffing. (red.) De melkveehouder wordt aldus voor een deel aansprakelijk gesteld voor de in de loop van de jaren zeventig ontstane overschotten op de E.E.G.- zuivelmarkt die slechts ten koste van grote budgettaire inspanningen bin nen de E.E.G. maar vooral op de wereldmarkt konden worden afge zet. De hoogte der medeverantwoorde lijkheidsheffing is gerelateerd aan de richtprijs voor melk en wordt jaar lijks ten tijde van het prijsbesluit door de Raad vastgesteld. De medeverantwoordelijkheidshef fing is van toepassing gedurende het gehele melkprijsjaar (in principe van I april tot en met 31 maart). In de afgelopen jaren zijn de volgende percentages toegepast (tussen haak jes in guldens per 100 kilogram melk): 16 september 1977 tot 30 april 1979 1.5* 0.89) Melkprijsjaar 1978/79 0.5% 0.30) melkprijsjaar 1979/80 0.5$ 0.30) melkprijsjaar 1980/81 2,0$ 1.25) melkprijsjaar 1981/82 2,5% 1.71) melkprijsjaar 1982/83 2.0% L48) De inning der medeverantwoorde lijkheidsheffing is opgedragen aan de zuivelondernemingen die de hef fing inhouden op het uit te betalen melkgeld en de opbrengst maande lijks door tussenkomst van nationale instanties moeten afdragen aan de Gemeenschap. Deze middelen worden geboekt als negatieve uitgaven in het zuivel- hoofdstuk van het Europese Oriën tatie en Garantiefonds voor de Landbouw (E.O.G.F.L. waarmee de door de melkveehouders opgebrach te gelden ter beschikking blijven van de uitgaven in de zuivelsektor. Geen heffing is verschuldigd in Griekenland, bepaalde gebieden van Italië en in de zogenaamde bergstre ken. Het betreft hier ca. 6% van de mel- kaanvoer rn de E.E.G. Met ingang van het melkprijsjaar 1980/81 geldt in aanvulling hierop een gedeelte lijke vrijstelling van de heffing in de zogenaamde probleemgebieden. Deze houdt in dat melkveehouders in die gebieden over de eerste 60.000 kg melk een half procent minder heffing behoeven te betalen. Deze vrijstelling heeft betrekking op ca. 12% van de Europese melkaan- voer en is vooral van belang in Ier land, de Duitse Bondsrepubliek, Frankrijk en België. In ons land hebben genoemde vrijstellingen geen praktische betekenis. Besteding Nederland heeft in de verschillende E.E.G.-organen immer het stand punt ingenomen dat de besteding van de heffingsgelden voor het re guliere marktbeheer (d.w.z. ter me definanciering van restituties, inter ventie- en subsidiemaatregelen) de best mogelijke aanwending inhou den voor de door de melkveehouders bijeengebrachte gelden. Aan de doelmatigheid van specifieke afzetbevorderende programma's kan worden getwijfeld. De omvang van de hieraan bestede middelen moet daarom beperkt blijven en het me rendeel van de heffingsgelden dient gebruikt te worden voor het reguliere marktbeheer. Inspraak bedrijfsleven De gezamenlijke melkveehouderij in de Gemeenschap heeft destijds, bij het aanvaarden van de medeverant woordelijkheidsheffing. het verkrij gen van inspraak in de besteding van de gelden als voorwaarde gesteld. Daartoe is het zogenaamde Mede- verantwoordeiijkheidskomité inge steld. bestaande uit 24 personen: 12 vertegenwoordigers van het C.O.P.A. en 12 van het C.O.G.E.C.A.. waarvan 8 door de koöperaties zijn aangewezen. Nederland heeft in dit komité 2 ver tegenwoordigers. één voor de melk producenten en één voor de zuive lindustrie. Dit Komité bereidt - in nauw overleg met de Kommissie - een programma van maatregelen voor die met de heffingsgelden gefinancierd zullen worden. Jaarlijks brengt de Kommissie ver slag uit aan de Raad omtrent de be- Het ziet er naar uit dat in alle