Wat doet de gezondheidsdienst in
Noord-Brabant voor de varkenshouders?
Stank-
bestrijdings-
technieken
voor stallen
in de
intensieve
veehouderij
Kleine toename rundveestapel;
aantal varkens wat lager
Bedrijfsbezoeken:
Laboratoriumonderzoek
Praktijkonderzoek
Organisatie van
vaccinatie-kampagnes
Kursus doe-het-zelf K.I.
Voorlichting
Overige werkzaamheden
Volgens voorlopige uitkomsten landbouwtelling '82:
Rundvee
Varkens
Paarden (inklusief pony's)
Schapen
Kippen
Watervoorziening op melkveebedrijven
Het komt nogal eens voor dat mensen niet goed weten wat de Ge
zondheidsdienst voor Dieren nu precies is en doet. Deze Dienst wordt
ook vaak verwisseld met de Veterinaire Dienst in Den Bosch.
De Gezondheidsdienst is een Stichting die na de 2de wereldoorlog door
de drie standsorganisaties (N.C.B., C.B.T.B. en Mij. v. Landbouw) en
de zuivelorganisaties in het leven is geroepen. De Z.L.M. wordt in het
bestuur van de Gezondheidsdienst vertegenwoordigd door de heer J.M.
van Heijst te Wouwse Plantage.
Begonnen werd met de bestrijding van runderziekten (t.b.c., abortus,
mastitis) en het inrichten van een laboratorium.
Naderhand kwamen er diverse afdelingen bij voor andere diersoorten.
Zo werd in 1958 de afdeling varkensgezondheidszorg opgericht.
De werkzaamheden, die de Gezondheidsdienst voor de varkenshouders
verricht, hebben zich in de loop der jaren sterk uitgebreid.
In grote lijnen is dit als volgt:
1. Top- en opfokbedrijven: als rou
tine 12 bezoeken per jaar, waar
van 2 door de praktiserende die
renarts (namens de Gezond
heidsdienst) en 10 door de Ge
zondheidsdienst.
2. Aangesloten vermeerderingsbe-
drijven: als routine eenmaal door
de praktiserende dierenarts (na
mens de Gezondheidsdienst en,
voorzover dit mogelijk is, een
maal door de Gezondheidsdienst.
Probleembedrijven hebben ech
ter voorrang.
3. Snuffelziektebegeleiding: aange
sloten vermeerderingsbedrijven
kunnen zich melden voor een be
geleidingsperiode van 3
maanden, waarin ze 4-5 bezoeken
krijgen.
4. Bedrijven met problemen kun
nen ten allen tijde bezoek aan
vragen, liefst in overleg met hun
eigen dierenarts. Voor aangeslo
ten bedrijven zijn deze bezoeken
kosteloos. Overige bedrijven be
talen 60,—
5. Stalklimaatsonderzoek i.v.m.
ziekteproblemen voor aangeslo
ten bedrijven kosteloos, overige
betalen 60,—
6. Vruchtbaarheidsonderzoek van
dekberen Kosten: voor natuur
lijke dekking en export ƒ31,25;
voor K.I.-waardigheid 62,50.
(N.B. volgens de beren-verordening
van het Landbouwschap moeten alle
bedrijven die een dekbeer hebben,
aangesloten zijn bij de afd. varkens
gezondheidszorg van de Gezond
heidsdienst.
Alle laboratoriumonderzoeken,
zoals het verrichten van varkenssek-
ties aansluitend onderzoek, on
derzoek van organen, bloed, mest,
melk, schedeuitvloeiing, urine enz.
van varkens, zijn gratis voor ieder
een.
Het is genoegzaam bekend dat het gezondhouden van de varkensstapel een
voortdurend attent zijn van de varkenshouder vraagt. Hij kan bij problemen
overigens altijd terugvallen op o.m. de gezondheidsdienst voor Dieren. Daarvan
wordt in de praktijk dikwijls gebruik gemaakt.
Uitzonderingen zijn:
- drinkwateronderzoek (kosten
voor aangeslotenen 26,— voor
niet-aangeslotenen 96,—
- bloedonderzoek op de Ziekte van
Aujeszky van varkens die voor
export bestemd zijn 16,— per
monster).
