CDA Kamerleden gekonfronteerd met knelpunten in Zeeuwse Landbouw De Grevelingennota's staan ter diskussie Zeeuwse Landbouw heeft grote bezwaren tegen struktuurschema Natuur- en Landschapsbehoud Tijdens werkbezoek aan Zeeland Beregenen W erktu igencombi naties Besparing Verdroogd Ondergeschikt Zak van Zuid-Beveland Openluchtrekreatie Bezwaren tegen levende export Tijdens een werkbezoek dat de CDA-commissies van landbouw uit de Eerste en Tweede Kamer maandag 10 mei j.l. aan Zeeland hebben gebracht, hebben de 3 Zeeuwse landbouworganisaties de kamerleden een aantal problemen, waaronder enige specifiek Zeeuwse, nadrukke lijk onder de aandacht gebracht. Zo werd bij bezoeken aan Staatsbos beheer en aan een akkerbouw- en veehouderijbedrijf gewezen op de zoetwater problematiek en in de beregening die daarmee nauw samen hangt, op knelpunten in de bedrijfsopvolging en bedrijfsovername en op de noodzaak snel te komen tot een ruilverkaveling op Walcheren. Op het kantoor van Staatsbosbeheer in Zonnemaire werd o.m. uitvoerig gesproken over in de toekomst te verwachten problemen met de drink watervoorziening nu als gevolg van wijzigingen in het oorspronkelijke Deltaplan de Oosterschelde niet zoet wordt. In dit verband werd indringend gewezen op de kwestie zoet/zout bij het Grevelingenmeer dat de funktie van spaarbekken voor zoet water goed zou kunnen en moeten vervul len. Ook bij een bezoek aan het ak kerbouwbedrijf van de heer J.B. Manni aan de Nwe. Noorddijkseweg in Ouwerkerk (Schouwen-Duiveland) kwam de zoetwaterproblematiek aan de orde. De heer Mannie vertelde het geïnte resseerde gezelschap tijdens een korte wandeling langs de akkers dat een door hem op kontrakt geteeld perceek tulpebollen in feite hoog nodig water behoeft. Wanneer op korte termijn geen regen valt, zal de bolzetting onvoldoende zijn met alle schade vandien". Als teler sta je hier machteloos. Enerzijds past deze teelt uitstekend in het werkschema en buit ik de voordelen van het zachter kli maat in het zuidwetsen uit, maar an derzijds is nu de neerslag de spel breker en zou ik moeten kunnen be regenen. Het kunnen beschikken over zoet water is voor ons en met name voor de kleinere bedrijven die gedwongen worden intensievere teelten in het bouwplan op te nemen, van zeer groot belang; hield hij zijn gehoor voor. De kamerleden maakten op dit be drijf ook kennis met een vrij unieke situatie waar het de samenwerking van boeren betreft. Manni's bedrijf maakt namelijk deel uit van samen- werkingscombinatie die bestaat uit 4 akkerbouwbedrijven. Tot deze zgn. "Combinatie Kuyper" behoren de bedrijven van de heren F.C. Dale bout (42 ha) J.L. van den Hamer (18 ha) W.A. Kuyper (19 ha) en J.D. Manni (19 ha.). Daarnaast worden de machines nog verhuurd aan een ander bedrijf van 38 ha. 'Woord voerder Kuyper gaf de kamerleden desgevraagd uitvoerige informatie Op het bedrijf van de heer Manni wordt de CD A-delegatie gekonfronteerd met de nadelen die de boeren hier ondervinden van het niet kunnen beregen. Het tulpenperceel rechts heeft dringend behoefte aan water. Rechts op de foto een onderonsje tussen de heren Braks en Kaland. over het reilen en zeilen van de 100 ha omvattende combinatie die voor namelijk betrekking heeft op het ge zamenlijk eigendom van de diverse machines. De combine maakt (nog) geen deel uit van het gezamenlijk werktuigenpark terwijl ieder bedrijf ook z'n eigen traktoren, grondbe werkingswerktuigen en