VOO It ml Vit Oil W Ontwikkelingen, kansen en mogelijkheden voor het agrarisch gezin Maatschappelijke vorming op de MAS Brusselse prjjzen en Haagse Bluf NAJK-Congres "Niet meer maar beter" Studiedag agrarische commissie Zeeland, in de Haestinghe" Sint Maartensdijk Kompas 85 Wat wordt verwacht van een ondernemer PJGN-nieuws onder redaktie \an de Redakliekommissie Bond 4 I \an Plattelandsvrouwen voor Zeeland en Bra- r bant Redaktieadres: Mevr. I.J. de Regt-van Maldegem. Anna Mariaweg I. 4494 PB Geersdijk. Mevr. Dieleman, voorzitster van de agrarische commissie Zeeland opende deze bijeenkomst. Ze was blij zoveel dames te mogen begroeten. Ook waren de sprekers voor het ochtendprogramma al aanwezig nl. de heren ir. Sanders en ing. Markusse. Ook voor hen een hartelijk welkom. De studiedag wordt jaarlijks gehouden als sluit-1 stuk van de cursussen. Deze cursussen worden goed bezocht, zelfs nu er deze winter een cursus werd gegeven die helemaal de practische kant van het bedrijf betrof. Door de agr. comm. is een brief aan de minister gezonden. De prijzen zijn te laag in verhouding van het stijgen van de kosten en dat brengt spanning in de gezinnen. Daarna kwam ir. Sanders aan het woord. De ontwikkeling in de Zeeuwse landbouw is aangegeven in de struc tuur nota "Kompas '85" Een blik vooruit van nu tot 1985. Landbouw is voor Nederland een belangrijke bron van inkomsten en werkgelegenheid. Ondanks de zorgelijke economische situatie bedroeg de agrarische export in 1981 ±40 miljard gulden, dat is 12 miljard hoger dan van het aard gas. Landbouw mogen we wel de kip met de gouden eieren noemen, maar we moeten wel oppassen dat die kip niet geslacht wordt. De Zeeuwse boer is hoofzakelijk ak kerbouwer, al zijn er natuurlijk ook melkvee- en gemengde bedrijven. Ook fruitteelt en tuinbouw mogen met ere genoemd worden. Op 21% van de bedrijven wordt landbouw als nevenbedrijf uitgeoefend. Ook zijn kleiner dan 30 ha. Verbetering van externe produc tieomstandigheden is van grote be tekenis voor alle bedrijfstypen. In tensieve veehouderij en varkensmes- terij, geven goede kansen evenals vollegronds groenteteelten. Door het gunstige klimaat is Zeeland geschikt voor extra vroege teelten. Mechani satie samenwerking en goede af spraken met loonwerkers is noodza kelijk. Op het gebied van financie ring is deskundige hulp nodig. Fi- nanci Financiering Financieren is maatwerk. Milieu, streek en bestem mingsplannen vragen de aandacht van de boer. Gewasstudiegroepen zijn van groot belang. Onderlinge vergelijking is een goede zaak. Tot zover ir. Sanders, die hoopt dat "Kompas 1985" een goede koers zal uitzetten om het boerengezin een goede toekomst te verzekeren. Hierna kwam in. Markusse aan het woord. Uit een enquete die enige jaren ge leden onder scholieren van middel bare landbouwscholen werd gehou den, bleek dat veel jongeren nog graag boer zouden willen worden. Als reden gaven ze op: buitenwer ken, afwisselend werk, zelfstandig en eigen baas zijn. Het boer zijn zou aldus de enquete nog aantrekkelijker zijn als de sociale voorzieningen be ter geregeld waren en er wat meer vrije tijd overbleef. Een wezenlijk deel van die zelfstandigheid is dat je zelfstandig kunt beslissn, als leve rancier, als afnemer, als kredietver krijger. Hoe beleeft een boer zijn ar beidsvreugd? Geniet hij van het ge was, het vee, fruit, of rekent hij alleen maar wat het opbrengt? Natuurlijk moet een bedrijf lonend zijn, maar gelukkig zijn er veel boeren, vee houders en fruittelers, die trots zijn op hun bedrijf, en hopen dat het zo mag blijven. Wat wordt verwacht van een