- speciale verrichtingen zoals vac
cin- en serumbereiding 7,—
per 100 cc). Dit gebeurt alleen als
het niet in de handel verkrijgbaar
is en dan slechts in overleg met de
dierenarts.
- voorts zijn er nog een aantal niet
vaak voorkomende onderzoeken
waar een apart tarief voor geldt.
Dit betreft o.a. onderzoek van
slibmonsters op salmonellae en
wormeieren, onderzoek op
schimmels, kiemgetalbepalingen
in lucht- en voermonsters.
In het belang van alle varkenshou
ders, wordt veel praktijkonderzoek
verricht.
Dit heeft vooral betrekking op de be
strijding van ziekten en het verband
tussen stalklimaat, hygiëne en ziek
ten. De laatste jaren is veel onder
zoek verricht over:
de ziekte van Aujeszky
snuffelziekte
eenzijdige longontsteking
virusdiarrhee
salmonella-besmettingen en
long- en leveraandoeningen
Als er, bij ernstige uitbraken van
ziekten als mond- en klauwzeer en
varkenspest, besloten wordt om be
paalde gebieden te enten, ligt de or
ganisatie hiervan mede bij de Ge
zondheidsdienst.
Deze kursus wordt gegeven op de
Gezondheidsdienst. De kosten be
dragen 108,— per deelnemer.
Door de Gezondheidsdienst wordt
voorlichting gegeven over alle as-
pekten van de varkensgezondheids
zorg in de vorm van kursussen, le
zingen, het ontvangen van exkursies
en het schrijven van brochures en
van artikelen voor vakbladen. Voorts
wordt driemaal per jaar een folder
"Parels voor de Zwijnen" uitgegeven
voor alle aangesloten bedrijven (op
lage 6500 exks.). Ook wordt met een
voorlichtingsstand deelgenomen aan
diverse beurzen, tentoonstellingen
e.d.
Begeleiding van studenten, van de
Fakulteit der Diergeneeskunde
Utrecht, de Landbouw Hogeschool
Wageningen en van diverse Hogere
Landbouwscholen, tijdens hun sta
geperiode op de Gezondheidsdienst.
Mocht U naar aanleiding hiervan
vragen hebben dan kunt u ten allen
tijde schriftelijk of telefonisch kon-
takt opnemen met de Gezondheids
dienst voor Dieren, Molenwijkseweg
48, 5282 SC Boxtel, tel. 04116 -
73951.
De eerste biologische luchtwasser
bij een mestvarkensstal.
Door uitbreiding en schaalvergroting van de intensieve veehouderij
bedrijven enerzijds en de vestiging van woningen in de nabijheid
daarvan anderzijds, zijn de afgelopen decennia meerdere van deze
bedrijven vanwege stankoverlast voor de omwonenden op grond van
de Hinderwet met sluiting bedreigd.
In de IMAG-publikatie "Stankbestrijding voor stallen in de intensieve
veehouderij" wordt een aantal technieken beschreven, waarmee de
stankhinder kan worden teruggedrongen en bedrijfssluiting kan wor
den voorkomen. Naast stankbestrijding door middel van deodoranten
en chemische en biologische toevoegingen aan de mest en met hulp van
grondfilters, wordt het wassen van ventilatielucht met biologische
luchtwassers (biowassers) behandeld. Van de laatste is tevens een
overzicht van de vereiste investeringen en jaarlijkse kosten gegeven. De
publikatie is samengesteld door ing. M. v. Geelen en ir. K.W. v.d.
Hoek.
De omvang van de rundveestapel heeft tussen mei 1981 en
mei 1982 een geringe stijging ondergaan, terwijl het aantal
bedrijven waar rundvee wordt gehouden met 3,4% is afge
nomen. Het totale aantal varkens is voor het eerst sinds
jaren afgenomen en wel met bijna 1%, terwijl het aantal
bedrijven met varkens verder afnam.
Het totale aantal kippen groeide met 2%, terwijl het aan
tal bedrijven met kippen met ruim 1% daalde.
Een en ander blijkt uit de voorlopige uitkomsten van de
Landbouwtelling mei 1982 van het Centraal Bureau voor
de Statistiek, die vergeleken worden met de definitieve
uitkomsten van de Landbouwtelling mei 1981.
