De kwaliteit van voordroogkuil is
goed
VEEHOUDERIJ
Vlas
Erwten
Knolselderij
Groenbemesting
Graslandverbetering
Teelt van stoppelgewassen
Ruwvoeronderzoek
Grondonderzoek
Onderhoud gebouwen en
erfverharding
Beschadiging van het zaad treedt
vooral op bij erg droog zaad met een
vochtgehalte van 6 tot 12%. Nat zaad
moet snel gedroogd en indien nodig
geschoond worden.
De stoppelbewerking zal erop ge
richt moeten zijn het uitgevallen
zaad zoveel mogelijk de kans te ge
ven om te kiemen of te rotten. Bij
vochtig weer de stoppel enige tijd
onbehandeld laten; onder droge
omstandigheden het zaad niet dieper
dan 2 cm inwerken.
Ondanks het kleine areaal van dit
gewas heeft de laatste jaren de ont
wikkeling van arbeidsbesparende en
arbeidsverlichtende werkmethoden
bij de oogst, het transport en de ver
dere verwerking van het vlas, niet
stilgestaan.
Het voert te ver hier nader op in te
gaan.
Wormstekigheid in erwten wordt
veroorzaakt door de rupsen van een
klein grijsbruin vlindertje: de erwte-
peulboorder. De bestrijding moet
worden uitgevoerd vóór deze rupsjes
zich in de peul hebben kunnen bo
ren. Meestal moet de eerste bespui
ting worden uitgevoerd wanneer aan
de rand van het perceel de oudste
peulen beginnen te zwellen. Een
tweede bespuiting dient na ongeveer
een week te worden uitgevoerd.
Een sexval kan aanwijzingen geven
omtrent de aanwezigheid van de
peulboorder. Voor middelenkeuze
en veiligheidstermijnen zie Handlei-
ging pagina 13.
Mangaangebrek (kwade harten)
treedt vooral op na een droge perio
de op kalkrijke en humusrijke gron
den en bij soorten als schokkers en
kapucijners. Spuit hiertegen met 15
kg mangaansulfaat per ha tijdens de
volle bloei en aan het einde van de
bloei. Mangaansulfaat kan gemengd
worden met parathion spuitpoeder
tegen de peulboorder.
Wantsen
Deze insekten zijn 4-5 mm groot,
bewegen zich snel, vooral in het hart
van de plant. Ze veroorzaken daar
afsterven van jonge bladeren en
bladstelen. Deze schade kan zich
voordoen vanaf half juli tot eind
september. Voor middelenkeuze: zie
Handleiding pagina 19.
Bladluizen
Deze brengen virus over en veroor
zaken groeiremming. Dezelfde mid
delen gebruiken als tegen wantsen.
Voor bestrijding van beide genoem
de insekten zal vaak meerdere keren
gespoten moeten worden. Bladluizen
zijn er eerder dan wantsen. Dus het
gewas goed kon troleren.
Boriumgebrek, veroorzaakt inwen
dig bruin. Onder droge omstandig
heden is het verantwoord reeds in
juli met borium te spuiten. Behan
deling minstens 1 x herhalen.
Bladvlekkenziekte uit zich in bruine
vlekken met een lichte rand. Tijdig
beginnen met voorbehoedende be
spuitingen is gewenst (zie pagina 19,)
Handleiding). Bij droog weer om de
3 weken herhalen. Bij vochtig weer
om de 10 14 dagen. Uiteraard
kunnen de diverse te gebruiken
middelen gemengd verspoten wor
den.
Een vroeg vrijgekomen stoppel leent
zich uitstekend voor de teelt van een
groenbemestingsgewas. Voor stop
pelgewassen geldt: hoe vroeger zaai
en hoe beter.
gewas zaaitijd kg-zaai-
zaad per ha
wikken juli-15aug.'
90-110
Italiaans
raaigras juli-20 aug.
30- 40
bladrammenas 15 aug-begin sept.
20
Bij de teelt van wikken is geen stik
stofgift nodig en bovendien is een
aantrekkelijke stikstofnalevering in
het volgende jaar te verwachten.