ondernemer? Heel wat! Hij moet zijn: Ondernemer, bedrijfsleider, admi nistrateur, handelsman, organisator, financier, risicodrager. Volgens de heer Markusse kan niet ieder hier aan voldoen. Logisch dat het ook wel eens mis gaat. Dat is in andere beroepen ook zo. Wat is een gezinsbedrijf? Wat is de taak van de vrouw? Inbreng van ar beid? Meer in de veehouderij en fruitteelt, minder in de akkerbouw. Samenwerking in het gezin geeft veel minder spanningen. Als een vrouw betrokken is bij het werk van haai man zal ze er veel meer achter staan. Vroeger werd de vrouw veel meer buiten het bedrijf gehouden. Ode buiten de boekhouding. Door min der arbeidskrachten zal er vlugger een beroep op de vrouw worden ge daan en dat kan alleen maar ten goede zijn. Iets waar je bij betrokken bent, sta je achter, anders gaat het niet, of het nu meehelpen is of de boekhouding doen. DAt is bij ieder anders. Ook proberen op z'n tijd wat vrij te hebben voor sportbeoefening of vacantie. Bedrijfsverzorging kan daarbij een helpende hand bieden. Markusse pleitte voor het lidmaat schap van de bedrijfsverzoring. Dat kan veel oplossen in tijden van ziekte of vacantie. Ieder heeft recht op vrije tijd, dus ook het boerengezin. Ook het vervullen van een bestuursfunc tie wordt moeilij. Toch zal ook dit veel voldoening kunnen geven. Je te verdiepen, samen met anderen, in problemen die veelal met je beroep te maken hebben is een goede zaak. Een bedrijf is een middel, geen doel. De centrale plaats moet worden in genomen door de boer, tuinder en veehouder met hun gezin, als mens in de samenleving. Een enquete die gehouden werd gaf de volgende uitkomst: Bedrijfsgrootte: 6 bedrijven van 15 ha. 16 bedrijven van 15-30 ha 83 bedrijven boven 30 ha. Bedrijfstype: 81 akkerbouw 3 melkveehouderij 13 gemengd akkerbouwbedrijf 10 fruitteelt 2 varkens 1 kippen 1 schapen hoofdberoep landbouw 93 hoofdberoep landbouw en nevenbe roep buiten landbouw 2 hoofdberoep buiten landbouw met landbouw als nevenberoep 1 Wordt met de echtgenote overleg gepleegd over belangrijke investe ringen? 93 ja 9 nee Zijn investeringen in de huishouding ondergeschikt aan het bedrijf? 63 ja 37 nee Bent u zo betrokken bij het bedrijf, dat u zich als kapitein of stuurman beschouwt? 14 ja 83 nee Houdt u de financiële administratie bij? 38 ja 64 nee Acht u het gezinsbedrijf een goede ondernemingsvorm omdat het zo flexibel is? 69 ja 23 nee Vindt u de overname tegen pacht waarde ten opzichte van andere kin deren verantwoord? 69 ja 23 nee Na een welverzorgde lunch kwam de heer I Hage, dijkgraaf van het waterschap Tholen en Sint Philips- land aan de beurt. De heer Hage hield een pleidooi voor zoetwatervoorziening. Door een tekort aan water kunnen grote oogstdepressies te zien zijn. Soms wel van 20 tot 40% De enige manier is beregenen. Overal in Nederland wordt bere gend, behalve in Zeeland. Het zout gehalte is veel te hoog nl. 1500 - 12000 mgr. Chl/1. Beregenen is al leen mogelijk bij een Chl. gehalte van 300 - 1000 mgr./l. Na sluiting van de Philipsdam en Oesterdam is zoet water beschikbaar uit het Zoommeer,. Maar wat gaat dit kosten en wat zijn de baten? Nieuwe waterlopen aanleggen, be staande leidingen.verleggen, duikers aanpassen, stuwen plaatsen, onder- bemaling; alles bij elkaar geen ge ringe zaak. Er wordt grote zorg besteed om ver menging van zout en zoet water te voorkomen bij de Philipsdam. Daar worden kosten noch moeite voor gespaard. Daarom heeft de heer Ha ge ook goede moed dat dit alles in de toekomst verwezenlijkt zal worden. Hij besluit met: "Wij vertrouwen hierop en dan gaan wij een goede