Stand van de Landbouwgewassen Kalender voor het houden van schapen Groeiverloop van suikerbieten Granen Peulvruchten Landbouwzaden Rooivruchten V oedergewassen Droogstand Beweiding Worminfecties Gewas en weer De maand juli zal de geschiedenis ingaan als een warme en droge maand, met verscheidene tropische dagen van boven de 30 graden. Opvallender nog dan de warmte was de droogte. Hoewel plaatselijk zware buien met hagel en windstoten voorkwamen, die hier en daar schadelijk waren voor de gewassen, werd op de meeste plaatsen de helft van de normale maandhoeveelheid neerslag niet gehaald. Kunstmatige beregening wordt op grote schaal toegepast. In het algemeen waren de weersomstandigheden gunstig voor de nog te velde staande gewassen. De meeste gewassen hebben een goede stand. Het weertype was er wel debet aan dat de granen versneld afrijpen en de oogst 1 a 2 weken eerder begonnen is. De oogst van de verschillende gewassen, met name de granen en de pootaardappelen verloopt goed. Vooral voor de suikerbieten, aardappelen en snijmais, die nog een vrij lange groeiperiode hebben, is voldoende neerslag in de komende weken noodzakelijk. Het gewonnen ruwvoeder op de weidebedrijven is van een goede kwa liteit. De hergroei stagneert echter. Waar mogelijk wordt volop bere gend. De wintertarwe rijpt de laatste weken versneld af onder invloed van droogte en hoge temperaturen, met name op de lichtere gronden en op percelen met een slechte structuur. De verwachting is dat de oogst vroeg zal beginnen. De aantasting door af rij pingsziekten en de luisbezetting nemen toe, maar zijn niet verontrus tend. De laatste dagen zijn reeds verscheidene percelen wintertarwe geoogst. Evenals bij de wintertarwe, rijpt de zomertarwe ook snel af als gevolg van droogte en hoge temperaturen. In het algemeen is het gewas gezond. In Drenthe en Noord-Brabant komt enige aantasting door luis voor. Eind juli is de oogst van de zomer- gerst op gang gekomen. De meeste gewassen hebben een goede stand. Wel komt enige doorwas voor, het geen de oogst bemoeilijkt. In Noord-Holland komt enige meel dauw voor en in Noord-Brabant is enige vlekkenziekte waargenomen. De rogge rijpt snel af. De verwach ting is dat het gewas vroeg geoogst zal worden. Plaatselijk komt legering voor. De haver vormt een goed, gezond gewas. Met name in Drenthe is zij op de droogtegevoelige gronden kort gebleven. De stand van de groene erwten is wisselend. Het gewas rijpt snel af. Diverse percelen zijn reeds gemaaid en een enkel perceel is al gedorst. De kwaliteit van het gedorste produkt lijkt goed. Plaatselijk komt enige aantasting door peulboorder voor. De bruine bonen hebben een goede stand. Het gewas is uitgebloeid en de peulbezetting lijkt goed. Bij de doperwten hadden de vroeg gezaaide rassen een minder goede opbrengst. De opbrengst van de later gezaaide percelen is aanmerkelijk beter. De meeste doperwten zijn in middels geoogst. De vroege soorten gras zijn gedorst. De oogst van Engels raaigras is in volle gang. Er is sprake van een ma tige verontreiniging, hetgeen gunstig is voor de opbrengst. De zaai-uien hebben in het algemeen een goede stand en zijn gezond. Op verschillende percelen komen droogteverschijnselen en schade door onweersbuien voor. Ook ko men dode bladtoppen nogal voor. De oogst van de pootaardappelen is in volle gang. In het algemeen is het aantal knollen per plant laag, waar door de sortering aan de grove kant is. In Drenthe komen