a&m Landbouwschap wil effektiever bestrijding muskusrat Landbouwschap: Financiering landbouwonderzoek is overheidstaak Maandelijks gesprek minister-landbouwschap Vertraging en verlaging Kursusonderwijs Bakterievuur Prijsonderhandeling Innovatie Verlaging invoerrecht Japan I Het Landbouwschap vindt dat het nu eindelijk eens duidelijk moet worden hoe de muskusrat beter kan worden bestreden. Een ambtelijke overleggroep is al ruim een jaar bezig om uit te zoeken hoe de bestrij ding beter kan worden georganiseerd en wie dat moet betalen. Ondanks een recente uitbreiding van het aantal vangers nemen de problemen toe: de muskusratten verspreiden zich steeds verder door het land en ook de schade die ze veroorzaken wordt voortdurend groter. Het dagelijks bestuur van het Land bouwschap heeft maandagavond in het maandelijks gesprek met minis ter De Koning van Landbouw en Visserij opnieuw bezorgdheid uit gesproken over de weinig effektieve bestrijding van de muskusrat. Voor zitter ir. David Luteijn noemde het "ten hemel schreiend" dat er jaren gepraat moet worden over een pro bleem dat voortdurend groter wordt. Verantwoordelijk voor de bestrijding van de muskusrat is in de eerste plaats het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In het verleden is er echter onvoldoende geld beschik baar gesteld om het probleem echt op te lossen. Minister De Koning zei dat ook hij snel helderheid wil over de vraag hoe de bestrijding beter kan worden georganiseerd. Het ziet er volgens hem naar uit dat de overleggroep zal adviseren om de verantwoordelijk heid voor de bestrijding bij de provin cies te leggen. De provincies zelf zijn het hierover echter onderling nog niet eens. Ook op de vraag hoe de bestrij ding moet worden gefinancierd is nog geen antwoord gegeven. Het Landbouwschap heeft bij mi nister De Koning gepleit voor enkele verbeteringen in de nieuwe opzet voor het agrarische kursusonderwijs zoals dat op 1 augustus a.s. van start zal gaan. Het Landbouwschap vindt dat er ondermeer een beter even wicht moet komen tussen kursussen die aansluiten bij respektievelijk het lager- en het middelbaar agrarisch onderwijs. Er is met name behoefte aan meer kursussen gericht op het verbeteren van het agrarische on dernemerschap. Minister De Koning bleek hier begrip voor te hebben. De gewenste verbeteringen zullen echter geen budgettaire konsequenties mo gen hebben. De minister heeft aan geboden om voor de koördinatie van het kursuswerk in de provincie funktionarissen van de Provinciale direkties voor de bedrijfsontwikke ling in te schakelen. Het Landbouw schap heeft om een betere koördina tie gevraagd, waarbij over de statio nering van de koördinatoren nog nader moet worden overlegd. Afges proken is dat de Direktie Land bouwonderwijs van het ministerie en de Onderwijskommissie van het Landbouwschap een en ander verder zullen uitwerken. Het Landbouwschap en het ministe rie zullen ook een nader gesprek hebben over de bestrijding van bak terievuur. Voorzitter Luteijn maakte duidelijk dat het plan van de Plan- tenziektenkundige Dienst om zoge naamde beveiligde gebieden aan te wijzen het Landbouwschap niet ver genoeg gaat. Hij wees daarnaast op het feit dat gemeenten en provincies nog altijd doorgaan met het aan planten van bomen en struiken die gevoelig zijn voor bakterievuur. Het Landbouwschap heeft dan ook be zwaar tegen de wens van de overheid om het bedrijfsleven voor de helft in de bestrijdingskosten te laten mee betalen. Minister De Koning onderstreepte van zijn kant dat de bestrijding op het huidige niveau niet kan worden voortgezet. "We