toekomst tegemoet voor Tholen en Sint Philipsland". Daarna reden we naar de Philips dam. Een gigantisch werk. Eerst een film en toen naar de werken. Het was het slot van een prachtige dag. C.A. Groenewege-Blok. verbeterd. Agrariërs kunnen de vrij komende tijd gebruiken voor vakan tie of het volgen van cursussen. Bij het versterken van de nationale economie wordt veel te eenzijdig naar de industrie gekeken. Voor be houd van arbeidsplaatsen in de in dustrie besteedt de overheid miljar den. De Nederlandse goederenuit- voer bestaat voor ca. 24% uit agrari sche produkten (40 miljard in 1981) en voor ca. 56% uit industrieproduk- ten. In het kader van de versterking van onze economie moet een even redig deel van middelen worden uit getrokken voor de agrarische sektor. Dit waren enkele standpunten die werden ingenomen tijdens het NAJK-congres op 1 april te Amers foort. Vertegenwoordigingen van agrarische jongeren sloten op dit congres hiermee de diskussie af die het afgelopen seizoen in het hele land in alle provincies zijn gevoerd. Gediskussieerd is over de inkomens, de sociale positie, het vakmanschap, de kwaliteit en het landbouwbeleid. Een uitgebreid verslag van het NAJK-congres staat één dezer dagen in "BINDER" het vakblad voor het agrarisch jongeren werk. Uit de P J.Z. agenda 16 april: PJ.Z. Walcheren. Drop ping. Vertrek om 20.00 uur bij 't Wieltje, Domburgseweg 75, te Oost- Kapelle. 17 april: .PJ.Z. - Fynaert: Bowling avond. Vertrek om 19.00 uur vanaf de Voorstraat te Fijnaart. 20 april: Hoofdbestuursvergadering PJ.Z. in "de Blauwe Hond" te Bergen op Zoom. Aanvang 19.45 uur precies. 23 april: PJ.Z. Tholen/St. Philips- land, Algemene ledenvergadering in de Gouden Leeuw te Scherpenisse. 25 april: PJ.Z. West-Zeeuws Vlaan deren Volleybaltraining in de Sport hal te Schoondijke van 15.00 - 16.30 uur. Het nijvere Utrechtse universitair onderzoekings-duo Henk Wesseling - Dick van Zyderveld heeft een nieuw rapportje het licht doen zien: maatschappelijke vorming in het middelbaar agrarisch onderwijs. Het is een studie in het kader van het projekt Vorming Agrarische Jonge ren. Beide heren hebben hun onder zoek naar de maatschappelijke vor ming beperkt tot de middelbaar agrarische scholen. Op die scholen hielden zij een enquête onder de do centen maatschappijleer. Dick vindt het jammer dat het lager agrarisch onderwijs niet in hun studie is be trokken. Zijn de onderzoekers er soms vanuit gegaan dat ze op de la gere land- en tuinbouwscholen toch niets doen aan maatschappelijke vorming? Verder vraag ik mij af, of maat schappelijke vorming beperkt blijft tot alleen het vak maatschappijleer - het vak dat onderzocht is -. Het ligt in elk geval zeer voor de hand dat bij het vak economie de E.G. en het landbouwbeleid ter sprake komen, om maar wat te noemen. Daarover kom ik nu niets te weten. Niettemin blijft er genoeg over in het onderzoek om knap verontrust te zijn. In het vak maatschappijleer blijkt veel nadruk te liggen op kennis van de staatsinrichting. Het vak wordt door de leerlingen niet voor vol aangezien. Het hangt er een beetje bij. Een '4' halen voor maat schappijleer (als dat tenminste ooit voor komt) is niet zo erg als voor pakweg scheikunde. Ondanks de naam 'maatschappij leer' kom je over die maatschappij niet veel meer te weten dan dat wetsontwerpen een lange weg moe ten afleggen voordat ze tot wet wor den. Ik overdrijf natuurlijk en scheer alle docenten over een kam, dat is niet eerlijk. Maar niettemin blijft de meerderheid van de docenten die de vragenlijst hebben ingevuld, weinig aandacht besteden aan wereldpro