Nieuw evaluatiemethode bij Landinrichting Ministerraad akkoord met toetsingscriteria en grondbankstelsel Grote achterstand bij het innen van belastingen Subsidie op grondputten voor opslag van dunne mest Wet agrarisch grondverkeer EUROPESE COMMISSIE MAG DIT JAAR MEER TAPIOCA TOELATEN Op veel akkerbouwbedrijven wordt organische bemesting toegepast. Het probleem daarbij is altijd, dat de veehouder niet in staat is vol doende mest te leveren op het ogenblik, dat de akkerbouwer dat wil verspreiden. Vooral in die situaties waarbij de mest over grote afstan den moet worden aangevoerd, is dit onmogelijk. Daarom heeft de akkerbouwer behoefte aan opslagcapaciteit. De kosten daarvan kun nen echter - afhankelijk van het systeem van bewaring - nogal oplopen. GRONDPUTTEN OP AKKERBOUWBEDRIJVEN Reeds in 1976 besloot het Ontwik- kelings-en Saneringsfonds een sub sidie te geven op de bouwkosten van grondputten voor de opslag van dunne mest, afkomstig van veehou derijen. Let wel, de regeling is be doeld om te stimuleren dat dunne mést uit overschotgebieden op het tijdstip van verwerking op de akker bouwbedrijven aanwezig is. Vee houderijen komen dus niet voor deze regeling in aanmerking. Naast ak kerbouwbedrijven komen ook tuin bouwbedrijven voor subsidie in aan merking. Verder kunnen de mest banken en loonwerk bedrijven onder bepaalde voorwaarden van de rege ling gebruik maken. Bijdrageregeling grondputten De bijdrageregeling is ook van toe passing op mestbanken en loonwer kers. Eén van de subsidievoorwaar den zal zijn dat de grondputten ge realiseerd moeten worden in akkeren tuinbouwgebieden met een mestte- kort en dienen voor opslag van dun ne mest ten behoeve van een latere aanwending op akker- en tuinbouw bedrijven. VOORWAARDEN Om voor subsidie in aanmerking te komen moet aan een aantal voor waarden worden voldaan: de akkerbouwer of tuinder moet het hoofdberoep in de landbouw hebben; het bedrijf mag niet in de directe omgeving liggen van een mesto- verschotgebied; voor de grondput moeten de ve reiste vergunningen (bouw- en hinderwetvergunning) reeds zijn verkregen of in elke geval aange vraagd; de inhoud van de grondput dient in redelijke verhouding te staan tot de bemestingsbehoefte van de oppervlakte cultuurgrond van de aanvrager. HOOGTE BIJDRAGE De bijdrage bedraagt 50% van de goed te keuren geraamde kosten, tot een maximum van 10,— per m3. Als subsidiabele kosten kunnen worden beschouwd de door derden verrichte werkzaamheden, zoals het grondwerk, bekleding van de put (beton, folie, etc.), afsluiters, af- en aanvoerbuizen, omheining en weg verharding tot een maximum van 100 m2. Niet subsidiabel zijn de kosten van beplanting, afdekking en roer- apparatuur. Evenmin komt voor bijdrage in aanmerking de btw en de berekende kosten van eigen arbeid. AANVRAGEN Aanvraagformulieren zijn verkrijg baar bij de HID's. Pas nadat door de HID voor de Bedrijfsontwikkeling de aanvraag is goedgekeurd, mag met de bouw van de grondput worden begon nen. Plannen voor landinrichtingsprojecten worden voortaan geëvalueerd volgens een nieuwe methode die in hoofdlijnen is omschreven in het rapport "Methode voor de evaluatie van landinrichtingsplannen van de Werkgroep Herziening Evaluatie Landinrichtingsplannen (HELP)". Minister drs. J. de Koning (landbouw en visserij) heeft hiertoe besloten op advies van de Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC). Het besluit en het advies van de CCC zijn op 23 juli j.l. gezonden aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten- Generaal. Bij een evaluatie van een landin richtingsproject kunnen te verwach ten gevolgen van voorgenomen maatregelen en voorzieningen wor den aangegeven. Van grote betekenis bij de nieuwe methode is het feit dat nu niet alleen wordt ingegaan op de economische gevolgen, maar ook de mogelijke gevolgen voor natuur en landschap en voor de woon-, werk en leefsituatie in het landelijk gebied kunnen worden verwoord. De gevolgen worden beschreven in voor het onderdeel eigen groothe den, bijv. de toename arbeidsop- brengst in de landbouw in guldens, de besparing in arbeidstijden in uren, ontwikkeling weidevogels in