Kwaliteirboven aan bij teelPvvinteruien snuif Nieuwsbrief van de SNUIF Uien van een geode kwaliteit zijn zowel voor de teler als voor de handel van het grootste belang. In het algemeen laat het kwaliteitsniveau echter vaak te wensen over. Het konstateren van het feit, dat de ge middelde hektare-opbrengst de hoogste in de wereld is en zelfs het 5-voudig van de gemiddelde opbrengst bedraagt, ontslaat ons niet van de verplichting te zorgen dat aan de kwaliteitsverbetering van de Ne derlandse ui de hoogste prioriteit wordt gegeven. Wetend, dat 80% van de produktie geëxporteerd moet worden en bovendien konstaterend, dat de konkurrentie op de buitenlandse markt met uien van hoge kwaliteit steeds feller wordt, dient de Nederlandse uienteler en -ver werker goed op zijn tellen te passen. Omdat de vlak voor en tijdens de oogst te verrichten werkzaamheden van grote invloed op de uiteindelijke kwaliteit zijn, wordt voor de volgen de punten uw aandacht gevraagd: aantasting door insekten - oogsten zonder velddroging - vullen van de bewaarplaats - drogen opgeslagen produkt Aantasting door insekten In droge zomers kan zelfs op het eind van de groeiperiode door thrips, preimot en mineervlieg nog schade aan het gewas worden toegebracht. Bij ernstige aantasting door thrips kan de hierdoor ontstane groeiver traging oorzaak zijn dat de opbrengst nadelig wordt beïnvloed. Zowel bij een late aantasting van het rupsje als van de larve van de mineervlieg, ontstaan vreetgaatjes in de bol. De veroorzaakte verwondingen vormen een gemakkelijke toegangspoort voor schimmels, hetgeen aanleiding tot het optreden van rot kan zijn. Wanneer het huidige weertype zich handhaaft is het niet denkbeeldig dat, evenals in 1976, schade door bovengenoemde insekten ontstaat. Mocht dit het geval zijn dan is het raadzaam het gewas regelmatig op aantasting te kontroleren en zonodig tot het treffen van de vereiste maa tregelen over te gaan. Het zal duide lijk zijn dat voor kort'voor de oogst uit te voeren bespuitingen de keuze van het middel door de hiervoor geldende veiligheidstermijn wordt bepaald. Oogsten zonder velddroging Voor het realiseren van de hierboven geschetste noodzaak tot kwaliteits verbetering biedt het oogsten zonder toepassing van een velddroging gun stige mogelijkheden. Aan deze wijze van oogsten verbonden voordelen zijn o.a.: - minder risico voor kleurverlies - per kubieke meter kunnen meer uien opgeslagen worden - de luchtverdeling in de bewaar plaats is beter omdat het produkt minder loofrijk is Als eventueel nadeel van deze me thode zouden de hogere energiekos ten in verband met het drogen ge noemd kunnen worden. Deze kosten zullen echter onder normale markt omstandigheden door de betere kwaliteit (blanke kleur) ruimschoots goedgemaakt worden. Hiertegen over staat echter dat mits over de vereiste oogstmachine wordt be schikt, het oogsten in één werkgang (zgn. éénfase-oogst) kan plaatsvin den. De kans op het optreden van beschadigde en kale uien is bij deze werkwijze duidelijk minder. Het oogsten zonder velddroogperio- de kan alleen dan worden toegepast wanneer sprake is van een regelma tige standdichtheid van het gewas. Ook mogen slechts weinig dikhalzen en bloemstengels voorkomen daar hierdoor het drogen aanzienlijk be moeilijkt wordt. Bovendien moet gezaaid zijn volgens het zgn. rijpa densysteem. Wanneer het gewas aan bovenstaan de eisen voldoet en men wil deze methode van oogsten toepassen dan moeten de volgende aanwijzingen opgevolgd worden: - voorafgaand aan het rooien moet het gestreken loof gedeeltelijk ver wijderd worden middels loofmaaien of -klappen - dit loofmaaien dient vlak voor het rooien te geschieden - het loof moet voor circa 75% afge storven zijn. Deze bewerking altijd uitvoeren met een aan het rijpaden systeem aangepaste trekker met de goede spoorbreedte en smnalle ban den (maximaal 10 inches breed) - in de bewaarplaats moet voldoende ventilator- en kachelkapaciteit aanwezig zijn om het produkt snel droog te blazen Voor het verwijderen van het loof zijn twee