blemen zoals arm-rijk en oorlog en vrede. Verder is er betrekkelijk weinig aan dacht voor de E.G. en de landbouw politiek. Maar, zoals ik al hierboven schreef: dat soort zaken hoort ook thuis bij economie. Rotonde wordt door de docenten maar weinig ge bruikt. Dat wisten we natuurlijk zelf ook en daarom hebben we kortgele den alle agrarische scholen, zowel de lagere als de middelbare scholen, Rotonde nog eens toegestuurd. Daarna kwamen er wel wat aanvra gen binnen, maar om nou te spreken van een overweldigende belangstel ling' voor ons blad, nee eigenlijk niet. Kennelijk spreekt Rotonde in on- derwijs-kringen niet zo aan. We we ten niet of de leraren Rotonde niet goed genoeg vinden of dat het aan de onderwerpen ligt. De onderzoekers vinden dat het NAJK een meer systematisch contact met de agrarische scholen zou moe ten opbouwen. Dit lijkt mij een zeer goede zaak, gezien het onderzoek. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Er zijn te weinig mensen voor. Het NAJK heeft daarom voorrang gege ven aan het agrarisch vervolgonder wijs. Daar richtten we ons het eerst op. In het bijzonder proberen we voor elkaar te krijgen van dat de toegangsdeur voor de leerlingen van de lageren land- en tuinbouwscholen tot het middelbaar agrarisch vervol gonderwijs geopend wordt via zgn. "opstapcursussen". Dat kost ons al moeite genoeg, en het zal de komen de jaren wel niet gemakkelijker wor den nu ook het bezuinigingsspook in het cursusonderwijs gaat rondwaren. Gerrit Walstra. De werkelijke prijsontwikkeling van landbouwproduktie is in ons land, gemeten in keiharde guldens, de af gelopen 8 jaren met 14% gedaald. Een daling in tegenstelling tot Italië waar die jaren wel een stijging is ge weest van 3%. Het blijkt dus dat de gemeenschap pelijke landbouwprijzen door aller lei oorzaken o.a. inflaties, revaluatie m.c.b's en andere politieke besluiten behoorlijk verschillen. Zolang een verdere Europese samenwerking stagneert, zal dat toch wel zo blijven met alle (on)voorspelbare gevolgen voor de Nederlandse landbouw. Wat wel vaststaat is dat door deze feiten het nationale beleid erg be langrijk is. Door het kleinschalige, maar intensieve karakter van de landbouw zal de overheid nu maar eens ruim baan moeten maken om via onderzoek, onderwijs, voorlich ting en andere wettelijke en finan ciële maatregelen de landbouw méér te steunen. Er zijn nog veel bedrijven waar het inkomen veel te laag is om als rede lijke beloning gezien te worden voor de ingezette arbeid, kapitaal en vak manschap. Voor veel jongeren kan dat nieuwe beleid een stimulans zijn om in deze sektor te gaan werken. Veel jonge plattelanders zijn nog steeds erg gemotiveerd om aan de slag te gaan, als zij daartoe de kans krijgen. De huidige werkloosheid zou toch een stimulans moeten zijn, om zulke zaken aan te pakken. De kreativiteit van politici en andere beleidsmakers is echter niet bepaald bewonderenswaardig en komt vaak niet verder dan vage plannen en boze kreten. In ieder geval moet er op alle nivo's in de landbouw harder gek nokt worden om meer gedaan te krijgen; want de muren zijn kenne lijk nogal dik in Den Haag. Gerard Esselink. Bij "Niet meer maar beter" gaat het volgens het NAJK in de eerste plaats om een beter inkomen om zodoende de werk- en leefomstandigheden in de landbouw te verbeteren. In het banenplan zou 10 dagen gratis be- drijfsverzorging voor elke agrarisch bedrijf beschikbaar moeten komen. Hiermee worden bijna 5000 arbeids plaatsen geschapen en wordt de so ciale positie van agrarische gezinnen 22

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 26