Pachtareaal blijft dalen
COPA ingenomen met
standpunt
Landbouwkommissie t.o.v.
medeverantwoordelijkheid
zuidelijke landbouw maatschappij
Modem standweiden voldoet
Vleesproducenten.
Tenslotte
z. .m
VRIJDAG 26 MAART 1982
68e JAARGANG NO. 3625
land- en
tuinbouwblad
Over enkele weken is het weer zover dat het melkvee in het grasland wordt ingeschaard. Verschillende melkveehouders
zullen zich afvragen welk beweidingssysteem ze toe zullen gaan passen. Eén van de mogelijkheden die de laatste jaren
steeds meer binnen het gezichtsveld is gekomen is het modern standweiden. Een systeem waarbij het rundvee tijdens het
groeiseizoen niet meer wordt verschaard. Over het algemeen zijn met deze wijze van inscharing goede resultaten bereikt.
In de Oostelijke Langstraat heeft het modern standweiden bijvoorbeeld zeer goed voldaan: rustige koeien en tevreden
melkveehouders.
Als landbouworganisatie heb je natuurlijk veel te maken
met het grondgebruik in het algemeen en de pacht in het
bijzonder. Ik denk dat de grond en wat daarmee te maken
heeft wel het meest besproken en beschreven onderwerp
is in langbouwkringen. Eén van de hete hangijzers is
momenteel de wijziging van de pachtwet. Eén van de
meest in het oog springende wijzigingen daarbij is wel de
mogelijkheid om de pacht bij het bereiken van de 65-
jarige leeftijd van de pachter te beëindigen. In zijn alge
meenheid kan gesteld worden dat in landbouwkringen
met deze wijziging wel kan worden ingestemd temeer
daar in ruil voor deze beperking de overdracht van de
pacht aan de bedrijfsopvolger soepeler wordt. In een
aantal bijzondere gevallen dienen er overigens wel uit
zonderingen mogelijk te zijn. Met deze wijziging van de
pachtwet wordt tevens beoogd het instituut pacht over
eind te houden: het areaal verpachte grond is namelijk
schrikbarend afgenomen en dat is voor de landbouw als
geheel een bijzonder slechte zaak. We hebben voor ons
werkgebied de cijfers nog eens opgevraagd (zie elders in
dit blad). Het blijkt dat het areaal verpachte grond in
Zeeland vanaf 1 950 tot heden is teruggelopen van 70%
tot 50% en in Brabant van bijna 50% tot 30%. Dit zijn
sprekende cijfers. En het eind van dit proces is nog niet in
zicht. In 1 981 was de afname zo'n 3 4%. Ook de Wet
Agrarisch Grondverkeer lijkt hieraan geen goed te doen.
Ook voor de individuele boer kan het "moeten kopen"
vergaande konsekwenties met zich meebrengen: geld is
duur. Het is daarom belangrijk dat dit proces van afname
van het pachtareaal op een of ander manier wordt ges
topt. Het lijkt mij daarom geen gek idee het gehele insti
tuut pacht (en dus pachtwet) aan een diepgaande studie
te onderwerpen. Met name daar waar de pachtwet in de
praktijk te kort blijkt te schieten zouden aanpassingen
nodig zijn. Ik geef hier opzettelijk geen konkrete voor
beelden van mogelijke aanpassingen omdat de konsek
wenties daarvan zonder gedegen studie niet te overzien
zijn. Maar een feit is dat er op dit gebied in de praktijk
wensen leven. Feit is dat de huidige regeling van het
grondbeleid er blijkbaar toe leidt dat de pacht voortdu
rend afbrokkelt. De overheid zou zich dit bepaald moeten
aantrekken. De vraag is echter of men zich in parlemen
taire kringen voldoende bewust is van het belang van de
pacht voor de landbouw: onlangs is opnieuw het plan ter
sprake gebracht dat wil dat de staat, als grootste ver
pachter, landbouwgronden in de verkoop gaat doen om
elders knellende financieringstekorten te verlichten. Hier
ligt dus nog bepaald een missie voor de georganiseerde
landbouw.
