Bestrij dingsmiddelen uit plantecellen Huiscomputer zal drempel bij boer wegnemen voor meer geautomatiseerde informatieverwerking H.L.S. studenten in nota "Informatie in het bouwplan" Projekt van Ital en Landbouwhogeschool Bio-reaktoren Schommelende prijs Woekering Kapsules Gratis groei Het instituut Ital te Wageningen onderzoekt sinds enige jaren de mogelijkheid om losse plantecel len te kweken met het doel hieruit hoogwaardige stoffen vrij te ma ken. Onlangs is een groep van Ital-medewerkers met de sektie proceskunde van de Landbouw hogeschool een samenwerkings- projekt begonnen dat een nieuw procédé voor de produktie van zogenaamde pyrethrinen moet gaan opleveren. Dit zijn insekten- dodende stoffen die van nature voorkomen in pyrethrumplanten; ze zijn niet giftig voor mens en dier en ze worden in het milieu snel afgebroken. Het onderzoek aan pyrethrinen is gekozen als model om een oplos sing te vinden voor het veel rui mere vraagstuk van de tegenstel ling tussen enerzijds de groei van plantecellen en anderzijds de produktie van bijzondere stof- wisselingsprodukten, zoals py- Fundamenteel onderzoek. Hier worden in het Biotechnion processen deerd in de "Airlift bioreactor". bestu re thrinen: bij een forse groei is de aanmaak van deze stoffen laag en omgekeerd. Naast de pyrethrumplant heb bende onderzoekers het oog laten vallen op de hier veel beter be kende afrikaantjes, waarvan men vermoedt dat ze aan pyrethrinen verwante stoffen aanmaken. Het biotechnologische projekt, dat in totaal op ca. 4,5 miljoen gulden begroot is, zal ongeveer vijf jaar in beslag nemen, het wordt voor de helft gesubsidieerd uit bijzondere overheidsfondsen waaraan diverse ministeries bij dragen. Naast het selekteren en kweken van geschikte plantecel len gaat het om het ontwerpen van bioreaktoren waarin de plantecellen over langere tijd de pyrethrinen blijven produceren. Ook wordt overwogen pogingen in het werk te stellen om de pro duktie door de cellen stabieler te maken. In een aantal Nederlandse be drijven worden pyrethrinen uit plantemateriaal gewonnen en tot een produkt verwerkt waarmee schadelijke insekten bestreden kunnen worden in ruimtes waar mens of huisdier in direkt kon takt met bestrijdingsmiddelen kan komen: woningen, ziekenhuizen; maar ook in kassen (tuinbouw) en stallen (veeteelt). Een moeilijk heid is dat de aanvoer van ruw pyrethrum zeer onbetrouwbaar is. Bovendien is de prijs onderhe vig aan sterke schommelingen. Ondanks de synthetische pro duktie (vooral in Japan) van het vervangende middel pyrethroïde, is de vraag naar de natuurlijke pyrethrine de laatste jaren in di verse landen alleen maar toege nomen, met name als gevolg van een strengere milieuwetgeving ten aanzien van insekticiden. Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat ook de Neder landse Aerosol Vereniging, een groep van producenten van py rethrinen, zeer geïnteresseerd is in een biotechnologisch procédé, dat hen onafhankelijk zou maken van een onzekere aanvoer. Tege lijk heeft men de verwachting dat het te ontwikkelen proces een zuiverder produkt op zal leveren. Voor de onderzoekers van het Ital en de Landbouwhogeschool is de biotechnologische aanmaak van het milieuvriendelijke insekticide niet het enige doel. Via dit projekt probeert men onder andere de kweek en de selektie van ge schikte plantecellen (cellijnen) onder de knie te krijgen. Het kweken van bakteriën, schimmels en gisten op een kunstmatige voedingsbodem is intussen al routine geworden, maar bij plan ten moet op dit punt nog veel werk verzet worden. Bij het Ital heeft men al veel er varing met het kweken van plan- teweefsels en -cellen opgedaan met het doel, cellen te selekteren om daaruit plantjes te laten groeien als uitgangsmateriaal voor verbeterde rassen, bijvoor beeld voor de aardappel. Dr. A.F. Groneman (Ital): "Je zoekt allereerst dat deel van de