VOOR in: VROUW Je bent jong en je wilt wat... maar wat.... En dat is nooit weg voor een boer en een boerin Het NAJK nam afscheid van bestuursleden PJGN-nieuws H et is een mooie, warme dag. Tussen de uitgestrekte velden loopt een groepje mensen. Het zijn voornamelijk mannen, maar er zijn ook enkele vrouwen bij. Ze luisteren vol belangstelling naar de uitleg die gegeven wordt over het gewas waar ze even bij stilstaan. Deze situatie kan zich overal in de wereld afspelen. Want waar verbouwd wordt, is belangstelling voor opbrengst. Of je nu in Zeeland of in Malawi woont, iedere boer zal een hoge opbrengst van z'n zaai en pootgoed willen hebben. Op die hartgrondige wens zijn de aktiviteiten gestoeld rond veredeling en bescherming van rassen. H et bezichtigen van een proefbe drijf is erg interessant, omdat je kunt zien dat er door allerlei bewuste ma nipulaties verschillende resultaten bereikt worden. Een duidelijk voor beeld is het ontstaan van een erw tenras zonder bladeren. Voorheen nooit van gehoord, maar nu met ei gen ogen gezien. Heel bijzonder is voor mij ook de energie die wordt gestoken in de kweek van voeder-, veld- of paardebooen (van belang wegens het hoge eiwitgehalte). De telers hebben liever stammen waar bij de bonen niet te laag hangen; die laagsten gaan rotten op de grond. De veredelaars kunnen nu ook rassen leveren die alleen met witte bloemen bloeien - oorspronkelijk waren de bloemen wit en zwart. Waarom al leen witte bloemen? Niet uit oogpunt van schoonheid, maar omdat de bo-, nen, voortgekomen uit de zwarte Kursussen - Groene volkshogescholen De boerin (1) Juiste kruising De boerin (2) Eigen identiteit Vierweekse voor plattelands jongeren: Jongeren en landbouwbeleid op naar Brussel!!! Vakmanschap onder redaktic \an de Redakliekommissie Bond van Plattelandsvrouwen voor Zeeland en Bra bant Redaktieadres: Mevr. I..J. de Regt-van Maldegem. Anna Mariaweg I. 4494 PB Geersdijk. Er schijnen tijden geweest te zijn dat vaders en moeders hun kinderen seksuele voorlichting gaven door te vertellen over bloemetjes en bijtjes. Zelf heb ik altijd moeite gehad dat verband te begrijpen. Maar wie zich wil gaan verdiepen in veredeling van gewassen, is verplicht zich met de bijtjes en de bloempjes bezig te houden: het begin van een nieuw ras is de juiste bestuiving! bloemen, een bepaald ongewenst bestanddeel bevatten. De ras-verbeteraars houden zich ook bezig met het kweken van rassen die niet gevoelig zijn voor ziektes. Je kunt daar heel spektakulaire voor beelden van zien op de proefvelden. "Links ziet u het veld met gras A, bijna geel van de ziektes, en rechts ziet u het veld met gras B, fris groen opschietend, dat is dus resistent". En dat dank zij de juiste kruising van het een met het ander. Voor de boer een nieuw ras van gra nen, peulvruchten, grassen, aardap pelen, uien, enz. kan kopen, zijn er meer dan 10 jaren intensief onder zoek aan vooraf gegaan. Na kruising van twee verschillende rassen kun nen er wel 10.000 genetisch verschil lende typen van nakomelingschap ontstaan. Het is dus een hele uitzoe- kerij welke planten de gewenste ei genschappen hebben. Er zijn 5 doel stellingen bij het onderzoek om tot een beter ras te komen, namelijk (zo lezen wij in een brochure van de In ternationale vereniging van Kweker van land- en tuinbouwgewassen): de opbrengst kwaliteit ziekte-resistentie geschikt voor machinale oogst aanpassing aan klimatologische om standigheden De rassen-veredelaars vinden hun werk ook belangrijk uit oogpunt van grotere voedselopbrengsten in de ontwikkelingslanden. Als daar an dere soorten gezaaid en gepoot wor den, zal de opbrengst verveelvoudi gen en de hongersnood afnemen. Dat is ook de hele gedachte achter de Groene Revolutie: hoogproduktieve rassen, geïntroduceerd via allerlei hulpprogramma's. Kortom, de mooie dag was goedbe- steed op de uitgestrekte velden. Op brengst: meer inzicht in het werk van de boer. En dat is nooit weg voor een boerin. Het is nu al weer verscheidene jaren dat de lagere scholen het projekt "De boer op" organiseren. Kinderen be zoeken dan met meer of minder sukses boerderijen in de buurt en schrijven daar dan bijvoorbeeld een opstel over. Zo gebeurde het mij een keer, dat een jeugdige scholiere op belde om een interview te mogen houden met een echte boerin. En al bereidde ik haar voor dat ik mis schien geen goed voorbeeld was, 't ging toch door. En daar zaten we dan op een middag tegenover, elkaar. Het meisje met een lijstje voorbereide vragen en ik: de boerin. Ik skoorde niet hoog met mijn antwoorden: Meewerken op