typen machines beschik baar nl. cirkel- en klepelmaaiers. Naast machines met een werkbreed- te van 1.50 m is door Cebeco Han- delsraad ook een machine met een werkbreedte van 3 m op de markt gebracht. Deze machine is met 5 ro terende messen uitgerust. Het afstel len van de machines vraagt de nodi ge aandacht. Te hoog afstellen van het afslagmechanisme heeft tot ge volg dat te weinig loof wordt verwij derd, hetgeen de droging van het produkt nadelig beïnvloedt, terwijl het wegnemen van te veel loof on gunstig is voor de kwaliteit. De juiste wijze van loofmaaien/klappen is om het loof 10 - 12 cm boven de bol te verwijderen. Voor het oogsten kan men gebruik maken van speciale zelfrijdende machines. Ook is het goed mogelijk te werken met een getrokken aard- appelverzamelrooier, mits de nodige aanpassingen aangebracht zijn. Teneinde zo min mogelijk beschadi ging op de machine te verkrijgen is het gewenst dat de kettingen steeds vol met uien liggen. Door de rijsnel heid en de snelheid van de zeefket- ting goed op elkaar af te stemmen (in de verhouding 1:1) kan dit bereikt worden. De loofrollen dienen voor het bereiken van een ongestoord transport met de transportinrichting mee te draaien. Door het materiaal, waarmee de uien tijdens het tran sport in aanraking komen te bekle den, wordt de schade beperkt. De snelle oogstmethode kan ook goed met een Rumptstad-rooier, aangevuld met een oplader, worden uitgevoerd. Het is dan evenwel noodzakelijk de in het zwad liggende uien zo snel mogelijk na het rooien op te rapen teneinde het risico voor kwaliteitsverlies te vermijden. Zowel bij het oogsten als bij het opslaan moeten de valhoogten zo beperkt mogelijk blijven. Onderzoek heeft aangetoond dat valhoogten van 50 cm op een harde ondergrond reeds ernstige schade kunnen veroorzaken. Het aanbrengen van een valbreker op de meerijdende wagens wordt dan ook sterk aanbevolen. Vullen van de bewaarplaats Teneinde verzekérd te zijn van een goed eindprodukt dient bij het in de bewaarplaats brengen van de uien aan het volgende aandacht te worden geschonken: de stortbak mag niet leeggedraaid worden - de valhoogten ook hier beperken (stortbak/banden/ bovenvuller) - zoveel mogelijk werken met bekle de machines, waarvan de bandsnel heden niet meer dan 50 m/minuut mogen zijn - voor het verkrijgen van een goede verdeling en het tegengaan van stortkegels een zwenkbare boxen- vuiler gebruiken - de storthoogte beperken tot plm 3.5 m en zorgen voor een gelijke hoogte van de uien in de box Drogen opgeslagen lucht Wanneer de uien in de box "zitten" moet direkt begonnen worden met bladeren te hebben voor de winter invalt. Het meest gewenste zaaitijd- stip valt om deze redenen tussen 15 en 25 augustus. De hoeveelheid zaad die men moet verzaaien ligt tussen de 6.5 en 7 kg per ha, bij een kiemkracht van 90% en het gebruik van een pre- cisiezaaimachine. Is de kiemkracht lager, dan de hoeveelheid zaad aan passen. Evenals bij zomeruien is het toepassen van het rijpadensysteem noodzakelijk in verband met het voorkomen van beschadigingen tij dens de oogst. De in de praktijk meest toegepaste rijenafstand is 5 ri jen op 27 cm met een pad van 42 cm. Bemesting De kali- en fosfaatbemesting is de zelfde als bij zomeruien. Is de fos faattoestand voldoende (Pw-getal 21-30) dan wordt een gift van 120 kg P205/ha aanbevolen. Bij een vol doende kalitoestand (k-getal 13-15) wordt 280 kg K20/ha geadviseerd. Indien de kali vlak voor het zaaien wordt gegeven dient deze chloorarm te zijn. Voor een voldoende ontwik keling van het gewas kan het zinvol zijn in het najaar een geringe hoe veelheid stikstof (b.v. 30-40 kg N per ha) te geven. Onkruidbestrijding Kort na het zaaien kan een bespui ting met propachloor worden toege past. Deze bespuiting altijd aanvul len door vlak vóór opkomst te spui ten met Reglone of Gramoxone. Ook na opkomst kunnen bespuitingen worden uitgevoerd, echter met meer risiko dan bij zomeruien. Belangrijk is dat het gewas onkruidvrij de win ter ingaat. Wanneer in het jeugdige gewas géén onkruid