zullen een keus moeten maken tussen een minder in tensieve bestrijding óf een andere fi nancieringsregeling", zei hij. In het gesprek tussen Landbouw schap en minister is de stand van za ken bij de Europese prijsonderhan- delingen uitvoerig aan de orde ge komen. De bewindsman zei dat de belangrijkste problemen die nog moeten worden opgelost betrekking hebben op de kwestie van de Britse bijdrage en de eis van de Fransen inzake bescherming van de wijn markt. Er dreigt volgens hem een "troosteloze impasse" als deze zaken niet worden weggewerkt. Het is de bedoeling dat de Europese landbouwministers op 20 april op nieuw bijeenkomen. Volgens minister De Koning is er echter een kans dat deze vergadering wordt uitgesteld omdat de ministers van buitenlandse zaken van de E.G.-landen pas op 26 april verder praten over de Britse bij drage. De financiering van het landbouw kundig onderzoek behoort in princi pe een zaak van de overheid te blij ven. Het zou onjuist zijn het land bouwbedrijfsleven meer te laten meebetalen. Dit zijn de belangrijkste konklusies die het Landbouwschap trekt in een beleidsnota over het landbouwkundig onderzoek in ons land. De voorzitter van de Kommissie Landbouwonderzoek van het Land bouwschap, ir. H.E. Clevering, be toogde* op 7 april in de openbare bestuursvergadering dat het land bouwbedrijfsleven onder druk van de ekonomische omstandigheden in sterkere mate bij de financiering zou kunnen worden betrokken. Hij noemde dit zojuist, omdat het land bouwkundig onderzoek een alge meen maatschappelijk belang dient. Behalve voor de boeren en tuinders is het onderzoek ook van belang voor de export, de werkgelegenheid en de kwaliteit van het voedsel. Medefi nanciering door het bedrijfsleven wijst het Landbouwschap niet af, mits dat gebeurt op dezelfde wijze als tot nu toe. Het Landbouwschap geeft daarbij de voorkeur aan een pro- jektmatige benadering. Het Landbouwschap beschouwt het landbouwkundig onderzoek als een wezenlijk element voor vernieuwing. De kleinschaligheid van de land- en tuinbouwbedrijven leent zich niet voor "eigen" onderzoeksaktiviteiten. Daarom zijn externe voorzieningen noodzakelijk. Behalve de instituten zijn hierbij de proefstations erg be langrijk, omdat van daaruit de kop peling naar de praktijk plaatsvindt met behulp van de landbouwvoor lichting. Landbouwonderzoek, landbouwon derwijs en landbouwvoorlichting vormen gezamenlijk de hoekstenen van het Nederlandse landbouwbe leid. Naar de mening van het Land bouwschap zullen bij het fundamen teel onderzoek in de komende jaren vooral aksenten moeten worden ge legd op het gebied van biotechnolo gie en genetische manipulatie. De onderzoekinstituten zullen daarbij meer dan tot nu toe moeten samen werken met universiteiten, dienst verlenende- en onderzoekinstellin gen in binnen- en buitenland. Be langrijk acht het Landbouwschap dat het onderzoek "produktiege- richt" blijft en bijdraagt aan verster king van de konkurrentiepositie. De plannen die er zijn om meer aan dacht te schenken aan onderzoek voor de agrarische industrie wijst het Landbouwschap niet af, maar ze mogen niet ten koste gaan van het onderzoek gericht op produktie en teelt. Extra aandacht voor agro-in- dustrieël onderzoek zal mede gefi nancierd moeten worden met de middelen die beschikbaar zijn voor het industriebeleid. Ook vanuit het bestuur werd na drukkelijk onderschreven dat het landbouwonderzoek zo dicht moge- hjk bij de praktijk moet blijven. Ir. A.J. Latijnhouwers (KNBTB) on Aprilvergadering Landbouw-Komite De vertraagde besluitvorming ron dom de nieuwe