plant op, dat de hoogste gehaltes aan de gewenste stoffen bevat. Stel dat dat een blad is. Dat blad snij je bijvoorbeeld in de breedte door en je legt de stukjes blad in een schaaltje met een voedings bodem. Dat is een gelei (agar) waarin een hele reeks van stoffen opgenomen zijn, die voor de groei essentieel zijn. Na verloop van tijd verschijnt er dan aan de snijvlakken, dus de wonde van het blad, een witte woekering van cellen. Dat weefsel breng je in een kolf met vloeibaar groeimedium, die je in voortdurende beweging houdt om de cellen los van elkaar te laten groeien. Als je dit alle maal enigszins in de hand hebt, moet de stap gezet worden naar een fermentor waarin de kweek van cellen en - daar gaat het om - de afvoer van de pyrethrinen uit die cellen kontinu plaatsvindt. In de fermentor, waarmee we nu al aan het experimenteren zijn, wordt de toevoer van uitgangs materiaal, voedingsstoffen, zuur stof, de zuurgraad enzovoort elektronisch gekontroleerd en bijgesteld. Aangezien weefselde- len en zeker cellen zeer gevoelig zijn voor infektie door bakteriën of schimmels, moeten we steeds steriel werken". Er zijn aanwijzingen dat plante cellen hun stofwisselingsproduk- ten - in dit geval de pyrethrinen - in hogere gehaltes produceren en die waarschijnlijk ook makke lijker uitscheiden als ze "geïm mobiliseerd" zijn. Immobilisatie betekent inpakken in bijvoor beeld bolletjes die doorlaatbaar zijn. In dergelijke kapsules zijn de plantecellen tegelijk beter be schermd en kunnen ze langer mee. Het is de sektie proceskunde van de Landbouwhogeschool die hiermee ervaring heeft. Dat heeft zij ook met de zogenaamde air- liftreaktor, waarin de cellen of kapsules niet door roeren'in be weging gehouden worden maar door een kontinue stroming van gasbellen. Deze zachte methode is met name van groot nut als men via de gasbellen een voor de cellen noodzakelijke stof (bij voorbeeld zuurstof) invoert. Het mes snijdt zo aan twee kanten. De proceskundigen dr.ir. Tram per en ir. K. Luyben zien ver schillende wegen die in de loop van het experiment bewandeld kunnen worden. Ze denken on dermeer aan de mogelijkheid om geïmmobiliseerde celorganen of enzymen het werk te laten doen in plaats van hele cellen. In ieder geval hopen ze als de fermentor optimaal funtioneert met hoog- produktieve cellen van het éénli tervat van nu "op te schalen" naar een volume van - pakweg - een kubieke meter. Tenslotte nog even terug naar de kweek van plantecellen. Het is geen nieuws dat de bakterie "agrobacterium tumefaciens" kankerachtige gezwellen verwekt bij zeer veel planten. In ons land was het de groep van prof.dr. R.A. Schilperoort (Rijksuniversiteit Leiden) die aan kon tonen dat de ze bakterie een ringvormig stukje erfelijk materiaal (plasmide) in de plantecel weet te smokkelen. Het plasmide gaat vervolgens deel uit maken van het erfelijk materiaal van de plant. De bakterie voert dus ongevraagd een soort recom- binant-DNA-experiment uit. Het I gevolg is dat de plant groei-sti- mulerende stoffen begint aan te maken, vandaar de celwoekering. Groneman: "Als je nu die bakterie inschakelt bij de pyrethrumplant, dan zou je een gratis groeistof in j de plantecel hebben. Dat kan een flinke besparing leveren op de kosten van het groeimedium waarop het weefsel bereid wordt". (Charles Crombach) De bereidheid van boeren om deel te gaan nemen in informatiesyste men is (nog) niet zo erg groot. Een betrekkelijk kleine groep vooruit strevende landbouwers toont konkreet belangstelling en is ook be trokken bij dergelijke systemen. Wel zal in de komende jaren een veel breder bewustwordingsproces op gang komen ten aanzien van het be lang van informatie en geautomatiseerde informatieverwerking. De huiscomputer gericht op de financiële administratie zal wat dat betreft een belangrijke stimulere stimulerende rol gaan vervullen, mede omdat deze administratie