Demonstratie aanleg vloeibetonvoor verhardingen
De aardappelrug
Aardappelexport in
april
Verwerking aardappelen
Konsulentschap voor
de akkerbouw en de
rundveehouderij te Goes
Tegenwoordig worden er hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van de
verharding in en rond de landbouwbedrijfsgebouwen.
Verder is er op veel bedrijven behoefte aan een goede opslag voor
suikerbieten. De verharding moet berekend zijn op aslasten van 10 12
ton. Voor de aanleg van verhardingen wordt veel gebruik gemaakt van
ter plaatse gestort beton. Regelmatig worden er met betonverhardingen
teleurstellende ervaringen opgedaan, enerzijds door een ondeskundige
uitvoering en anderzijds omdat men de eisen te laag heeft gesteld.
Een goede verdichting van de betonspecie is belangrijk
Fouten die in de praktijk gemaakt
worden zijn:
- Een te lage betonkwaliteit door
een hoog watergehalte in de spe
cie of een onvoldoende verdich
ting bij een lager watergehalte.
- Een te geringe konstruktiedikte
van de verharding voor het zware
verkeer dat tegenwoordig op de
verharding wordt toegelaten. De
dikte van de verharding dient te
worden bepaald door het gewicht
en het aantal voertuigen dat op de
verharding komt en door de
draagkracht van de ondergrond.
- Een onvoldoende nabehandeling
van het verse betonoppervlak.
Voorkomen moet worden dat het
vocht aan de toplaag wordt ont
trokken. Direkt na aanleg dient
het verse oppervlak te worden
voorzien van een afdichting bij
voorbeeld afspuiten met een pa-
raffine-emulsie of afdekken met
een plastikfolie.
Behalve fouten bij de aanleg wordt
er vaak onvoldoende aandacht ge
schonken aan de ontwatering van de
verharding. Verweking van de on
dergrond heeft tot gevolg dat de
draagkracht hiervan vermindert en
dat er dan eerder schade aan de ver
harding kan optreden.
Vooral het eerdergenoemde hoge
watergehalte van de specie heeft een
zeer nadelige invloed op de sterkte
en de slijtvastheid van de betonver-
harding. De reden dat er toch veel
water aan de specie wordt toege
voegd is dat water goedkoop is en dat
dunne specie gemakkelijk te verwer
ken is.
Vloeibeton
Tengevolge van nieuwe betontech-
nologische ontwikkelingen is het
thans mogelijk een betonspecie toe te
passen met laag watergehalte en die
toch gemakkelijk is te verwerken en
die nauwelijks behoeft te worden
verdicht. En dit alles tegen geringe
meerkosten van de specie (ca. 10%).
Er zijn namelijk hulpstoffen, zoge
naamde superplastificeerders of
vloeimiddelen ontwikkeld die in de
truckmixer worden toegevoegd kort
voordat de specie wordt gestort. Be
doelde hulpstof maakt de zeer "stij
ve" betonspecie met een laag water
gehalte tijdelijk, bijvoorbeeld gedu
rende 30 k 45 minuten, zeer vloei
baar en kan daardoor gemakkelijk
worden verwerkt.
De specie waaraan de superplastifi-
ceerder of vloeimiddel is toegevoegd
noemt men vaak vloeibeton.
Wapening
Bij vergelijkende proeven die in de
praktijk zijn genomen is gebleken
dat met vloeibeton een aanzienlijk
betere kwaliteit verharding wordt
verkregen dan met normale specie
zonder vloeimiddel. Bij de toepas
sing van vloeibeton en uitvoering in
handwerk kan een kwaliteit worden
bereikt die even hoog is als bij een
betonverharding aangelegd met be
hulp van een wegenbouwmachine
bijvoorbeeld betonkwaliteit B 37.5.
Zoals misschien bekend is wordt bij
machinaal aangelegde betonwegen
meestal geen wapening toegepast.
Wordt vloeibeton toegepast voor
verhardingen dan kan ook bij uit
voering in handwerk de wapening in
het algemeen achterwege blijven,
hetgeen een besparing betekent!
Op afstanden van max. 4 meter die
nen wel krimpvoegen te worden aan
gebracht. Het toepassen van vloeibe
ton moet in overleg gebeuren met de
betonmortelfabrikant. Deze nieuwe
methode van betonverwerking zal op
donderdag 3 juni a.s. van 9.00 tot
15.00 uur worden gedemonstreerd op
het bedrijf van de heer A. Visser,
Nieuwl. Binnendijk 11 te Oostdijk op
Zuid-Beveland.
Rond de bedrijfsgebouwen zal een
oppervlakte van 1400 m2 worden
verhard met vloeibeton ter dikte van
16 cm en waarbij geen wapening zal
worden toegepast. De demonstratie
wordt georganiseerd door:
- Het Konsulentschap voor de Ak
kerbouw en de Rundveehouderij
te Goes.
- De Federatie van Verenigingen
voor Bedrijfsvoorlichting voor
Zeeland.
- De Stichting ter Bevordering van
het Landbouwkundig Onderzoek
in Zeeuws-Vlaanderen.
- De Vereniging voor Bedrijfs
voorlichting Oost Zuid-Beveland.
- Het Instituut voor Mechanisatie,
Arbeid en Gebouwen (IMAG) te
Wageningen.
- De Afdeling Voorlichting van de
Nederlandse Cementindustrie te
's Hertogenbosch.
- De Vereniging van Betonmortel-
fabrikanten in Nederland
(V.B.N.) te Leidschendam.
- De Suikerindustrie.
De werkzaamheden worden uitge
voerd door de Zeeuwse Bouw en
Wegenbouw Mij B.V. te Goes.
