KNLC kommentaar
Zelfstandigheid
Wat kan Jan
betalen voor de
pachtgrond? (II)
Invordering belastingen
problematisch
Grond kopen uit
pachtkontrakt II
Gewijzigde mcb's na
koersaanpassingen
Brandplekjes op
appels bij
Sloegebied
Bundel energiebesparing
glastuinbouw nog
beschikbaar
In de eerste aflevering werd
uiteengezet dat landbouwer Jan
een brief van de verpachter heeft
gekregen met de mededeling dat
hij 8 ha van hem "moet" kopen.
Vervolgens wordt aangegeven hoe
Jan er financieel-ekonomisch
voorstaat. In deze tweede afleve
ring worden de konsekwenties van
de betreffende aankoop onder de
loep genomen.
Wat verandert er?
Hij betaalt nu 8 ha pacht x 500 per
ha 4.000
Hij gaat betalen:
8 ha polderlasten x 125/ha
1.000
8 ha ruilverkavelingslasten
62,50/ha 500
-ƒ 1.500
Ruimte voor rente kosten uit netto
pacht 2.500
Wat is er nodig voor het gezin
Privéuitgaven inkl. fiskaal toegere
kende kosten 25.000
Arbeidsongeschiktheid ziektekos-
tenverz. 4.500
totaal gezinsbestedingen 29.500
af kinderbijslag 4.820
blijft voor gezin nodig uit exploitatie
24.680
bij I.B. en premieheffing globaal
6.000
Totaal nodig aan fisk. winst voor ge
zin bel. 30.680
winstverwachting als pachter
38.500
Ruimte om winst in te leveren voor
meer kosten 7.820
ruimte uit netto pacht 2.500
Ruimte voor meer rente kosten
10.320
Welke ruimte is er voor aflossing?
Afschrijving gebouwen 4.000
Aflossing na herfinanciering be
staande schulden: bij
vader geen aflossing, en bij bank 2%
2.000
Ruimte voor aflossing 2.000
Wat kan Jan betalen?
Ruimte voor rente bij percentage van
10% is 10.320 a 100: 10
103.200
Ruimte voor aflossing bij percentage
van 2% is 2.000 3 100 2
100.000
De bedragen liggen op hetzelfde ni-
vo, dus er is geen extra besparing
nodig ten laste van het verteerbaar
inkomen en voor aflossing.
a. Om het bedrijf en het gezin in
stand te houden kan Jan dus inkl.
kosten maximaal 103.200 be
steden. Besparing en ontwikkeling
liquide middelen zijn dan beide
0.
b. Jan heeft vrijstelling voor over
drachtsbelasting, reeds 5 jaar
grond in eigendom.
c. de notariskosten, afsluitprovisie
en hypotheekkosten zijn geschat
op 5.000
d. de waarde van de grond is voor
Jan 103.200 - 5.000 -
98.200 8 ha 12.275.
e. Alles wat meer betaald zou wor
den gaat ten koste van het ver
teerbaar inkomen.
f. Indien hij meer leent en de
meerdere aflossing evenveel is als
de mindere belasting die hij moet
betalen dan blijft de meerdere
rente het verteerbaar inkomen
direkt aantasten.
g. De Grondkamer zou niet hoger
moeten taxeren dan de ekonomi-
sche waarde van de grond vindt
Jan.
h. In feite moet de ruilverkavelings
rente verkapitaliseerd worden bij
de grondprijs-vastelling (is hier
750,— per ha).
Waarom kan Jan 12.275 per ha
betalen?
Ie doordat hij door wijziging in het
bouwplan meer hoopt te verdie
nen, namelijk 2.500.
2e doordat hij herfinanciering toe
past.
3e geen bijzondere privé-uitgaven
heeft gepland voor de eerste ja
ren.
a.
b.
Waar is Jan bang voor?
Dat de eigenaar waar hij nog 4 ha
van pacht, de grond ook te koop
aanbiedt. Waarvoor geen andere
ruimte meer is dan uit de netto
pacht.