aantallen, recreatiefaciliteiten in aantal bezoekers etc. Wanneer een getalsmatige weer gave van de gevolgen niet mogelijk is, dan worden deze zo goed mogelijk kwalitatief omschreven. De gevolgen worden niet herleid tot één noemer. Het nieuwe evaluatiesysteem leent zich goed voor het vergelijken van alternatieve inrichtingsmaatregelen door een systematische presentatie van de te verwachten gevolgen. De gevolgen worden bepaald ten op zichte van de ontwikkelingen die zouden plaats hebben indien van landinrichting geen sprake zou zijn. ook wel nulplan of autonome ont wikkeling genoemd. Doordat het nieuwe evaluatiesys teem geschikt is voor het vergelijken van alternatieven vormt het een be langrijke hulpmiddel bij de voorbe reiding van landinrichtingsprojec ten. De evaluatie vindt plaats zodra sprake is van planvorming en alter natieve inrichtingsmogelijkheden met elkaar worden vergeleken. Op deze wijze draagt de evaluatie zoveel mogelijk bij aan het tot stand komen van een verantwoorde besluitvor ming bij landinrichtingsprojecten. De resultaten van de evaluatie wor den gepubliceerd en betrokken bij de inspraak. De ministerraad is op 29 juli 1982 akkoord gegaan met drie ontwerp besluiten waarin toetsingscriteria zijn neergelegd voor de vervreemding en verpachting van landbouwgronden. Zij vormen een nadere uitwer king van de Wet agrarisch grondverkeer en de door deze wet gewijzigde Pachtwet. De drie ontwerpen zullen nu voor advies aan de Raad van State worden gezonden, waarna zij ter vaststelling aan de Koningin zullen worden aangeboden. Na vaststelling zullen ze worden toegezonden aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. Landbouwkundige toetsing in de Wet agrarisch grondverkeer zijn een aantal instrumenten neerge legd, waaronder de landbouwkundi ge toetsing. Hiermee kunnen eisen worden gesteld aan de verwerver en zijn bedrijf bij de aankoop van land bouwgronden en natuurterreinen alsmede de vestiging of overdracht van zakelijke rechten daarop. De grondkamers zullen toezien dat aan de gestelde eisen wordt voldaan. De eisen voor landbouwgronden kun nen betrekking hebben op de erva ring, de opleiding of het hoofdbe roep van de verwerver, alsmede op de verkavelingssituatie en de maxi male oppervlakte van het bedrijf. De ministerraad is akkoord gegaan met lichte eisen, die zich beperken tot de opleiding en/of de ervaring van de verwerver. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de toetsingeisen bij de ver vreemding van landbouwgronden zal ook de landbouwkundige toet sing bij verpachting ingaan. De voorgestelde eisen zijn gelijk aan die welke bij de vervreemding van land bouwgronden zullen gelden. Toetsingcriteria De drie ontwerpen hebben betrek king op de vervreemding van land bouwgronden in het algemeen, de vervreemding van landbouwgron den indien een bepaald beroep wordt uitgeoefend en de pacht. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen personen die al een bedrijf uitoefenen en zij die hiermee willen beginnen. In gevallen waarbij ver vreemd wordt aan een rechtsper soon, zullen de vereisten betrekking hebben op de bedrijfsleider. Zij die reeds een bedrijf uitoefenen zullen een ervaring van minimaal drie jaren in de landbouw moeten hebben. Van diegenen die een be drijf willen gaan uitoefenen wordt verwacht, dat ze lagere landbouw school, LTS of MAVO, aangevuld met de cursus elementaire bedrijfs leer land- en tuinbouw en vijf jaar ervaring hebben. Middelbare land bouwschool met driejaar ervaring is voor deze groep ook voldoende. Bijzondere eisen zijn gesteld aan verwervers van landbouwgrond voor de uitoefening van de veehandel of de training van draf- en renpaarden. Voor de veehandelaren is een erva ring van drie jaren in de veehandel vereist. Toetreders moeten een vakcursus voor veehandelaren hebben gevolgd en over een ervaring van vijf jaren beschikken. Het verwerven van landbouwgrond voor de training van draf- en ren paarden is slechts mogelijk indien men beschikt over een vergunning voor beroepstrainer of vier achter eenvolgende jaren een vergunning voor eigenaar-trainer heeft gehad. Voor bosbouwgronden worden geen nadere eisen gesteld. De