De groei van een weidebedrijf in de NOP
De eigenkavel werd te klein
Veel eigen voer
Verdere uitbreiding
Samenspel
Niet ideaal
Stalvoedering
De bedrijfsvoering is bij Benedictus
sterk gericht op het winnen van zo
veel mogelijk eigen voer. Daarvoor
wordt op het grasland als kunstmest
per ha zo'n 450 kg zuivere stikstof
gestrooid. Jaarlijks wordt er een sne
de van 60 70 ha grasland gekuild,
allemaal als voordroogkuil in rijkui
len. En ook de snijmais wordt uiter
aard ingekuild. De krachtvoerkosten
kunnen daardoor vrij beperkt blij
ven; omstreeks 900,- per koe. Met
het oog op het voeren zijn de koeien
ook ingedeeld in een viertal groepen:
een groep hoog-productieve dieren,
een groep met een middenproductie,
een laag-productieve groep en een
groep droogstaande koeien. Die
groepsindeling draagt ook bij aan
doelmatige voedering.
Dit jaar is het 40 jaar geleden dat de Noordoostpolder droog kwam en
tegelijkertijd is het 35 jaar geleden dat hier de eerste landbouwbedrij
ven werden verpacht. Destijds waren die nieuwe polderbedrijven uiterst
modern, maar ook hier stond de tijd niet stil. Ook op deze bedrijven
waren al gauw aanpassingen nodig om ze op peil te houden. Een
voorbeeld van de ontwikkeling die vele NOP-bedrijven in de afgelopen
jaren doormaakten geeft het bedrijf van de heer F.Benedictus aan de
Zwartemeerweg bij Ens. Dit van oorsprong gemengde bedrijf veran
derde in een intensief weidebedrijf, waarvoor de eigen kavel te klein
werd.
De familie Benedictus kwam in het
voorjaar van 1951 vanuit het Friese
Rottevalle naar de Noordoostpolder.
In 1950 werd er voor het eerst een
vrije inschrijving gehouden voor de
in de polder te verpachten bedrijven,
waarvoor zich niet minder dan 2800
gegadigden meldden. De ouders van
Frits Benedictus, de huidige boer op
het bedrijf in Ens, was zo gelukkig
direct als "vrije sollicitant" voor een
bedrijf in aanmerking te komen. Hij
werd pachter van een bedrijf van 27
ha op hele lichte zavel (bijna zand)
waarop de verplichting rustte steeds
tenminste deel in grasland te heb
ben. Dit laatste in verband met de
stuif- en slempgevoeligheid van de
grond. "We hadden in het begin ook
ongeveer een derde van het bedrijf in
bouwland", zo vertelt Frits Benedic
tus. "We verbouwden aardappelen,
bieten, graan en ook wel erwten. Op
het grasland hadden we toen een
veebezetting van 24 melkkoeien met
het daarbij behorende jongvee. Voor
meer vee was er toen ook geen stal-
ruimte, later hebben we door ver
bouwingen in de bestaande gebou
wen ruimte gemaakt voor wat meer
vee. Maar toen naderhand het be
drijf nog verder aangepast moest
worden, waren er andere oplossin
gen nodig".
In 1971, twintig jaar nadat zijn ouders
zich in de polder vestigden, nam Frits
Benedictus het ouderlijke bedrijf
over. "Ik stond toen voor de vraag
hoe ik met het bedrijf verder zou
moeten gaan", zo zegt hij. "Ik heb
toen uiteindelijk gekozen voor het
zuivere veehouderijbedrijf, maar dan
wel in een tweemansopzet. Ik hoop
dat ook zo te kunnen houden, want
als éénmansbedrijf ben je wel erg
kwetsbaar en sterk aan het bedrijf
gebonden".
Het betekende overigens wel, dat de
veestapel fors uitgebreid moest wor
den en dat er ook anderszins het één
en ander moest veranderen. In 1973
werd in verband met dit alles be
gonnen met de bouw van een lig-
boxenstal en in 1974 werd het aantal
melkkoeien van 50 naar 100 uitge
breid. Aanvankelijk was er maar een
beperkte jongveebezetting, maar
toen die zich eveneens uitbreidde
moest daarvoor ook ruimte worden
gezocht. Die werd gevonden door
verbouwing van een bestaande wa-
genloods tot jongveestal voor 50 die
ren. Verder is er dan in de oude stal
nog ruimte voor jongvee en kalveren.
Alles bij elkaar zijn er op het bedrijf
van Benedictus nu 110 melkkoeien
en 60 a 70 stuks jongvee.
Een veebezetting waarvoor de 27 ha
die bij het bedrijf hoort niet vol
doende voer kan opleveren. Van die
oppervlakte ligt nu zo'n 20 ha in
grasland. Verder wordt er jaarlijks
Frits Benedictus: Als 't even kan een 2-mans bedrijf houden.
Het grasland op dit bedrijf is nooit
ouder dan 3, hooguit 4 jaar. Daarna
wordt het weer gescheurd. Tot voor
kort werd voor de inzaai altijd het
mengsel BG 3 gebruikt, maar Bene
dictus is nu overgegaan op BG 4, met
Timothee. "De afgelopen winter
hebben we daarvan al voordeel gehad
omdat ons grasbestand minder
kwetsbaar is geworden", zo meent hij.