landbouw- wagens heeft. "In 1952 zijn we al in het klein begonnen, zo vertelde hij, en met de toegenomen mechanisatie is ook de combinatie uitgebreid want de aanschaf van steeds duurdere en grotere machines kon zeker voor de kleinbedrijven op den duur niet meer. De samenwerking loopt naar volle tevredenheid en dat komt, aldus de heer Kuypers, omdat we weten wat we aan elkaar hebben en omdat aan de basis ervan een stuk vertrouwen ligt. We helpen elkaar bovendien waar nodig zonder onderlinge verre kening van de uren. Op een vraag door het Tweede Kamerlid Van der Linden naar de verrekening van de aanschaf van werktuigen antwoord de de van de combinatie deel uitma kende J.L. van de Hamer dat vaste regel is dat dit gebeurt op basis van 2/5 voor Daelebout en de andere drie participanten elk 1/5. De verre kening van de onderhouds- en af schrijvingskosten gaat naar rato van de oppervlakte waarop bij de leden de betreffende machine is ingezet. De heren Braks en van Kaland infor meerderen maar naar de besparing op werktuigkosten in een dergelijke combinatie maar omdat hiernaar nog geen verantwoord onderzoek is ge daan bleef dit vooralsnog in het vage. Overigens verklaarde de heer Mannie dat hij sinds de toetreding tussen de 5000 en 10.000,- per jaar bespaart. De heer Kuyper sneed tenslotte nog het probleem van de bedrijfsopvol ging en de zoetwatervoorziening aan; problemen die nauw met elkaar sa menhangen. "Wanneer ik mijn zoon in het bedrijf op wil nemen (de com binatie bestaat uit betrekkelijk kleine eenmansbedrijven) dan kan dat niet anders of ik moet naar intensievere teelten, willen we tenminste nog een redelijk inkomen hebben" Daartoe heeft hij reeds gekozen voor de varkensfokkerij als neventak ter wijl zijn kollega's het gezocht hebben in de richting van de bloembollen teelt, bloemzadenteelt en witlofteelt. Er wordt ook gedacht aan prei. Het probleem is echter dat deze akker- bouwmatige groentegewassen eigen lijk niet kunnen worden geteeld zonder beregening. Dat hiermee niets teveel was gezegd was de ka merleden al eerder duidelijk gewor den bij een bezoek aan het bedrijf van de heer de Koeijer te Brouwers haven waar men werd gekonfron teerd met een totaal verdroogd per ceel witlof. 's Middags heeft het gezelschap dat bestond uit de tweede kamerleden Braks, Van Noord, van der Linden en van der Sanden en uit de eerste Ka merleden Borgman, de Jong, Hen- drikx en Kaland een bezoek gebracht aan het bedrijf van de heer W. Wou ters in Vrouwenpolder. Bier kwamen naast de knelpunten in de bedrijfsop volging en bedrijfsovername uitvoerig de ruilverkavelingsproblemen op Walcheren aan de orde. J.W. Eén dezer dagen zijn de 4 "Grevelingenrapporten" uitgebracht op basis waarvan de minister van Rijkswaterstaat in de nabije toekomst een beslissing zal moeten nemen over de waterkwaliteit van het Grevelin genmeer: zoet of zout water. De nota's zijn opgesteld door verschil lende werkgroepen onder verantwoordelijkheid van de projektgroep "Grevelingen Zoet/zout" van Rijkswaterstaat, direktie Zeeland. Het door de werkgroep "Landbouw" opgestelde rapport komt tot de kon- klusie dat de keuze voor een zoet bekken voor de landbouw op Schou wen-Duiveland en op een deel van de Kop van Goeree van grote bete kenis is voor de kontinuïteit van veel bedrijven en ook voor de werkge legenheid. De werkgroep "visserij" komt in haar verslag niet met een keuze voor zoet of zout terwijl de overige