stengelnatrot en zwartbenigheid voor. De consumptieaardappelen zijn tot in de tweede helft van juli vlot ge groeid. Nu is er op de droogtegevoe lige gronden sprake van een groei- stilstand. Het loof is ruim ontwik keld. Onder invloed van droogte en hoge temperaturen is het gewas snel aan het verouderen. Regen is hier hard nodig. Het aantal knollen per plant lijkt minder dan normaal. Als gevolg van het droge weer is in het algemeen minder gespoten tegen Phytophtora. Op verschillende per celen komen in het gewas luizen voor. Plaatselijk komt enige doorwas voor. De fabrieksaardappelen groeien de laatste 2 weken weinig meer. Met name op de lichtere gronden in Drenthe en Oost-Groningen komen flink droogteverschijnselen voor. In dien binnen enkele weken geen neerslag van betekenis valt, zal dit nadelig zijn voor de opbrengst. Het gewas is gezond. In het algemeen hebben de suiker bieten een goede stand. Het gewas heeft een flinke bladgroei te zien ge geven. Op de lichtere gronden en gronden met structuurproblemen komen droogteverschijnselen voor. Waar mogelijk worden in Limburg percelen beregend. Ziekten van be tekenis komen niet voor. Onkruid problemen komen hier en daar nogal eens voor. De snijmais heeft een goede stand. Het gewas heeft zich de laatste we ken vlot ontwikkeld en staat volop in pluim. Wel is met name op de lich tere gronden en op hoger gelegen gronden op de Veluwe sprake van droogteverschijnselen, in de vorm van het afsterven van de onderste bladeren. De weersomstandigheden in de maand juli waren gunstig voor de ruwvoederwinning De hoeveelheid gewonnen ruwvoeder tot nu toe is minder dan vorig jaar. De kwaliteit is echter goed. Dit jaar is meer ruw voeder gewonnen in de vorm van hooi. De hergroei van de gemaaide en beweide percelen verloopt traag. Na de tweede decade van juli is, op de percelen waar niet kunstmatig wordt beregend, weinig meer ge groeid. Het opdrogen van de uier wordt be vorderd, als de ooien gedurende eni ge weken na het spenen van de lam meren op een kale weide worden ge weid. De schapen kunnen daarna achter de koeien aan worden geweid, waardoor de weiden weer wat wor den opgeknapt. Oude en gebrekkige schapen kan men beter apart weiden. Op een geschikt tijdstip kunnen ze dan worden afgevoerd. Indien de lammeren in dichte bezet ting op dezelfde percelen worden geweid, zal hun groei zichtbaar wor den afgeremd. Ruim weiden (op goed gras) zal de groei van de lam meren ten goede komen. Kunstwei den zijn hiervoor zeer geschikt, doch ook graanstoppelvelden waar klaver of gras is ingezaaid. De grootste schadepost in de scha penhouderij is vermoedelijk de bes metting met maagdarmwormen. Niet alleen kan sterfte optreden van ernstig aangetaste dieren, maar door verminderde groei wordt de vlees- produktie sterk verlaagd. Juiste voorzorgsmaatregelen kunnen wor minfecties praktisch geheel voorko men. De ooien moeten meteen na het werpen en de lammeren bij het spe nen worden ontwormd. Doen zich ondanks deze voorzorgsmaatregelen nog infecties bij de lammeren voor, dan moet een wormbehandeling worden gegeven. Daarnaast zijn hy giënische maatregelen zoals een zin delijke, niet te dichtbezette en vooral droge stal van belang. Bij warm vochtig weer treden in een dichte schapenbezetting sneller infecties op en is het dan ook van belang vooral te letten op tragere groei, kleurverlies en diarree bij de oudere dieren. Bij het optreden van één of meer van deze symptomen dienen