Zilveren wereldlandbouwkongres
konfereerde over marktvraagstukken
Landbouwschap
verdeeld over 20
miljoen voor kleinere
melkveebedrijven
Bestuur Landbouwschap huiverig
voor lange termijnkontrakten
Jaarcijfers PVV: in '81 ruim
36 miljoen uitgegeven
Ideeën worden opnieuw bekeken
Strukturele verbetering
Gevaar
Van 9 tot 19 juni j.I. werd te Londen het 25ste kongres van de Interna
tionale Federatie van Agrarische Producenten (IFAP) gehouden. Een
jubileumkongres dus van de wereldlandbouworganisatie, waar intussen
landbouwstandsorganisaties van 40 landen bij aangesloten zijn, waar
onder 13 ontwikkelingslanden. Voor Nederland zijn de drie centrale
landbouworganisaties er lid van.
Er waren deze keer 300 deelnemers plus waarnemers vanuit 15
landen, terwijl in totaal 17 internationale overheids- en niet-over-
heidsorganisaties zich deden vertegenwoordigen. We kunnen uiteraard
niet anders dan slechts een greep doen uit de veelheid van besproken
zaken en getrokken konklusies. Ir. G.J.D. Struikenkamp, sekretaris
van het KNLC bezocht het kongres en maakte onderstaand verslag.
In het gesprek over produkten-aan-
gelegenheden stonden twee woorden
centraal: onzekerheid en prijsdruk.
De wereldzuivelhemel is bijvoor
beeld sinds het tweede halfjaar van
1981 weer wat betrokken. Verleden
jaar kwam er per saldo niet zo veel
meer melk: minder in Oost-Europa,
Australië en Nieuw-Zeeland en meer
in de Verenigde Staten, overigens
weinig verandering. In 1982 wordt er
wat meer verwacht overal. De twee
wereldmarkten zorgen voor grote
onzekerheid. Zal de Sovjet-Unie
weer veel zuivel invoeren? En wat
gaat Amerika aan de andere kant
met zijn grote voorraden doen, thuis
goedkoop slijten of op de wereld
markt? Helaas konden de Ameri
kaanse afgevaardigden maar weinig
en dan nog verschillend licht erop
werpen.
Ook nu weer werden ervaringen uit
gewisseld over kwota-stelsels. De
Zwitsers en Oostenrijkers zitten toch
met allerlei problemen van vooral
verstarring. Noorwegen, dat met een
straf- en premiestelsel werkte stapt
nu over op bedrijfskwota om de zaak
beter in de hand te houden. Het
rundvlees heeft het moeilijk in deze
tijd van ekonomische neergang, wat
met name Australië en Nieuw-Zee
land aan den lijve ondervinden (in
Europa en Noord-Amerika viel het'
nog mee vanwege minder aanbod).
Beide landen vielen weer het EG-
exportrestitutiebeleid aan. Zij stel
len: Bescherming van het inkomen
van vele kleinere Europese veehou
ders, akkoord, maar dan graag op
een manier die de wereldmarkt niet
verstoort!
Begunstigd ook door vrij goedkoop
veevoeder is de laatste tijd veel meer
ander vlees op de wereldmarkt ge
komen, vooral pluimveevlees, ook
varkensvlees trouwens. Schapevlees
blijft het redelijk doen.
Nieuw-Zeeland bewerkstelligde dat
de IFAP wat gaat trachten te doen
aan overdreven en te dure vleeskeu
ring. Een ander, geregeld aanwezig
agendapunt is de aktiviteit van die-
Ir. G.J.D. Struikenkamp
renwelzijnsgroepen en haar betekenis
en mogelijke ongunstige gevolgen
voor de vleesproduktie en -markten.
Internationale
goederenovereenkomsten
De IFAP blijft erop hameren dat er
een internationale granenovereen-
komst met uitgebreide voedselhulp
tot stand moet komen. Het is duide
lijk dat veel meer graan nodig is voor
het hongerende deel van de mensheid.