werkgroepen "Rekreatie" en "Ecologie" hun voorkeur uitspreken voor een zoute Grevelingen. genmeer een vanuit een natuurbe heer aanvaardbare waterkwaliteit te bereiken, de ontwikkeling van een zoet Grevelingenmeer slechts weinig aantrekkelijks voor het natuurbeheer kan opleveren". In het werkstuk van de "Landbouw" wordt uitvoerig en zeer gedetailleerd aangegeven welke de voordelen voor de landbouw kunnen zijn van een zoet meer (hiervan maakten wij reeds eerder melding). Zo zal het minimumeffekt op de inkomens van zoetwatervoorziening voor Schou wen-Duiveland afgerond 3 miljoen gulden bedragen en het maximum- effekt rond 4 miljoen gulden. Behalve het extra inkomenseffekt in de landbouw zelf geeft de mogelijk geworden beregening ook een extra impuls aan de inkomensvorming buiten de landbouw in met name de verwerking van agrarische produk- ten en in de voedingsmiddelen industrie. Globaal, zo stellen de le den van de werkgroep, kan dit extra inkomen gelijk worden gesteld aan het extra inkomen binnen de land bouw zodat het maximaal extra in komen in deze regio kan worden ge raamd op maximaal 5 8 miljoen gulden. Niet mag worden verwacht dat de werkgelegenheid in de land bouw door de zoetwatervoorziening toe zal nemen. Wel is het zo dat de afname van het aantal werknemers en bedrijfshoofden (nu 2% per jaar) wordt tegengegaan, aldus de nota. Ecologie De werkgroep "Ecologie" merkt in haar rapport op dat "wegens de on mogelijkheid om met het beschikba re zoete water in een zoet Grevelin- De landbouw in Zeeland heeft grote bezwaren tegen het struktuur schema Natuur- en Landschapsbehoud. Deze kritiek werd donderdag 6 mei verwoord door de voorzitter van de Gewestelijke Raad voor Zee land van het Landbouwschap, de heer W.J. Sanderse op een hoorzitting van de Raro-kommissie in het "Turfschip" te Breda. Uit de schema spreekt, zo zei de heer Sanderse, een negatieve benadering van de agrarische sektor. De wezenlijke bijdrage die de landbouw levert aan het beheer van het landelijk gebied komt niet tot zijn recht, terwijl de negatieve effekten die voor de landbouw voortvloeien uit een ontoerei kend beheer van natuur en landschap geen aandacht van betekenis krijgen. Hij pleitte er sterk voor meer geld te bestemmen voor een goed beheer in plaats van dit te besteden aan het steeds meer aankopen van gebieden die onvoldoende beheerd kunnen worden. Visserij De werkgroep visserij komt in haar nota tot de konklusie dat de waarde voor onze nationale ekonomie van de visserij in een zoet Grevelingen meer kan worden geraamd op 6Vi miljoen gulden, terwijl er 90 ar beidsplaatsen zouden kunnen wor den gekreëerd. Deze waarden zijn bij een zout Grevelingenmeer respek- tievelijk 22 miljoen en 160 ar beidsplaatsen. Bij een op oesterkui tuur gericht beheer zouden deze cij fers aanzienlijk hoger kunnen zijn, zo menen de samenstellers van deze nota. Rekreatie De werkgroep rekreatie komt per tak van sport tot een soms lichte voor keur voor zoet of zout. Voor de wa tersport bestaat een voorkeur voor een zout meer. Dit geldt eveneens voor de intensieve rekreatie terwijl de balans voor de ijssporten door slaat naar een zoet meer. De verschillende rapporten zijn woensdag 12 mei j.l. in een openbare voorlichtingsmiddag in Brouwersha ven ter diskussie gesteld. Ernstige bezwaren zijn er ook tegen de passages die tot doel hebben rond natuurgebieden onbegrensde over gangszones en randgebieden te kreeëren. In deze