direct maa tregelen te worden getroffen, daar het lam nog niet genoeg afweerstof- fen heeft tegen wormlarven. De larven kunnen zich in maag en darmen snel ontwikkelen en reeds na enkele weken eieren voortbrengen, die met de mest op het land komen. De kans op besmetting wordt hier door groter. Geleidelijk aan gaat het lam echter meer afweerstoffen pro duceren, zodat de schade bij een niet al te groot aantal larven beperkt blijft. In twijfelgevallen is het aan te raden de mest te laten onderzoeken. Wanneer blijkt, dat de mest besmet is, moet tot een wormbehandeling worden overgegaan. Na toediening van het wormmiddel moeten de lammeren naar een verse weide worden overgebracht. Na 3 a 4 we ken moet de behandeling worden herhaald. De dieren mogen pas op de reeds beweide percelen terugke ren, nadat deze zijn gemaaid of kortgegraasd door ander vee. Op deze wijze worden de wormlarven vernietigd. Het toepassen van de juiste bewei dingstechniek, namelijk het steeds weer beweiden naar schone percelen, is een eerste voorwaarde voor een doeltreffende wormbestrijding en heeft meer effect dan het herhaald toedienen van wormmiddelen. R edaktiewisseling. De kalender voor het houden van schapen is bij de schapenhouders een bekend begrip geworden. Al vele jaren wordt dit maandelijks verschijnend persbericht verzorgd door de Veterinaire Dienst in sa menwerking met de Stichting Ge zondheidszorg voor Dieren. Op 15 juli 1982 is dat om organisatori sche redenen veranderd. Voortaan zal deze vorm van voorlichting verzorgd worden door medewer kers van het Proefstation voor de Rundveehouderij. KORTE WENKEN C.A.R.- Zevenbergen AKKERBOUW WAAR MOET U OP LETTEN bij de aankoop van een nieuwe trekker? Naast de prijs is het ver mogen maar ook het verloop van de koppelkromme in relatie tot het toerental van de motor, de z.g. stijgingsfaktor, belangrijk. De soort aftakas, het hefvermogen op 60 cm. achter de kogels, de werk druk en pompkapaciteit, versnel lingsmogelijkheden, al of niet ge synchroniseerd - het zijn maar en kele van de vele belangsrijke ver gelijkingspunten van de diverse merken. U ZULT ZICH AFVRAGEN is het brandstofverbruik van mijn trekker niet erg belangrijk? Vol gens de O.E.S.O. trekkertest valt te konkluderen dat tussen gelijk waardige trekkers onder dezelfde omstandigheeden vrijwel gelijke prestaties bij een vergelijkbaar brandstofverbruik behaald wor den. Afstelling van werktuig, ban denspanning en toerental waaron der gewerkt wordt, spelen in deze een belangrijkere rol dan het merk. WEL OF GEEN 4- WIE LA A N- DR IJ VING? Voorwielaandrij ving kost f 10.000ekstra, ofwel 15 kw 20 pk). Daar staat tegenover: minder diep in- sporen door de bredere banden van de voorwielen. Bestuurbaarheid is vaster (recht rijden) door tegen gaan van zijdelings wegglijden van de voorwielen. Voorwielaandrij- ving geeft meer slijtage van de voorbanden. Ook is de draaicirkel bij de meeste merken 20 a 30% groter. ELK JAAR ZIE JE IN ZON KEN of laagten in percelen een slecht of zelfs in het geheel geen gewas groeien. De komende pe riode leent zich goed voor egalisa tiewerkzaamheden. Zet uw perceel vooraf goed uit en maak het zo vlak als een tafel. De kosten wor den vaak in een jaar terugver diend. STAAN UW WIKKEN ER pri ma bij? Proficiat. Pas echter op voor de op de loer liggende larven van de bladrandkever. De kleine snuitkevers vreten aan de blad randen, maar de larven doen de grootste schade onder' de grond. Op 2 augustus