Wat mag grond kosten? Luteijn"Beleid richten op consolidatie" Wanneer is gelegenheidsarbeid verzekeringsplichtige arbeid? De financiering van het bedrijfsleven Risiko werkgever bij onvoldoende loonopgave Plantenresten van koolgewassen voor de bloei vernietigen! Piet heeft met veel belangstelling het artikel over de vrije waarde wanhoopsprijs van Willem en zijn vrouw Nele gelezen. Piet weet dat een voorlichter geen beleid maakt en geen invloed kan uitoefenen op de beheersing van de vrije grondmarkt. Ik hoop dat Willem en Nele dat begrijpen. Wel denkt de voorlichter wel eens; wat wordt er veel gepraat, geschreven, vergaderd over grond en wat komt er weinig van uit. Maar tochrjPiet en Siene vonden dat ze nu zelf maar eens moesten reke nen wat ze konden betalen als er grond te koop kwam. Want hadden ze van de voorlichter gehoord: De prijs van de grond was de laatste 2 jaar gemiddeld gedaald met 5.000,— per ha in ons werkgebied. Ze wilden weten wanneer koop voor hun aantrekkelijk was. Ze gingen als volgt te werk: De opbrengsten op hun bedrijf waren gemiddeld over de laatste 5 jaar 5.000 per ha De toegerekende kosten bedroegen nu afgerond per ha kunstmest 500 zaaizaad 500 bestrijdingsmiddelen 500 loonwerk 400 1.900 per ha Er resteerde aan opbrengst - toege rekende kosten, een saldo van 3.100 per ha Waarvan als niet toegerekende kos ten nog af moesten polderlasten 130 brandstof smeer olie p/h 100 onderhoud werktuigen 100 onderhoud drainage 10 groenbemesting 2/5 x 175 70 bespuiting Round Up of TCA 20 430 per ha Er resteert een winst zonder grond rente van 2.670 per ha Piet vond dat de kosten van afschrij ving en verzekering werktuigen, de algemene kosten, de kosten van de gebouwen en van de arbeid niet ve randerden. stel nu eens dat hij 5 ha kon kopen dan vermeerderde zijn winst met 5 ha x 2.670 13.350. Dat vond Siene niet zo weinig, maar Piet zei: "Nu begint het pas". We kunnen betalen bij een rente van 10% 13.350 10) x 100 133.500 5 ha 26.700 per ha. "Dat dacht je" zei Siene. Nu kwam de EVAV-kursus van pas. Je moet betalen aan: notariskosten kadastraal recht 1.670 hypotheekkosten kadastraal recht 1.400 afsluitkosten hypotheek 1% 1.400 overdrachtsbelasting 6% 8.000 (is in sommige gevallen vrij) 12.470 12.470 5 ha 2.494 per ha afgerond 2.500. Wordt niet op arbeidsovereenkomst gewerkt, dan moet - eveneens geval per geval - worden nagegaan of a. persoonlijk arbeid is verricht; b. op doorgaans tenminste twee da gen per week; c. tegen een beloning, die tenminste 2/5 deel bedraagt van het voor de betreffende persoon geldende wettelijk minimumloon. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan bestaat er vanaf het begin van de arbeidsverhouding verzekeringsplicht en premieplicht. Uitzondering Op deze onder 2 genoemde regel is slechts één uitzondering mogelijk. Voorzover er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst en werkgever en werknemer vooraf voor het begin van de werkzaamheden) af spreken, dat de arbeidsverhouding korter dan 23 werkdagen zal duren en deze arbeidsverhouding ook fei telijk korter dan 23 werkdagen duurt, dan is er geen sprake van verzeke ringsplicht en premieplicht voor deze arbeidsverhouding. N.B. Is een dergelijke afspraak vooraf niet gemaakt en wordt vol daan aan de onder 2 genoemde voorwaarden, dan bestaat er vanaf het begin verzekeringsplicht. Om te voorkomen, dat steeds aan eensluitend arbeidsverhoudingen worden overeengekomen, welke korter dan 23 werkdagen zullen du ren, is bepaald, dat ingeval binnen een kalendermaand na het einde van de laatste arbeidsverhouding een nieuwe wordt aangegaan, deze nieu we