gebieden zou de landbouw ondergeschikt moeten worden aan de belangen van natuur en landschap in de aangrenzende gebieden. "Wij willen tegen dit be leid stellig nemen en er voor pleiten dat de agrarische bedrijven in deze gebieden zich normaal kunnen ont wikkelen. Met het beperken van produktiemogelijkheden en het be moeilijken van de produktieomstan- digheden mag, alleen al uit ekono- mische en sociale overwegingen, niet lichtvaardig te werk worden ge gaan," zo zei de voorzitter van de Gewestelijke Raad. Ook de plaats die aan de landbouw wordt toegedacht in de zogenaamde "agrarische kuituurlandschappen" en "grote landschapseenheden" is, zo hield hij de samenstellers van de nota voor, met in overeenstemming met de funktie die de landbouw in deze gebieden inneemt en in behoort te blijven nemen. In afwijking van de Nota Landelijke Gebieden wordt nu ook de Zak van Zuid-Beveland aangemerkt als grote landschapseenheid. De motivering hiervoor is zeer summier en volgens de Gewestelijke Raad.in ieder geval ontoereikend. In het gebied is juist een ruilverkaveling uitgevoerd; het overgrote .deel is normaal agrarisch gebied waarin waardevolle elemen ten slechts op kleine schaal voorko men. De landschappelijk waardevolle dij ken worden al als zodanig be schermd. Eén en ander rechtvaardigt de aanwijzing als grote landschap seenheid in het geheel niet. Ook de Provinciale Staten hebben zich in deze zin uitgesproken. Een laatste punt van kritiek dat San derse m.b.t. dit schema naar voren bracht geldt de beschouwing die ge wijd is aan de Grevelingen. "De ge kozen benadering is strikt eenzijdig en gesteld in zeer subjektieve be woordingen. De belangen van de landbouw liggen duidelijk bij een zoete Grevelingen. Het schema ge tuigt van een vooringenomenheid bij de keuze tussen zoet en zout die door de regering nog gemaakt moet wor den. Wij pleiten voor een meer ob- jektieve benadering van deze proble matiek", zo stelde hij. Positiever staat de landbouw tegen over het struktuurschema Open luchtrekreatie: "Het in dit schema neergelegde terughoudende beleid voor Zeeland spreekt ons aan. In het verleden is men op dit terrein wellicht iets te hard van stapel gelopen. Wij onderschrijven de zienswijze dat voor verblijfsrekreatie in onze pro vincie vooralsnog geen nieuwe ter reinen planologisch behoeven te worden gereserveerd. Overigens is de Raad geen voorstan der van de aanleg van boskomplexen in West Zeeuws-Vlaanderen. "Bos sen horen in het West Zeeuws- Vlaamse landschap niet thuis". De Ierse vleesindustrie (Meat Indus try's Association) heeft de minister van landbouw gevraagd de uitvoer van uitgebeend (rund)vlees sterker te bevorderen dan nu het geval is. Bovendien wil men lagere toeslagen bij de levende uitvoer van runderen tot 500 kg en een algehele afschaffing van de toeslagen bij uitvoer van vrouwelijk rundvee. De Association stelt dat indien de 410.000 stuks legende funderen die vorig jaar uit Ierland werden uitge voerd geleid hebben tot een verlies van 1400 arbeidsplaatsen in de vleesverwerkende industrie, alsmede van nog eens 1100 arbeidsplaatsen in de aanverwante bedrijfstakken (hui den, beendermeel, diervoeding, koe ling etc.). De totale produktiewaarde is door de levende uitvoer met £65 miljoen verminderd, aldus de Association. In 1981 had 75% van de totale le vende uitvoer uit de Gemeenschap betrekking op Ierse runderen. 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 8