Als hij over enige jaren aan een
belegger zou verkopen door de
omstandigheden gedwongen, hij
misschien af moet rekenen van
het zogenaamde pachtersvoor
deel, dus van niet gerealiseerde
winst. Of weet zijn boekhouder
daar een methode voor, dat dat
dan niet nodig is?
Dat er veel kollega's niet of te
weinig rekenen en te veel betalen
voor grond althans ekonomisch
gezien. p. Tigchelaar
Een der aantrekkelijkste kanten van
het boer zijn is zonder twijfel de mo
gelijkheid om zelfstandig bezig te zijn
met een grote mate van onafhanke
lijkheid. Het als zelfstandige kunnen
funktioneren is zeker de belangrijkste
argumentatie om boer of tuinder te
willen worden. Belangrijker in feite
dan de mogelijkheid om een goed in
komen te verdienen. Welliswaar lijkt
bij veel jongeren het streven naar een
wat stabieler inkomen onder sociaal
meer aanvaardbare werkomstandig
heden een belangrijkere rol te gaan
spelen: dat neemt niet weg dat ook bij
jonge agrariërs zelfstandigheid en
onafhankelijkheid hoog in het vaandel
wordt geschreven. Overigens is het
ook juist die, door onze voorouders
moeizaam bevochten, onafhankelijk
heid voor boeren en tuinders geweest
die er voor heeft gezorgd dat de Ne
derlandse land- en tuinbouw zo'n
vooraanstaande plaats inneemt. Die
onafhankelijkheid is gedurende de
laatste eeuw vanuit het Nederlandse
landbouwbeleid, gericht op verster
king van de faktor ondernemer en van
de produktiestruktuur op de bedrijven,
steeds gestimuleerd. Alom wordt de
waarde van een dergelijk beleid, met
veel aandacht voor onderwijs, onder
zoek, voorlichting en kuituur techni
sche verbeteringen, vandaag de dag
onderkend en plukt men als Neder
landse samenleving er de vruchten
van. A lie reden dus om dit beleid voort
te zetten en een onafhankelijke boe
renstand ruimte te blijven geven om
via de produktie op hun bedrijven een
redelijk inkomen te kunnen verdienen.
Zoals bekend hebben de EG-minis-
ters van financiën op 12 juni j.l. be
sloten tot aanpassing van de midden
koers van de Franse frank met 10%
ten opzichte van de Duitse mark en
de Nederlandse gulden, een overeen
komstige aanpassing van de koers
van de Italiaanse lire met 7% en een
aanpassing van de Belgische en Lux
emburgse frank, de Deense kroon en
het Ierse pond met 4,25%.
Als gevolg van deze maatregelen
treden de volgende wijzigingen op in
de monetair compenserende bedra
gen (m.c.b.'s)*), die gehanteerd wor
den bij het handelsverkeer in be
paalde landbouwprodukten.
Nederland
België/Luxemburg
Bondsrepubliek
Duitsland
Denemarken
Frankrijk
Ierland
Italië
Verenigd Koninkrijk
Griekenland
1) zuivel en rundvlees
2) overige produkten
De nieuwe m.c.b.'s zullen vanaf 16
juni 1982 toepasbaar zijn.
Op dit moment zijn nog besprekin
gen gaande met Griekenland, Dene
marken en Ierland om tot een gerin
ge devaluatie van de groene koersen
te komen. Deze wijziging zal geen
gevolgen hebben voor de m.c.b.'s
van deze landen.
De monetair compenserende be
dragen overbruggen het verschil
tussen de zgn. groene koers en de
EMS-middenkoers. De groene
koers wordt gebruikt om de
landbouwprijzen, die zijn uitge
drukt in ECU's, om te rekenen in
de nationale valuta.
nieuw oud
5,4
1)2,0 1)
7,3
2)4,0 2)
3,1
- 2,5
8,4
1)5,1 1)
11,2
2)8,0 2)
0
0
5,3
0
0
0
1,4
1)1,4 1)
8,1
8,1
0
0
Op een perceel van het fruitteelt-
bedrijf van de heer M.J.A. Mol te
Borsele is het afgelopen weekend
schade ontstaan aan de nog jonge
appelvruchten.