E.G. landen, afge zien van Ne derland, zal worden overgegaan tot het in een of andere vorm toekennen van een direkte inko menstoeslag uit de verschillende sommen gelds die de Europese Kommissie beschikbaar heeft es- teld aan de EG-lidstaten dit ten behoeve van de kl. melkvee houders. (Dit geld is zoals bekend afkomstig uit het fonds van de medeverantwoordelijkheidshef fing). Een en ander blijkt uit een notitie van het Produktschap voor Zuivel. Het Landbouwschap zal de Kommissie nog voorstellen moe ten doen over de besteding van het aan ons toegekende bedrag van ca. 20 miljoen. Zoals bekend is men het over de konkrete aan wending ervan nog niet eens. Ter diskussie staan twee mogelijkheden: een direkte inko menstoeslag die neer zou komen op een toeslag van 800,— per kleine melkveehouder of een in vesteringssubsidie die per bedrijf maximaal 7500,- zou kunnen bedragen. Begin september zal een afgerond plan de minister moeten worden aangeboden. Voor wat betreft de bepaling van bedrijven die voor de toeslag dan wel subsidie in aanmerking ko men zou er op het ministerie van Landbouw de voorkeur aan wor den gegeven daarbij het aantal melkkoeien per bedrijf te hante ren boven de melkafievering per bedrijf. Over het geheel bezien moet worden aangenomen, dat de zuivelsituatie in de komende tijd nogal wat moeilijker zal zijn dan een jaar geleden, zonder dat echter verwacht moet worden dat er voor een periode van grote zuivel bergen voor de deur staat. Deze ver wachting sprak de voorzitter van het Produktschap voor Zuivel, drs. H. Schelhaas uit tijdens de openbare bestuursvergadering, woensdag 17 augustus j.l. Drs. H. Schelhaas. "De itfvloed van de minder gunstige ontwikkeling van de zuivelmarkt kan vooral de komende herfst en winter tot uitdrukking komen, indien en voorzover er dan - anders dan vorig jaar - geen belangrijke stijging van de gemiddelde zuivelwaarde boven de basisprijs optreedt", aldus drs. Schelhaas. Het verslag bevat tevens een advies van het Raadgevend Komité voor Melk en Zuivelprodukten over de te nemen maatregelen. De Kommissie heeft ten tijde van de voorstellen tot verhoging van de me deverantwoordelijkheidsheffing voor het melkprijsjaar 1980/81 te kennen gegeven, de daadwerkelijke inspraak van het Medeverantwoordelijkheids- komité in de toekomst te willen be perken tot een geldsom welke over eenkomt met een heffing van 0,5%. Advieskommissie In verband met het feit dat de Mi nister van Landbouw en Visserij be hoefte had aan adviezen omtrent mogelijke bestedingen in Nederland van de heffingsgelden door het be trokken bedrijfsleven is op 16 mei 1978 de Advieskommissie Besteding Medeverantwoordelijkheidsgelden ingesteld. Daarin hebben zitting: de voorzitter en 7 bestuursleden van het Produktschap voor Zuivel, vertegen woordigende de veehouders-, werk gevers- en werknemersorganisaties en 6 ambtelijke leden van het Minis terie van Landbouw en Visserij, het Landbouwschap en het Produkt schap voor Zuivel, elk 1N2. De financiering Een gedeelte van de medeverant- woordelijkheidsgelden wordt be steed aan specifieke afzetbevorde rende programma's. Zo is er een programma voor ver koopbevordering en reklame binnen de Gemeenschap, een promotiepro gramma gericht op landen buiten de E.E.G. en wordt er door middel van onderzoeksprojekten getracht de produktontwikkeling te stimuleren. Bovendien wordt er bijgedragen aan de verbetering van de kwaliteit van de melk in bepaalde lidstate der E.E.G. Naast deze specifieke min of meer nieuwe programma's worden de me deverantwoordelijk