Het totale aantal runderen nam met ruim 26.000 toe tot
5.218.000 stuks 0,5%). Het aantal melk- en kalfkoeien
nam met 2% toe tot 2.429.000.
Het mest- en weidevee nam verder af met bijna 9.000 tot
865.000 stuks (- 1%). Het aantal bedrijven met melk- en
kalfkoeien nam evenals voorgaande jaren verder af. In
mei 1982 waren er bijna 2.200 bedrijven minder waar
melk- en kalfkoeien werden gehouden dan in mei 1981.
Dit betekent een vermindering met 3,4% tot 61.700 be
drijven. De gemiddelde melk- en kalfkoebezetting per
bedrijf is nu 39 stuks; in 1981 was dit 37.
Na een duidelijke groei van het aantal varkens in de
laatste jaren blijkt tussen mei 1981 en mei 1982 dit aantal
te zijn afgenomen en wel met 0,9% tot in totaal 10.219.000
varkens. De daling heeft zich vooral voorgedaan bij het
aantal biggen tot 20 kg (- 1,8%) en bij de fokvarkens
(-1,7%), terwijl het aantal mestvarkens vrijwel gelijk bleef
(5.350.000 stuks).
Het aantal bedrijven met, varkens liep verder terug tot
38.500 (- 5,8%), waarbij vooral het aantal bedrijven met
fokzeugen afnam en wel met 8,2% tot ruim 20.600.
Hoewel het aantal paarden op geregistreerde landbouw
bedrijven wat minder sterk daalde dan in voorgaande
jaren, waren er in mei 1982 toch nog bijna 1.400 paarden
minder dan in mei 1981dit betekende een vermindering
met 2,3% tot 58.900 paarden. Het aantal bedrijven met
paarden daalde met 2,7% tot 19.800. Veel paarden en
pony's worden overigens buiten de geregistreerde agra
rische bedrijven gehouden.
De teruggang in het aantal schapen die zich sedert de
landbouwtelling van 1980 voordeed, zette zich voort.
In mei 1982 werden in totaal 774.000 schapen geteld, wat
ruim 41.000 of 5,1% minder is dan in mei 1981. Het aantal
geregistreerde landbouwbedrijven met schapen nam met
bijna 700 af tot ruim 21.100.
Het totale aantal kippen nam met 2% toe tot 86,8 min.
Het aantal slachtkuikens daalde met 1,5% tot 39,7 min.
Het aantal leghennen jonger dan 5 maanden daalde met
0,5% tot 11,4 min, terwijl het aantal leghennen ouder dan
5 maanden met 6,3% steeg tot 29,3 min stuks. Van dit
laatste aantal waren bijna 4,1 min leghennen 20 maanden
en ouder. Het aantal bedrijven met kippen nam met 1,2%
af tot bijna 8.300. Hiervan bedroeg het aantal bedrijven
met slachtkuikens bijna 1.800 (- 4,7%).
Onder deze titel is zojuist versche
nen, een rapport van een Werkgroep
bestaande uit medewerkers van de
Konsulentschappen in algemene
dienst voor Boerderijbouw en -In
richting en voor Melkwinning,
Melkhygiëne en Boerenkaasberei
ding te Wageningen.
Het rapport gaat in op de benodigde
hoeveelheden water als drinkwater
voor het vee en voor reinigingsdoel
einden en de daaraan te stellen
kwaliteitseisen.
Uitvoerig wordt ingegaan op de ei
gen watervoorziening door middel
van een bron en een hydrofoorin-
stallatie, de benodigde kapaciteit en
de systemen voor ontijzeren van
bronwater.
Ekonomische berekeningen ter ver
gelijking met de kosten van leiding
water alsmede een iijst met officiële
waterleidinglaboratoria komplete-
ren het rapport.
Het rapport is verkrijgbaar tegen
betaling van 5,— over te maken op
postrekeningnummer 886049 ten
name van het Konsulentschap in al
gemene dienst voor Boerderijbouw
en -Inrichting (C.B.L), Postbus 43,
6700 AA Wageningen, onder ver
melding van:"Rapport Watervoor
ziening op Melkveebedrijven".
12