arbeidsverhouding vanaf de aan vang verzekeringsplicht tot gevolg, heeft, indien het aantal gewerkte da gen van beide arbeidsverhoudingen samen 23 of meer werkdagen be draagt. Is daarentegen meer dan een kalendermaand na het einde van de laatste arbeidsverhouding verstreken dan kan weer een arbeidsverhouding als bedoeld onder 3 worden afge sproken. Voor het beoordelen van verzeke ringsplicht en premieplicht bij gele genheidsarbeid zijn de volgende, door de werkgever te verstrekken, gege vens nodig: naam en geboortedatum; eventueel gemaakte afspraken over de arbeidsverhouding; begin en einde arbeidsverhouding(en); aantal GEWERKTE dagen; het over die dagen betaalde loon. De werkgever is bij het indienen van de verzamelloonstaat gehouden deze gegevens te verstrekken, opdat beoordeeld kan worden of er al dan niet sprake is geweest van verzeke- ringsplichtige arbeid. Blijft een werkgever echter nalatig, dan is het risiko van de onvoldoende loonopgave voor zijn rekening (zie constante jurisprudentie van de CRvB). Ik kan dus maximaal betalen 26.700 - 2.500 24.200 per ha. Indien er vrijstelling is van over drachtsbelasting dan kan ik 1.600 per ha meer betalen. "Die 12.470 kun je fiskaal toch afschrijven, dat is toch voordelig voor de belasting" zei Siene. "Nu moet je ophouden" zei Piet, "want we zijn nu zuiver ekono- misch bezig". Voor ons bedrijf is een prijs van 24.200, het maximum dat ik kan betalen, dan is er geen winst of verlies, met andere woorden, we hebben er niets aan. Ze hebben nog een poos nagepraat en zijn met de volgende vragen blij ven zitten: Wordt er niet veel grond gekocht tegen een prijs die ver ligt boven de waarde die de grond als pro- duktiefaktor heeft? Wordt daardoor de winstgevend heid van het bedrijf niet ver laagd? Het is toch in feite de toename van de winst (exklusief de grond rente) over de toegevoegde op pervlakte en de rentevoet die be- bepaald wat voor de grond betaald kan worden? Iedereen zou toch een begroting op moeten maken voor zijn si tuatie voor hij grond koopt? Als iedereen verstandig was dan zakte de prijs van de grond zon der overheidsingrepen enorm "Maar als je nu geen geld hoeft te lenen" zei Siene, "dan heb je een enorme voorsprong". "Ja maar dan moet je rekenen wat voor rente je kunt maken op de bank" zei Piet. "En de belasting die je daarvan moet be talen, moet je toch zeker aftrekken bij de berekening", zei Siene. Toen Siene al lang sliep zei Piet: "We hebben nog vergeten de aflos sing te rekenen 7.000,— dus je verteerbaar inkomen J. Markusse Bij zijn openingswoord van de open bare bestuursvergadering van het Landbouwschap 12 mei j.l. heeft voorzitter ir. D. Luteijn enige alge mene beschouwingen gehouden. Sprekend over de ekonomische ma laise en de toenemende werkloosheid vroeg hij zich o.m. af hoe het gewen ste proces naar moderne gezinsbe drijven moet worden begeleid: "Hij zei van mening te zijn dat welis waar het wettelijke kader waarbinnen de zelfstandige ondernemingen kun nen beslissen aangepast en zeker ook -verduidelijkt dient te worden, maar dat geen politici of ambtenaren op de stoel van de zelfstandige ondernemer moeten worden gezet. Het lijkt er somtijds op, dat er zich toch al meer dan voldoende ambtenaren met de ontwikkeling op de bedrijven be moeien." Het voorgaande betekent wel dat we blijvend de grootst mogelijke waarde moeten hechten aan wat ik de "harde kern" van het landbouwbeleid zou willen noemen: onderwijs, voorlich ting, onderzoek, kultuurtechnische verbeteringen, kwaliteitsbeleid. Ik heb nogal wat zorg dat men zich in overheidskringen onvoldoende reali seert; dat aantasting van deze kern