Haast onverklaarbaar is dat daaren
tegen de wereldmarkt van granen zo'n
onvoldoende beloning voor de graan
producenten oplevert, overal en niet
in de laatste plaats in vele ontwikke
lingslanden zelf moet de graanpro-
duktie opgevoerd worden. Wat daar
toe nodig is, kan verschillen, maar
altijd is en blijft een lonende produ
centenprijs een minimaal vereiste.
De agressieve exportpolitiek van de
Verenigde Staten (met bijbehorende
aktie tegen het EG-exportrestitutie-
beleid) kreeg veel kritiek, vooral van
Franse kant. Onverantwoorde kon-
sumentensubsidie werd het ge
noemd. Ook helaas weinigzeggend.
De stemming in de suikerkommissie
was natuurlijk in mineur gezien de
forse daling van de suikerprijzen op
de wereldmarkt. Opnieuw werd gro
te zorg uitgesproken over de opmars
van alternatieve zoetstoffen die zo
wel de riet- als de bietsuikerpro-
duktie bedreigt. Ook hier een
krachtig pleidooi voor totstandko
ming van een, nieuwe, internationale
suikerovereenkomst, waar alle be
langrijke in- en uitvoerlanden aan
meedoen. In de algemene vergade
ring werd een soort forum gehouden
over internationale goederenove
reenkomsten, waarbij o.a. de uitvoe-
rend-direkteuren van de akkoorden
voor granen, suiker en cacao over
hun zorgen vertelden. Het is moeilijk
om meer stabiliteit op de wereld
markt te bereiken. Daar is naast een
prijzenafspraak ook een voorraad-
politiek voor nodig en die blijkt haast
niet te realiseren te zijn. De betrok
ken landen willen hun vrijheid be
houden op binnenlands-politieke
terrein (en soms in dit verband ook
op het buitenlands-politieke!).
Geld en techniek
Er komt een stuk nieuwe technologie
op de boeren en tuinders af. In de
vorm van computers etc. Er werd
duchtig over gedelibreerd. Deze
nieuwigheden bieden kansen, maar
wordt het inkomen er wel veel beter
van? Gevaren zijn er ook, zoals gro
tere afhankelijkheid van de indus
trie. Veel vooronderzoek en voor
lichting is nodig en de overheid moet
haar taak hier zeker verstaan. Twee
belangrijke inleiders waren er op dit
jubileumkongres. De ene was direk-
teur-generaal Saouma van de FAO
(voedsel- en landbouworganisatie
van de VN) en de andere de Euro
pese Commissaris voor ontwikke
lingsbeleid Pisani. Vooral de laatste
wees met verve op de noodzaak
geïntegreerde landbouwontwikke
ling in de derde wereld te bedrijven
en daartoe ook de wereldmarkten te
reguleren.
Heereman voorzitter
Sir Henry Plumb (de Europese-par-
lementariër en vroegere COPA-
voorzitter) trad af als voorzitter.
Voor het eerst in de geschiedenis van
de IFAP was een stemming nodig om
de nieuwe voorzitter te kiezen. De
bekende Freiherr C. Heeremann
won van zijn Nieuw-Zeelanui>e ri
vaal A. Wright. In het dagelijks be
stuur is rrteestal de Benelux ook ver
tegenwoordigd. In plaats van de te
ruggetreden P. Bukman kreeg de
Belgische Boerenbondvoorzitter J.
Hinnekens er nu zitting in.
In het bestuur van het Landbouwschap bestaat verschil van mening
over de besteding van de 20 miljoen, die de Europese Gemeenschap
beschikbaar heeft gesteld voor kleinere melkveebedrijven in ons land.
Tijdens de openbare bestuursvergadering op 7 juli in Den Haag bleek,
dat de Voedingsbonden FNV en CNV een voorkeur hebben voor een
eenmalige inkomenstoeslag, die direkt aan de kleine boeren wordt
uitgekeerd. De drie centrale landbouworganisaties (KNBTB, KNLC en
CBTB) zien veel liever dat het bedrag wordt besteed in de vorm van
investeringssubsidies, waardoor de strukturele positie van kleine
melkveehouders, die door willen boeren, wordt verbeterd.