voorkomt kan in het najaar nogmaals met propach loor worden gespoten. Is wel onkruid aanwezig, dan verdient een bespui ting met Lironion verreweg de voor keur. Bij de teelt van winteruien na granen of grassen kan het noodzakelijk zijn voor de bestrijding van opslag een aparte bespuiting uit te voeren. In verband met het risiko voor gewas beschadiging dient een dergelijke bespuiting in het voorjaar te worden uitgevoerd. Ziekten en plagen Met betrekking tot ziektebestrijding kan worden opgemerkt dat het zaai zaad ontsmet dient te zijn, zowel met een systemisch fungicide als met thi- ram. De bestrijding van de made van de uienvlieg is gelijk aan die, welke toegepast wordt bij overige teelten van uien. De meest gebruikelijke nethode is rijenbehandeling (tijdens het zaaien) met granulaat. Als on danks de ontsmetting van het zaai zaad toch een loofaantasting door de schimmel Botrytis aclada (koprot) voorkomt, is het spuiten met een systemisch fungicide gewenst. Voor de bestrijding van bladvlekkenziekte wordt van de zelfde middelen ge bruik gemaakt als bij zomeruien. Rassen Voor winteruien worden overwe gend Japanse rassen geteeld. Onder zoek heeft aangetoond dat onder staande rassen gerangschikt naar vroegrijpheid, in aanmerking komen voor uitzaai: Buffalo -vroegrijpe, bolvormige, lichtgele ui met een goede produktie en een matige huidvastheid; Imai Early Yellow - vroegrijpe, overwegend bolvormige, gele ui met een vrij goede produktiviteit en een matige huidvastheid; Senshyu Yellow - middenvroegrijpe, bolvormige gele ui met een vrij goede produktie en huidvastheid; Mayon - middenvroegrijpe, bolvor mige, gele ui. Dit binnenlandse kweekprodukt is te vergelijken met Senshyu Yellow. 5 Bolbeschadiging door het rupsje van de preimot het kunstmatig drogen hiervan. Dit drogen neemt ongeveer 1-1.5 week in beslag. De ventilator moet een luchtverplaatsingskapaciteit hebben van 150 kub. m per uur per kub. m produkt bij een tegendruk van 300 Pa (30 mm WK). De aanwezige ver warmingsbron moet de buitenlucht ninimaal 10 graden C kunnen op warmen. Per 1000 kg uien is daar voor een kapaciteit vereist van 4187 KJ (1000 Kcal); dit is per m3 uien ongeveer 2200KJ. de verwarmings bron dient zodanig geplaatst te zijn was in het bouwplan op te nemen. De teler probeert met deze verbouw zo vroeg mogelijk uien voor de verse markt te kunnen leveren. Afgelopen jaar is mede door de grote konkur rentie van Franse Camarque-uien het behaalde Financiële resultaat te leurstellend geweest. Met de weten schap dat een aantal telers zich hier door niet laat afschrikken, lijkt het ons gewenst deze teelt nogmaals de revue te laten passeren. Perceelkeuze Het slagen van de teelt van winter- Het in één werkgang oogsten van zaai-uien dat ze haaks staat (90 graden) op de aangezogen luchtstroom. De kachel dient voorzien te zijn van een ther mostaat welke circa 2 m achter de ventilator in het kanaal moet zijn aangebracht. Na het drogen dient nog een aantal weken kontinu met buitenlucht geventileerd te worden teneinde het droogproces verant woord af te ronden Winteruien De verbouw van winteruien neemt met plm 300 ha (1981 - 9182) geen vooraanstaande positie in bij de teelt van uien in Nederland. Toch is er ieder jaar weer belangstelling aan wezig bij een aantal telers om dit ge uien hangt sterk af van de ontwater ringstoestand vam het perceel. Naast slecht ontwaterde percelen kan ook uitvriezen de teelt volledig doen mislukken. Het meest geschikt zijn dan ook goed ontwaterde percelen waarvan de grond weinig slempge- voelig is. Grondbewerking en zaaien Zorgen voor een vlakke ligging van het zaaibed. Een te fijne verkruime ling verhoogt de kans op verslem- ping. Het zaaitijdstip is erg belang rijk om twee redenen: nl. te vroeg Zaaien geeft veel kans op bloemsten gels en te laat zaaien geeft een te geringe ontwikkeling voor de winter, waardoor de kans op wegval toe neemt. De planten dienen 3 echte Luchtverhitter, noodzakelijk bij snelle oogstmethode

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 5