het land? Nee, alles machinaal Vee verzorgen? Nee, alleen de poes Koffie brengen? Nee, we werken met thermosflessen Bouwplan opstellen? Nee Administratie? Nee, alleen de privé Telefoon aannemen? Ja, als ik toe vallig thuis ben Toen ze weg was, voelde ik me. ei genlijk een beetje in verwarring ge bracht. Wie of wat was er nu fout? Ik? De Boerin? Of alleen Het Beeld van de Boerin? Sindsdien ben ik wat meer op gaan letten. En ik konstateer dat er een belangrijke groep boerinnen is die veel weet van wat er omgaat op de boerderij. Deze boerinnen houden bijvoorbeeld de administratie bij, ze rijden met de traktor als het druk is en praten even verstandig met de vertegenwoordigers als de boer zelf. Vanzelfsprekemd zijn dit de vrou wen die je tegenkomt in de vakbla den, als De Boerderij: zij willen meer te zeggen hebben in de belangenor ganisaties van de boeren. Zij volgen allerlei kursussen en als ze er alleen voor zouden komen te staan, zullen ze bepaald niet met een mond vol tanden staan als de prijzen van de produkten of de machines aan de orde komen. Voor deze vrouwen zetten de standsorganisaties tegen woordig hun deuren open en voor hen zijn ook de exkursie-uitnodigin- gen bedoeld, waarboven staat: geachte heer en mevrouw. Of niet? Hoe word je eigenlijk boerin? Het antwoord is eenvoudig, namelijk door met een boer te trouwen. Daarmee staat de boerin gelijk metja, met wie eigenlijk? Zelfs als je met een melkboer trouwt en in de winkel moet staan terwijl je man melk bezorgt, ben je "de vrouw van de melkboer" en niet de "melkboe rin". In de beginjaren '60 was het nog ge woonte dat als het meisje ging trou wen, ze haar beroep vaarwel zei. Ze was nu huisvrouw, een persoon die haar identiteit ontleende aan die van de man. Trouwde je als meisje met een notaris, nou dan had je aanzien, trouwde je met een bouwvakker, nou dan was dat niet veel en trouwde je met een boer, dan moest je mel ken Of niet? Ik denk dat de zaken er tegenwoor dig wat anders voorstaan. Ook als vrouw, getrouwd of niet, heb je recht op je eigen identiteit. Heeft het boe renbedrijf je interesse en ben je toe vallig met een boer getrouwd, dan lijkt me dat ideaal. Maar ligt je inte resse bij het verplegen van langdurig zieken of bij het onderwijs of bij het reizen naar de maandan moet dat toch kunnen? Duidelijkheidshalve wil ik hierbij graag opmerken, dat interesse voor elkaars^werk en belangstelling, van de man voor de vrouw, van de vrouw voor de man, een wezenlijke voor waarde is voor een goede relatie. Opbrengst hiervan: meer inzicht in het werk van elkaar. En dat is nooit weg Voor een boer... en een boerin. AdJ De zgn. "groene" volkshogescholen (volkshogescholen die zich onder andere bezig houden onderwerpen op agraries en plattelands gebied) organiseren in het komende winterseizoen een paar landelijke cursus sen in samenwerking net het N.AJ.K. Hieronder volgt wat informatie hierover: 3 t/m 29 januari 1983: Bergen en Bakkeveen Veel jonge mensen van het platte land twijfelen. Weten het nog niet. Emigreren? - bedrijfsverzorgings- dienst? - toch maar boer worden? (g)een baan buiten de landbouw zoeken? Juist de vierweekse kursus helpt je bij 't nemen van belangrijke beslissin gen, helpt je om te kiezen en om mee te denken watje nu wél kan en wilt. Want óók plattelandsjongeren wor den dagelijks gekonfronteerd met Vragen, waar ze niet gelijk een ant woord op hebben. Veel jongeren durven ook niet te praten, te diskussiëren, zijn band en onzeker om kontakten te leggen. In de vierweekse wordt daaraan veel aandacht besteed. Dus leren je mond open te doen! Een kursus voor jon gens en meisjes van 17 t/m 30 jaar. In zo'n programma van 4 weken komt van alles aan de orde, wat voor plattelandsjongeren belangrijk kan zijn: nadenken over je toekomst, praten met "hoge ome's" bedrijfsbe zoeken, exkursies, films, sprekers, groepsdiskussies, in een klein groep je een onderwerp (b.v. emigratie of bedrijfsovername) verder uitspitten. Maar ook eens in een vertrouwelijk gesprek met elkaar praten over rela ties, sexualiteit, thuis wonen. De prijs van de kursus bedraag 900,- per persoon: f 450,- voor (maximaal 20) leden van platte landsjongerenorganisaties. De aan melding dient uiterlijk 15 december a.s. te worden verzonden aan: Volkshogeschool Allardsoog, Jarig v.d. Wielenwei 32, 9243 SH Bakken- veen (Fr.) of Volkshogeschool Berg en, Postbus 94, 1860 AB Bergen NH., Het maximum aantal deelnemers per kursus is 25 en het minimum is 15. Wie het eerste.... Wil je ons bellen voor informatie dan kan dat op de volgende nummers: Volkshogeschool Allardsoog, 05169-241, vragen naar Gerard Wieffer, of Volkshogeschool Bergen, 02208-4541, vragen naar Peter Oos- terveer. Gedurende die vier weken blijf je op de volkshogeschool. Na tuurlijk kun je er best eens een avond uit voor een kursus, o.i.d. Maar het principe is dat je vier weken met el kaar woont, leert, eet, en natuurlijk ook feest.... Een weekcursus voor aktieve agrari sche jongeren om meer inzicht te krijgen in dat ingewikkelde Europese landbouwbeleid. Zes dagen lang praten met deskundigen, de boer(in) op, stukken lezen, films en video banden bekijken en als hoogtepunt een bezoek (met diskussie) aan de Brusselse "Hoge Heren". Van te vo ren krijg je een informatiemap thuisgestuurd. De prijs van de kursus bedraagt 275,-per persoon f 140,- voor leden van plattelandsjongeren organisaties. Voor informatie en opgave: Volkshogeschool Ons Erf, Postbus 1, 6570 AA BERG EN DAL (08895-1744 vragen naar Jan Cus- ters) voor de kursusweek van 17 t/m 21 januari 1983 en Volkshogeschool Bergen, Postbus 94, 1860 AB BERGEN NH. (02208- 3(02208-4541 vragen naar Peter Oosterveer) voor de kursusweek van 14-19 februari 1983. Jullie moeten doorstromen A In het najaar 1981 was de vice-voorzitter van het NAJK Marinus Geuze afgetreden en op 27 mei j.l. trad de voorzitter Zeger Stappershoef af. Dat is nogal een flinke wisseling in de top van het NAJK die vooral door extra inzet en motivatie van alle andere jongeren opgevangen zal moeten worden. Op 24 juni kwam het NAJK in Twello bijeen om van de beide jonge bóeren-bestuurders op passende wijze afscheid te nemen. Beide hebben zich enorm ingezet om het agrarisch jongerenwerk vorm en inhoud te geven. De taak van Zeger, als voorzitter konklusies trekken op vergaderingen en het naar buiten treden via interviews, was geen lichte functie en zal menig zweetdruppeltje gekost hebben. Hij deed dat steeds op een manier waarbij een scheut idealisme ook niet ontbrak. Door deze opstelling was Zeger een goede vertegenwoordiger van brede lagen van de agrarische jongeren en daar moeten wij hem dan ook bijzonder dankbaar voor zijn. Niet minder geldt dit voor Marinus Geuze, die wonende in de provincie Zeeland, nogal vaak naar Brussel reisde om via het CEJA kontakten te onder houden met andere jonge boeren or ganisaties in de E.E.G.. Dat is een minder in het oog springende taak maar wel belangrijk omdat jonge boeren belangen vooral daar aange kaart moeten worden. Overigens is hij nog vice-voorzitter van het CEJA en blijft hij aktief in de kommissie buitenland van het NAJK zodat zijn opgedane deskundigheid ook door anderen benut kan worden. Op deze afscheidsdag werd ook een bezoek gebracht aan de Coveco-varkens- slachterij in Twello. De heer E.Meinink, bestuurder van Coveco, informeerde het NAJK over de geschiedenis, de organisatie- struktuur, de problemen en het per- spektief van deze coöperatie. Hierbij viel het NAJK op dat voor coöpera tiebestuurders een zware taak is weggelegd. Vooral wanneer de ex terne omstandigheden zich sterk wijzigen. De heer Meinink wierp dan ook de stelling op dat wanneer er onder de boeren geen geschikte be stuurders zijn we niet mogen schro men om deskundigheid van buiten de agrarische kring te halen. Voor jonge boeren moet zo'n stelling een uitdaging zijn om juist wel deskun dige te willen worden om hiermee belangen zelf te kunnen blijven be hartigen. Niet voor niets heeft het NAJK ook altijd gepleit voor aparte jongerenraden bij coöperaties. Een ander discussiepunt was ook de stel ling vanuit het NAJK dat het vak manschap in de slachtsektor niet geëxporteerd moet worden naar het buitenland omdat dat grotere risico's geeft voor de prijszetting voor de boeren in ons land. De heer Meinink antwoordde dat het dan wel mogelijk moet zijn om dat vakmanschap te kunnen betalen en dat gezien de ekonomische verhoudingen in ons land er 'nog' geen zicht op verbete ring is. Het NAJK vindt dat het coö peratieve bedrijfsleven de nodige druk moet uitoefenen, om dat wel mogelijk te maken omdat er grote belangen mee gemoeid zijn. Samenvattend was het voor de NAJK-mensen een boeiende dag die ook door het informele karakter na afloop van betekenis kan blijven voor een verdere verbetering van de on derlinge kontakten. Door het bezich tigen van de praktijksituatie in een slachterij zal denk ik ook de motiva tie van jongeren in het NAJK om te blijven opkomen voor behoud van zo veel mogelijk arbeidsplaatsen op de boerenbedrijven er wel niet minder op geworden is. Gerard Esselink 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 17