EG-landbouwprijzen en de ombuigingen die het nationale landbouwbeleid mee zal moeten ma ken. Dat waren de twee voornaamste onderwerpen die ter sprake kwamen in de hoofdbestuursvergadering van het Koninklijk Nederlands Land- bouw-Komité op 6 april j.l. Landbouwprijsbeleid 1982/83 Het hoofdbestuur moest met grote teleurstelling kennis nemen van de vertraging die vanwege meer alge mene politieke faktoren in de be sluitvorming ten aanzien van de nieuwe landbouwprijzen is opgetre den. Zulks vooral ten nadele van de veehouderijsektoren. In de vergadering werden in het bij zonder enkele punten besproken die ook na het kompromis-voorstel van de Kommissie nog zijn blijven bes taan. Wat de vermindering van de geld politieke grenskompensatie (d.w.z. de "aftrek" op de prijsverhoging in Nederland) betreft werd betreurd dat een vermindering wordt beoogd ten opzichte van de Duitse die onze konkurrentiepositie wat verslechtert. In de melksector is helaas nog steeds een verlaging van de melkheffing voor een eerste hoeveelheid per be drijf in discussie; het hoofdbestuur wil dit gevaarlijke en onoverzienbare pad niet op. Ook de garantiedrem pels, zowel bij granen als bij melk, vindt het hoofdbestuur nog altijd principieel onaanvaardbaar. Met betrekking tot de granen neemt het hoofdbestuur dat een goed marktbe heer van meer belang is dan een verruiming van de garantiedrempel bij grotere graansubstitutenimpor- ten; groot bezwaar blijft bestaan tegen het steeds achterlaten van de Nederlandse boktarwe in de prijs verhoging. Nationaal landbouwbeleid Het hoofdbestuur besprak de ver moedelijke "ombuigingen" die ook wat de landbouwbegroting van dit en volgend jaar betreft wel aan de orde zullen komen. En dde prioriteiten die in dit opzicht zouden moeten worden gekozen. Het hoofdbestuur legde er de nadruk op dat essentiële overheidstaken zowel bij bedrijf sontwikkeling en voorlichting als bij cultuurtechnische werken zullen moeten blijven verricht. Met name ten aanzien van de voorlichting van wege overheid en organisaties zal de behoefte bij de voortgaande techni sche en economische ontwikkeling uitgangspunt moeten blijven; een vermindering van de menskracht zal hier moeten worden voorkomen. Evenzeer zal in de cultuurtechnische sector verbetering van de agrarische produktie-omstandigheden voor gang moeten hebben, noodzakelijke voorwaarde voor het behoud van de concurrentiekracht voor de Neder landse land- en tuinbouw. Uit een onderhoud Landbouwschap - staatssecretaris heeft het hoofdbes tuur afgeleid dat enige belastingver lichting bij bedrijfsovername en kleinschalige investeringen niet on mogelijk is; het hoofdbestuur on derstreepte echter wel de noodzaak van behoud en verruiming van de zelfstandigenaftrek. Overige aangelegenheden Een groot aantal andere zaken pas seerde nog de revue. Hiervan noe men we als eerste het aardgasprijs- beleid voor de glastuinbouw, waar omtrent juist het gerucht omtrent een Brussels besluit tot vergadering doordrong, wat op een prijsaanpas sing nabij het eerder spelende com promis zou neerkomen. Een overle vingsplan voor de glastuinbouw kwam ter sprake, zeker nodig als de GBK zou stoppen, in plaats van dat zwemvest zal een reddingsboot no dig zijn. De financiering zou los van die van het sectorbeleid moeten staan; overheid, banken en bedrijfs leven zouden dat samen kunnen doen. Problemen van twee verschillende ziekten kwamen ter tafel: de aard appelmoeheid en haar gewenste bestrijding en het mond- en klauw zeer, welke laatste op de varkens- markt grote zorg geeft. Het hoofd bestuur bevestigde nog eens dat toetsingscriteria