Het bestuur van het Landbouwschap heeft grote reserves en zorgen
over voorstellen van de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van
de EG) om met een aantal derde landen kontrakten af te sluiten voor de
meerjarige levering van landbouwprodukten. Over de voorstellen deed
het bestuur nog geen definitieve uitspraak, omdat onvoldoende infor
matie beschikbaar is over het karakter van deze lange termijnkontrak
ten.
Tot een stemming over de besteding
van het bedrag kwam het niet. omdat
in het bestuur werd afgesproken de
verschillende ideeën nader uit te
werken en dit onderwerp de volgen
de vergadering (1 september) op
nieuw aan de orde te stellen. Het is
de bedoeling, dat vervolgens advies
wordt uitgebracht aan minister De
Koning (Landbouw en Visserij), die
voor eind september Nederlandse
voorstellen over de besteding van de
20 miljoen in Brussel op tafel moet
leggen. Eind oktober zal de Europese
Commissie al of niet groen licht ge
ven en voor eind maart volgend jaar
dient het geld besteed te zijn.
ln het pre-advies van de afdeling
Melkveehouderij ging de voorkeur
uit naar een besteding in de sfeer van
een strukturele verbetering van klei
nere melkveehouderijbedrijven.
Hierbij staat een verbetering van de
arbeidsomstandigheden voorop in
de vorm van aanpassingen in en rond
bedrijfsgebouwen ten einde het mel
ken. de mestafvoer en het voederen
gemakkelijker te maken. Voorts"
wordt gedacht aan een verbetering
van het graslandgebruik en voeder
winning en -bewaring, waaraan een
intensievere begeleiding en voor
lichting aan de kleine melkveehou
ders gekoppeld moet worden. De
kontinuïteit van kleinere bedrijven
zou hierdoor worden versterkt.
Binnen de centrale landbouworga
nisaties bestaat over die beleidslijn
geen verschil van mening. De beide
Voedingsbonden konden hier niet
mee instemmen. Een inkomenson
dersteuning geeft volgens hen de be
ste garantie, dat het geld terecht
komt bij de melkveehouders, die het
het hardst nodig hebben. KNLC-
voorzitter Luteijn waarschuwde na
drukkelijk voor het landbouwpoli
tieke gevaar, dat hierachter zit. De
gehele Nederlandse melkveehoude
rij zou later de rekening gepresen
teerd kunnen krijgen indien deze
stap wordt gezet. In feite wordt dan
immers de weg opgegaan, waartegen
in Brussel zo lang verzet is geboden.
De vijf organisaties in het Land
bouwschap waren het er wel over
eens, dat zoveel mogelijk kleine boe
ren van een regeling gebruik moeten
kunnen maken. Die overeenstem
ming gold ook een bovengrens van de
jaarlijkse melkleverantie van 200.000
kg om voor de regeling in aanmerking
te komen. Ook waren de verschillen-
Tijdens de openbare bestuursverga
dering van het Landbouwschap op 7
juli j.I. in Den Haag toonde het be
stuur van het schap zich temeer erg
huiverig voor lange termijnkontrak
ten. omdat de Europese Commissie
zelf onduidelijkheid laat bestaan
over de doelstelling die wordt nage
streefd. De zorg van het Landbouw
schap betreft met name de wijze
waarop inhoud zal worden gegeven
aan dergelijke kontrakten en de mo
gelijke nadelige gevolgen voor het
huidige exportapparaat en bestaan
de handelskanalen. Vragen die
daarbij spelen zijn bijvoorbeeld hoe
het zit met de verplichtingen tot
aankoop en levering en de voor
waarden die worden gesteld.
In een toelichting zei prof.dr. F.W.J.
