Belang van onze rundveesektor staat centraal op Landbouw '82 Aardappelaktiviteiten tijdens "Landbouw '82" Boeren hebben wolprijs gedeeltelijk in eigen hand Nederland koploper met export Zuivelprodukten WKÊtBm Stabiele hoeveelheid wol van groot belang voor Wolfederatie Nabetaling Hoogwaardig Open Beleid Vleeskeuringskosten kalversektor in ons land hoog Hm De verwerking van melk levert een keur van gezonde en lekkere produkten op.... Tijdens de nationale manifestatie Landbouw '82, van 29 juni tot en met 3 juli op de terreinen van Flevohof, zullen de 360 beste koeien van het Nederlands Rund vee Stamboek en het Koninklijk Fries Rundvee Syndicaat bijeen worden gebracht, om te worden gekeurd op exterieur en rasken merken. Er wordt een sterke voorselektie toegepast, waaruit het beste dat Nederland te bieden heeft op rundveegebied, uit de 2Vi miljoen koeien die ons land telt, tevoor schijn zal komen. Die dieren zul len meedoen aan de fokveekeu- ring op woensdag 30 juni. In 1980 liepen er om precies te zijn 2.340.000 koeien in de Ne derlandse weilanden rond, ver deeld over 57.471 bedrijven. Al die koeien produceerden in dit jaar 11.785.000 ton melk. Dat is gemiddeld per koe 5305 kilogram melk per jaar, oftewel 16.6 kilo per dag. Die gigantische melkplas werd verwerkt in 153 zuivelfabrieken. Er werd 179.000 ton boter van gemaakt, 435.000 ton fabrieks baas, 8000 ton boerenkaas en 11.000 ton kwark. Maar liefst 1.612.000 ton werd omgezet in konsumptiemelk en melkpro- dukten. In een land waar zoveel melk ge produceerd wordt, ligt het voor de hand dat de konsumptie van melk- en melkprodukten erg groot zal zijn. Toch is Nederland geen koploper op dat gebied in Europa. Per hoofd van de bevol king werd er in 1980 132 kilogram melk- en melkprodukten genut tigd. Daarmee staat ons land ge lijk met Denemarken. Groot- Brittannië staat met 135 kilo op de tweede plaats, terwijl de repu bliek Ierland fier bovenaan prijkt met een konsumptie per hoofd van de bevolking van 195 kilo per jaar. Nederland is wel koploper wat betreft de export van kaas, boter, gekondenseerde melk en volle melkpoeder. Alleen wat de export van magere melkpoeder betreft moeten we genoegen nemen met een be scheiden zesde plaats op de wereldranglijst. Op 29 juni a.s. zal "Landbouw '82" zijn poorten openen op de Flevohof in Biddinghuizen. Op deze grootse landbouwtentoonstelling zal in vele hallen de Neder landse agrarische sektor zich uitgebreid presenteren. Juist omdat de aardappel zo'n belangrijk produkt is voor onze akkerbouw, heeft men de openingsdag van "Landbouw '82", als een soort eerbetoon, in het teken van de aardappel gezet. Dit feit was een gerede aanleiding om op deze openingsdag diverse aktiviteiten te organiseren op aardappelgebied. Allereerst is daar de "AARDAPPEL ONTMOETING '82". Drie prominente deskundigen zullen vanuit diverse invalshoeken de aardappel bezien. Oud-minister ir. G.J.M. Braks, zal in een inleiding ingaan op de vele eko- nomische facetten van de aardappel. Zaken als werkgelegenheid, export waarde e.d. zullen door hem ter sprake worden gebracht. Vervolgens zal ing. A. Vermeer, aardappelteler uit Swifterbant, de diverse teeltaspekten bespreken. In zijn inleiding komen o.a. naar voren het voortdurend streven naar kwali teit, de Nederlandse agrarische posi tie in de EEG en de toekomst van de Nederlandse aardappel. De rij der sprekers wordt besloten door voedingsdeskundige bij uitstek, prof. C. den Hartog. Hij zal de aard appel bezien vanuit de hoek van de voeding en wat daar mee samen hangt. Aan bod komen o.a. de ver meende dikmakendheid, de aardap pel als vitaminedrager en de nood zaak tot verhoging van de aardap- pelkonsumptie