heidsgelden ge bruikt voor de gedeeltelijke finan ciering van bestaande afzetprogram- ma's zoals de schoolmelkaktie en de goedkope afzet van botervet ten be hoeve van konsumptieijs. Ook de onlangs weer in gang gezette ver koop van braadboter voor keuken gebruik zal uit deze gelden worden gefinancierd, evenals het additionele afzetprogramma van mager melk poeder ten behoeve van mengvoe ders voor varkens. Wat betreft de Nederlandse bijdra gen aan en ontvangsten uit de me deverantwoordelijkheidsheffing- fondsen kan globaal worden gesteld dat voor wat betreft de specifieke programma's, de Nederlandse melk veehouders meer middelen afdragen aan Brussel dan naar Nederland te rugvloeien. De Nederlandse afdracht bedraagt 13,4% der totale medeverantwoorde lijkheids-middelen terwijl voor wat betreft de specifieke programma's slechts 8% der middelen besteed wordt in Nederland. In feite betalen onze melkveehouders mee aan in an dere lidstaten uitgevoerde promotie- en onderzoeksprogramma's hetgeen binnen het zuivelbedrijfsleven aanlei ding heeft gegeven tot enig protest. Deze bijdrage/ontvangst verhouding mag echter niet op zichzelf staand worden beschouwd daar de zuivel marktordening in zijn algemeen heid Nederland de nodige voordelen biedt. Ik kan de krant niet missen, geen dag. Ook niet tijdens mijn vakan tie in het buitenland. Daarom worden onze wandelingen en andere uitstapjes zo uitgestip peld, dat we altijd een kiosk pas seren om een dagblad te kunnen kopen. In de regel geen Neder landse; om twee redenen niet: ten eerste is mijn "soort" meestal-niet aanwezig, maar daarnaast vind ik het interessant om een poosje het wereldnieuws via een buitenlandse bril te volgen. Ook dit jaar was de reis naar Zwitserland, waar ik dagelijks de Tages-Anzeiger aanschaf - één van de grotere dagbladen in dit land met een oplage van 260.000 exemplaren. Het blad vormt een soort kruising tussen Het Parool en de Volkskrant met erg vee! aandacht voor het nieuws uit de stad Zurich en het omliggende platteland. Wat me ook dit keer opviel, was de aandacht van de re- daktie voor het gebeuren in de landbouw. Niet alleen wat opper vlakkige feitjes ontleend aan de grote persbureaus, maar een uit gebreide en zorgvuldige berichtge ving door de eigen redaktie. Neem als voorbeeld de krant van 3 augustus j.l.: een beschouwing op pagina 3 over de agro-lobby in de Verenigde Staten n.a.v. de graan- leveranties aan Rusland. Op pag. 5 en 6 de derde aflevering in de serie "Fruit, groenten en andere konsu- mentenartikelen dit keer over de aardappel met als titel "Zwitserse boeren - wereldkampioen in de aardappelteelt". Op pagina 6 voorts een nieuwsbericht over de overvloedige oogst aan tomaten en appelen. Op pagina 16 tenslotte een artikel over een aantasting in de druiveteelt. Bij thuiskomst heb ik er de P.Z.C. en de N.R.C. van de afgelopen veertien dagen eens op nageslagen. De laatstgenoemde landelijke kwaliteitskrant blijkt wel heel weinig belangstelling te hebben voor de landbouw. Het resultaat in het provinciale dagblad viel niet eens tegen, maar daarbij moet aangetekend worden dat het beeld van de afgelopen weken geflatteerd werd door het vervolgverhaal over het bacterievuur. Daarnaast plukt de P.Z.C.-redaktie regelmatig wal berichtjes van het landelijke telex- net. Veel eigen nieuwsgaring en diepgang is er niet bij. Ik geloof niet dat de redaktie zich erg voor de landbouw interesseert, maar geldt dat ook niet voor de meer derheid van de lezers? Buitenstaander 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 4