Kriellaars (voorzitter van de com
missie Buitenland), dat de Europese
Commissie aan de EG-Raad van
landbouwministers toestemming
heeft gevraagd onderhandelingen te
starten met vier Noordafrikaanse
landen, te weten Algerije, Egypte,
Marokko en Tunesië. Uit voorbe
sprekingen met die landen is volgens
hem gebleken, dat de betrokken
landen aanzienlijk meer willen. Ze
denken duidelijk aan de kombinatie
handel en ontwikkeling en claimen
bovendien afzetruimte op de EG-
markt voor bijvoorbeeld tuinbouw-
produkten. Vooral met het oog hier-
de organisaties het erover eens, dat
een opgeschroefde overheidsbijdrage
aan de bedrijfsverzorgingsdiensten
uit de 20 miljoen niet wenselijk is.
Van der Veen konkludeerde voorts,
dat bij een nadere bestudering over de
besteding de mogelijkheid voor een
beëindigingsregeling op termijn ten
behoeve van kleine melkveehouders
kan worden meegenomen.
op drong Kriellaars er later op aan
de diskussie over lange termijnkon
trakten zeer nauwkeurig te volgen.
Voorzitter Jaap van der Veen kon
kludeerde. dat verder onderzoek en
bestudering van dergelijke kontrak
ten noodzakelijk is voor het vormen
van een standpunt. Niettemin voor
ziet hij uitvoeringsproblemen, waar
door de uitvoering van die kontrak
ten moeilijker is dan het op het eerste
gezicht lijkt.
Bij het volgen van de diskussie over
dergelijke kontrakten blijven de re
serves voorop staan. Het is echter
nog te vroeg om die kontrakten voor
de toekomst af te wijzen, aldus de
voorzitter van het Landbouwschap.
De huishoudelijke uitgaven van het Produktschap voor Vee en Vlees
(PVV) blijken in 1981 ruim 770.000 lager te zijn uitgekomen dan
aanvankelijk begroot. Ze beliepen zo blijkt uit de dezer dagen gepubli
ceerde en ter visie op het PVV-kantoor neergelegde jaarrekening 1981,
in totaal ruim 8,7 miljoen. Dat is 24% van de totale pvv-uitgaven in
dat jaar. De totale uitgaven van het PVV voor dat jaar, ten behoeve van
de gehele vee- en vleeswereld in ons land beliepen 36,2 miljoen, zodat
27,5 miljoen werd besteed voor de meer algemene belangenbeharti
ging.
De varkenssektor, veruit de belangrijkste in de Nederlandse vee- en
vleeswereld, deelde daarin voor 15,7 miljoen. En wel ten behoeve
van de kwaliteitsverbetering van de varkensstapel 1,1 miljoen; ten
behoeve van de varkens-gezondheidszorg in ons land 7 miljoen, en
ten behoeve van de klassifikatie en slachting- en wegingskontrole
7,6 miljoen.
Ter bestrijding van besmettelijke veeziekten in ons land werd in 1980
rond 1,5 miljoen uitgegeven door het pvv terwijl ten behoeve van de
afzetbevordering van vee en vlees in binnen- en buitenland 9,2
miljoen werd besteed.
In de jaarrekening van het pvv zijn ook de jaarcijfers van het ge
meenschappelijk komputercentrum (hoofd)produktschappen voed
selvoorziening opgenomen. De uitgaven van dit inter-produktschap-
pelijke komputercentrum beliepen in '81 ruim 1,97 miljoen. Daar
naast is in de pvv-jaarrekening een overzicht opgenomen van de in
1981 ten laste van het Landbouw-Egalisatiefonds in het kader van het
EG-landbouwbeleid ontvangen en uitgegeven bedragen in de vee- en
vleeswereld. Het totale uitga venbedrag kwam in dat jaar op 377,6
miljoen 94.4 miljoen minder dan in 1980), waarvan ruim 88,6
miljoen in het kader van kompenserende monetaire afspraken binnen
de EG; dat bedrag kwam in 1980 op ruim 147 miljoen.