Grasgroenbemesters vragen 50-60 kg
N per ha; bladrammenas moet men
in verband met de kans op zaadvor
ming en vermeerdering van het bie-
tecysteaaltje bij voorkeur niet in
zaaien vóór half augustus.
De laatste twee maanden heeft het in het Zuidwesten spaarzaam gere
gend. De regen, die gevallen is, is ongelijk verdeeld over het gebied.
Voor het grasland is het daardoor aan de droge kant geweest.
De snijmaïs heeft het dit voorjaar uitstekend gedaan.
Over het algemeen is de kwaliteit van de voordroogkuil goed. De
hoeveelheid voordroogkuil die is ingekuild is kleiner dan vorige jaren.
Het is te hopen dat er in de loop van de zomer nog meer ruwvoer voor de
winter gewonnen kan worden.
Breng bij de herinzaai van grasland ook de kalktoestand op peil.
De vorst van de afgelopen winter
heeft meer schade aan het grasland
toegebracht dan zich aanvankelijk
liet aanzien. Op veel percelen is er
Engels raaigras uitgevroren, waar
voor straatgras of onkruid is terug
gekomen.
Wanneer kunt U grasland opnieuw
inzaaien? Als het grasland minder
dan 50% goede grassen of meer dan
10% kweek bevat is het wenselijk om
te vernieuwen. Ga echter eerst de
oorzaak na waardoor het slechte
grasbestand is ontstaan. Probeer de
ze oorzaak weg te nemen alvorens
nieuw gras in te zaaien.
De meest geschikte tijd om grasland
te vernieuwen of door te zaaien is
van half juli tot eind september. Bij
extreme droogte heeft het echter
geen zin om in te zaaien, daar het
graszaad dan toch niet kiemt.
Komt er veel kweek voor in het oude
grasland, dan is een bespuiting voor
de bewerking nodig. Hiervoor kan
bij een kweeklengte van 5-10 cm
gespoten worden met 20 kg Dalapon
per ha of bij een lengte van 10-15 cm
met 4 liter glyfosaat per ha. Na de
bespuiting moet 10 dagen worden
gewacht alvorens te frezen.
Voor het inzaaien van blijvend gras
land is er een keuze uit enkele BG-
mengsels met of zonder klavers.
Neem bij voorkeur een eenvoudig
mengsel zoals BG 1, 2, 3 of 4. Zaai
alleen oranjebandmengsels met
waardering I. Men is dan verzekerd
van goed zaaizaad dat kweekvrij is.
BG 3 is het meest eenvoudig en bevat
uitsluitend Engels raaigras. In BG 4
zit naast Engels raaigras ook timot-
hee. BG 1 en 2 bevatten dezelfde
grassoorten aangevuld met witte
klaver. De fijnere grassen die in BG 5
en 11 voorkomen vindt men later
niet of nauwelijks terug in het per
ceel.
Heeft het grasland alleen maar een
holle stand, dan kan men het gras
land doorzaaien. Hierbij vindt geen
grondbewerking plaats. Per ha is dan
30 kg zaaizaad nodig. Bij doorzaaien
is het wel een vereiste dat de grasmat
zo kort mogelijk is. Bij de doorzaai-
methode blijft de draagkracht van de
oude zode bewaard.
Afhankelijk van de methode van
graslandvernieuwing, zullen de kos
ten uiteenlopen van 200,— -
700,— per ha. Dit bedrag is vaak
lager dan de jaarlijkse opbrengst-
derving bij een slecht grasbestand.
Gezien de tegenvallende opbrengst
van de eerste snede gras, kan een te
telen stoppelgewas nog een welkome
aanvulling geven voor de voederpo
sitie van aanstaande winter. Deze
maand zullen de eerste gewassen van
het bouwland weer geoogst worden.
Dit geeft de mogelijkheid om een
stoppelgewas voor voederwinning in
te zaaien. Het meest hiervoor in
aanmerking komt Italiaans raaigras.
Als dit eind juli/begin augustus ge
zaaid kan worden, kan dit nog een
opbrengst geven vaü 2400 kg dro
ge stof per ha. Men gebruikt 35 kg
zaaizaad/ha en geeft een bemesting
van 400-500 kg kas per ha. Dit gewas
kan dan in het najaar nog een goede
snee gras geven voor stalvoedering of
inkuilen. De stikstofgift is m,ede af
hankelijk van de voorvrucht.