binnen ons kon- sumptiepatroon. Tenslotte zal op "Landbouw '82" een grote AARDAPPELHAL zorgen voor een komplete voorlichting over teelt, onderzoek, handel en verwer- G.J.M. Braks spreekt over economi sche facetten van de aardappel. king van aardappelen in Nederland. Een overzichtstentoonstelling die door zijn diepgang en gebruikte ma terialen werkelijk uniek is voor Ne derland. Vrijwel iedere instantie op aardappelgebied heeft dan ook zijn medewerking verleend. Buiten de aardappelhal staan nu reeds 180 Nederlandse aardappel rassen te groeien om ook in natura te laten zien dat Nederland inderdaad Aardappelland nummer één is. "Ik ken geen enkele koöperatie, waarbij het volume van de omzet zo'n grote invloed heeft op de uiteindelijke prijsvorming. Voor een zo hoog mogelijke uitbetaling aan de boer is het dan ook van doorslaggevend belang, dat de Nederlandse Wolfederatie elk jaar kan beschikken over een redelijk stabiele hoeveelheid aangeboden wol". Dit zegt de heer C.G.A. Mertens, voorzitter van het bestuur van de Nederlandse Wol federatie. Een wat verwarring gevende naam, want officiéél gaat het om de Koöperatieve Nederlandse Wolafzet Vereniging BA, die zich ten doel stelt wol in te nemen van haar leden en deze tot een zo hoog mogelijke waarde te brengen. De wol is voor de boer mooi meegenomen.. Op papier heeft deze koöperatie 38.000 leden, waarvan er zo'n 18.000 aan hun verplichtingen voldoen en dus jaarlijks hun wol leveren. Ook niet-leden leveren overigens wol en gemiddeld neemt de federatie jaar lijks ongeveer een miljoen kg wol in. Veel boeren realiseren zich nauwe lijks dat zij lid zijn van de koöperatie en zijn snel geneigd in te gaan op aanbiedingen van de vrije handel, vooral wanneer de wolmarkt iets aantrekt, zegt direkteur J.B.A. Janus van de Wolfederatie. Hij voegt eraan toe, dat dit een vertekend beeld kan geven, omdat zijn federatie werkt met een voorschotprijs en een nabe taling. De periode van wolinname (begin juni tot eind september) staat voor de deur en zoals gebruikelijk maakt de Wolfederatie nu de voorschotprijs bekend: deze bedraagt 4,60 voor de fijne wol en 4,40 voor de goede wol. Prijzen, die zijn gebaseerd op een rendement van 60% (als van 1 kg wol 600 gram gewassen wol over blijft). Vorig jaar bedroegen deze prijzen respectievelijk 4,40 en 4,20 per kg. Uiteindelijk resteerde een nabetaling van 15%. Volgens Ja 12 nus kwam er hierdoor een totaalprijs uit de bus, die gemiddeld hoger lag dan die van de vrije handel. Vorig jaar heeft de Wolfederatie minder wol ingenomen dan gebrui kelijk. Tijdens de innameperiode kunnen de prijzen op de internatio nale wolmarkt sterk fluktueren. Nieuw-Zeeland is de belangrijkste prijsbepaler en vorig seizoen schoten de wolprijzen omhoog, voornamelijk door de stijgende koers van zowel de Amerikaanse als Nieuwzeelandse dollar. De vrije handel kon hier di- rekt op reageren door hogere prijzen te bieden. Janus: "Die mogelijkheid hebben wij niet. Een stijging in de marktprijs komt later tot uitdrukking in de nabetaling. Het vaststellen van de voorschotprijs is voor de federatie een kwestie van wikken en wegen. Een zeer sterk oplopende wolprijs verwacht de heer Mertens (voorzitter van de Raad van Beheer van de Ra bobank en sinds een paar jaar Wol- federatievoorzitter) dit jaar niet, maar een voorspelling durft eigenlijk niemand te doen. Janus neemt aan, dat de wolinname door de federatie dit jaar groter zal zijn dan vorig jaar. De marktvoor- uitzichten zijn niet rooskleurig waardoor meer schapenhouders voor zekerheid kiezen en aan de fe deratie leveren. Indien de handel in zakt komt zo'n 90% van de leden zijn leveringsverplichting na en bij een