"Verbondenheid met de natuur doet zoeken naar alternatieve methoden voor land- en tuinbouw" Stroomsnelheid van bloed en vernauwing van vaten nu rechtstreeks meetbaar Prof. drs. J.D. van Mansvelt in inaugurele rede: Vrijgemaakt van hemel en aarde Richting Verbondenheid met de natuur Naast meting van sapstroomsnelheid in planten Stress bij planten Hartslag "De vraag naar alternatieve agrarische methoden is geen anonieme, abstrakte of vrijblijvende vraag, maar een dringende konkrete vraag van mensen, agrariërs en konsumenten. Het is een vraag van individuele mensen die zich niet willen neerleggen bij het veelal als onvermijdelijk beleefde karakter van de gangbaar geworden landbouw. Een vraag van mensen die het niet over hun hart kunnen of willen verkrijgen, dat bodem, plant en dier konsequent en tot het uiterste doorgevoerd, be naderd worden alsof zij niet meer waren dan bio-industriële produktie- eenheden". Zo begon prof. drs. J.D. van Mansvelt op 6 mei zijn rede bij gelegenheid van zijn officiële ambtsaanvaarding als bijzonder hoogleraar in de alternatieve methoden van land- en tuinbouw aan de Landbouwhoge school in Wageningen. Volgens Van Mansvelt hebben wij als moderne westerse mensen ons "zover van hemel en aarde vrijge maakt, dat we onszelf volledig ver antwoordelijk kunnen en moeten achten", maar nü ook "ontdekken we de grenzen van de groei, van de rationalisering, van het incasserings vermogen van de aarde". En we be merken "dat die grenzen tegelijk de grenzen van ons eigen belang zijn, omdat we zonder levende natuur natuurlijkerwijze zelf niet meer in leven kunnen blijven". Daarmee wilde Van Mansvelt aan- 1 geven dat de roep om alternatieve methoden in land- en tuinbouw ge zien moet worden in samenhang met het zoeken naar alternatieven op an dere terreinen die sterk door de we tenschap zijn bepaald. De ernst van de problemen op al die gebieden, waaronder de landbouw, zou ons Drs. J.D. van Mansvelt aanleiding moeten geven om het wetenschappelijk bezigzijn weer als een hoogstpersoonlijke geweten saangelegenheid op te vatten. Van Mansvelt ging daar uitvoerig op in. Van Mansvelt: "De landbouwers en de konsumenten, de gezondheid van mens en ekos vragen de wetenschap om een waardevolle hulp, niet om een zogenaamde waardevrije die tot mensonwaardige gevolgen leidt om dat ze - zij 't ook onbewust - geen recht blijkt te doen aan de eigen aard en eigen waarde van het onderzochte objekt". In alle gevallen gaan alternatieve landbouwmethoden uit van een meer of minder fundamentele heroriëntatie op de wetmatigheden van de levende natuur. Eén van die wetmatigheden, namelijk dat het leven eerst een groeifase en daarna een rijpingsfase kent, gebruikte Van Mansvelt in zijn rede om aan te geven in welke rich ting hij met zijn medewerkers aan de Landbouwhogeschool wil werken. Als we de gangbare landbouw bezien vanuit het bewustzijn van de totali teit van deze twee levensfasen, dan valt ons op dat de groeifase sterk overgewaardeerd wordt ten koste van de rijpingsfase, aldus Van Mansvelt. Op het eerste gezicht is dat niet onlogisch: hoe meer groei des temeer massa, hoe meer massa des te meer geld en hoe meer geld des te ekonomischer, menen we in het al gemeen, want "groei moet" van de ekonomie. Van Mansvelt: "Dat houdt in dat zowel in de kwaliteit van de be drijfsvoering als in de kwaliteit van ons voedsel de kwaliteit van de rij pingsfase ontbreekt". In de groeifase worden in het gewas relatief hoge gehalten gevonden aan water, nitraat, vrije aminozuren, ei- witfrakties en ook relatief veel mo- nosacchariden. Relatief laag zijn de gehalten aan stabiele reserve-eiwit ten, polysaccharides drogestof, geur-, smaak- en kleurstoffen en plantaardige oliën. Bij de overgang van de plant naar de rijpingsfase, slaat de balans