werden op 250 mon- sterplekken, verdeeld over het land en zo goed mogelijk het gehele areaal vertegenwoordigd, monsters geno men voor het volgen van het groei verloop van de suikerbieten. Deze vorm van bemonsteren werd in 1974 begonnen, zodat de referentie nu het achtjaarsgemiddelde (1974- 1981) is. Het grotere aantal mon- sterplekken maakt een wat verdere onderverdeling van het land in 11 (vroeger 7) gebieden mogelijk. Vrijwel alle bieten werden in de eer ste drie weken van april gezaaid, ge middeld op 7 april. Er werd slechts weinig overgezaaid, naar schatting 1200 ha van de totaal 132.974 ha (CBS), tengevolge van opkomstmoeilijkheden en verstui ving. Het was na het zaaien lang droog en vooral koud. In de tweede helft van mei, toen het weer omsloeg, ontwikkelden de bieten zich na een periode van ogenschijnlijk weinig groei zeer voorspoedig. Er was weinig sprake van vreterij. Vergelingsziekte komt vrijwel niet voor. De droogte in de laatste weken heeft de groei op daarvoor gevoelige gronden iets vertraagd, zij het min der dan misschien verwacht was. Percelen met bietecysteaaltje hebben het moeilijk. Er zijn wat meer vroege schieters dan de laatste jaren wel het geval was. Zij zijn in vele gevallen terecht verwijderd. Het is duidelijk dat er een grote oogst verwacht mag worden. Voortduren de droogte en, ook in verband daar mee, bietecysteaaltjes kunnen in be paalde gebieden remmend werken. Resultaten monsterneming d.d. 2 augustus 1982. Gebied Wortelgewicht Suikergehalte Suiker kg/ha gewicht kg/ha I. Zeeland 36.700 13.6 5010 II. W.Brab. klei-Z.Holl.Eil 39.400 13.2 5160 III. Z.Holl.vast-N.Holland 39.300 14.2 5570 IV. Z. en O.Flevoland 42.200 13.5 5680 V. Noordoostpolder 41.000 14.1 5780 VI. Noordelijke klei 37.300 13.9 5160 VII. Noordelijke zandgrond 25.400 15.0 3740 VIII Noordelijke dalgrond 27.700 14.5 4030 IX. Betuwe en Z.rivierklei 37.900 14.3 5380 X. Z. en Z.O. zandgrond 34.700 13.7 4700 XI. Löss 33.600 12.6 4230 Nederland 1982 35.600 13.9 4900 Nederland 1981 30.600 11.9 3660 Nederland 1974/1981 25.600 12.3 3190 Ze eten de wortelknolletjes op. A lleen de kevers zijn te bestrijden 1,5 liter parathion per ha) dus U moet bij de eerste schadesympto- nen spuiten. VEEHOUDERIJ BIJ INZAAI VAN GRASLAND wordt veel gesproken over de zaaizaadhoeveelheid 30 of 35 kg. ha. Veel belangrijker is het hoe groot het opkomstpercentage is van het uitgezaaide graszaad. Door te zorgen voor een goed zaaibed zodat er regelmatig ge zaaid kan worden op 2 a 3 cm. en het zaad goed wordt aangedrukt, is de kans op een goede opkomst het grootst. Bedenk dat men het gras er niet op kan zaaien maar dat het er op moet groeien. NIET HET VELE IS GOED, doch het goede is veel", is een ge zegde dat ook geldt bij de omvang van de veestapel en de produktie- hoogte. De totale melkproduktie is even hoog bij 60 koeien met 5.000 kg als bij 50 koeien met 6.000 kg. Bij de hoge produktie zijn er ech ter 10 koeien minder voor kosten van onderhoud, voer, stalling, enz. Het is de moeite waard om na te gaan wat er gedaan kan worden aan verhoging van de produktie. "MIJ ZAL ZOIETS NIET over komen, ik kijk wel uit". Dat denkt iedereen maar toch gebeuren er regelmatig ongelukken. Zorg voor uw eigen veiligheid. Zet draaiende machines eerst stil voordat U er aan gaat werken. Zorg dat de af takas goed is afgeschermd. Wees voorzichtig, dat bent U verplicht aan uw gezin en bedrijf. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 13