Zondagmorgen ontdekte de heer
Mol op de vruchten veel kleine
zwarte brandplekjes tot in het
vlees van de appels. Op het ge
troffen perceel dat tegen de dijk
in het Sloegebied ligt, worden
Goudreinetten en James Greeve
geteeld. Volgens Mol, die het
Landbouwschap inmiddels van
de schade op de hoogte heeft
gesteld, is het nog te vroeg om nu
al te kunnen zeggen wat de ge
volgen van de beschadiging uit
eindelijk zullen zijn wanneer de
appels geveild worden. Voorzo
ver hem bekend zijn van andere
telers nog geen schademeldingen
binnen gekomen.
Begin dit jaar kregen alle glas
tuinders de "Bundel energiebe
sparing in de glastuinbouw" van
het Landbouwschap in de bus. In
deze 160 bladzijden tellende uit
gave staan artikelen, die vorig
jaar zijn gepubliceerd in de vak
bladen en de kranten van de cen
trale landbouworganisaties. Van
de bundel, die behalve aan de
tuinders werd toegestuurd aan
enkele nauw betrokken organisa
ties, instellingen en scholen, zijn
nog exemplaren beschikbaar.
In de bundel wordt een overzicht
gegeven van alle belangrijke ont
wikkelingen, die op het terrein
van de energiebesparing tot begin
dit jaar aan de orde waren.
Belangstellenden, die de bundel
alsnog willen hebben, kunnen
deze bestellen bij het Landbouw
schap tegen betalen van 10,—
Dat de invordering van belastingen niet zonder problemen gepaard gaat
blijkt uit 't antwoord van de Staatssecretaris van Financiën op vragen
van enige kamerleden. Hij zegt hierover o.a.: De invorderingswerk
zaamheden zijn de laatste jaren fors toegenomen. Voor een zeer be
langrijk deel hangt dit samen met de economische ontwikkelingen.
Enerzijds is het aantal particulieren met betalingsproblemen sterk
toegenomen terwijl anderzijds het teruglopen van de bedrijfsinkomsten
het voor het bedrijfsleven moeilijker maakt om (tijdig) aan de lopende
verplichtingen te voldoen.
Een paar kerncijfers wil ik in dit verband noemen:
Aantal achterstallige posten (incl. verleend uitstel van betaling)
Jaar
uit 1978
uit 1979
uit 1980
uit 1981
Aantal
620.000
650.000
790.000
930.000
Achterstand in de invordering van de inkomsten- en vennootschapsbelasting.
Jaar
uit 1978
uit 1979
uit 1980
uit 1981
Bedrag v.d. achter
stand .inkomstenbe
lasting
1351 milj.
2913 milj.
3243 milj.
3731 milj.
Percentage van
in te vorderen
bedrag
15
20.9
21.6
23.4
bedrag v.d. achter
stand vennootschaps
belasting
1954 milj.
2667 milj.
3576 milj.
4458 milj.
Percentage
van in te
vorderen
bedrag
15.1
21.0
22.5
23.8
Aantal aanslagen
waarvoor
beslag is gelegd
Jaar
1978
1979
1980
1981
Aantal
165.000
170.000
194.000
222.000
Het is voorwaar geen rooskleurig
beeld dat hier geschetst is.
A. Michaels
Toch lijkt de zelfstandigheid en onaf
hankelijkheid de laatste tijd wat op de
tocht te staan. In de eerste plaats zijn
er de aanspraken die door anderen op
de "Groene Ruimte'' worden gemaakt.