in het kader van de prijsbeheersing van landbouwgron den van hem niet hoeven; eerst moet trouwens de mogelijke extra toetsing bij pachtovername de wereld uit. Deze maand (april) zal Japan de in voerrechten op vlees en vleeswaren verlagen. Zo zal het invoerrecht op varkens vlees verlaagd worden van 8,8% tot 6,9%, dat op rundvlees van 21,3% tot 18,8% welke verlaging ook geldt voor vleeswaren. derstreepte daarbij ook de rol van de vaktechnische organisaties en de studieklubs. Hij benadrukte dat het onderzoek zo moet worden opgezet dat ook de kleine bedrijven er van kunnen profiteren. De heer F.W. Blokland (CBTB) wees op het gevaar dat verschuivingen en bezuinigingen op het onderzoekprogramma's tot spanningen binnen de verschillende sektoren zullen leiden. Hij pleitte in dit verband voor goede overlegpro cedures. De heer J. Nieuwenhuise (Voedingsbond FNV) zette een vraagteken bij het effekt van ver nieuwingen op de werkgelegenheid. Verder wees hij op het gevaar van monopolievorming bij de veredeling van zaaizaad. Essentiële zaken als gemeentecentra zullen niet beheerd mogen worden door enkele grote multinationale bedrijven. In een reaktie hierop zei de heer Clevering dat er om die reden plannen zijn het ITAL in Wageningen uit te bouwen tot een centrum voor geavanceerd onderzoek, waarbij zo mogelijk ook het bedrijfsleven zal worden betrok ken. De heer B. van Dam (Voedingsbond CNV) legde er de nadruk op dat in de beleidsnota meer aandacht moet worden besteed aan de mensen die in de praktijk met de resultaten van het onderzoek moeten omgaan. In het verlengde hiervan pleitte hij voor een onderzoek naar de mogelijkheden die er zijn om de resultaten van het landbouwonderzoek via het land bouwonderwijs zo snel mogelijk door te geven. Dat maatschappelijke veranderin gen voor de fiscus niet direct een re den zijn om hierop in te spelen, leer de ons onlangs een uitspraak van de Hoge Raad. Het betrof een echtpaar, waarvan man en vrouw beiden in dienstbetrekking werkzaam waren. Bij de geboorte van hun eerste kind gaf de moeder haar dienstbetrekking niet op. Voor de oppas en verzorging van het kind werd een oplossing ge vonden door het aantrekken van een kinderverzorgster. De kosten van de kinderverzorgster wenste de moeder aangemerkt te zien als aftrekbare kosten nodig om haar dienstbetrek king te kunnen vervullen. De In specteur ging hiermee niet accoord en de zaak kwam voor het Hof. Het Hof stelde dat de verantwoordelijk heid voor de verzorging van het kind een persoonlijke aangelegenheid is die man en vrouw beiden aangaat, evenals de wijze waarop het pro bleem van de verzorging wordt op gelost. Verder signaleerde het Hof dat een werkend echtpaar, wel voor hogere kosten zullen staan in hun persoonlijk leven, dan een gehuwde man, wiens vrouw uitsluitend arbeid in het huishouden verricht en wiens inkomen gelijk is aan het totale in komen van een werkend echtpaar. Dit als gevolg van het belasting hef fen over de arbeidsinkomsten van man en vrouw afzonderlijk. De extra kosten voor het werkend echtpaar worden door de minder te betalen inkomstenbelasting gecompenseerd. Ook de uitspraak van het Hof be vredigde het echtpaar niet en men ging in beroep bij de Hoge Raad. Deze constateerde dat het Hof te recht de uitgaven voor kinderverzor ging niet als aftrekbare kosten voor het kunnen uitoefenen van een dienstbetrekking heeft aanvaard. Ook meer dan 20 jaar geleden werd een dergelijke procedure voor de Hoge Raad verloren. Er is dus in dit opzicht niets veranderd. MJ.Robijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 3