Tijdens de demonstratie is er een in
formatiestand waar U alle gewenste
inlichtingen kunt krijgen over de
aanleg van betonverhardingen zoals
erfverharding, bietenopslagplaatsen,
kuilvoeropslag, kavelwegen etc.
ing. J.A. Gels - I.M.A.G. Wageningen
J.H. van Nieuwenhuizen - C.A.R.
Goes
KORTE WENKEN
C.A.R.- Zevenbergen
AKKERBOUW
WANNEER U DE STIKSTOF
voor /consumptie-aardappelen in
twee keer geeft en de eerste gift pas
vlak voor het poten uitgevoerd
hebt, doet u er goed aan met de
tweede gift te wachten tot het tijd
stip van knolzetting. Dit zal
begin juni zijn, wanneer de aard
appelen 15 a 20 cm hoog zijn. Op
lichte grond kan hierdoor het
groeiseizoen van het gewas ver
lengd worden.
DE TEELT VAN knolselderij is
niet eenvoudig. Nauwkeurig plan
ten is erg belangrijk. Het hartje
van de plant moet net boven de
grond blijven. Te diep geplant,
geeft een trage start en kost kilo's!
VOCHT SPEELT EEN belang
rijke rol bij knolselderij. De ver
leiding is vaak erg groot vlak voor
het planten de grond nog eens te
bewerken om het aanwezige on
kruid op te ruimen. Meestal ver
liest de grond dan zoveel vocht dat
dit ten koste gaat van de aanslag.
Een onkruidbestrijding met Gra-
moxone of Reglone is beter.
KNOLSELDERIJ IS gevoelig
voor een te dichte stand. Een te
dunne stand kan het hol-groeien
echter sterk bevorderen. Monarch is
het meest gevoelig voor holgroei-
en. Bij dit ras kunt U 50.000
planten per ha aanhouden. Voor
Roem van Zwijndrecht en Tropa kunt
U met 45.000planten volstaan.
DE ACHTSTE UITGAVE van
de opbrengsten van graszaad is uit.
In deze samenvatting staan de ge
middelde opbrengsten van Engels
raaigras, beemdlangbloem, rood-
zwenk, veldbeemdgras en hard-
zwenk. Bekijk en vergelijk de op
brengsten met uw ras.
Volgens het Produktschap voor
Aardappelen is in de maand april
127.000 töft konsumptie- en indqs-
trieaardappelen uitgevoerd. Hier
door is de totale export van oogst
1981 op 1.068.000 ton gekomen.
Van de vorige oogsten is tot 1 mei
uitgevoerd:
oogst 1980 892.000 ton
oogst 1979 698.000 ton
oogst 1978 661.000 ton
oogst 1977 558.000 ton
In de kalenderweek van 26 april t/m
1 mei 1982 is 28.500 ton konsumptie-
en industrieaardappelen uitgevoerd.
De invoer in april bedroeg 10.000
ton, waarvan 4.000 ton primeurs.
Het Produktschap voor Aardappelen
maakt bekend dat in de maand
maart 86.000 ton aardappelen is ver
werkt tot pommes frites, puree, chips
en andere konsumptieprodukten.
De verwerking is hiermee in het le
kwartaal 1982 op 243.000 ton geko
men, tegenover 209.000 ton in 1981
en 191.000 ton in 1980.
De export en import van aardappel-
konsumptieprodukten komen in
maart, omgerekend tot verse aard
appelen, overeen met resp. 56.000
ton en 7.400 ton. Voor het le kwar
taal gelden de volgende aantallen:
export 163.400 ton en import 13.500
ton.
In het 4e kwartaal 1981 kwam de
uitvoer overeen met 156.800 ton
aardappelen en de invoer overeen
met 15.200 ton aardappelen.
Bij het maken van het pootbed was de grond (veel) te nat en de voor het maken
van de rug opgebrachte grond bestaat hier nu grotendeels uit gemene kluiten.
De produktie van een gezond gewas
is evenredig met de verdamping. In
verdichte grond kunnen de wortels
van het aardappelgewas vrijwel niet
doordringen en dit geldt ook ten
aanzien van de verdichtingen en de
kluiten in de aardappelrug. Wat dit
laatste betreft, steekt een goede rug
gunstig af tegen een kluiterige rug,
die de beworteling van het gewas
beperkt houdt.
Wanneer door beperking van het
wortelstelsel c.q. de bodemontslui
ting 20% minder water aan het aard
appelgewas kan worden toegevoegd,
dan is de opbrengst ook 20% lager.
Uitgaande van goede ruggen, mag
men stellen dat in grote ruggen de
voorraad bodemvocht en die van
andere voedingsstoffen groter zijn
dan in kleinere ruggen. Bovendien is
er in een grotere rug naar verhouding
meer ruimte voor de ontwikkeling
van het wortelstelsel. In dit licht be
zien, is het niet zo verwonderlijk dat
bij een recent onderzoek in Zuid-
Holland naar voren is gekomen <|at
ruggen met een grote dwarsdoorsne
de gunstig zijn voor het verkrijgen
van hoge aardappelopbrengsten.
Bovendien kan hier nog worden op
gemerkt dat aardappelen een minder
diepgaand wortelstelsel vormen dan
granen en bieten.
Het meten en het tevens van binnen
bekijken van de ruggen en daarbij
het gewas volgen met de ogen ver
groten het inzicht van de aardappel
teler.
Ir. J. Haenen en A. Peeters C.A.R.
Zevenbergen.
Profielmeter voor het meten van de uitwendige vorm en grootte van de rug.
Een goed pootbed bestaat uit een gelijkmatig diepe, kluitvrije en losse boven
laag van 6 9 cm.
Midden onder in de rug is een gedeelte van het pootbed zichtbaar; met grond
van het overige gedeelte van het pootbed is deze fraaie rug gemaakt.
11