aard en de omvang van deze gronden moeten geschikt zijn voor het opge geven gebruik. Garanties moeten worden gegeven dat dit gebruik in derdaad wordt verwezenlijkt. Voor de vervreemding van natuurterrei nen zijn geen ontwerp-criteria vast gesteld. Grondbankstelsel De ministerraad is ook akkoord ge gaan met het ontwerp-Besluit grondbankstelsel. Hierin is aangege ven in welke gevallen het Bureau Beheer Landbouwgronden kan overgaan tot het in erfpacht uitgeven van landbouwgronden. Het besluit sluit aan bij de door het bestuur van de Stichting Beheer Landbouwgron den aangewezen gevallen. Nu de aanwijzing is geregeld in het kader van de Wet agrarisch grondverkeer, zullen, zodra het besluit in werking treedt, de bestuursbesluiten van de Stichting Beheer Landbouwgronden die betrekking hebben op het grondbankstelsel, komen te verval len. Dit jaar zijn er vragen gesteld in de Eerste Kamer omtrent de achter standen in de betaling van verschillende belastingen en de oninbaar gebleven bedragen in de laatste jaren. Het gaat hierbij niet meer om miljoenen maar om miljarden guldens. Een illustratie van onmacht en het onverantwoorde peil van de belastingen. Op het eind van 1981 was er een achterstand in de invordering welke als volgt kan worden gespecificeerd: Inkomstenbelasting 3.731 miljoen Vennootschapsbelasting 4.458 miljoen Omzetbelasting 2.311 miljoen Loonbelasting 1.783 miljoen Vermogensbelasting 183 miljoen Motorrijtuigenbelasting 79 miljoen Premie Volksverzekeringen 3.132 miljoen Onroerend goedbelasting schoolgeld 185 miljoen 15.862 miljoen In totaal dus bijna 16 miljard gulden.. De oninbaar geleden bedragen in miljoenen guldens over de voorgaande 7 jaren worden vermeld in het navolgende staatje: 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 Inkomstenbelasting 95.8 104.1 125.8 143.3 167.5 195.7 341.4 Vennootsch.belasting 9.1 19.8 35.2 44.9 61.6 100.2 159.7 Vermogensbelasting 0.3 0.3 0.5 0.6 0.9 1.2 1.2 Onzetbelasting 104.7 H8.7 184.3 167.8 245.8 292.0 471.6 Loonbelasting 44.3 45.7 62.1 77.1 106.3 183.0 644.7 Motorrijtuigenbelast. 4.1 5.-3 11.8 12.4 11.6 15.7 22.1 Premies volksverz. 100.7 105.3 131.8 144.3 191.7 302.7 '989.4 Totaal 359.0 399.2 551.5 590.4 785.4 1.090.5 2.630.1 In 7 jaar tijds dus verzevenvoudigd. Het falen van het systeem kan nauwelijks duidelijker worden geïllustreerd. En mijn indruk is dat het er nog niet beter op zal worden. Paauwe. De Raad van Minister van de Euro pese Gemeenschappen heeft de weg vrij gemaakt voor het sluiten van een vijfjarige overeenkomst met Thai land voor de levering van tapioca aan de afnemers in de Europese Ge meenschap. Zoals bekend is tapioca een belangrijke grondstof voor de mengvoederindustrie. De overeen komst wordt gericht op zelfbeper king door Thailand bij de voorzie ning van de Europese markt en zal met terugwerkende kracht gaan gel den vanaf 1 januari 1982 tot 1 januari 1987. In 1982, 1983 en 1984 zal Thailand zijn uitvoer naar de EG beperken tot 5 min ton en in 1985 en 1986 tot 4,5 min ton. Wel zullen deze hoeveelhe den tweejaarlijks, te beginnen met 1983, met maximaal 10% worden verhoogd. De beperking van de invoer van ta pioca tot 5 min ton in 1982 dreigde - gezien de vrij hoge invoercijfers van de voorgaande maanden - eind sep tember te leiden tot stagnatie van de invoer en daarmee tot onderbreking van de aanvoer voor de mengvoede rindustrie. Met name minister De Koning heeft hierop gewezen en pas na krachtig aandringen uiteindelijk de Steun van de Commissie en de Raad van Ministers verkregen voor de oplossing van het probleem. Op de volgende wijze zal dit worden gerealiseerd. De Raad heeft de Eu ropese Commissie op 19 juli j.l. ge machtigd. zo spoedig mogelijk sa men met Thailand de situatie te on derzoeken en een extra invoer tot maximaal een half miljoen ton ta pioca boven de 5 min ton mogelijk te maken. Als ook daarmee de voorzie ning van de Europese mengvoede rindustrie miet toereikend zou zijn. zal nog een aanvullende hoeveelheid tapioca mogen worden ingevoerd. Die hoeveelheid komt dan wel in mindering op het voor 1983 afges proken invoervolume 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 3