stabiele handel ligt dat percentage tussen de 60 en 80. Als, zo legt Mer tens uit, de schapenhouder niet aan de federatie levert, is hij bezig zijn eigen organisatie (waarop hij in slechte tijden blijkt terug te vallen) te ondergraven. Ook de Wolfederatie kent als koö peratie een leveringsplicht. Deze heeft geen betekenis zoals wel meer voorkomt bij de koöperaties, die geen monopolie-positie innemen. De service-verlening aan de schapen houders mag er zijn: de wol kan op het ogenblik op maar liefst 450 plaatsen in ons land worden ingele verd, zodat de Wolfederatie prak tisch bij de boer op de stoep staat. Dat aantal zal overigens de komende jaren wat worden teruggebracht. Ongeveer 15% van de Hollandse wol wordt door de Wolfederatie zelf ver werkt en wordt in loondienst gekon- jj fektioneerd tot werktruien, kousen en sokken, breigarens en gaat voorts naar de dekenindustrie. Vooral de eerste produkten zijn erg in trek bij de gezinnen, die wol leveren en ook de andere bewoners van het platte land beginnen door te krijgen, dat het gaat om een kwalitatief zeer hoogwaardige produkten, die elders niet te koop zijn. Door middel van dertien verkoopwagens en een vier tal winkels brengt de federatie haar produkten aan de man. Volgens Mertens ziet het merendeel van de schapenhouders het belang en het voorstel van de wolfederatie weldegelijk in. "De prijsvorming hangt voornamelijk af van de aan geboden hoeveelheid wol en een goede prijsvorming hebben de boe ren zelf voor een deel in de hand. De Wolfederatie voert een volledig open beleid, dat door alle betrokkenen kontroleerbaar is". Ook het systeem van wolinneming heeft voor de boer voordelen: over het waar, wanneer en de prijs (behalve uiteraard de na betaling) bestaan geen vraagtekens. Dat is wel het geval, wanneer de wolfederatie zou ophouden te bes taan. Op dit moment is daar geen sprake van, want de onderneming staat er, zo zegt direkteur Janus, redelijk ge zond voor. De koöperatie blijft er naar streven om het hele skala akti viteiten met betrekking tot het wol- produkt in handen te krijgen. Dus van wolinneming tot en met de ver koop van het produkt om zodoende voor de boer een zo goed mogelijke prijs te maken. Dat is voor een deel gelukt en zoals gezegd kan de boer daar een grotere bijdrage aan leve ren. De vleeskeuringskosten in de neder- landse kalversektor en die bij de be langrijkste EG-partners lopen zo ver uiteen, dat er voor ons land sprake is van een belangrijke konkurrentie- achterstand. Dit konkludeert het produktschap voor vee en vlees (pvv) aan de hand van een onderzoek waarvoor de nederlandse landbouw- attaché's in verschillende landen het basismateriaal aandroegen. Gezien de gerichtheid van de export van onze kalversektor en de omvang van de produktie ter plekke heeft de neder landse kalversektor met name van doen met die in Frankrijk, West- Duitsland en Italië. De veterinaire keuringskosten in de ze EG-lidstaten lopen, blijkens de pvv-inventarisatie aanmerkelijk uiteen. Bij meer dan 1.000 kalveren per jaar vergen die in Nederland na melijk 5,60 per dier, in West- Duitsland 3,82 per dier, in Frank rijk 3,56 per dier en in Italië 0,75 per dier. Bovendien stelt het pvv-sekretariaat dat de keuringslasten in de neder landse vee- en vleessektor onderling scheefgetrokken zijn. Genoemd wordt de verlaging van het keu ringstarief van geslachte varkens dat, met terugwerkende kracht tot 1 ja nuari 1981 met 1,— per dier naar beneden ging. De beweegredenen daartoe, o.a. de verslechterende kos- tenpositie tegenover buitenlandse bedrijven, zijn zeker ook van toe passing voor de kalverexportslachte- rijen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 12