Op lichte gronden kan gedacht wor
den aan het zaaien van stoppelknol
len. De totale drogestofopbrengst
hiervan kan 4000 kg per ha zijn. De
oogst vraagt echter meer arbeid dan
bij Italiaans raaigras. Worden rond 1
augustus stoppelknollen gezaaid,
dan zal 100 kg N per ha voldoende
zijn om een goede opbrengst te ge
ven.
Dit vooijaar is er voordroogkuil van
uitstekende kwaliteit gewonnen. Om
de gehaltes in Uw ruwvoer te weten
zal men ruwvoeronderzoek moeten
laten uitvoeren.
Door de waarschijnlijk hoge gehaltes
in de voordroogkuilen kan bij even
tuele aankoop van ruwvoer worden
volstaan met vaak lagere eiwitgehal
tes.
Men kan nu reeds het monster laten
steken voor onderzoek. Dit heeft tot
voordeel dat men vroegtijdig de uit
slag heeft en de monsternemer heeft
een betere spreiding van zijn werk
zaamheden.
De kosten per monster kunnen
ruimschoots worden terug verdiend
door een juist gebruik te maken van
de cijfers op het uitslagformulier.
In de akkerbouw worden veel perce
len eens in de zes jaar onderzocht.
Van het grasland wordt maar een
klein gedeelte onderzocht op aanwe
zige voedingselementen.
Voor een goede grasgroei zijn niet
alleen voldoende voedingsstoffen no
dig, doch ze moeten ook in een goede
verhouding voor komen. Door eens
per zes jaar Uw grasland te laten on
derzoeken, kunt U aan de hand van de
analyse de hoogte van de bemesting
vaststellen.
De maand juli is op het veehoude
rijbedrijf een rustige maand. Toch
blijft er altijd werk. Veel veehouders
zullen dan het nodige kleine onder
houd aan de gebouwen verrichten.
KORTE WENKEN
C.A.R.- Zevenbergen
NIET MEER DAN BETER. Dit
motto is ook van toepassing bij
kunstmatige beregening. De meest
optimale gift is 20-30 mm per keer.
Wanneer meer wordt gegeven is
dit zonde van de energie, omdat
alles wat meer dan 30 mm wordt
gegeven niet door de bovengrond
vastgehouden kan worden, maar
naar de ondergrond verdwijnt en
dus niet meer voor de plant be
schikbaar is.
MINDER DAN 20 mm per keer
beregenen is niet aan te bevelen,
omdat U de planten dan went aan
een kleine hoeveelheid gemakke
lijk opneembaar water. Dit heeft
De boer van vandaag moet van vele
markten thuis zijn.
Een goede erfverharding en een ver
harde voeropslag is bij de huidige
kuiluithaalapparatuur noodzakelijk.
Beton en betonplaten zijn hiervoor
goede materialen. De kosten aan
materiaal voor beton bedragen
20,— per m2. Voor de opslag van 1
ha snijmais is 50 m2 oppervlakte
nodig.
Een betere of grotere erfverharding
zou op veel bedrijven geen overbo
dige luxe zijn. Bij het aanwenden van
eigen arbeid blijven de kosten van
erfverharding beperkt.
De bedrijfsvoorlichters,
C.J. Govers,
ing. R. van der Meer
tot gevolg dat de planten opper
vlakkig wortelen. Wanneer nu een
lange droge periode aanbreekt,
zullen de planten alsnog verdrogen
en laat de zode los.
Een ander nadeel is dat U veel va
ker moet beregenen hetgeen weer
ekstra arbeid kost.
LANG EN RUW HAAR van wh
jongvee dat in de wei loopt, is één
van de kenmerken van een bes
metting met maagdarmwormen.
Ook diarree en vermageren komt
hierbij dikwijls voor. Het is dan
raadzaam om mestmonsters te la
ten onderzoeken door de Provin
ciale Gezondheidsdienst voor Die
ren. Dit mestonderzoek is gratis.
Een uitgevoerde enting voor long
worm voorkomt geen aantasting
door maagdarmwormen.
11