om naar de andere kant. Wordt er nu vergelijkend kwaliteits onderzoek gedaan aan gewassen die volgens gangbare of volgens alterna tieve regimes zijn geteeld, dan blij ken de gangbare gewassen in het al gemeen aan de onrijpe, de alterna tieve gewassen meer aan de rijpe kant van de balans ingedeeld te moeten worden. Qua houdbaarheid blijken de rijpere, alternatief geteel de produkten in veel gevallen langer onaangetast houdbaar dan de gartg- bare. Kijken we naar de weidebouw dan zien we ook daar de nadruk op groei, die zich zowel uit in de minimale di versiteit van de graslandsamenstel ling, als in de maai- en beweidings regimes, de stalvoedering van jong gras en het inkuilen in plaats van hooiwinning: alles draait om de wa terrijke, groeizame ruw-eiwitfraktie, die snel opneembaar en tot melk te verwerken is. Zowel de voeding van het melkvee als die van het mestvee neigt naar die van de jongste dieren, die nog geen eigen voer kunnen ver werken. Wanneer we op die manier ergens in 't agrarisch bedrijf beginnen het evenwicht tussen groei- en rijpings fase naar de kant van de groei te verschuiven, dan heeft dat in alle andere onderdelen van het bedrijf z'n konsequenties. Van Mansvelt noemde bijvoorbeeld een daling van de vruchtbaarheid bij eerste be vruchting van meer dan 100% sinds de jaren '50, een toename van 70% aan gebreken van het beenwerk en een toename van ca. 250% aan mas- titisgevallen per koe. De voeding van kalveren, varkens en kippen wilde Van Mansvelt nog bui ten beschouwing laten. "Wel kan de manier waarop we ze als slachtvee houden erop wijzen dat we ze eigen lijk het liefst nog "in utero" hadden laten blijven: in het donker, dicht opeen, 'bewegingsarm, bij een kon stante temperatuur en hoge vochtig heid, in een kiemvrije omgeving, bij een kontinu hoog en hoogwaardig voedselaanbod". De konklusie van Van Mansvelt: wat in de ene ontwikkelingsfase hoogste noodzaak is, is in de volgende fataal voor het leven. In de gezonde ontwikkeling zoals we die aan mens en dier, aan plant en bodem etc., kunnen aflezen, heeft de groeifase alle recht van bestaan: hij is absoluut onontbeerlijk. Maar zo onontbeerlijk als hij in de jeugdfase is, zo schadelijk is zijn werking als hij niet afgelost wordt door de groei- remming, die voorwaarde is voor de bloei, en opgevolgd wordt door de verwelking die op zijn beurt weer essentieel is voor de vrucht- en zaad- rij ping. Van Mansvelt: "Voor alle ontwikke lingen, waar je ook maar naar wilt kijken, ook die op wetenschappelijk, kultureel, sociaal en ekonomisch ge bied, op macro-, meso- en micro-ge bied, geldt deze wetmatigheid van levensprocessen. Het spreekt dan ook vanzelf dat de vereenzijdiging van de land- en tuinbouw direkt sa menhangt met overeenkomstige ve- reenzijdigingen in de hele rest van de maatschappij. En dat alternatieven in het ene gebied niet zinvol gedacht kunnen worden zonder overeen komstige alternatieven in alle daar mee samenhangende facetten van de maatschappij". En verder: "Gemeenschappelijk in alle alternatieve land- en tuinbouw- methoden leeft, meer of minder ex pliciet, de hier met grove lijnen aan geduide bio-ecologische notie, dat een eenzijdige, groeigerichte land bouw persé ongezond moet zijn. Meer of minder bewust wordt daar beleefd dat de nacht een gezonde aanvulling is op de dag, de herfst een gezonde aanvulling op het voorjaar. En vanuit die, veelal vóórweten- schappelijke notie, die een verbon denheid met en bewondering voor de natuur impliceert, worden alterna tieve maatregelen gezocht, gevon den, toegepast en verder ontwik keld". Voor Van Mansvelt en de zijnen zal dat werk bestaan uit "het verzamelen, ordenen en mee-ontwikkelen van land- en tuinbouwmethoden, die recht doen aan de volledige ontwik kelingscycli van bodem en gewas, vee