zich het beste leent voor automatische verwerking. Tot deze konklusie komen studenten van de Hogere Landbouwschool te Dordrecht die de afgelopen maanden in het zuidwestelijk zeekleigebied een studie hebben verricht om een ant woord te vinden op de vraag in hoe verre informatiesystemen in de ak kerbouw kunnen helpen bij de verbe tering van de stroom van technische en economische informatie van de informatieproducent (onderzoek, voorlichting, industrie) naar de in formatiegebruiker (vooral de boer). In de nu uitgekomen studie "Infor matie in het bouwplan" die een eer ste fase van onderzoek afsluit (hierop volgende fasen kunnen uiteindelijk leiden tot de invoering van begelei dingssystemen in de landbouw) zijn achtereenvolgens onderzocht: - de informatiebehoefte van de boer - de informatiewensen bij de boer en - de beschikbaarheid van informa tie Ten aanzien van de beschikbaarheid van informatie blijkt, zo staat in de nota te lezen, dat er voor de akker bouw reeds een aantal begeleidings systemen is zoals boekhoudsyste men, PAGV/IMAG-systemen, Epipré, suiker Unie en CSM-bege- leidingssystemen en BASF-advies- programma. De informatiebehoefte van de boer, zo blijk uit de studie, richt zich op dit moment vooral op de dagelijkse be slissingen; het zgn. "operationele ni veau". Gekoppelde systemen De studenten verwachten voorts dat de kosten van de informatiestromen zullen afnemen en de gebruikers vriendelijkheid toenemen omdat het als gevolg van technische ontwikke lingen mogelijk wordt om bij de in formatieverstrekking gebruik te ma ken van gekoppelde systemen. Vooral vanwege de bedrijfsgebon denheid voor de gebruiker van de informatie een belangrijke ontwik keling. Reeds nu wordt de boer, die overigens onvoldoende centraal staat bij de huidige ontwikkeling van be geleidingssystemen gekonfronteerd met een groot aantal aanbieders van begeleidingssystemen en de studen ten verwachten dat die in de toekomst bij ongewijzigd beleid nog wel zal toenemen. De boer is bij deze veelheid en inge wikkeldheid dikwijls niet in staat de verschillende systemen op hun kwa liteit en toepasbaarheid te beoorde len en daarom pleiten de H.L.S.-stu- denten er in de studie voor meer sa menwerking tussen de aanbieders en tot meer standaardisatie zodat de overzichtelijkheid en duidelijkheid aanzienlijk verbeterd kunnen wor den. Kantoorautomatisering Voor wat betreft de voorlichting wordt de nota de totstandkoming van een "kantoorautomatisering" binnen de voorlichting bepleit om daarmee te bereiken dat het niveau van voorlichting kan worden ge handhaafd op minstens het huidige. Door de juiste introductie van bege leidingssystemen wordt het mogelijk de receptuurvoorlichting dichter bij de boer te brengen en aldus tijd vrij te maken voor vormende voorlich ting. Daarbij zal het partikulier ini tiatief een belangrijke rol moeten gaan spelen omdat wachten op ini tiatief van de overheid te veel tijd kost. Aanbevelingen Voor de korte termijn worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Een studie naar de vormgeving van een min of meer geautomati seerde Financiële administratie in relatie tot de bestaande boek houdsystemen dient te worden overwogen. Een projectgroep van de hogere landbouwschool te Dordrecht, agrarische bedrijfs kunde, kan zich hiermee bezig houden. 2. Onderzocht zal moeten worden welke mogelijkheden er zijn t.n.v. kantoorautomatisering bij de voorlichting. 3. Door gerichte bijscholing van medewerkers op het Consulent schap dient kennis en ervaring ten aanzien van automatisering te worden opgebouwd. Overleg met het regulier agrarisch onderwijs is hierbij gewenst. 4. Een overlegstructuur dient in het leven te worden geroepen waar binnen alle informatieverschaf fers in het gebied met elkaar overleggen over de gewenste toe komstige ontwikkelingen. 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 8