van het Nederlandse landbouwbeleid zoveel betekent als het slachten van de kip met de gouden eieren. En het licht staat op rood, want met het slachten is op dit moment al een aanvang gemaakt. Ik ben dan ook van mening, dat de georganiseerde land bouw elke verdere medewerking aan bezuinigingen op dit gebied moet weigeren. Eén van de belangrijkste gevolgen van beperkte groeimogelijkheden Bij gelegenheidsarbeid moet worden onderzocht of dit verzekerings plichtige arbeid is. Dit betekent, dat geval per geval moet worden bekeken op al of niet aanwezig zijn van een arbeidsovereenkomst. Zo er sprake is van een arbeidsovereenkomst dan bestaat er vanaf het begin van die arbeidsovereenkomst verzekeringsplicht en derhalve ook pre mieplicht. Een arbeidsovereenkomst is aanwezig, indien op grond van de omstan digheden/feiten tot een gezagsverhouding moet worden gekonklu- deerd. Wordt bijv. op vaste en afgesproken tijden gewerkt, dan is vlg. jurisprudentie een gezagsverhouding aanwezig. Is een werknemer ech ter vrij om te komen en te gaan, dan zal geen gezagsverhouding aan wezig zijn. Ik heb het U in deze rubriek al eens mogen voorrekenen. De banken hebben in de afgelopen jaren grote bedragen moeten stoppen in de V.A.R.: het fonds voorziening algemene risiko's, ook wel stroppenre- serve genaamd. In dit fonds worden de verliezen waarmee de banken te maken krijgen gebracht. En dat de verliezen bij de banken niet gering zijn blijkt uit de grote bedragen die in het fonds worden gestort. Waarmee dan ook gelijk duidelijk wordt dat de banken bij het ver strekken van nieuwe kredieten aan het bedrijfsleven voorzichtiger gaan worden. De vraag die dan opkomt is waar het bedrijfsleven dan elders terecht kan voor haar financiering. Het antwoord is vrij snel te geven: bijna nergens anders. Het bedrijfsleven waar ik aan denk wordt ook wel omschreven als het midden- en kleinbedrijf. Deze sektor heeft geen rechtstreekse toegang tot de instellingen op de kapitaalmarkt die geld ter belegging aanbieden. De belangrijkste groepen hiervan zijn de (sociale) Fondsen en Spaarbanken, ook wel de institutionele beleggers genaamd. Deze beleggers hebben zich de laatste jaren bijna geheel ge richt op de veilige en risikoloze be legging, waardoor het bedrijfsleven met vragen naar risiko-dragend ka pitaal niet worden geholpen. Tekorten Een bijkomend effekt is ook geweest dat onze overheid in de achterlig gende jaren enorme kapitalen nodig had en nog heeft ter financiering van haar tekorten. Daarbij heeft zij staatsobligaties aangeboden tegen bijzonder gunstige voorwaarden en tegen een rentevoet die veelal boven de aktuele marktrente uitkwam. Dit heeft de institutionele beleggers nog meer weggetrokken van de belegging in meer risiko-dragende sektoren. Overigens is er nog wel voldoende aanbod op de kapitaalmarkt. Maar dan zal wel de overheid een stap te rug moeten doen en zich niet als een grote slokop gedragen. In de periode oktober 1980 - oktober 1981 heeft zij op de kapitaalmarkt voor ongeveer 53% van het aanbod beslag gelegd. In 1979, was dit nog maar 25%. In het jaarverslag van de Amrobank staat: Het geld voor een reaktivering van de bedrijfsinvesteringen is er wel maar de aanwending ervan in die richting dient nog te worden georga niseerd. De risiko's bij de onderne mingsfinanciering zijn groot gewor den wat mede een gevolg is van het feit dat het stootkussen van de sol vabiliteit, het eigen vermogensaan deel, in de totale bedrijfsfinanciering zo dun is geworden. Toch zal het nodig zijn dat het bank wezen de taak blijft volbrengen om het midden- en kleinbedrijf van de nodige financieringsmiddelen