en bedrijf, mens en samenleving". Het is mogelijk gebleken om in levende planten de snelheid van de sapstroom en de dikte van de transportvaten te meten zonder ze te beschadigen of zelfs aan te ra ken. De methode berust op een nieuwe toepassing van kernspin resonantie, een techniek die be rust op een kombinatie van een magneetveld en radiogolven. Met deze methode, die door de vak groep moleculaire fysica van de Landbouwhogeschool is ontwik keld, kan ook de bloedstrooms nelheid in de aderen en vaatver- nauwing direkt gemeten worden. Volgens drs. H. van As, een me dewerker van deze vakgroep die op dit onderwerp op 31 maart promoveert, kan deze meetmet hode in de medische diagnostiek in diverse situaties toegepast worden. Als men een magneetje in een magnetisch veld brengt, zal het zich op een bepaalde manier richten (zoals bijvoorbeeld een kompasnaald). De Wageningse onderzoekers hebben nu gebruik gemaakt van het feit dat atoom kernen van watermoleculen in levend weefsel zich gedragen als kleine magneetjes. Als men bij voorbeeld een plant in een mag neetveld brengt zullen de atoom kernen van het water in de plant zich richten in het magneetveld. Met behulp van radiogolven kan men de "magneetjes" van de wa termoleculen omdraaien. De hiermee gepaard gaande ver zwakking van de radiogolven kan men meten. Zo kan men in le vende wezens "kijken" zonder ze te openen; magneetvelden en ra diogolven werken door levend weefsel heen maar richten geen beschadiging aan. In zijn proefschrift beschrijft Van As kernspinresonantie-onder zoek aan planten. Met behulp van kernspinresonantie bepaalde hij de stroomsnelheid van het water in de komkommerstengel; deze is verrassend hoog; onge veer 100 meter per uur. Ook heeft Van As de doorsnede bepaald van de vaten waardoor het water in deze stengel stroomt. Door ge lijktijdig de stroomsnelheid en het watergehalte van het plante- weefsel te meten, kon hij vast stellen in hoeverre een pl^nt on- De proefpersoon (links) houdt de vinger in het magneetveld. Rechts op het scherm registreert promovendus drs. H. v. As de stroomsnelheid van het bloed in de vinger alsmede de vaatdikte. der stress staat door watergebrek, met andere woorden of een plant "dorst" heeft. Deze onderzoeksmethode heeft veel toepassingsmogelijkheden, zoals bij installaties die het vochtgehalte regelen in een kas of bij irrigatiesystemen aan de hand van de dorst van "gidsplanten". Ook wordt de kernspinresonan tie-techniek toegepast bij ver schillende komkommerrassen om snel inzicht te verkrijgen in de ef- fekten van omgevingsfaktoren op het watertransport. Op deze ma nier kan men goede rassen selek- teren in verband met energiebe sparing in de kasteelt. Dit wordt onderzocht in een samenwer- kingsprojekt van de Landbouw hogeschool in het Instituut voor de Veredeling van Tuinbouwge- wassen. Verder laat Van As zien dat de methode ook toepasbaar is bij mensen. De proefpersonen hoef den niet anders te doen dan hun vinger in een magneetveld te houden. Veranderingen in de stroomsnelheid van het bloed in verband met de hartslag zijn dui delijk zichtbaar. Ook de opname van zuurstof in het bloed en de vernauwing van bloedvaten kan men met deze methode goed vaststellen. Van As heeft dit ge meten bij proefpersonen die wer den onderzocht voor en na tien diepe kniebuigingen of het inha leren van sigaretterook. De me- disch-diagnostische toepassingen van deze methode zijn legio. Volgens Van As kan een eenvou dig bedienbare kernspinresonan tiemeter van ongeveer 60.000 gulden in ziekenhuizen en medi sche laboratoria goede diensten verrichten. Een fabrikant van medische apparatuur ontwikkelt momenteel in samenwerking met de vakgroep molekulaire fysica een dergelijk apparaat. 25

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 25