Met name vanuit kringen van natuur
en landschapsbehoud zou men de
landbouw het liefst een hele rij beper
kingen opleggen. Welliswaar zouden
daar dan in een aantal gevallen via
beheer so vereenkomsten vergoedingen
tegenover kunnen staan. Maar een
stuk vrijheid en een besluitvorming
omtrent de toekomstige ontwikkeling
van het eigen bedrijf levert men dan
wel in. Het is dan ook logisch dat de
overgrote meerderheid van boeren en
tuinders hier zeer huiverig tegenover
staat. In de tweede plaats is er de vrees
voor een te grote afhankelijkheid van
toeleverende of verwerkende industrie
en van de financiële instellingen. Door
het afsluiten van een bepaald soort
kontrakten zou daardoor in feite een
belangrijk stuk eigen zelfstandigheid
verloren kunnen gaan.
Bovendien bestaat er vrees voor de
ontwikkeling van grote agrarische
produktieeenheden mammoet
rechtstreeks vanuit de industrie. Ook
het ontstaan van hobby-bedrijven zou
de positie van het zelfstandige gezins
bedrijf weieens kunnen aantasten. De
vraag is in hoeverre deze ontwikkeling
een wezenlijke bedreiging voor de
zelfstandigheid van de Nederlandse
boer en tuinder vormen en wat er
eventueel aan te doen valt. In zijn al
gemeenheid is een goed geschoolde
boerenstand, die zich door een onaf
hankelijk voorlichtings- en onderzoek-
apparaat kan laten bijstaan nog al
tijd de beste bescherming. Daarnaast
kunnen speciale maatregelen en wet
ten nuttig en nodig zijn. Bedacht moet
evenwel worden dat men zijn doel niet
voorbij schiet. Zo is het opstellen en
introduceren van modelkontrakten
een voortreffelijke zaak en moet zeker
gekeken worden naar mogelijkheden
om te voorkomen dat een wezenlijk
deel van de primaire agrarische pro
duktie in handen van enkele grote
concerns zou komen. Vandaag de dag
zijn het vooral de Wet Agrarisch
Grondverkeer en het ontwerp van
Landbouwvestigingswet die de aan
dacht vragen. Beide neigen naar een
keurslijf van centraal opgestelde re
gels, die via een kaderwet over de hele
agrarische sektor uitgespreid kunnen
worden. Ik ben van mening dat we
daarmee volkomen de verkeerde kant
op dreigen te gaan. Onder andere bij
de Wet Agrarisch Grondverkeer-dis-
kussie blijkt al dat de oorspronkelijke
doelstelling (stabiele grondprijzen op
een redelijk niveau) snel naar de
achtergrond verdwijnt en men in feite
er op uit is de ontwikkeling van de
bedrijven centraal te gaan sturen. In
versterkte mate zit dat risiko er bij een
vestigingswet in waar voor elke we
zenlijke bedrijfsaanpassing dan een
vergunning nodig wordt. Nivellering
in de bedrijfsontwikkeling en een
zware aantasting van de zelfstandig
heid en onafhankelijkheid van de in
dividuele boer en tuinder zal hier het
gevolg van zijn. Te vaak heeft de ont
wikkeling in de praktijk de laatste
decennia de door deskundigen opge
stelde prognoses gelogenstraft om in
een centraal gestuurd ontwikkelings-
beleid vertrouwen te kunnen hebben.
Ik ben dan ook van mening dat we ons
vanuit het KNLC ten sterkste moeten
blijven verzetten tegen zowel de door
voering in de praktijk bij de Wet
Agrarisch Grondgebruik, als het rea
liseren van een landbouwvestigings
wet. Tenslotte kost ook al dat extra
geregel nog eens handen vol geld en
zouden we in deze tijd van bezuini
gingen er verstandig aan doen het
aantal ambtenaren wat zich bezig
houdt met ontwerpen, uitvoeren en
telkens veranderen van allerlei rege
lingen eens wat te verkleinen.
LUTEIJN