Met instemming heeft de heer Emo, voorzitter van COPA,
kennisgenomen van het feit dat de Landbouwkommissie
van het Europees Parlement de prijsvoorstellen van de
Europese Kommissie voor het jaar 1982/1983 heeft ver
worpen.
Met voldoening stelt hij Emo vast dat de Landbouwkom
missie van het Europees Parlement zich duidelijk heeft
uitgesproken voor een gemiddelde prijsverhoging van 14%
(voor Middellandse Zeeprodukten zelfs nog hoger). Het
Parlement baseert zich daarbij op de resultaten van de
objektieve methode die een gemiddelde prijsstijging van
16,3% aangeven.
De prijsvoorstellen zullen vóór I april 1982 genomen
moeten worden evenals de specifieke gemeenschappe
lijke maatregelen voor die boeren die worden gekon-
fronteerd met een inflatieniveau en een rentestand die
het gemiddelde van de E.G. te boven gaan. Deze maa
tregelen moeten overigens wel verenigbaar zijn met de
fundamentele beginselen van het Gemeenschappelijk
landbouwbeleid.
De heer Emo is ook verheugd over het feit dat dé Land
bouwkommissie zich heeft uitgesproken tegen iedere
uitbreiding van de medeverantwoordelijkheid tot andere
produktiesektoren, zoals de Europese Kommissie heeft
voorgesteld.
De Landbouwkommissie geeft hierdoor blijk van een
groot begrip voor de huidige, zeer moeilijke situatie van
de boeren in de Gemeenschap en van de grote gevaren
van een dergelijke situatie voor de werkgelegenheid en
uiteindelijk voor de sociale stabiliteit in een groot aantal
gebieden in de E.G.
De heer Emo doet een dringend beroep op alle leden van
het Europees Parlement om enerzijds tijdens de plenaire
vergadering van 24 tot en met 26 maart 1982 rekening te
houden met de ontwerp-resolutie over de prijsvoorstellen
van de Kommissie en anderzijds recht te doen aan de
gerechtvaardigde eisen die COPA uit naam van alle boe
ren in de Gemeenschap heeft gesteld.
Onlangs is Zeeland weer een nieuwe vereniging op land
bouwgebied rijker geworden namelijk de vereniging van
van vleesproducenten. Een en ander is vooral tot stand
gekomen op aandringen vanuit de diverse studieklubs
van roodvleesmesters. In een later stadium is besloten
om de mogelijkheid te openen dat alle vleesproducenten
(schapen etc. zich bij de nieuwe vereniging kunnen
aansluiten. De nieuwe vereniging heeft een eigen kanaal
naar de Gezondheidsdienst voor Dieren West Nederland
via de Vereniging voor Veehouderijbelangen (V.V.B.) in
Zeeland. De vereniging van vleesproducenten is namelijk
opgezet als sektie van de V.V.B. De totstandkoming van
de nieuwe vereniging is gebeurd in nauw overleg met de
drie Zeeuwse Landbouw Organisaties (3 Z.L.O.)' en de
Gezondheidsdienst. Voor de vleesproducenten in Zee
land is de oprichting van deze vereniging een belangrijke
zaak omdat de vleesproduktie, al dan niet als neventak op
akkerbouwbedrijven, uitgegroeid is tot een volwassen
bedrijfstak. Middels de nieuwe vereniging kunnen de
belangen van de vleesproducenten nu rechtstreeks in
(het bestuur van) de Gezondheidsdienst behartigd wor
den. Het aardige bij dit soort dingen is vaak dat ze nooit
alleen komen: ook elders in het land zijn op het gebied
van de vleesproduktie soortgelijke ontwikkelingen aan de
gang en ook wordt momenteel bekeken hoe de belangen
van de vleesproducenten landelijk het best kunnen wor
den gebundeld. Natuurlijk zitten er aan een en ander nog
veel haken en ogen maar feit is dat er een goed begin is
gemaakt en dat is van groot belang voor de verdere ont
wikkeling in de toekomst. De vleesproducenten weten in
ieder geval waar ze nu heen moeten.
De vraag is of je via verkiezingen de landbouwprijzen
kunt verhogen
Oggel.