Hij vindt ook van belang dat dit
mengsel voer met wat meer ruwvezel
levert.
Nagenoeg alle werkzaamheden op
het bedrijf doet Benedictus zelf sa
men met een vaste medewerker. Al
leen bij het mais hakselen, het sloot
kanten maaien en soms bij het mest-
rijden wordt de loonwerker inge
schakeld. Ook heeft zijn vrouw de
verzorging van de kalveren en het
bijhouden van de boekhouding als
taak. De oudste zoon is 17 jaar oud
en begint, na de MAVO, nu aan zijn
opleiding op de MLS. "Het lijkt er op
dat hij boer wil worden en ook daar
om wil ik mijn 2-mans opzet van ons
bedrijf graag houden. Want er moet
wat ruimte zijn om hem t.z.t. ook in
het bedrijf op te kunnen nemen",
zegt Benedictus."Maar voor een 2-
mans weidebedrijf is ons bedrijf in
wezen eigenlijk te klein", zo consta
teert hij ook. "En mogelijkheden om
het op een vaste basis wat te vergro
ten zijn er vrijwel niet. Want een stuk
grond in de buurt bijkopen of bijhu-
ren is in een gebied als de Noor
doostpolder niet mogelijk". "Als we
met een 2-mans bedrijf door willen
gaan zullen we dan ook wel moeten
blijven werken zoals we dit nu doen.
Dat gaat tot nu toe ook behoorlijk
goed, maar ideaal is dat werken op
een toch vrij onzekere basis natuur
lijk niet. Aan zoiets merk je dat de
Noordoostpolder die nog altijd als
een nieuw land te boek staat, toch
ook al kwaaltjes van het oude land
begint te vertonen", aldus Frits Be
nedictus.
d.H.
In verband met het feit dat een groot
deel van het gras niet van het eigen
bedrijf afkomstig is, past Benedictus
stalvoedering toe voor zijn melkvee.
Hij begon daarmee in 1975 en se
dertdien heeft hij zijn melkkoeien
altijd op stal. Dat betekent dat er alle
dagen -ook op zondag- gras gemaaid
wordt voor de koeien, zolang dat be
schikbaar is. Hij heeft daarvoor een
"voertrein" bestaande uit een cyclo-
maaier voorop een "Deutz Intrac"
met daarachter een opraap-doseer-
wagen. Maaien en laden gebeurt zo
De melkkoeien staan bij Benedictus altijd op stal.
11
De boerderij van Benedictus aan de Zwartemeerweg bij Ens.
Het gras wordt met de opraap-doseerwagen voor de koeien gebracht.
ongeveer 3 ha snijmais verbouwd,
een gewas dat overigens al vanaf
1964 op dit bedrijf aanwezig is en
uitstekend bevalt. Jaarlijks wordt er
ook nog steeds ongeveer 4 ha snij
mais van een ander bijgekocht. Met
een bloembollenteler in de buurt
wordt verder landruil toegepast. Op
het bedrijf van Benedictus wordt zo
steeds 3 ha bloembollen geteeld en in
ruil daarvoor heeft hij 9ha gras op
het bollenbedrijf. Van een akker
bouwer in de buurt betrekt hij verder
gras in ruil voor drijfmest. Ook wordt
in het najaar -na half oktoberhet
jongvee nog een tijd lang geweid op
een akkerbouwbedrijf, op gras ge
zaaid voor groenbemesting. De hele
zomer wordt het jongvee overigens
geweid op een stuk grasland van 7 ha
-afkomstig uit familiebezit- dat Be
nedictus in Friesland in eigendom
heeft. Een flink deel van het voer
voor het vee komt dus van buiten het
bedrijf aan de Zwartemeerweg. Voor
een groot deel is dat mogelijk dank
zij een goed samenspel met andere
bedrijven in de buurt. "Die moge
lijkheden heb je in een gebied waar
veehouderij en akkerbouwbedrijven
naast elkaar voorkomen", zo consta
teert hij. "Een goede werkwijze,
maar je bent op deze manier wel
sterk afhankelijk van de afspraken
die je met anderen kunt maken".
in één werkgang. Tevreden met dit
stalvoedersysteem is Benedictus niet.
"Als ik alle land dat ik gebruik bij
huis had, zou ik toch sterk in over
weging nemen de koeien overdag
weer naar buiten te laten", zegt hij.
"We zijn de laatste jaren in productie
gezakt. Voor een deel komt dat,
doordat we met de aanfok niet al te
gelukkig waren' maar ik heb toch
ook de indruk dat de stalvoedering
daarbij een rol speelde". De gemid
delde productie is nu ongeveer 5700
kg melk met 4.10% vet en 3.31% ei
wit, maar enkele jaren geleden was
dat nog ongeveer 6100 kg. Een niet
onbelangrijke daling dus. "We pro
beren daaraan het nodige te doen",
aldus Benedictus. "Tot nu toe heb
ben we nog vrijwel uitsluitend zui
vere Fries-Hollande zwartbonten.
Maar we zijn nu begonnen met
Amerikaanse stieren te fokken om
op die manier de productie te verbe
teren. Het effect daarvan laat uiter
aard nog even op zich wachten".