te voorzien. Want alleen mët nieuwe investeringen, veel energie en onder- nemerslust zal het mogelijk zijn de stilstaande wagen weer aan het rollen te krijgen. Veerbeek voor de totale agrarische produktie is volgens Luteijn, dat voor de produ centeninkomens de prijsvorming der produkten nog belangrijker wordt. Ontstane verschillen tussen kosten en opbrengstprijzen zullen immers minder door vergroting van met name de arbeidsproduktiviteit overbrugd kunnen worden. Een evenwichtige verdeling van de beperkte groei- ruimte over de onderscheiden sekto ren wordt dan van groot belang. Ook bij een evenwichtig prijsbeleid zullen de verhogingen van de land bouwprijzen dichter tegen de kosten stijging aan moeten liggen dan afge lopen jaren het geval was. Anders moet voor een verdere uitholling van de weerstand der agrarische bedrijven worden gevreesd. De vraag is natuurlijk door wie ho gere prijzen voor agrarische produk ten moeten worden betaald. Door de konsument of door de belastingbeta ler. Ik ben van mening dat de belan gen van de Nederlandse agrarische sektor er uiteindelijk alleen mee ge diend zijn, indien de konsument zo veel mogelijk de reële kostprijs voor zijn agrarische produkten betaalt. En een reële kostprijs dient volgens mij gebaseerd te zijn op de kosten van het gemoderniseerde gezinsbedrijf. Het is niet reëel om een zodanige prijs vorming te verlangen, dat letterlijk elk bedrijf ervan kan bestaan. Maar het is aan de andere kant ook onjuist een prijsvorming na te streven die al leen via zeer grote produktie-eenhe- den, die wij in West-Europa maat schappelijk niet gewenst achten, be reikt kan worden. Blijft tenslotte de knellende vraag hoe tegelijkertijd redelijke prijzen voor de producent gerealiseerd kun nen worden, zonder dat dit tot een meerproduktie leidt waarvoor geen reële afzet is te vinden. Me dunkt dat allen, die daarbij elke diskussie over produktiedoelstellingen willen tegen houden, meer en meer met achter hoedgevechten bezig zijn. De vraag of er in Europees verband met produk tiedoelstellingen gewerkt moet wor den is niet meer aan de orde; het gaat om de konkrete invulling en uitwer king van het beleid gericht op die doelstellingen. Bij die invulling is na tuurlijk onze Nederlandse positie als grootexporteur in de EG en de wereld van groot belang. Dat zal een zorg vuldig handelen vergen, waarbij we er doorlopend voor moeten waken niet in geïsoleerde posities terecht te ko men. Maar er speelt toch ook dat de ge weldige uitbreiding van onze Neder landse agrarische produktie en vooral onze export op onvoldoende wijze is terug te vinden in de inkomensont wikkeling van boeren en tuinders. En dat in de toekomst de te maken prijs en rentabiliteit voor de producent wel eens belangrijker zou kunnen worden dan een verdere groei van het volume. Een beleid dat zich meer richt op consolidatie van de verworven positie dan op een doorgaande expansie, die bij onze buitenlandse kollega's steeds meer tegenkrachten op zal roepen, verdient dan ook zeker een serieuze benadering. In verband met de mogelijkheid van het in bloei komen van over jarige plantenresten van koolge wassen, wordt gewaarschuwd tegen het ernstige verbasterings gevaar dat deze in gebieden met sluitkool- en bloemkoolzaadteelt kunnen opleveren. Ieder die dergelijke plantenresten op zijn land heeft staan is ver plicht deze vóór de bloei te vernie tigen. Informatie kan worden ingewon nen bij de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Groente- en Bloemzaden (N.A.K.G.), Postbus 27, 2370 AA te Roelofarendsveen. 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 3